De gemeente Kerkrade grenst aan Duitsland en ligt tussen Landgraaf en Heerlen in. De historie van Kerkrade begint al met de stichting van het klooster Rolduc (1104), het grootste kloostercomplex van Nederland.
De Miljoenenlijn (de lijn heet zo omdat ze bij de aanleg destijds twaalf miljoen gulden heeft gekost) brengt de stoomtrein ook naar Kerkrade. In Kerkrade ligt een historisch gebouwencomplex, waarvan de betekenis verder reikt dan de streek. Met een geschiedenis van meer dan negenhonderd jaar is Abdij Rolduc het grootste en oudste bewaard gebleven abdijcomplex van Nederland. Vanwege de culturele betekenis en de bouwkundige waarde is de abdij een nationaal monument.
Rolduc is tegenwoordig in gebruik als hotel en conferentieoord. Rolduc is de tegenwoordige benaming voor de vroegere abdij Kloosterrade. Deze voormalige abdij van Augustijner koorheren bezit nog steeds een rijk archief, waarin de geschiedenis van de abdij is neergelegd. Hierdoor is het mogelijk een betrouwbaar en ook levendig beeld te geven van het wel en wee van dit huis en zijn bewoners. Wie de gebouwen van Rolduc nu ziet, kan denken dat er een grote kloosterstichter aan het werk is geweest. Niets is echter minder waar. De wording van Rolduc begint heel bescheiden met de komst van een leraar in de letteren van de stiftschool te Doornik (B.).
Het was Ailbertus, die zich met zijn twee broers uit de wereld terugtrok om een leven te leiden in evangelische eenvoud, met als hoofdkenmerken: gebed, beschouwend leven en beoefening van de naastenliefde, vooral door hulp aan de armen. De plaats van vestiging kreeg hij van Adelbert van Saffenberg die in Mayschoss (D.) resideerde, maar ook heer was over het gebied van Rode. Hij bezat hier een versterkt huis op de plaats van het tegenwoordige kasteel van Herzogenrath, de burcht Rode. Ailbertus kwam te Rolduc in 1104 en koos deze plaats omdat er waterbronnen waren en ook hout als bouwmateriaal aanwezig was. Hier vertrekt onze wandeling. Hier vertrekt ook de rondwandeling Hertog Limburgpad. Na de abdij wandelen het stadspark binnen en dan komen we aan kasteel Erenstein.
Kasteel Erenstein is een achttiende eeuws kasteel, gelegen aan de rand van de Anstelvallei. Binnen de historische muren is tegenwoordig een stijlvol restaurant te vinden. Vlakbij Kasteel Erenstein en midden in de prachtige natuur ligt Hotel Brughof. Deze authentieke Limburgse carréhoeve uit 1713 is vandaag de dag in gebruik als viersterren hotel. We wandelen door het park en gaan dan de velden in en komen langs de grote hoeve het Nieuwe Ehrenstein. Spijtig er staat een plaatje vergane glorie hier word verteld hoe deze prachtige hoeve in verval gekomen is en alleen het hoofdgebouw staat er nog. Dan weer verder en we wandelen nu langs de grote Cranenweyer en we wandelen nu verder en komen langs een vakwerkhuis en komen zo aan in Carisborg.
Een bruinkoolgroeve die tot natuurgebied omgevormd word. Carisborg is de naam van een adellijk huis, gelegen ten noorden van Heerlerheide. Het huis is afgebroken in 1919. De naam van het huis is tevens verbonden aan een bruinkoolmijn die van 1915 tot 1968 in werking is geweest. Tegenwoordig is een voormalige groeve van de N.V. Carisborg omgevormd tot een natuurgebied van 24 ha met dezelfde naam. De groeve werd gedeeltelijk opgevuld, waarna loofbos werd aangeplant. Dit wordt afgewisseld met hooilandjes, terwijl ook een kinderboerderij op het terrein werd aangelegd. Weer een eindje verder wandelen we langs de grenzstrasse.
Nu wandelen we langs de Worm en het Wormdal. Het Wormdal is een natuurgebied bij Kerkrade op zowel Nederlands als Duits grondgebied. Door het gebied stroomt de beek de Worm. Sinds halverwege de twintigste eeuw heeft de natuur hier haar gang kunnen gaan. Hierdoor is er een prachtig beeklandschap ontstaan met een meanderende beek, grindbanken en bossen. In de afgesleten buitenbochten van de beek zijn stijlranden, de perfecte plek voor bijvoorbeeld ijsvogels. Ook leven er verschillende moerasvogels zoals de waterral en de watersnip in het Wormdal. Weer wat verder langs de Worm om aan de Baalsbruggermolen te gaan we steken de Worm over wandelen over de koer van de molen. De Baalsbruggermolen was een watermolen staat aan de Baalsbruggerweg op de Worm die ter plaatse de grens vormt tussen Nederland en Duitsland. Tot de Franse Tijd bezat Abdij Rolduc de molen eigendom van de abdij. Het anker van het gebouw geeft de datum 1743. In die tijd had de molen drie houten waterraderen die in gebruik waren als korenmolen (een voor rogge en een voor tarwe) en als oliemolen. In 1854 had het onderslag rad van de roggemolen een breedte van 76 centimeter en een doorsnede van 5,5 meter.
In de jaren 1850, waarschijnlijk 1867, waren de raderen van de tarwemolen en de oliemolen vervallen en werden toen afgebroken. In 1894 werd het uit 1884 stammende waterrad vervangen door een ander rad met een breedte van 119 meter en een doorsnede van 5 meter en werd het water door een toelopende koker op de schoepen gebracht. In 1916 was er grote wateroverlast waardoor het waterrad vernield werd. In 1916 kreeg de eigenaar toestemming voor de plaatsing van een turbine. Het werd een Francisturbine met een turbinekamer op de plaats van het rad. Sinds 1967 is de molen een rijksmonument. Nog even en we zijn terug aan de Abdij Rolduc. Een prachtige wandeling met verschillende prachtige historische gebouwen en prachtige natuur.