Inhoud blog
  • 341. schip 35 brief 03
  • 340. schip 35 brief 02
  • 339. schip 35 brief 01
  • 338. schip 34 brief 03
  • 337. schip 34 brief 02
  • 336. schip 34 brief 01
  • 335. schip 33 brief 08
  • 334. schip 33 brief 07
  • 333. schip 33 brief 06
  • 332. schip 33 brief 05
  • 331. schip 33 brief 04
  • 330. vervolg brief 03
  • 329. schip 33 brief 03
  • 328b tussendoortje
  • 328. schip 33 brief 02
  • 327. vervolg brief 01
  • 326. schip 33 brief 01
  • 325. vervolg brief 07
  • 324. schip 32 brief 07
  • 323. vervolg brief 06
  • 322. schip 32 brief 06
  • 321. vervolg brief 05
  • 320. schip 32 brief 05
  • 319. vervolg brief 04
  • 318. schip 32 brief 04
  • 317. vervolg brief 03
  • 316. schip 32 brief 03
  • 315. vervolg brief 02
  • 314. schip 32 brief 02
  • 313. vervolg brief 01
  • 312. schip 32 brief 01
  • 311. schip 31 brief 10
  • 310. schip 31 brief 09
  • 309. schip 31 brief 08
  • 308. schip 31 brief 07
  • 307. schip 31 brief 06
  • 306. schip 31 brief 05
  • 305. schip 31 brief 04
  • 304. schip 31 brief 03
  • 303. schip 31 brief 02
  • 302. vervolg brief 01
  • 301. schip 31 brief 01
  • 300. schip 30 brief 25
  • 299. schip 30 brief 24
  • 298. schip 30 brief 23
  • 297. schip 30 brief 22
  • 296. schip 30 brief 21
  • 295. schip 30 brief 20
  • 294. schip 30 brief 19
  • 293. schip 30 brief 18
  • 292. vervolg brief 17
  • 291. schip 30 brief 17
  • 290. schip 30 brief 16
  • 289. schip 30 brief 15
  • 288. schip 30 brief 14
  • 287. schip 30 brief 13
  • 286. schip 30 brief 12
  • 285. schip 30 brief 11
  • 284. schip 30 brief 10
  • 283. schip 30 brief 09
  • 282. schip 30 brief 08
  • 281. schip 30 brief 07
  • 280. schip 30 brief 06
  • 279. schip 30 brief 05
  • 278. schip 30 brief 04
  • 277. schip 30 brief 03
  • 276. schip 30 brief 02
  • 275. schip 30 brief 01
  • 274. schip 29 brief 22
  • 273. schip 29 brief 21
  • 272. vervolg brief 20
  • 271. schip 29 brief 20
  • 270. vervolg brief 19
  • 269. schip 29 brief 19
  • 268. schip 29 brief 18
  • 267. schip 29 brief 17
  • 266. schip 29 brief 16
  • 265. schip 29 brief 15
  • 264. schip 29 brief 14
  • 263. schip 29 brief 13
  • 262. schip 29 brief 12
  • 261. schip 29 brief 11
  • 260. schip 29 brief 10
  • ... ik ben normaal ?
  • 259. schip 29 brief 09
  • 258. schip 29 brief 08
  • 257. schip 29 brief 07
  • 256. schip 29 brief 06
  • 255. schip 29 brief 05
  • 254. schip 29 brief 04
  • 253. schip 29 brief 03
  • 252. schip 29 brief 02
  • 251. schip 29 brief 01
  • 250. schip 28 brief 13
  • 249. schip 28 brief 12
  • 248. schip 28 brief 11
  • 247. schip 28 brief 10
  • 246. schip 28 brief 09
  • 245. schip 28 brief 08
  • 244. schip 28 brief 07
  • 243. Absurd & Zot - 13
  • 242. schip 28 brief 06
  • 241. schip 28 brief 05
  • 240. Absurd & Zot - 12
  • 239. schip 28 brief 04
  • 238. schip 28 brief 03
  • 237. schip 28 brief 02
  • 236. Absurd & Zot - 11
  • 235. schip 28 brief 01
  • 234. Absurd & Zot - 10
  • 233. schip 27 FAX
  • 232. Absurd & Zot - 09
  • 231. schip 27 brief 21
  • 230. schip 27 brief 20
  • 229. schip 27 brief 19
  • 228. Absurd & Zot - 08
  • 227. schip 27 brief 18
  • 226. schip 27 brief 17
  • 225. Absurd en Zot - 07
  • 224. schip 27 brief 16
  • 223. schip 27 brief 15
  • 222. Absurd & Zot - 06
  • 221. schip 27 brief 14
  • 220. Absurd & Zot - 05
  • 219. schip 27 brief 13
  • 218. schip 27 brief 12
  • 217. schip 27 brief 11
  • 216. schip 27 brief 10
  • 215. schip 27 brief 09
  • 214. schip 27 brief 08
  • 213. Absurd & Zot - 04
  • 212. schip 27 brief 07
  • 211. Absurd & Zot - 03
  • 210. schip 27 brief 06
  • 209. Absurd & Zot - 02
  • 208. schip 27 brief 05
  • 207. Absurd & Zot - 01
  • 206. schip 27 brief 04
  • 205. Zwangere Guy
  • 204. schip 27 brief 03
  • 203. Chantal Pattyn
  • 202. schip 27 brief 03
  • 201. Lydia Chagoll
  • 200. schip 27 brief 03
  • 199. Ruben Block
  • 198. schip 27 brief 02
  • 197. Geert Verdickt
  • 196. schip 27 brief 02
  • 195. A. Croonenberghs
  • 194. schip 27 brief 01
  • 193. Jan Bakelants
  • 192. schip 27 brief 01
  • 191. Hugo Matthysen
  • 190. schip 26 brief 18
  • 189. T. Christiaensens
  • 188. schip 26 brief 17
  • 187. Fleur Pierets
  • 186. schip 26 brief 16
  • 185. P. Vandenbempt
  • 184. schip 26 brief 15
  • 183. Michael v Peel
  • 182. schip 26 brief 14
  • 181. Ph. Herreweghe
  • 180. schip 26 brief 13
  • 179. Lo Lemaire
  • 178. schip 26 brief 12
  • 177. Pablo Piedfort
  • 176. schip 26 brief 11
  • 175. schip 26 brief 10
  • 174. Rachida Lamrabet
  • 173. schip 26 brief 09
  • 172. Piet Hoebeke
  • 171. schip 26 brief 08
  • 170. Henny Vrienten
  • 169. schip 26 brief 07
  • 168. schip 26 brief 06
  • 167. schip 26 brief 05
  • 166. schip 26 brief 04
  • 165. Anne Provoost
  • 164. schip 26 brief 03
  • 163. Stefaan Degand
  • 162. schip 26 brief 02
  • 161. schip 26 brief 01
  • 160. Martin Heylen
  • 159. schip 25 brief 12
  • 158. schip 25 brief 11
  • 157. schip 25 brief 10
  • 156. schip 25 brief 09
  • 155. Stef K. Carlens
  • 154. schip 25 brief 08
  • 153. Ivo Victoria
  • 152. schip 25 brief 07
  • 151. Julie Cafmeyer
  • 150. schip 25 brief 06
  • 149. Youp van 't Hek
  • 148. schip 25 brief 05
  • 147. Erwin Mortier
  • 146. schip 25 brief 04
  • 145. Siel Verhanneman
    'een vol jaar maart?'
    schrijfvloer 03 ~ kronieken van 31 jaar vaart, in uitvoering
    07-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.017. schip 01 brief 10

    1978-07-24-ma, op zee, veel water

    Dag mensen altegader, 

    De 12de of de 13de van deze maand ben ik van 13h tot 16h op Braziliaanse bodem geweest. Drié volle uren.
    We hebben daar op ongeveer 24 hrs geladen en dan waren we weer weg.
    Braziliaanse bodem wil zeggen, een strand.
    We lagen daar in een of andere lokaliteit aan een enorme pier met zo’n moderne rolband installatie
    die veels te vlug laadt naar mijn zin.
    Yvonne en ik zijn gaan zwemmen naar het strand. Dat deed deugd.
    Van aan boord kunnen we naar de golven alleen maar kijken. 

    Het landschap was typisch Braziliaans hé : geel-wit strand met zand van eigen bodem,
    donkerblauw-groene zee met witte schuimkoppen. Zo wit vindt ge ze alleen maar onder deze zon.
    Zee-egels en krabben, wier, rotsen, alles heeft iets Atlantisch. Niks Mediterraan, bvb.
    Zoals ik het beschrijf is het niet duidelijk natuurlijk, maar toen ik het zag was het direct duidelijk.
    Verder heb ik via een visser kunnen kennismaken met den Braziliaansen Volksaard, hij zat namelijk
    in stilte te vissen. Ook een typisch Braziliaanse bezigheid, vooral aan de kust. 
    En ze hebben hier nogal wat kust. We varen er nu al tien dagen langs, terug richting noord, naar de Golf v Mexico.
    De grondigheid en de volharding waarmee hij zijn lijn in het oog hield zou door een oningewijde alras verkeerdelijk
    geïnterpreteerd worden, maar ik -die er geweest ben- kan u verzekeren dat het vissen hier
    een ernstige aangelegenheid is. Deze ernst zou men bij een Zuid-Amerikaan, en dan zeker een Braziliaanse visser,
    niet verwachten moest men blindelings praatjes geloven en doof blijven voor mensen die
    u de ogen willen openen en u met handen en voeten op het hart willen drukken dat, datteu, eh, het niet zo is.

    Ik bedoel: geloof het allemaal niet zomaar. Bvb dat verhaal dat ze in Brazilië niks anders doen dan samba dansen.
    Kletskool! Apelarie! Ik heb in al die tijd dat ik er geweest ben niet één mens zien samba dansen.
    Zelfs niet verstolen in de handen klappen of met de vingers knippen, laat staan neuriën. Geen één! 

    En van dat overdreven karnaval vieren, dat de pastoors daar nog maanden later
    zonden aan het vergeven zijn, tussen twee doopsels in, zal ook wel overdreven zijn.
    Ik heb nergens een toeter of bel gezien. Misschien wordt er met karnaval wel gevierd,
    maar buiten het seizoen is er beslist niks om over te biechten te gaan. Tot zover wat ik weet over Brazil, en dan nu
    rap weer naar de bewoonde wereld.

                Van de laatste zes weken in deze contractperiode vind ik geen brieven terug.
            Waarschijnlijk omdat we toch richting Europa vaarden, daar zou ik dan afmonsteren en
            ik zou het ze thuis allemaal wel vertellen ipv te schrijven. Dat maakt dat ik niet kan achterhalen
            en me ook niet kan herinneren hoe mijn eerste kennismaking met New Orleans was.
            Ik herinner me wel veel over New Orleans, leutige dingen, maar dat was later, op andere schepen.

            Volgens mijn zeemansboek duurde deze 1ste contractperiode, waarvan de briefwisseling nu ten einde is, 
            6 maanden en 16 dagen.  

    m, toen 26j en het bleuke onder de opvarenden - tekst uit de scheepscorrespondentie van toen -

     

    07-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    06-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.016. Sam De Bruyn

    te gast bij Wim Helsen ~ Sam De Bruyn
    een tekst van Austin Kleon

                Pas goed op jezelf.

            Ik ben een saaie man met een baan van negen tot vijf,
            die met zijn vrouw en hond in een rustige buurt woont.
            Dat hele romantische idee van het creatieve genie dat aan de drugs is,
            van hot naar her rent en met iedereen naar bed gaat, is achterhaald.
            Dat is voor supermensen en voor mensen die jong willen sterven.
            Creativiteit kost namelijk een hoop energie.
            Die energie heb je niet als je die verspilt aan andere zaken. 

                Afbeeldingsresultaat voor sam de bruyn

              De knop voor de ondertiteling staat rechts onderaan, het rechthoekje.
            De Bruyn in gesprek met Helsen :
            https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/winteruur/5/winteruur-s5a6/
            10min56

    Wat een geestige man is die Sam de Bruyn. ’k Zou hem direct adopteren als mijn ideale schoonzoon,
    gesteld dat LM en ik kinderen zouden hebben.
    ’k Heb het gesprek nu al 3x bekeken en elke keer
    ben ik opgetogen over telkens andere rake dingen die daar gezegd worden.
    Wie bovenstaande link niet aanklikt doet zichzelf tekort!

    Wat ook moet gelezen worden, moét zeg ik, is het artikel over het boek, geschreven door ene Johan.
    Die link staat gans onderaan, bij de documentatie, de kleine grijze lettertjes.
    Onderschat nooit de kleine lettertjes …

    Wat in daar staat kan dienen in denkelijk alle gebieden van het bestaan :
    wanneer een idee op uw pad komt moogt ge dat gebruiken.

    Of het nu over een meubelschikking in de woonst gaat, of een keukenrecept,
    of een kleurencombinatie voor kledij, of tekstschrijverij, of ernstige dingen …
    wanneer het leven u iets aanreikt, moogt ge dat gebruiken.
    Dat laatste lijntje komt van Christine Hemmerechts.
    Wat ik zeggen wou, de onderste link aanklikken, gauw!


    Over Sam De Bruyn : https://nl.wikipedia.org/wiki/Sam_De_Bruyn
    Over Austin Kleon : Austin Kleon is een bestsellerauteur van de New York Times van drie boeken: Steal Like an Artist, Laat je werk zien! en Krantenuitval.
    De werken van Kleon richten zich op creativiteit in de wereld van vandaag. https://en.wikipedia.org/wiki/Austin_Kleon
    Over het boek ‘Steal like an artist’ : https://www.proximus.be/nl/id_b_cb_steal_like_an_artist/zelfstandigen-en-kleine-bedrijven/discover/news/inspiratie/boek-steal-like-an-artist.html

    06-11-2019 om 07:48 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.015. ship 01 brief 09b

    1978-07-29-za, Golf v Mexico

    Dag Lieve Mensen, ik denk dat er naar één plaats op de wereld is waar zoveel
    lieve mensen bijeen wonen en dat is thuis. (Wat krijgen we nu, ze wordt sentimenteel?) 

    We zijn de tropische gordel uit en sinds gisteren is het leven weer leefbaar. Een mens kan weer eens buiten komen nu.
    Want amai dat klimaat in de tropen, voor mijn part mogen ze het afschaffen.
    Warm is niks maar de vochtigheid erbij maakt het vreselijk vermoeiend. Vooral wanneer ge moet werken.
    Ik kan me wel voorstellen dat er mensen zijn die genieten van dit soort weer maar
    die zitten in een stoel op een terrasje of liggen in een hangmat op hun veranda. Zo zou ik er misschien ook van genieten,
    als passagier op een (houten) deck en me laten serveren door dravende stewards. De stewardessen zou ik wat ontzien.
    Alle geluk dat we hier geen passagiers hebben. Mensen wat heb ik gezweet.
    Ze nemen hier allemaal zoutpillen om niet teveel vocht te verliezen. (minerale zouten, wil dat zeggen)
    In het begin dacht ik dat het troela was. Maar na een week zweetpareltjes over heel het lijf werd ik wat slappekes.

    En toen ik eens voor de zoveelste keer het zweet van mijn bovenlip likte, smaakte het niet eens zout meer.
    Goed, dan heb ik ook maar zoutpillen genomen, gelijk alle grote mensen. ’t Was hoog tijd want ik had al febbeltes.
    Wat? FEBBELTES. Dat is de Antwerpse vertaling van, denk ik, FAIBLESSES.
    Zoiets als slaptitudes ongeveer, maar dan in de tropen. (en in het Antwerps)

    Hier hangt zoveel vocht in de lucht dat het zweet niet opdroogt, dat ge u niet afgedroogd krijgt na de douche tenzij
    ge u eerst insmeer met odeklonje maar daar droogt dan het vel van uit. En zo is ’t altijd iet.
    Want tisaltijtietoor! Hier wordt veel en dikwijls drukte gemaakt, meestal om niks, om bezig te blijven,
    om gespreksonderwerp te hebben. Sinds het 'verblijf' in Brazilië heb ik niet veel meer meegemaakt.
    Een paar dagen geleden zijn we langs Jamaïca gevaren. Mooi.
    Vooral met de verrekijker. Dan ziet ge nog eens iets van de wereld. Join Ahlers and sea the World.

    Sinds Henri chefkok is blijft het eten goed, dus de stemming aan tafel ook, behalve voor de mensen die van roddel
    hun reden van bestaan gemaakt hebben en niet gelukkig kunnen zijn zonder een of ander malheur. En eigenlijk
    zijn die tevreden met hun eigen gejammer, dus alles gaat goed hier aan boord.
    LANG LEVE DE KOOPVAARDIJ. KOM ER BIJ. KOM ER BIJ. 

    De nieuwe eerste stuurman houdt nog altijd zijn manieren, dus wij ook. Geslaagde baas, we zien hem maar af en toe.
    En zagen doet hij niet, dus van mij mag hij blijven.
    Hij heeft zelfs al eens gegaasd. (gazen = gas spuiten tegen kakkerlakken)
    De vorige wou dat niet doen omdat het gas tegen de kakkerlakken te duur is.

    Op drie maanden tijd is er geen enkele keer gespoten. Ge kunt denken hoe het hier krioelde.
    Wat hij gaan vertellen is op den bureau weet ik niet. Waarschijnlijk dat het ‘niet nodig’ was,
    zoals hij ons eens met het afwasmiddel heeft liggen gehad. Maar deze stuur gaasde er nogal op los hoor!
    Tot hij er van wegdraaide want hij had het gasmasker niet opgezet. En dat spul pakt naar de keel.
    Precies of ze nijpen uw strot toe. Heel gek, want er nijpt niemand, en ge ademt toch gewoon verder?
    En dan is het alsof uw ogen uit hun kassen willen.
    Ik ben maar gauw buiten verse vochtige warme lucht gaan ademen (niks fris). En mijn plantjes heb ik ook buiten
    gezet want die hebben maar fijne strotjes. En oogskes hebben ze al niet, ocharme.
    Dan kan ik ze toch niet in het gas laten staan he.
    Toen de stuurman dan toch zijn gasmasker opzette was hij precies zelf een grote kakkerlak.
    Het heeft hier twee dagen gestonken en al het voedsel dat onbedekt blijven liggen was kon weg gegooid worden.
    Maar dat is niet erg want hier wordt zoveel weg gegooid dat het niet eens opvalt. 

            Als ik er op terug kijk, en wetende wat ik nu weet, heeft die eerste stuurman in als zijn ijver
            een paar serieuze procedure fouten gemaakt. En dan vragen ze zich af hoe zeevarenden een aandoening 
            aan de luchtwegen kunnen oplopen … op zee is toch altijd gezonde lucht! Ja, misschien,  
            maar daarom nog niet aan boord.

    Nu stop ik er mee, want seffes moet ik herbeginnen met werken.

    Dag, kusjes, de groeten, let goed op ulle zelf en op mekaar allemaal. 

    PS: 1/ Wie gaat wanneer op vakantie en waarheen? 
          2/ Er was geen ene brief in Brazilië. Misschien in volgende haven. Het is ulle geraden potdorie of ik
             laat ook niks meer van mij horen. Ik zwijg als een graf. Als een zeemansgraf, dat is nog vele stiller!

    m, toen 26j en het bleuke onder de opvarenden - tekst uit de scheepscorrespondentie van toen -

    06-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    05-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.014. Michèle Cuvelier

    te gast bij Wim Helsen ~ Michèle Cuvelier 
    met een tekst van Lucebert 
             
               Er is alles in de wereld

            ik tracht op poëtische wijze
            dat wil zeggen
            eenvouds verlichte waters
            de ruimte van het volledig leven
            tot uitdrukking te brengen

            ware ik geen mens geweest
            gelijk aan menigte mensen
            maar ware ik die ik was
            de stenen of vloeibare engel
            geboorte en ontbinding hadden mij niet aangeraakt
            de weg van verlatenheid naar gemeenschap
            de stenen stenen dieren dieren vogels vogels weg
            zou niet zo bevuild zijn
            als dat nu te zien is aan mijn gedichten
            die momentopnamen zijn van die weg
            in deze tijd heeft wat men altijd noemde
            schoonheid schoonheid haar gezicht verbrand
            zij troost niet meer de mensen
            zij troost de larven de reptielen de ratten
            maar de mens verschrikt zij
            en treft hem met het besef
            een broodkruimel te zijn op de rok van het universum
            niet meer alleen het kwade
            de doodsteek maakt ons opstandig of deemoedig
            maar ook het goede
            de omarming laat ons wanhopig aan de ruimte
            morrelen

            ik heb daarom de taal
            in haar schoonheid opgezocht
            hoorde daar dat zij niet meer menselijks had
            dan de spraakgebreken van de schaduw
            dan die van het oorverdovend zonlicht

                Afbeeldingsresultaat voor michèle cuvelier                            

                De knop voor de ondertiteling staat rechts onderaan, het rechthoekje. 
            Cuvelier in gesprek met Helsen,
            https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/winteruur/5/winteruur-s5a5/
            12min42

    "Lucebert betekende een revolutie in de Nederlandse letteren.
    Hij was de meest vernieuwende dichter van zijn generatie en
    voegde onsterfelijke regels toe aan de Nederlandse poëzie.
    Voor een nieuwe generatie behoort hij tot de voorbeelden, getuige bijvoorbeeld Ilja Leonard Pfeijffer,
    die een keuze maakte uit het oeuvre van de door hem zo bewonderde dichter.
    In zijn inleiding gaat hij in op de betekenis van het werk, voor hemzelf en voor de lezer van nu." Google Books

    Dat kan allemaal goed zijn maar ik zal vooringenomen zijn -en blijven- door het feit
    dat Lucebert nazi sympathieën had,
    en zelfs vrijwillig bij de Duitse Arbeidsinzet gaan werken is.
    https://nl.wikipedia.org/wiki/Arbeitseinsatz


    Er zijn mensen die roepen dat zoiets niet mag, dat men het werk van een kunstenaar

    niet mag beoordelen naar zijn persoonlijk leven. Klimt (schilder) en Rodin (beeldhouwer)
    waren toch ook geen doetjes!
    Dat waren regelrechte loeders!
    Ja, denk ik dan, en toch is er voor mij nog een verschil tussen een loeder-leven en nazi-sympathieën.
    En dat laatste kleurt voor mij de naam Lucebert, vernieuwende dichter of niet, onsterfelijke regels of niet.

    Over Michèle Cuvelier : https://nl.wikipedia.org/wiki/Mich%C3%A8le_Cuvelier 
    Over Lucebert : https://nl.wikipedia.org/wiki/Lucebert#Levensloop  

    05-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (1)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.013. ship 01 brief 09a

    1978-07-08-za, op zee

    Dag Laura, dag Dee, hoe istermee? En met de vakantie? En met de Kreoon? (de hond)
    Het lijkt alsof ik ulle gisteren nog gezien heb maar dat kan niet, want het is al 8 juli vandaag.
    De tijd vliegt hier nogal. Ginder ook? Hoe is ’t met uw nieuw kleed? Hebt ge dat V-kraagje al aangepast?
    De chief eng (een Duitser) vroeg of ik my nice dress nog had om eens to show to de captain.
    - I gave it to my sister, zei ik.
    - But it was a nice dress! riep hij uit.
    Precies of ge moogt alleen maar mottige dresses aan uw zuster kadoo doen.
    - That’s why I gave it to my sister, chief, she’s a nice girl. So I’ve put two things of beauty together.
    Daar moest hij over nadenken blijkbaar, want hij zei niks meer.
    Nu hoop ik maar dat ge uw thing of beauty draagt, my beauty, of ik val in affronten bij den chief.

    Binnen een maand of twee zijn we weer in de buurt. Als gellie zin hebt kunt ge komen.
    Als ge niet met vakantie zijt natuurlijk. Ik laat wel tijdig weten waar en wanneer.
    Moest het Hamburg of Rotterdam worden, maak er maar een weekendje van, ge kunt aan boord blijven eten en slapen.
    Als ge de afwas doet kan den ouwe er niks op zeggen. Hij kan op zijn kop gaan staan draaien.
    Dat zou hem trouwens deugd doen, misschien wordt hij er redelijk van.

    En tussendoor trekt ge weg, de stad in.
    Enfin, als er iets af te spreken valt dan doen we dat later wel, te gelegener tijd.
    Als ge bij Tina langs gaat, vraag haar of ze mijn telegram met verjaardagwensen ontvangen heeft.
    En of hij toegekomen is, dat eerst en vooral. 

    Dit is nu mijn tweede reis op dit schip, sinds twee weken, en ik heb al meer last gehad van heimwee
    dan de vorige maanden samen. Is het omdat ik efkes thuis geweest ben, ik weet het niet.
    Hoe zit het met Tina, spreekt zij nog niet over huiswaarts keren?

            Tina was toen samen met Toppiéke bezig aan een lange reis, nu het nog kon.
            Het jaar daarop werd de kleine zes jaar en dus schoolplichtig.
            Alles samen heeft die reis zeven maanden geduurd.
     
    Enfin, heimee is een te sterk woord, maar ik denk plots : was ik nu maar bij Jeanneke, of in de huizekes, of bij SW.
    Alles is goed, de KeizerKarellaan aflopen zou al volstaan. Of door de frisse regen lopen op de Adolf Max.
    Want friste is hier ver te zoeken. Kijk eens mee op de kaart: na Antwerpen gingen we langs
    - Madeira, ten westen van Marokko, dus warm
    - Kaap Verdische eilanden, nog meer zuid, nog meer warm
    - Fernando de Noronha, Eiland tsn Kaap Verdische Eilanden en Zuid-Amerika, nog warmer
    - voor het ogenblik varen we ter hoogte van Recife, 
       het meest oostelijke punt van Brazilië en tegelijk ook van Zuid-Amerika.
    - daarna is het nog 240 zeemijl naar Ubu Point, een nieuwe laadhaven voor ijzererts, ten zuiden van Vittoria, Brasil
    Waarschijnlijk zien we in Porto de Ubú geeneens bewoonde wereld wat het is er een doods gedoe zeggen ze hier aan boord.
    We gaan direct tegen de pier en in 24hrs zijn we geladen en weer weg, naar de States, gaan lossen in Port Arthur.
    Dat ligt iets ten zuiden van New Orleans, over de grens in Texas. Dus niet op de Mississippi.

    Wat Zuid-Amerika betreft vang ik achter het net he. Het continent van Mordillo.
    Er is hier uit een of ander oud tijdschrift een mooie Mordillo tevoorschijn gekomen De 4de mecanicien
    heeft die in zijn cabine hangen en wanneer hij afmonstert krijg ik die voor Dee zijn collectie.
    Het is een prent van een Mexicaantje dat met gitaar en sombrero ayayay staat te zingen, zoals Mexicanen dat kunnen.
    Op het eerste zicht staat hij boven op de heuvels maar als ge een tweede blik werpt (zachtjes werpen) dan ziet ge
    dat hij met blote voeten op héle grote cactussen staat. Vandaar de aïeaïeaïe.
    Mooi en om de slappe lach van te krijgen, zoals van de meeste Mordillo’s.
    Binnen enkele maanden is de cartoon voor u hoor Dee.

    Ik heb die twee Dorothy Sayers gelezen, aan deck, in de zon, toen het nog niet zo moordend heet was.
    Ze zijn alletwee heel goed, die Lord Wimsey is een sympathieke knul, lijkt mij.
    Eerst leekt de verhouding tsn Wimsey en zijn butler Bunter nogal op de toestanden bij Woodhouse,
    maar dat was ik rap vergeten. Wimsey zegt op een bepaald moment zelfs tegen Bunter:
    'Hang zo de Jeeves niet uit.' Duidelijker kan het niet he. Sayers kan zoiets toen al te horen gekregen hebben,
    dat het op een kopie/plagiaat leek en dat heeft ze dan tof weerlegd. Die Wimsey is niet dwaas ookni.
    Het is de eerste keer dat ik een detectieve lees die zich bezint over zijn job = hobby voor Wimsey,
    want hij laat zich niet betalen. Eigenlijk heeft hij principiële bezwaren tegen zijn eigen motivaties.
    Goed gevonden van Sayers. Het maakt Wimsey wat menselijker.
    Maar goed, ik ga er geen boekbespreking van maken. Hebt gellie ze gelezen? Doen, Het is de moeite.
    Bon, ik stop ermee kinders, het is al laat en ik moet er morgen vroeg uit. De groetjes aan Tina & Toppié en
    geef de route door aub. Dag tweetjes & een goei vakantie.

    m, toen 26j en het bleuke onder de opvarenden - tekst uit de scheepscorrespondentie van toen -
    https://nl.wikipedia.org/wiki/Guillermo_Mordillo , https://nl.wikipedia.org/wiki/Dorothy_L._Sayers, https://nl.wikipedia.org/wiki/Lord_Peter_Wimsey,

    05-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    04-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.012c memorie 03

    de reputatie van de allereerste stewardessen

    Wanneer juist de koopvaardij ook met stewardessen begon te werken en niet met enkel stewards weet ik niet,
    ergens in de jaren zestig als ik me goed herinner, maar er werd gezegd dat de eerste stewardessen
    prostituees fin de carrière waren.
    Mogelijk om nog iets of wat sociale zekerheid te verwerven, denk ik nu, achteraf bekeken.
    Hun taakomschrijving aan boord vonden ze niet bindend, of op zijn minst bespreekbaar.
    Met alle gevolgen voor het onderhoud binnen het kasteel, de huishouding en de sfeer aan boord natuurlijk. 

    Achteraf bekeken vraag ik me af waarmee ze betaald werden. Op zee hadden de zeevarenden weinig baar geld
    en in haven waren er jongere dames beschikbaar aan wie ze het voorschot-in-haven zouden besteden. 

            ’k Zag al een huishouding met twee Zwarte Lola’s ipv twee stewardessen.
            Daar had ik niet bij willen zijn. Nog niet als vlieg aan de wand. 

    Maar dat verhaal nam ik toen voor echt want het was vóór mijn tijd en alles wat voor mijn tijd gebeurd was
    én waar mondelinge getuigenissen van circuleerden hoorde bij de Kleine Geschiedenis van de Gewone Mensen.
    Dat was toen al mijn dada. Ik ging ’s avonds soms naar de mess-matrozen om verhalen van anciens te horen.
    Als de mannen aan het kaarten waren verdween ik weer,
    als ze niet kaartten kreeg ik er soms ene op zijn praatstoel en dat was genoeg.
    Zijn verhaal maakte andere los en ik hoorde van die paar veteranen onder de matrozen verhalen en verhalen,
    waarover ik dom genoeg niks genoteerd heb. Geen letter. 

            Al die verhalen gingen over schepen die tot het type General Cargo hoorden. 
            Dwz dat de lading bestond uit stukgoed, gemengde lading, 
            zakken, kratten, vaten, kisten, paletten, rollen staalplaat, bobijnen staaldraad …
            die lading zeevast zetten was de job van de stouwer. Heel belangrijke job. Hij was de man die moest zorgen
            dat de lading niet begon te schuiven op zee. Zelf vaarde de stouwer niet mee, hij was havenarbeider.
            Een general cargo ligt natuurlijk langer in haven dan een bulkcarrier of een tanker of een containerschip.
            En veel van die verhalen speelden zich in verre havens af. Verhalen om met gespitste oren naar te luisteren.

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Havenarbeider 

    Nu, om over de eerste stewardessen verder te vertellen. Of Yvonne ze ooit meegemaakt heeft weet ik niet,
    maar zij hamerde er wel op dat we de juiste werkkledij moesten dragen. En het juiste schoeisel!
    Schorten en lage schoenen, beroepskledij. Dat tenue was inderdaad gemakkelijk en dus belangrijk, heb ik later
    op andere schepen gemerkt aan de collega’s die er anders over dachten. En ooit schoot me ook een raad van
    een lerares Frans te binnen: met de juiste BH en met het juiste parfum kan men alles dragen. En dat is ook zo,
    dan lijkt zelfs de meest vormeloze overall op een drapage.

            ’t tenue van een kok

    Toen Yvonne na vier maanden afmonsterde en vervangen werd, zag ik bij Henri iets veranderen.
    Hij bleef soms dagen ongeschoren, in een tijd dat de stoppelbaard nog niet in de mode was.
    Hij droeg niet meer de witte bakkerspantalons waar Yvonne haar fierheid uit haalde,
    maar de grijs-witte pied de poule broeken die na verloop van tijd een beetje vormeloos om zijn lijf hingen.
    En zijn schorten, de voorbinders, wisselde hij niet meer tweemaal per dag.
    Kortom, als zijn vrouw weg was, vielen haar maatstaven ook weg.
    Eigenlijk zag hij er uit als een doorsnee scheepskok, maar dit was mijn eerste schip dus kon ik nog niet vergelijken.
    Tot dan toe dacht ik dat alle koks, door de aard van het beroep, er dag-in-dag-uit netjes en zelfs picobello uitzagen.
    Latere schepen heb ik gezien, beseft en begrepen dat het zeer zelden zo was.
    Chefs die de netheid in de keuken doortrokken naar netheid op hun persoon waren eerder uitzonderingen.
    Jammer dat ik dit er moet bij vertellen, maar het is zo. 

            de vervangster, mijn tweede collega

    De nieuwe collega hanteerde absoluut niet dezelfde maatstaven, de criteria die ik ondertussen
    als de maatstaven ‘van het huis’ was gaan beschouwen. Bleuke dat ik toen nog was.
    De nieuwe collega was ook vooraan in de 50, dus van dezelfde leeftijdscategorie als mijn enig en uniek voorbeeld,

    maar ik stond vrij vlug alleen met de maatstaven.

    Een voorval dat me bijgebleven is, is de boter. 
    Tot dan toe werden de blokje boter van 250 gr in drie gesneden, en per vier personen
    werd zo’n reep van ongeveer 80 gram op tafel gezet in een rechthoekig schoteltje.
    Na elke maaltijd werd de boter afgeruimd en in de frigo gezet, zo wordt ze minder snel ranzig.
    De restanten werden in een rechthoekig schoteltje verzameld en de volgende maaltijd werden
    werden nieuwe reepjes boter op tafel gezet. Ongeveer 20 minuten voor de service kwam iemand van ons
    die schaaltjes op de tafels zetten, zodat de boter smeerbaar was wanneer de service begon.
    Er moest trouwens toch brood gesneden worden ook, dus dat ging in één moeite door.

    Na een aantal dagen vulden de restantjes het rechthoekig schoteltje. De inhoud van dat schoteltje
    werd opnieuw in drie reepjes van 80gr verdeeld en zo op tafel gezet. Dus geen verspilling,
    bij ons werd geen boter ranzig!

    Een van de eerste dagen met de nieuwe collega merkte ik dat de boter van het ontbijt
    nog altijd op de tafels stond, ze was niet afgeruimd. Een verstrooidheid natuurlijk, dacht ik.
    Neenee, geen verstrooidheid. Medam vond het niet nodig om de boter af te ruimen en later weer op tafel te zetten.
    Dat was dubbel werk. En zij sneed de boters ook niet in drie repen, zij legde in elk botervlootje
    een pak boter van 250g. Met alle verschillende messen die aan tafel in elk botervlootje gingen
    zag het klompje er uit als een terrein dat gebombardeerd was door broodkruimels.
    Smakelijk.
    Het mens had gewoon geen notie van service, van dienstverlening. Het was om van te huilen.
    En dit ging nog enkel over de boter. 

    Op een dag had ik haar nodig omdat ik wou vragen of ze efkes kon komen helpen met iets, iets dat ik
    waarschijnlijk niet alleen kon, een matras omdraaien of zo. ’t Waren toen nog van die zware matrassen hé.
    ’k Vond haar niet, ik liep alle cabines langs, ook die in mijn sector, en ik vond haar in de cabine van de 3de mecanicien.
    Daar zat ze boven op de schrijftafel, een sigaret in de ene hand, een glas whisky in de andere en de blik op oneindig …

    Ten eerste : men gaat niet zitten in een cabine die werkterrein is. En al zeker niet bovenop een tafel.
    Ten tweede : whisky in de voormiddag? De eerste service moest nog beginnen! Het was nog geen 11h20, wil dat zeggen.
    Ten derde : wat deed ze in een cabine die in mijn sector lag?

    En toen vielen een aantal puzzelstukken op hun plaats. Het verhaal was waar.
    Dat geverfd haar, sigaret, whisky, bovenop een tafel gaan zitten … zij was een Zwarte Lola.
    Ik was zwaar teleurgesteld. Niet omdat zij nog ergens een broodwinning zocht, ik was zwaar teleurgesteld dat
    na Yvonne het leven zo iemand op mijn pad gebracht had. ’k Herinner me zelfs haar naam niet.
    Met het poetswerk en de boter en al die andere dingen zou het dus nooit goed komen.
    Haar idee van dienstverlening situeerde zich op een gans ander plan dan de koopvaardij bedoelde.
    Tot zover de feiten.  

    Iets later kwam de schok van het besef : niet iedereen in deze wereld is een Yvonne.
    Dat ik vanaf nu zonder haar zou verder moeten. Dat ik er alleen voor stond, alle komende schepen, alle komende jaren.
    Het was een enorm verlaten gevoel. Wat moest ik doen? Wat moest ik doén?
    We zien wel. Rug recht, diep ademhalen, vooruit kijken en verder werken. Meer kon ik niet doen. 

    In 1992 heb ik haar nog eens opgebeld, 14 jaar later. Toen ik mijn naam zei wist ze onmiddellijk wie ik was.
    ’k Moest zelfs de naam van het schip niet vermelden. Ik belde haar om te zeggen dat ik ging trouwen (met LM)
    en om haar te bedanken voor de ‘stage’ die ze mij had doen doorlopen, dat zij aan de basis lag van mijn beroepsleven.
    Want dat was mijn broodwinning ondertussen geworden, mijn beroep.

    04-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.012b memorie 02

    de welopgevoede aspirant

    In '78 was ik op een schip waar ene BDS aangemonsterd werd als aspirant.
    Aspirant deck, een stuurman in spe op Zijn Eerste Schip.

    Hij zette de eerste morgen zijn patrijspoort open, omdat dat iets is
    dat welopgevoede jongemannen doen: raam openzetten zodra ze opgestaan zijn.
    Jawel.
    Maar-in-'s hemelsnaam-niet-op-een-schip-dat-steenkool-aan-het-lossen-is!

    Alles in zijn cabine zat onder zwart vettig kolenstof.
    Alles. Plafond, wanden, meubels en beddengoed, alles.
    Zwart en vettig. Alles vettig en zwart.
    Tot zelfs de kraantjes in de badkamer, en die deur was nochtans gesloten gebleven.

    Ik bleef daar kalm onder, zij het met een zenuwlachje, omdat ik me kon voorstellen
    dat hij dat op pensionaat zo geleerd had en vermits hij aan boord een goede indruk wou maken,
    had hij dus braafjes zijn 'raam' open gezet.
    "Dat heet patrijspoort jongen!"

    Yvonne en ik hebben een onvoorzien aantal uren gewerkt
    om die cabine uit te wassen en weer leefbaar te krijgen.
    De slungel wou helpen, maar met al zijn armen en benen liep hij danig in de weg.
    Zitten en braaf zijn. Hij moest ons vooral laten werken.
    Dus zat hij op zijn seat schaapachtig te kijken hoe wij in uptempo opkuisten wat hij veroorzaakt had.
    Hij bleef stil, wij vergaten ongeveer dat hij er was en praatten over job en werkschema.
    De uren die hij daar gezeten heeft, hebben wel opgebracht.
    Het vent zag ons doende en had ook oren aan zijn hoofd.

    Wij hebben daarna, voor de rest van ons contract de meest
    vriendelijke, beleefde, behulpzame aspirant gehad die een mens zich maar kan indenken.
    In die paar uurtjes zitten & luisteren had hij een zicht op onze job gekregen.
    Hij had niet alleen oren aan zijn hoofd maar ook hersens in zijn kop.
    Hersens zaten in de familie, zijn pa was de walkaptein.
    Nu zou men zeggen de CEO van de firma. Toen was een rederij nog een rederij. Walkaptein dus.

    Negen jaar later moest ik monsteren in Durban.
    Op mijn contract stond dat het schip als kaptein BDS had.
    Ach ja, sommige aspirantjes worden ooit kaptein. Zo is dat.

    Toen ik aan boord kwam, doodmoe van de 36hrs onderweg
    en van de bruuske klimaatovergang,
    ging ik me boven melden, zeemansboek en contract in de hand.

    Hij zou het allemaal niet meer weten, na negen jaren andere en belangrijker dingen aan zijn kop.
    Ik klopte.
    - Binnen.
    - Dag kaptein, ik ben de nieuwe …
    - Waar waart gij al die jaren, m? onderbrak hij met een vage glimlach.

    En ineens herinnerde ik me dat men het Eerste Schip
    eigenlijk nooit vergeet. Hij dus ook niet.

    Waar waart gij al die jaren, m?
    Dát, lieve mensen, was een verpakt compliment.
    Hij had in die negen jaar tussentijd al andere dingen
    in de huishouding van een schip meegemaakt/moeten meemaken.

    In drie weken tijd had ik dat kasteel zoals hij het hebben wou : shipshape.

    m – nu zou me dat niet meer lukken, met mijn stramme gewrichten - EZW-05/2013, HiH-07/2016, en blog 02

    04-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.012a memorie 01

    een paar losse herinneringen bij het eerste schip

               Tekst 008 is de laatste over dat fameus allereerste schip, dus als ik nog
            anekdotes wil vertellen over dat schip dan moet het nu gebeuren. 

    Op de foto in tekst 008 herkende ik zo'n beetje vanalles, maar niet direct duidelijk of precies.
    Maar nu zijn er toch al een paar memories. 

             de beroepseer van Henri 

    Op de foto in tekst 008 ziet ge onderaan het kasteel (de bewoning)
    vier rechthoekige patrijspoorten (ramen) naast mekaar. Daar was de keuken.
    Er was ook een deur naar het achterdek en langs daar gingen de vuilbakken buiten.
    Die deur staat links van de patrijspoorten, maar ze is niet duidelijk te zien,
    ze wordt verborgen door de winch. 
    Bij die winch hoort een aantal andere halfhoge bouwsels, de bolders en fairleads,
    om trossen en springs (metalen kabels) aan vast te maken.
    Trossen en springs moeten het schip tegen de kaai houden.
    Champignons noemde ik die half-hoge dingen toen.

    Op een van die champignons had chef-kok Henri (de man van Yvonne) een lage houten krat met
    perziken of abrikozen in de zon gezet. Hij wou ze nog wat laten rijpen om ze die avond of 's anderendaags als dessert te geven.
    Ze waren rijp, maar ze waren nog niet echt tafelklaar, ze mochten nog wat zon hebben.
    's Avonds stapt hij buiten om het kratje binnen te halen en van de 24 of 25 stuks die hij te zonnen gelegd had
    lag er nog eentje. Als de rest was verdwenen in de monden van de mensen van deck.
    Henri wou de vruchten kunnen serveren in prima staat -beroepsfierheid kan men zoiets noemen-
    maar de matrozen namen genoegen met iets minder dan prima en
    in het langskomen hadden een aantal van hen zich alvast bediend. Dubbel bediend, want
    de perziken voor de officieren en de staff waren ook verdwenen.

    We hoorden Henri van op het achterdek vloeken tot in de pantry, met gehuil van woede.
    Ik begreep zijn colère toen niet helemaal -er was toch nog ander fruit beneden in de koelkamers-
    maar ik voelde wel dat men het werk van een ander niet saboteert.
    En ik snapte het zinnetje van Yvonne, dat ze gebruikte wanneer er volgens haar
    iets ontoelaatbaars gebeurd was: "Amai, d'er is ooit voor minder gevochten geweest zenne …"

    Als daarna nog iemand van de matrozen iets speciaals wou van de keuken zou die lang kunnen wachten
    eer daar gevolg aan gegeven werd: morgen pannenkoeken als dessert? In Antwerpen! Eerder niet.
    In Antwerpen had iedereen verlof voor een paar dagen, de shoregang kwam het werk doen,
    dus 'pannenkoeken in Antwerpen' wou zeggen 'vergeet het'.

    En of het schip naar Antwerpen ging was ook niet zeker. Dus, vergéét het. Er werden geen
    speciale verzoekjes meer ingewilligd. Het bleef vrede tussen de keuken en de mess-matrozen,
    maar het was wel gewapende vrede. Henri had het laatste woord, want híj was baas over de koekepannen.
    En over alle andere potten en pannen. En over de voedselvoorraden. Een soort machtspositie dus hé.
    Van die perziken hadden ze moeten afblijven … 

             druppels, waterspoor, gladheid en smos

    Er was voor de officieren één enkele wasmachine voor de gewone kledij aan boord en die machine zwierde niet.
    Het was een model met opstaande trommel waar onderin een pulsator die het water met de was deed bewegen.
    Het ding deed me denken aan een wasmachine die we ooit thuis hadden in de jaren 60. Een wasmachine die niet zwiert.
    De kleddernatte was moest overgebracht worden naar de zwierder en daar met kennis van zaken
    verdeel worden in de trommel. De zwaarste stukken onderin langs de rand gelegd. 

    Er stond geen zwierder naast die overjaarse (nieuwe) wasmachine. Dat betekent dat de officieren
    hun kleddernatte was in hun emmer mee naar hun cabine moesten nemen en daar in de douche ophangen.
    De snuggersten onder hen wrongen hun was ter plaatse uit, propten hun was dan pas in de emmer en
    brachten die zo naar boven. De minder snuggeren onder hen kledderden hun druipend wasje in hun emmer
    en vroegen zich af waarom die was er niet in ging. Met druipende was in een druppelende emmer togen ze vervolgens
    naar een verdiep hoger, naar hun cabine om daar dan de was op te hangen in de douche of te laten staan in de emmer
    tot ze beseften dat ze geen propere kledij meer hadden. Navenant hun temperament. Of hun opvoeding.
    Verbaast het u dat de grootste praatjesmakers aan tafel de grootste sloddervossen waren hun cabine ? 

    Nu stond die wasmachine in de toiletruimte op het maindeck -het gelijkvloers in woorden voor walmensen-
    Om het gedruppel en het gelek op te vangen had ik een dweil bij die vermaledijde wasmachine gelegd
    en ook een of twee aan de deur van de toiletruimte. Het onderhoud van die ruimte viel in mijn sector. 

    Op een dag kom ik er langs, iets voor 11h, ik was in de mess de tafels gaan dekken, en ik zie
    een waterspoor in de alleyway. Geen druppels, maar een druipend, lekkend waterspoor.
    Iemand had het niet nodig gevonden een emmer te gebruiken,
    iemand was met zijn druipend wasgoed zo naar elders getogen.
    Water in de bewoning wordt onmiddellijk opgekuist, daar zijn een aantal goede redenen voor.
    'k Neem een emmer en een dweil en ik droog dat waterspoor, tot achter de hoek, de trap op,
    weer een stuk alleyway, tot aan de deur van de 3de stuur. Die deur was dicht. Dicht?
    Die had ik niet dicht gedaan want een deur moet men laten openstaan wanneer een cabine bediend is.
    'Daarbinnen bekijk ik het morgen dan wel', zal ik gedacht hebben. En verder vroeg ik mij niks af.
    Aan tafel vertel ik waarom ik zo laat ben. Yvonne vroeg waar dat waterspoor naartoe geleid had.
    Naar de cabine van de 3de stuur. Waarschijnlijk voelde ze toen al nattigheid.

    Jaa, ik weet het, waterspoor en nattigheid … het ligt teveel voor de hand hé.

    Na de service spreek ik de 3de stuur daarover aan, dat men geen water morst in de gemeenschappelijke ruimtes,

    kwestie van veiligheid en ook kwestie van properheid. Het larf ontkent in alle toonaarden dat hij het was.
    's Anderendaags spreek ik daar de 1ste stuur over aan.
    Bij die rederij was de 1ste stuur onze baas, er was geen chef steward meer wegens bezuinigingen.
    De 1ste stuur was tegelijk ook de baas van de stuurlieden.
    Wat doet de 1ste stuur? Hij trekt mijn woorden in twijfel.
    De veiligheid en de properheid binnen de bewoning werden in het ongelijk gesteld.
    Nu hoop ik dat het larf in privé een draai om de oren gekregen heeft van de 1ste stuur.
    Sommige jonkies moeten echte leren wat leven in groep betekent.

    'k Liep met mijn ziel onder mijn arm omdat mijn baas mijn woorden in twijfel getrokken had.
    'k Vertelde de waarheid en toch werd ik niet geloofd? Die situatie deed sterk denken aan de nonnenschool.
    Yvonne hielp mij uit mijn droom: 

            Om hoe laat had ik die watersmos gezien? Om 11h.
            Naar welke cabine leidde die watersmos? Naar de cabine van de 3de stuur. 
            Wel, een 3de is van wacht op de brug van 08h tot 12 h. Hij had nóóit de brug mogen verlaten
            voor het einde van zijn wacht. Die was zwaar in fout! Natúúrlijk liegt het manneke, en natuurlijk
            kiest de 1ste voor zijn stuurman en niet voor iemand van bezem&dweil. 

    Ziezo, hiërarchie garandeerde dus ook geen ademruimte. Was dit occasioneel of was dit het systeem?
    Wat bleef er dan over? Waar moest ik naartoe om een beetje rustig te kunnen leven. In peis en vree.

    04-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.012. schip 01 brief 08

                Tussen de vorige brief en deze is een gaping van meer dan zes weken. Schreef ik in die periode niet meer?
            Zijn die brieven verloren geraakt? Heeft Ma ze niet geklasseerd? Dat is niet meer te achterhalen.
            Ergens in een haven (ik denk dat het in de States was, mogelijk Newport News)
            heb ik een draagbaar typmachientje gekocht, want de brieven die volgen zijn getypt.
            Zeer waarschijnlijk heb ik dat toen gekocht omdat na een ganse dag handenarbeid
            de fijne spiertjes van de vingers niet meer zo goed mee willen
            en ik al schrijfkramp kreeg nog voor ik uitverteld was. 
            En nu herinner ik mij dat het een qwerty-klavier was! Horreur!

    1978-07-07-vr, op zee, op weg naar Brazilië 

    Duur’bre ouders, Wanneer ging gellie weer op vakantie? Ik weet het niet meer.
    Toen ik in juni terug kwam van de wal lag er voor mij een brief van Ma, nagestuurd van uit New Orleans.
    wat er in stond weet ik niet meer precies. ’k Zou natuurlijk de data kunnen nagaan en exact vertellen welke brief,
    maar dan begin ik ze weer allemaal te lezen en dan moet ik weer hard lachen en dan
    komen ze weer kijken of alles oké is met mij en ik vind mezelf al onnozel genoeg zonder dat.
    Het is 21h voorbij en ik zou al in mijn nestje moeten liggen, maar de boots naast mij
    is van zijn cabine weer een dancing aan het maken. Wacht tot ik mijn grote cassette-installatie heb,
    dan maak ik van mijn cabine een concertzaal. Klassiek keihard luid en dan ga ik
    zwemmen of buurten of wandelen om mijn eigen lawijt niet te horen en af en toe
    kom ik terug om de cassette te keren. Goed he. 

    Vader, ik heb u nodig. Mijn strijksonates van Rossini zijn kapot. Finaal versleten.
    Het is de versie van St. Martin-in-the-fields olv Nonkel Neville. -dirigent Neville Marriner, geen familie hoor 
    Ik heb het cassetje al twee jaar, minstens. Nu komt mijn vraag:
    hebt ge nog ergens eentje liggen, of kunt ge die versie kopiëren voor uw kleinste dochter, AFTEBLIFT ?

    Moest dit nu in België gebeurd zijn dan zou ik gedacht hebben: Tja, ’t is versleten. Dat overkomt ons allemaal,
    vroeg of laat. Heel filosofisch en evenwichtig en volwassen en zo, gelijk gij het graag hebt.
    Maar hier kán ik geen andere cassette bekomen en dan wordt een geknapte band plots een ramp natuurlijk.
    Die ramp levert weeral conversatiestof in de pantry natuurlijk, zo van: nú heb ik wat voorgehad zie!

    Doe ne keer uw best Pa, stop met handtekeningen uitdelen en zorg dat ik de cassette heb tegen dat ik thuis kom.
    (dat is binnen 3 maanden fluisteren ze hier) dan vind ik u een brave vader. En een goeie ook.

    Wie af & toe tijd heeft, klank aanzetten voor Strijksonates Rossini / Marriner https://www.youtube.com/watch?v=5vL3fcoXR_U , 55min12

    Mama, dat kleed van u zal niet gereed zijn tegen de 12de (dan komen we aan).
    Ik had gehoopt het vanuit Brazilië te kunnen versturen, maar ik heb hier zoveel werk gehad om het vuil van de lading
    uit het kasteel weg te krijgen dat dat ik in mijn vrije uren geen inspanning, hoe licht ook, nog kon doen.
    Nu is het

    1978-07-09-zo, op zee, op weg naar Brazilië 

    Wat het op de vorige blz was weet ik niet meer hoor. En waarom ik eergisteren die brief
    zo onbeleefd abrupt afgebroken heb weet ik ook niet meer.
    Er zal weer iets te doen geweest zijn. De dagen vliegen hier om. En ze lijken zo erg op mekaar. Als ge me zoudt vragen
    wat ik gisteren gedaan heb, zou ik al erg moeten nadenken om mijn dag te kunnen reconstrueren.
    Daarstraks zat ik te tellen hoe lang ik al aan boord ben. Meer dan 3 maanden al. De tijd vliegt hier.

    In die drie maanden heb ik nog geen ene brief naar Tina geschreven.
    Het is alsof ik haar gisteren pas gezien heb, dus waarom zou ik schrijven.
    Maar toen ik klaar was met tellen, leek 3 maanden me toch wat veel. 

    Het schip rolt. Mijn kleren aan de kapstok wiegen met de regelmaat van een metronoom telkens 50 cm van het schot af.
    Ik vraag me af hoe de mensen op de hogere verdiepingen slapen. Zij hebben geen beddebak maar een gewoon open bed.
    ’k Wou dat de ouwe er ne keer uitrolde of er een blauw oog aan overhield. Of een heup uit het gelid, dan zou hij wel
    ophouden met zijn gesluip. Het is ongeveer een sport geworden voor ons, ons door hem te laten betrappen
    op het feit dat we aan het werk zijn. 

    Met de ditjes en datjes die hij nodig heeft, onderbreekt hij dan wel het werk natuurlijk.
    Die man zou een lakei of twee voor zijn persoonlijke dienstverlening moeten meebrengen aan boord.
    Met noest doorwerken ontnemen we hem de gelegenheid om te zagen.
    Dat pakt twee keer maar de derde keer begint hij over n’ importe quoi, omdat hij nu eenmaal een zagevent is.
    En dan antwoorden we: straks commandant. Of: Je suis occupée commandant. Of : Dès que j’aurai le temps commandant.
    En wanneer hij écht overdrijft : Demain à 11h. Dat wil zeggen flut en foert, als ik goesting heb
    zal ik er eens over nadenken of ik het doe. 11h is namelijk het Heilig Uur van ons middageten. Tot 11h20 zijn we
    vrij om te eten of te douchen of een plons in het zwembadje te nemen. Of als dat beter uitkomt met het werk,
    dan pas de tafels te dekken. Om 11h20 gaat de eerste service.

    Het is hier zo’n rustig en regelmatig leven dat het soms doet denken aan een klooster.
    Ik vind het nog altijd niet vervelend, maar misschien komt dat nog. 

    Brazilië zal een flop worden. We gaan niet op anker maar direct tegen de kaai in 24 hrs geladen en weer weg.
    Waarschijnlijk kunnen we niet eens van boord.
    Ik heb het idee dat varen reizen betekent al opgegeven, zonder veel moeite. Het is een manier van werken
    waarbij het privéleven verandert omdat het zo nauw bij de job betrokken is. Meer is dat niet.
    En af en toe komt men ergens omdat het schip vaart. Daar dienen schepen voor, om al varend te vervoeren. 

            Die 'meer is dat niet' ben ik dan wel 31 jaar blijven doen.
            Terwijl ik de brieven herlees en intik vraag ik me nu af, 41 jaar na datum, 
            hoe ik toen na drie maanden al iet of wat inzicht en doorzicht had, en tegelijk
            toch zo bleu bleef voor sommige dingen … niet te geloven.

    Heeft de rederij ulle het postadres in Brazilië al bezorgd? Nu ja, dat zie ik ginder wel.
    Groetjes.   

    m, toen 26j en het bleuke onder de opvarenden - tekst uit de scheepscorrespondentie van toen - https://nl.wikipedia.org/wiki/Neville_Marriner

    04-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    03-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.011. schip 01 brief 07

    1978-04-23-zo, op anker, Bagnoli bij Napels

    Lieve allemaal, ik heb gisteren niet geschreven want ik was pompaf moe.
    We zijn naar Napels, Pompeï en de Vesuvius geweest. Vandaag ben ik ook doodmoe. Slaapwel.

    1978-04-24-ma, tegen de kaai, Bagnoli

    Vannacht zijn we tegen de kade gaan liggen. Op ± 500 m van de bewoonde wereld. Dat valt dus mee.
    Zaterdag zijn we naar Pompeï geweest. Dat viel enorm tegen. (een toeristenfuik heet zoiets nu)
    Eigenlijk zoudt ge zoiets in ’t putteke van de winter moeten gaan zien, dan zijn er het minste toeristen.

    En eerst een boekske kopen, twee dagen voorzien om het allemaal tegoei te lezen en wanneer ge
    alles weet, dan pas gaan kijken. Want iets opzoeken terwijl ge er voor staat is ondoenbaar.

    Al die kwetterende Italianen met hun krijsende kinderen, ge kunt u met moeite inbeelden dat daar 2000 jaar geleden
    andere mensen rondgelopen hebben. Neenee, ik ga dat eens over doen op het gemakske, wanneer het er stil is.
    Zo stil dat de spoken van vroeger terug durven komen. Dan heb ik er tenminste wat aan.

    We zijn gaan eten waar de gids voor ons gereserveerd had. Oerstom natuurlijk, maar FarFigura (2de mecanicien)
    was de baas en liet dat gebeuren en wij moesten wel mee natuurlijk.

    Ze stonden daar met een 7derangs orkestje van drie man te kwelen van
    sole mio & bella napoli & arrivederci roma en ander kul. We konden mekaar niet meer verstaan.
    Toen heb ik mijn postkaarten maar geschreven. Zijn ze toegekomen? En mijn vorige brief?
    Dat restaurant zat vol autocar-mensen. Vol = ± 300 mensen. Never again. Blèrk.

    De gids had ons in Napels zelf al laten uitstappen bij een camee-atelier. Hij heeft daar een percentje natuurlijk.
    ’t Was wel interessant om zien hoe camee gemaakt wordt.

    Na het middageten gingen we naar de Vesuvius. Yvonne heeft een ambetante voet, dus zij bleef beneden.
    De matrozen trokken elk met een fles ongekoelde witte Lacrima Christi naar boven & rolden strontzat terug naar beneden.
    Ik ben tot helemaal boven geraakt en de deckboy ook. Die zweeg tenminste.
    Zo heb ik Meneer Vesuvius op mijn dooie gemakske kunnen bekijken. Prachtig hoor.
    Maar als ik dat begin te beschrijven ben ik morgen nog niet aan het einde van mijn brief.
    Om 17h wij terug het buske in & naar ’t bootje dat ons terug naar het schip moest brengen.
    Die twee zatte spagnolen kotsten hun zetel onder. Wij allemaal een kop als vuur natuurlijk,
    het was een gloednieuw en kraakproper buske. De chauffeur heeft een serieus drinkgeld gekregen van de marco,
    maar ondertussen stinkt het hé. Zijn buske bedoel ik, niet het geld. Geld stinkt niet. Geld stinkt nooit.

    Eén zatte spagnool viel bijna tussen het bootje en de gangway toen we aan boord klommen.
    De cdt ziet dat van daarboven allemaal gebeuren.
    Yvonne en ik gaan aan de middagafwas en FarFigura gaat de mess binnen.
    Gaat dat stuk folie de grandeur toch niet vertellen dat we last gehad hebben met twee van de matrozen!
    Den uil! De volgende dag konden die twee bij de cdt komen.
    Maar de chef mecanicien heeft FarFigura zijn saus gegeven he: hij had het niet aan cdt moeten vertellen.
    Ten eerste, die komt dat zo ook wel te weten.
    Ten tweede, FarFigura moest nog 6 maanden of langer werken met de spagnolen.
    Nu kan hij zich verwachten aan pesterijen natuurlijk. Daar geef ik ze gelijk in. ’k Zou ’t misschien ook doen.
    Maar FarFigura is een kaffer. ’k Zal hem wel eens beschrijven wanneer ik geen nieuws heb, op volle zee of zo.

    Gisteren was het zondag en waren we vrij van 13h tot 17h. ’k Begin na een week zon al wat kleur te krijgen.
    Op weekdagen is het maar twee uurkes per dag. Dat is rap om. Gisteren was het 2x zo lang. Zalig die zon,
    maar ik word er wel doodmoe van. Ge slaapt niet echt en loom dat een mens wordt! Mijn hersens kookten bijna.
    Alles is van metaal. Dat voelt ge nogal. Daarna een koude douche en een ijskoude pint. Goed. 

    ’s Avonds zat ik bij Henri & Yvonne en de marco was daar ook. Ze praatten over de moeilijkheden en de perikelen
    die een mens heeft bij het naar huis bellen. Zun maar kletsen over telefoneren. En ineens moest en zou ik naar huis bellen.
    Goed, de marco en ik naar zijn station. We lagen gisteren nog op anker, het kon dus nog. Lijn bezet.
    Ik bel naar Lieve, ik maak een afspraak om vanavond te bellen en nu is de marco er niet, hij is aan de wal. *
    En zonder hem gaat het niet, mag het niet.
    Het gaat via Radio Napels naar Radio Oostende en dan over telefoon naar Brussel. Merde die rotte marco!
    Nu zit gelle ginder te wachten op foon en ik zit hier te schrijven. 

    Vanmiddag ben ik met een paar mensen aan de wal geweest, naar ’t centrum. Goedkoop vervoer,
    2 fr (= 50 lires) voor de tram heen en 62 fr (= 1600 lires) voor een taxi terug.
    Ik moest eerder terug naar boord dan zij en ik vroeg waar ze nog zoal dachten henen te gaan.
    - Naar ’t museum.
    - Welk museum?
    - ’t Museum van Napels.
    - Wat staat daar allemaal te bezien?
    Toen werden ze heel, héél vaag.
    - Opgegraven dingen van Pompeï en zo … enne schone kunsten en zo …
    En ik moest vanavond voor hen geen tafel dekken. Ze aten niet aan boord.
    - Marco, en mijn telefoontje vanavond? vroeg ik.
    - Morgen, zegt die smeerlap, of vanavond, misschien. *
    Ik denk dat ze naar het museum van blote kunsten zijn. En zo …
    En de marco kan het syf krijgen! Het is nu 22 h en hij is nog niet aan boord.

    Mijn inkopen waren niet veel zaaks. De meeste winkels waren dicht tsn 14h & 16h wegens siësta.

    ’k Heb wel een parfumerieke open gevonden en daar heb ik mijn reserfke deo gekocht. Hier aan boord hebben ze enkel
    spuitsprays & dat is slecht voor onze ozonlaag he mensen, dus die gebruiken we niet meer he.
    Zo zijn wij nu zie. Is da ni wel da? En in rollerkes of sticks hebben ze ook frisse snufkes.
    En 5 aanstekers (blauwe) en reserve mascara en ik ben een cynar gaan drinken. Allemaal helemaal alleen,
    gelijk een grote meis en in het Italiaans want in Bagnoli spreken ze geen noot Engels. 

    Over die Hitalianen (rokkenjagers) overdrijven ze nogal hoor. Dat zijn beleefde mensen met grote boulevards.
    Sinds rue des Chandeliers (Brussel) blijf ik graag op de grote boulevards. Er zijn geen, nul, noppes warenhuizen.
    Allemaal kleine winkels in Bagnoli.

    Napels is een mooie stad, tegen heuvels opgebouwd. Veel balkonnetjes, planten, wasgoed en snotneuzen.
    Steile, smalle straatjes om het zonlicht van de gevels weg te houden. De geur van verse vis en fruit.
    Allemaal fletse roze, gele of turkooise gevels afgewisseld met vaalbruin of lichtgrijze. Kleur is er genoeg.
    Da’s eens iets anders dan alleen maar water. Amaai, ik zaag nu al over monotonie op zee,
    wat gaat dat zijn wanneer we aan de grote oversteek beginnen. Dan is het voor écht.

    Het is hier nu 23 h, dus 22h in België. De marco kwam er juist door.
    We hebben 3 x geprobeerd maar we krijgen géén contact * met Radio Napels. (hier staan dan drie krachttermen)

    Morgen schrijf ik misschien over de shipchandler en bijverschijnselen. Dag brave kinders allemaal.
    En schrijven naar mij he, of ik geef geen vat wanneer ik thuiskom. Na!
    PS: ik heb voor mijn plantjes hangers gemaakt in touw. Zo zijn ze ook scheepsvast. 

    * Bij heel dat telefoonverhaal hoort nu een woordeke uitleg, maar dat is voor later misschien.

    m, toen 26j en het bleuke onder de opvarenden - tekst uit de scheepscorrespondentievan toen - https://nl.wikipedia.org/wiki/Lacryma_christi , https://en.wikipedia.org/wiki/Cynar

    03-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (1)
    02-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.010. schip 01 brief 06

    1978-04-20-do, 20h15 – Middellandse Zee

    Dag grote lui en kleine lieden.

    De zee is kalm vandaag. Nergens een schuimkopke te zien. Precies olie. Er zitten veel zwaluwtjes op ’t schip.
    Die moeten aan boord gekomen zijn toen we langs Gibraltar vaarden. Nu varen ze mee.
    We geven ze eten en drinken, anders sterven ze. Yvonne heeft er al eentje dood gevonden. 

            Eten geven? Zwaluwen zijn insecteneters en op zee vliegen geen insecten … 

    Er zitten ook 2 roodborstjes bij. Die zitten hier al sinds Rotterdam. Slapend mee uitgevaren

    en nu reizen ze gratis mee. Volgens Yvonne weten die beesten dat en profiteren ze ervan. Mon oeil!
    Zij kent een st’ss die eens een zieke duif verzorgd heeft. Ze vaart al 5 jaar met haar duif. Tof he!

            Dat zal wel een kwakkel geweest zijn waar toen zelfs Yvonne ingetrapt is. En ik erbij. 

    Geen meeuwen hier. Da’s eigenaardig. We varen toch in de buurt van land.

    In de Noordzee zat het vol meeuwen. ’k Zal dat eens aan een stuurman vragen, morgenvroeg, hoe dat komt.
    Het is gek hoe iedereen hier er op gespitst is grappen uit te halen. Volgens Yvonne is dat op de meeste schepen zo.
    Het is een manier als een ander om sleur te voorkomen. Ik heb er al een paar staaltjes van gezien hoor.
    Van dat gedoe krijg ik inspiratie voor deugnieterij natuurlijk. Jammer dat de bedden hier met donsdekens uitgerust zijn.
    Ander zouden we afspreken, Y en ik om op dezelfde dag alle bedden op te dekken in enveloppe.

    Wanneer we liggen te zonnen verzinnen we grappen. Meestal zijn die onuitvoerbaar omdat we
    met den état-major en de officieren zitten en we mogen ons niet te ver riskeren.
    Maar ’t gedacht alleen al is lollig.
    Ze stonden in de keuken weer eens te kletsen.
    Ze = Henry, chef kok en echtgenoot van Yvonne met de 2de kok/bakker en met de 2de mecanicien (die Italiaan).
    Gewoonlijk roept ze dan door het doorgeefluik dingen als
    Verdiengde gelle zoë ulle broëd? / Eddewernikstedoeng? / Sjauwelèrs! (= babbelaars)/ En? En Ahlers ze geld?

    Die dag, ipv iets te roepen zwiert Y via het doorgeefluik een inox serveerschaal op de stenen keukenvloer.
    Het plots gekletter deed de drie babbelaars nogal schrikken. Maar toen zagen we
    dat er een bluts gekomen was in de schotel en toen stonden zij te lachen. Dus wij ook weer.
    Kortom, ik moet hier 2 x zo dikwijls pipi gaan doen als thuis, van het lachen. 

    De cdt heeft een tafelbelletje. Da’s voor ’t geval hij iets extra nodig heeft.
    Die mess (het salon) is maar op twee stappen van de pantry maar door een vreemd soort akoestiek
    hoort men daarbuiten niks. Het enige geluid dat scherp genoeg klinkt is die bel. 

    De etensklok hoort men gemakkelijk tot op de brug (vier hoog) maar om
    met mekaar te praten door het trapgat -met maar 1 trap verschil- dat gaat niet. Dus als Y en ik mekaar nodig hebben
    fluiten we een melodietje van vier tonen. Fluitgeluid klinkt ook ver. En het klepperen van de houten zolen van Henry.
    Wanneer dan iemand op zachte binnenhuisschoenen binnenkomt en vraagt 'is er nog koffie?' dan springen wij nogal hoor. 

    Nu verder over de tafelbel van de cdt. Soms zit hij met de klepel te spelen dan denkt Y dat ze geroepen wordt en ze
    is al verschillende keren naar ’t salon gegaan voor niks, omdat meneer de cdt aan die bel zit te prutsen.
    Dat is dan tijdverlies en een geloop voor niks en daar heeft zij een hekel aan, dus ik ook.

    We zijn vol op aan het afwassen, dus moeten ze niet zeveren. Die afwas is enorm.
    9 personen in mijn mess (officieren) en 3 in die van Yvonne (de état-major).
    Dat is borden voor soep en hoofdgerecht + een bordje voor de sla, bordje voor het dessert,
    tas en ondertas voor de koffie + bijbehorend bestek voor alle gangen + de nodige glazen
    want als ’t salon Irish koffie wil is dat ook weer zo. Ik kan nu al een boek schrijven over afwas.
    Wat wordt dat na 6 maanden … een encyclopedie?
    Nota bene, die afwas is er 2 x per dag en ’s ochtends natuurlijk de ontbijtafwas. 

            Zojuist heb ik nog eens uitgerekend hoeveel stuks afwas dat was per persoon en per dag.
            Per persoon voor de drie maaltijden, 8 + 10 + 13 = 41 stuks per persoon / per dag 
            Voor 12 personen is dat 12 x 41 stuks = 492 stuks per dag, gespreid over de drie maaltijden. 
            En dat gedurende een contract van zes maanden, ofte contractueel minimum 180 dagen. 
            Wie wil uitrekenen hoeveel dat is, die mag. En toch werd ik daar vaardig en snel in. 
            En als bleuke dacht ik de eerste weken dat we veel werk hadden. Daar moet ik nu mee lachen, want
            later heb ik wel andere situaties meegemaakt. Maar later had ik gelukkig al meer routine. 
            En nog later kwamen de industriële vaatwassers (die van Hobart zijn de beste!).
            Goed, nu verder vertellen over die bel.

    Voor het middageten hebben we de bel aan de stormhaak onder zijn stoel gehangen.
    Hij schuift zijn stoel van onder tafel, er gebeurt niks.

    Hij gaat zitten en dan schokt hij met stoel en al naar voor, de bel klingelt. Goed gelukt!
    Zijn gezicht was lires waard.

    Lires krijgen we morgen. En binnen drie dagen kunnen we aan de wal, hopelijk.
    Kusjes allemaal, m is moe.

    1978-04-21-vr, 09h15, op anker in Italiaanse wateren

    We liggen op anker in de Baai van Bagnoli, in de Golf van Napels, op de wreef van de laars, dus in de Tyrreense Zee.
    Ik ga deze brief gauw afgeven bij de marco. Wanneer de agent van de rederij aan boord komt
    neemt hij onze brieven mee om ze te posten. 

    PS: Het is niet waar hoor dat Italië de vorm van een laars heeft. Gelogen. Prietpraat.
    En ik kan het weten want ik zienetnuzellef dat ’t niwaar is. Poeh.

    m, toen 26j en het bleuke onder de opvarenden - tekst uit de scheepscorrespondentie van toen-

    02-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    01-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.009. A. Van Ombergen

    te gast bij Wim Helsen ~ Angelique Van Ombergen
    met een tekst van Siel Verhanneman , 'Gesloten Ogen'.

                Ik weet 
            dat je er niet zult zijn 
            wanneer ik mijn ogen 
            open 
            dus 
            doe ik het niet. 
            Want met gesloten kun je zien wie je wilt.


                Afbeeldingsresultaat voor Angelique Van Ombergen                             

                De knop voor de ondertiteling staat rechts onderaan, het rechthoekje.
            Van Ombergen in gesprek met Helsen, 
            https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/winteruur/5/winteruur-s5a4/ 
            10min03

    “Ik weet dat ge er niet zult zijn …”
    Wanneer ik door omstandigheden niet direct mee kon aanmonsteren met LM,
    of vroeger moest afmonsteren dan hij, dat vond ik verschrikkelijk.
    Uiterlijk was er aan mij niks te zien maar binnenin was het dan weer één brij.
    Hier thuis liep ik verloren in een leeg kot. Mijn thuis is waar LM is. 
    Om te slapen had ik er iets op gevonden: ik sliep aan zijn kant van het bed.
    Wanneer ik dan wakker werd, dan zag ik mijn lege plek, niet te zijne.
    Een beetje zielig hé. Maar het hielp. Heel efkes.
    En dan begon weer een dag zonder hem. 

    Over Angelique Van Ombergen : https://nl.wikipedia.org/wiki/Angelique_Van_Ombergen , zie verder ook google !
    Over Siel Verhanneman : https://www.demorgen.be/nieuws/na-de-dood-van-haar-papa-en-zus-vecht-dit-kortrijkse-instagram-idool-voor-geluk~b8878cb1/

    01-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.008. schip 01 brief 05

    1978-04-19-wo, op zee

    Gisteren en vandaag hebben we gezonnebaad. Tof hoor. Op de voorpiek.
    Daar hoort ge de machine niet draaien. Alleen met het klotsen van de zee.
    Als ge uw oor tegen het dek legt (op een handdoek natuurlijk!) hoort ge het water langs de romp ruisen. 

    Zo’n opstaand ding waaraan ze de stalen kabels (en ook trossen) vast make heet BOLLARD.
    Yvonne spreekt Engels op z’n Antwerps en Nederlands ook. ’k Kan toch moeilijk elke keer vragen:
    spreek dat nu eens tegoei uit. Alleyways noemt ze ollewees, switchen spreekt ze uit als sjwitse …
    en eps en zo. ’k Begin al vlot Antwerps mee te praten, acchetmorwet! En wattoedena, zeenaïs. Eddedagezing?
    Sinds gisteren dragen we enkel nog het minimum: slip, BH en schort erover. (witte stofjassen waren dat)
    Licht en luchtig. Het is snikheet op het schip (aan deck). Als ge uw schoenen durft uit doen brandt ge uw pootjes en

    als ge een reling vastpakt brandt ge uw pikkels, dat is te zien aan mijn geschrift he. 

    De Straat van Gibraltar is 15 à 16 km op het smalste punt. ’k Heb het vanmorgen nog eens gevraagd.
    Rond 22h passeren we Sardinië. Daar wacht ik niet op. Bibi gaat maffen. Dag schatjes allemaal. m 

    PS: Da’s ook een woord van Yvonne. Die noemt me nu schatteke. Een woord waar ik niet tegen kan.
    Behalve als het op zijn Antwerps uitgesproken wordt en komt van een collega. Dan klinkt het minder vulgair.
    Sloppel.

            Dit is de enige foto van het schip die ik kunnen vinden heb op het Net. Zelf heb ik er geen. 
            In welke haven het schip ligt heb ik niet kunnen achterhalen. Van wanneer die foto dateert evenmin. 
            De twee grote 'wagons' zijn stuurcabines horen bij de installatie van de wal, 
            om het schip te laden of lossen met grijpers die hier niet duidelijk in beeld zijn. Was het een zondag?
            Nu is het ondenkbaar maar ooit was het gebruikelijk dat het werk in haven stil lag op zondag.


    http://www.shipspotting.com/gallery/photo.php?lid=1480741
     


    m, toen 26j en het bleuke onder de opvarenden  – uit de scheepscorrespondentie van toen - https://nl.wikipedia.org/wiki/E.R._Antverpia_(schip,_1968)

    01-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    31-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.007. H. Brusselmans

    te gast bij Wim Helsen ~ Herman Brusselmans
    met een fragment uit 'Bezorgde Ouders' van Gerard Reve

    Een man die heb dus een keer aardbeien, begon Treger zichzelve in zijn verbeelding een tekst voor te lezen
    die hij nooit had opgeschreven maar wel zo goed als uit het hoofd kende.
    Hij gaat dus naar de dokter en hij zegt tegen die dokter: dokter, ik geloof dat ik aardbeien heb.
    Nu, zegt die dokter, doet u uw pantalon maar eens naar beneden. Juist, en bukt u maar,
    en trekt u de boel maar eens goed van elkaar. Ja hoor, u hebt aardbeien. Er is geen twijfel mogelijk.
    Ik zie ze duidelijk hangen. Ik zal u pillen geven, en die doet u in het rectum.
    En als het niet overgaat, dan komt u over een week maar terug. Dus die man gaat langs bij de apotheek
    en die komt thuis en hij zegt tegen zijn vrouw ik heb pillen gekregen maar die moeten in een rectum.
    Hebben wij een rectum?

    Nee, zegt die vrouw, ik geloof van niet. Ze vraagt bij de buren of die misschien een rectum hebben.
    Nee, niemand. En ze gaat voor alle zekerheid ook nog langs bij tante Aal, om de hoek,
    want die heeft wel eens hulpstukken te leen gehad van het Wit-Gele Kruis.
    Nee hoor, tante Aal die heb geen rectum, nooit gehad ook.
    Dus die man die komt een week later weer bij de dokter en die dokter die vraagt dus hoe is het nu?
    Nou, zegt die man, je zou toch zeggen: zulke grote pillen…
    En ik heb ze allemaal ingenomen, allemaal, maar het heb niks niemendal geholpen…
    Ik had ze bij wijze van spreken net zo goed in mijn reet kunnen steken…! 

                    Afbeeldingsresultaat voor herman brusselmans          

               De knop voor de ondertiteling staat rechts onderaan, het rechthoekje. 
            Brusselmans in gesprek met Helsen, 
            https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/winteruur/5/winteruur-s5a3/ 
            12min39 

    Voor mij was dit een heel verhelderend gesprek.
    Wanneer hij panellid is in spelprogramma’s vind ik zijn humor geforceerd.
    Zijn schrijfwerk spreekt mij absoluut niet aan. En gelukkig zit hij met zijn voetbalgezwam bij NPO.
    Kortom ik heb genoeg motieven om hem niet te waarderen.

    En nu blijkt uit dit gesprekje van 12 minuten dat hij een interessante mens is!
    Waarom verkoopt hij dan van die geforceerde humor op TV, waarom schrijft hij dan flutboeken?
    Waarom doet hij zichzelf onrecht aan?
    Want hij schrijft goed, maar voor mij blijven het flutboeken.

    Over Herman Brusselmans : https://nl.wikipedia.org/wiki/Herman_Brusselmans 
    Over Gerard Reve : https://nl.wikipedia.org/wiki/Gerard_Reve 

    Over Berzorgde Ouders : De hoofdpersoon, de eenenveertigjarige drankzuchtige dichter Hugo Treger,
    woont samen met Eenhoorn, een achttien jaar jongere student tegenover de hoofdstedelijke dierentuin Artis.
    Aan de vooravond van Kerstmis wordt hij geweld door erotische fantasieën en angsten.
    In de hoofdpersoon herkennen we een afsplitsing van Frits van Egters, de hoofdpersoon uit De Avonden.
    Het is opnieuw een hard, bijna genadeloos boek, maar er valt voor de lezer, net als in De Avonden, weer veel en onbedaarlijk te lachen.

    31-10-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.006. schip 01 brief 04

    1978-04-17-ma, op zee & door de straat van Gibraltar

    Dag mensen. Vanmorgen om 06h waren we ter hoogte van Cadiz (Z-Spanje) en daarstraks
    om ± 18h gingen we door de straat van Gibraltar. Mooi hoor. Aan de ene kant de Rots en aan de andere kant
    Marrokko en Ceúta. En niet eens zo veraf. ’k Ben vergeten te vragen hoe breed de straat is op haar smalste punt. 

            Het smalste punt is 14 km, zegt Wikipedia, maar in ’78 was er nog geen wiki. En een atlas had ik niet bij. 
            Voor elke morzel informatie was ik afhankelijk van anderen, onder wie specimen die er van uitgingen
            dat iemand die met bezem & dweil werkt en de afwas doet beslist niet veel in de bovenkamer heeft en 
            zij maakten zich er van af met flutantwoordjes. Mogelijk om te maskeren dat ze het zelf ook niet wisten.

    Het is ineens veel warmer geworden. Alle heren lopen hier in short. Ook den 'état-major'. Er zijn grappige benen bij.
    Yvonne en ik hebben ons hier al meerdere krieken gelachen. ’s Morgens en ’s avonds, voor en na het eten,
    bij het beginnen van een belangrijk werk, in bekoringen en gevaren moeten wij lachen. Met de zotste dingen.
    Op een morgen vergeet ik de kraan van het boilerke (5L) in de pantry dicht te draaien.

    De filter loopt vol, de filter loopt over, al dat koffiegruis in de thermos, alles onder de koffie en ik
    sta een halve meter verder ijverig brood te snijden & zie of hoor niks gebeuren.
    Yvonne komt binnen: "Zeg, wa zijde gij hier aan ’t doen?"
    Ik bekijk de ravage en zeg "Koffie zetten."
    Waarop Yvonne, droogweg : "Ha, dan is ’t goed."
    En ik sloeg bijna met mijn hoofd tegen de broodplank van het lachen.

    Maar soms wordt ze razend nerveus voor zaken die minder belangrijk of dringend zijn dan tijdig
    5L koffie op de ontbijttafels krijgen. Dan ga ik ergens iets ver weg doen en tegen etenstijd is het over.
    Ze kan grappige verhalen vertellen. Ik ken ondertussen heel haar familie al en de helft van haar leven.
    Maar ik krijg er geen speld tussen. Vandaag zweeg ze efkes en toen heb ik haar gevraagd of we soms langs
    Algerije of Saoudi-Arabië zouden gaan. Dat is weinig waarschijnlijk volgens haar.
    Aan de stuurmannen moet ik zoiets niet vragen, dat zijn allemaal snotneuzen. Yvonne vaart al 10 jaar. 

    Vanmiddag hebben we 1h op het dek gezeten, in de zon. (het is áán deck, bleuke!)
    Met kleren aan en opgerolde mouwen => mijn voeten en voorarmen hebben een zonneslag.
    Dat is ineens wat anders dan de sneeuw vorige dinsdag in Rotterdam. Morgen ga ik in bikini op de voorpiek.
    Maar geen gans uur meer of ik brand kapot.

    Met de 2de machinist hebben we ook al veel lol gehad. Hij is een klein zwart springeding, een beau male die zichzelf
    erg au sérieux neemt. Meneer is op de koop toe Italiaan. Hij praat vlot Nederland en Frans, Italiaans en Engels ook.
    Owee, da’s een lang verhaal waar ik nu aan begin. Da’s voor morgen. Slaapjes !

    1978-04-18-di, Middellandse Zee

    Ben moe. Schrijf morgen wel. m

    PS: Het is hier 21h30, bij ulle 20h30. Shift of Timeshift heet dat hier.
    En Change is … nee geen geldwissel, het is de dag van het proper beddegoed. Linenchange.
    Al 2 x gedaan. Da’s altijd zwaar, pff. Val in slaap. Ciao.

            Hadden ze me toen gezegd dat er nog 1000 linnenchanges zouden volgen,
            had ik die dag waarschijnlijk niet meer uit mijn stoel gekund om te gaan slapen.
            Het is zwaar werk, maar mits wat methode houdt men dat hanteerbaar.
            Men krijgt er 'de pak van', men krijgt er vat op.

            En zo kwam alles toch nog goed …

    m, toen 26j en het bleuke onder de opvarenden - tekst uit de scheepscorrespondentievan toen - https://nl.wikipedia.org/wiki/Straat_van_Gibraltar ,

    31-10-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    30-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.005. Jan Paternoster

    te gast bij Wim Helsen ~ Jan Paternoster met een fragment uit
    'Zelfs de vogels vallen' van Frederik Willem Daem

           
                ‘Je wilt dit al lang, meer nog, je hebt het verdiend,’ zeg ik tegen mezelf,
            al weet ik niet meer waarvoor ik mezelf dan moet belonen.
            Het is mijn beurt en achter de toonbank kijkt zij naar mij, met een M op haar pet en polo,
            haar naam (Keisha) op haar borst gepind. Te mooi om hier te werken,
            het levende bewijs dat dromen veelal bedrog zijn.
            Ik twijfel tussen de Big Mac, die een favoriet is, en dus sneller in omloop, of het tegenovergestelde,
            iets als een Filet-O-Fish, die ik niet zie liggen en die dus vers gemaakt moet worden.
            Neem van mij aan dat er in fastfood niet zoiets als een gulden middenweg bestaat.
            Haar vinger zweeft boven de kassa, wachtend op mijn bestelling.
            Ze heeft alle tijd, maar toch belichaamt ze ongeduld.     

                       Afbeeldingsresultaat voor Jan Paternoster                

               De knop voor de ondertiteling staat rechts onderaan, het rechthoekje. 
            Paternoster in gesprek met Helsen,
            https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/winteruur/5/winteruur-s5a2/
            12min48


    De periodes die Paternoster 'zich vervelen' noemt,
    noem ik lummelen en niksen. De bovenkamer rust gunnen,
    vooral het achterhoofd -wat daar ook mee bedoeld moge worden-
    het achterhoofd rust gunnen. Daar draait het gedoe dan in vrijstand, in point mort.

    Persoonlijk zou ik actief lummelen en niksen absoluut geen verveling noemen.
    Verveling zuigt een mens leeg volgens mij en dat is schadelijk voor het energiepeil.
    Lummelen en niksen zijn bewuste rust, en dat helpt een mens op weg naar een volgende stap.
    Het achterhoofd een periode laten rusten is geen verveling, er staan in die periode
    meer praktische dingen op het programma.
    'k Spreek enkel voor mezelf natuurlijk.

    Over Jan Paternoster : geen wiki gevonden, wel allerlei op google, zelf een kijkje nemen.
    Over Frederik Willem Daem : https://nl.wikipedia.org/wiki/Frederik_Willem_Daem

    30-10-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.004. schip 01 brief 03

    1978-04-16-zo, op zee, ± Porto, naar de straat van Gibraltar

    Hier zijn we weer. Vanmorgen rond 06h waren we ter hoogte van Porto.
    We vaarden 16 km in zee (uit de kust heet dat hoor) en hebben geen land gezien vandaag. 

             Geen land zien vond ik toen nog, als bleuke, blijkbaar iets dat moest vermeld worden. 

    Morgen namiddag gaan we langs Gibraltar, de Middellandse Zee in.

    Vandaag hebben we maar 8 uren gewerkt, op weekdagen zijn het er 10.
    Het schip rolt behoorlijk, maar ik ben niet meer zeeziek geworden.
    ’k Heb mijn doop gehad. Naar het schijnt ben ik er door. Olé!

    Ik wil nooit meer zeeziek worden, of luchtziek of wagenziek of iets anders. ’t Is gene lol.

    ’k Heb nu wat meer gegevens over het schip. Gekregen van de 2de stuur.
    Het heeft een laadvermogen van 65.000 ton, naar gelang de lading geeft dat dan een ander volume.
    Het schip zelf weegt, met bemanning en al, 20.000 ton We doen gemiddeld 12 knopen, dat is een 22 km/h.
    Fruitschepen gaan tot 60 km/h. Die rollen meer: ze zijn lichter geladen en varen sneller.

    Voor het ogenblik varen we 'ralenti' (economical speed, in Algemeen Goed Scheeps) want we mogen niet te vroeg toekomen.
    Onze plaats is nog niet vrij => hoogstwaarschijnlijk zullen we aan de kade liggen deze keer. (Napels)

    Ivm met ladingen die gaan schuiven, de marco had enkele nachten geleden een SOS van een schip ontvangen
    van een schip dat daardoor in moeilijkheden gekomen is.
    We zaten er ± 100 km van af. (km? Blijkbaar dierf ik toen nog niet over zeemijlen praten)
    En aangezien dit een druk bevaren route is waren andere schepen dichter bij dan wij.
    De 11 opvarenden zijn gered. ’t Zal wel in de krant staan zeker?
    De Hollanders zijn gaan redden. De marco vertelde dat Nederlanders echte haaien zijn. (sleepvaart)
    De wet op het bergen van wrakken bestaat nog, snapt ge. En de %-tjes tellen, amai! Proper he. 


    Druk bevaren is het hier wel. ’s Avonds zie ik wel 8 of 10 schepen.
    Op zee kunt ge goed zien dat de aarde rond is en bol.
    Dat ze daar voor ooit ene ter dood veroordeeld hebben pleit toch niet voor de katholieken he.

    ’k Heb eens overlezen wat ik tot hier toe geschreven heb. Er staat veel over mij en weinig over andere mensen.
    Die info hou ik voor als er eens 3 weken niks te beleven valt. Dan schrijf ik over de anderen, de hiërarchie,
    de 'standing' van een stewardess (houdulle vast) en de algemene toestand en zo. Het schip beschrijven ook.
    U vraagt, wij antwoorden.  

    Vanaf vandaag moeten we niet zuinig zijn met water. Dat zit zo: het water wordt hier aan boord gemaakt,
    ontzout en bewaard in tanks. Dat zoet water wordt dan gebruikt voor de hele huishouding (26 personen)
    Maar met die Amoco Cadiz (Bretagne, 1974) konden ze in grote zones geen zeewater meer pompen omdat
    het vervuild zeewater de installaties zou naar de bliksem helpen.
    Daardoor moesten we het doen met wat in voorraad was. Tof hoor.
    Vol zeep onder de douche staan en dan ineens geen water meer, geen warm of geen koud. Enfin, da’s nu over.

    Verwarming en /of airconditioning komen ook van de machine.
    Elektriciteit ook => iedereen laat zijn lichten branden. MAAR: die TL lampen hebben een beperkte levensduur.
    Die lampen trekken zich dat niet aan, dat ze gratis consumeren. Die floepen na een tijd. En dan brult
    de elektrieker dat hij wel wat anders te doen heeft in ’t machien dan buislampen te vervangen in de cabines,
    de gangen (alleyways, m!) en de wc’s. Over dat brullen heb ik het later wel eens.

    De verhoudingen liggen hier heel raar. Hiërarchisch staat alles op papier, maar in de praktijk loopt het wel anders.
    Gelukkig ben ik niet op mijn toot gevallen.
    En nu vallen mijn ogen toe. Slaapwel.

    m, toen 26j en het bleuke onder de opvarenden - tekst uit de scheepscorrespondentie van toen - https://nl.wikipedia.org/wiki/Amoco_Cadiz_(schip,_1974)

    30-10-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    29-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.003. Lize Feryn

    te gast bij Wim Helsen ~ Lize Feryn,
    met een tekst uit de musical The Lion King

             (…) deze tekst is een aanpassing

                zij leeft in jou
            zij leeft in mij
            in al wat ademt 
            daarin ademt zij 
            in wens en waarheid 
            in grauw en blauw 
            kijk in de spiegel 
            zij leeft in jou

             
                Gerelateerde afbeelding

              De knop voor de ondertiteling staat rechts onderaan, het rechthoekje.
            Feryn in gesprek met Helsen, 
            https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/winteruur/5/winteruur-s5a1/ 
            10min35

    Wat me opviel was dat ze in het begin van het gesprek in kleermakerszit op de sofa zit.
    Met haar schoenen aan. Géén schoenen op de sofa! Hoe dikwijls moet ik het nog zeggen? 
    Natuurlijk ga ik zo aan de kern van het gesprek voorbij :

    hoe iemand bij een groot verlies troost en steun vindt in een tekstfragment.

    En Wim Helsen is hier op zijn best, hij ondersteunt het gesprek zonder het te sturen. 

    Over Lize Feryn : https://nl.wikipedia.org/wiki/Lize_Feryn , wat een palmares al!
     

    29-10-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.002. schip 01 brief 02

    1978-04-15-za, op zee

     
    We zullen ne keer gauw verder vertellen zie, want als ik aan dit slakkentempo blijf voort doen
    geraak ik nooit bij met mijn verhaal. Het is nu 22h en we hebben zojuist film gehad. 

            Toen nog met een projector, een scherm en een film op 3 bobijnen in metalen dozen.

    Het was een domme spaghetti-western maar de commentaren van de bemanning waren plezant.
    De captain voerde het hoge woord natuurlijk.
    Nu verder met mijn relaas.

    De eerste dag na vertrek moesten we alle gangen (dat heet toch alleyways, m!) schuren.
    Yvonne had voor mekaar gekregen dat we ze tijdens de middagpauze konden doen.
    Dwz 2 overuren aan 200%. Zij is echt een gehaaide. Maar ze vaart al 10 j ook.
    Al goed dat ik bij zo iemand terecht ben gekomen. 

            Dank zij de lessen van Yvonne was ik 3 jaar later ook een gehaaide, en hoe …
            In gedachte noem ik haar nog altijd ‘ma marraine de la marine’. Zij was 52, ik 26 en
            ik slorpte als een spons alles op wat ze me zei, leerde en vertelde. 
            ’k Heb veel aan haar te danken. Methode en tenue, ruggegraat vooral. En ‘hou het fluweel’.

    Met 2 beginnelingen zou het hier nogal lief uitzien.
    Wat ik allemaal al verkeerd gedaan heb durf ik niet opsommen, de brief zou te lang worden.

    Die middag (do-13/04) passeerden we de klippen van Dover. Heel mooi.
    Witte strepen met een lijntje groen bovenop. Maar we zaten zo ver van de kust
    dat ik verder niks kon zien, huizen of torens bvb.
    Enfin, ik sta zo danig te staren naar die witte streep krijtrots met dat lijntje groene begroeiing bovenop
    dat ik vergeet de soepterrine neer te zetten.
    De kaptein vraagt heel vriendelijk wat ik zie. "Dover, Cdt" antwoordde ik.

    "Ah oui, zei hij, en aan bakboord kunt ge Oostende zien."

    Gelukkig had Yvonne me gewaarschuwd voor grappen van die aard.
    Anders was ik misschien naar bakboord gegalopeerd om naar de Belgische kust te wuiven.

    Die dag heb ik een wandelingske gedaan op het dek. (Het is áán dek. Chot wat was ik toen bleu …)
    Voor de boeg zag ik een hele grote vis zwemmen. ’k Dacht eerst dat het een haai was en toen een dolfijn,

    maar dat kan niet he, dolfijnen zwemmen in scholen en in warmere wateren. De Noordzee is te killig voor hen.
    Voor mij ook.
    De marconist zei later dat het mogelijk een bruinvis geweest was.
    Zoek eens op wat een bruinvis is en weet het me te vertellen wanneer ik weer thuis ben.
    Of beter, schrijf het mij. Dan heb ik in volgende haven post. 

            Over bruinvissen weet ik vandaag alles, of toch wat mijn kopke aan kan. 
            Dat laatste lijntje is mijn eerste verzoek om terug te schrijven. 
            Met de jaren zal het regelrecht gebedel worden. Bij momenten zelf zielig.

    De 2de stuur had me gezegd dat het schip een beetje zou rollen in de Golf van Biskaje
    omdat daar verschillende stromingen samenkomen. Allemaal ulle Atlas van het Middelbaar Onderwijs afstoffen en
    opzoeken waar de Golf van Biskaje ligt. Ik zeg niks. Ik heb hier een wereldkaart hangen maar ik zeg niks.
    Wie het eerst gevonden heeft krijgt 1 taksvrije sigaret. Ja mensen, alles is hier ± taksvrij.

    Enfin, na die waarschuwing berg ik alles weg, maak alles toe & vast. En ’s nachts begint dat schip te rollen.

    ’k Word wakker van het geknots van mijn stoel, die was tsn het burootje en mijn bed heen en weer aan het schuiven.
    ’k Leg de stoel plat en slaap verder. ’k Sta intijds op, kuis de mess, ik dek de tafels.
    Het schip rolde, maar verder was alle oké, de ontbijtservice verliep zonder brokken.
    Ik was af, ruim op en ga kotsen.
    Mensen, wat was ik plots zeeziek. Die voormiddag heb ik 5 keer moeten overgeven.
    Eén van die keren dacht ik 'en nu drink ik nooit meer' maar toen bedacht ik
    dat ik de voorbije twee weken niks gedronken had. Daar moest ik efkes om lachen
    maar toen nam het schip weer een duik. Kortom, ik voelde me ellendig en wou sterven. Of op zijn minst
    in Napels afmonsteren en een trein naar huis nemen. Géén vliegtuig – o nee – niet nog eens.
    En toen moest ik van Yvonne droge koekjes eten. Petit Beurre. Ik kon er geen meer zien.
    En ze kwamen er telkens weer uit.
    Gelukkig heeft elke cabine een badkamer + wc. Ik heb mijn ochtendtaken gedaan gekregen
    maar ik heb wel alle wc’s nodig gehad.
    Tijdens de middagpauze heb ik geslapen als een blok. Uitgeput.
    Yvonne heeft me laten slapen tot 16h30 ipv tot 15h. Lief van haar he! 

    De service aan tafel heeft ze in haar eentje gedaan, zowel hat salon als de mess.
    Ze hield me in de pantry, ik heb de twee afwassen gedaan. Daarna ging het wat beter, ± 19h.
    Dat was dus mijn entrée in de Golf van Biskaye. Ik stierf van de dorst maar ik mocht niks drinken 
    volgens Yvonne want dat 'klotst' in de maag. Ze schilde een appeltje voor mij. Vocht.
    Dat appeltje klotste toch ook hoor … 

            Hét gevaar bij zeeziekte is uitdroging, hebben we later geleerd in de cursus Survival at Sea.

    Vandaag za-15/04 is het oer-kalm, we zijn uit Biskaje.
    Het water ligt zo plat & is zo zwart dat ge er precies kunt op lopen.
    Elke ochtend om 06h breng ik een thermos koffie naar de 1ste stuur op de brug.
    Vandaar heeft men een machtig zicht.
    De 1ste doet de wacht 04h-08h & 16h-20h. Elke ochtend vraag ik waar we zijn.
    Vandaag ter hoogte van Bordeaux. Om 15h breng ik een thermos naar de 2de stuur en de marconist.
    We zitten aan de west-piek van Spanje, San Sebastian ±.
    De kust is te zien. Een streepje van 3 cm hoog. Het weer wordt warmer.

    Dag mensen, tot morgen.

            Koffie brengen naar de brug was vrij vlug verleden tijd, toen de koopvaardij
            met 20 jaar vertraging het bestaan van koffiezetapparaten had ontdekt.

     m, toen 26j en het bleuke onder de opvarenden - tekst uit de scheepscorrespondentie van toen - https://nl.wikipedia.org/wiki/Bruinvis

    29-10-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    28-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.001a memorie 01

    een woordje context bij dat eerste schip

                Hetgeen ik hier ga vertellen komt misschien moeilijk aan bij degene die het leest,
             maar als ik het hier niet vertel dan klopt de chronologie niet meer. 
             En als ik het nu niet vertel, vertel ik het misschien nooit meer. 
             Dan blijft het in de volgende brieven bij vage terloopse opmerkingen die moeilijk te plaatsen zijn, 
             omdat ik dit stuk voorgeschiedenis onvermeld gelaten heb. 
             Hieronder volgt het relaas.

    Toen ik gesolliciteerd had bij de Pool der Zeelieden, eind november of begin december 1977,
    zeiden ze daar dat ze iets zouden laten weten
    maar dat ik tamelijk gerust kon zijn: begin januari zou ik waarschijnlijk kunnen vertrekken.
    Mijn officieel adres was toen nog altijd bij mijn ouders, ook al was ik al zes of zeven jaar het huis uit.
    Dat was zo omdat ons dat het gemakkelijkste leek. Ze legden mijn post opzij en ik ging die ophalen.
    En zo bleven ze thuis het kindergeld ontvangen natuurlijk, niet dat die som iets te betekenen had
    voor een kind van zelfstandigen, maar goed. Ik bleef dus enkele maanden te lang thuis gedomicilieerd staan,
    want sinds zomer 1977 ontvingen ze voor mij al geen kindergeld meer. 

    Een aantal keren per week belde ik om te vragen of er post uit Antwerpen voor mij was, want
    ik zat werkelijk te springen om te mogen gaan varen, om te kunnen vertrekken uit dit landje.
    Heel de maand december was er geen post uit Antwerpen. Januari gaat voorbij.
    Eind februari bel ik naar de Pool. ’k Had lang genoeg met mijn ziel onder de arm gelopen.
    Ik vraag of ze van gedacht veranderd zijn, of ik dan niét goedgekeurd was, terwijl ze toch gezegd hadden … 

             Nu, ik had mijn ouders niet verteld waarover die post uit Antwerpen ging, 
             voor het geval het uiteindelijk tóch niks zou worden. 

    In Antwerpen zeiden ze, na wat geritsel met papieren, dat ik goedgekeurd was, en dat ze mij dat laten weten hadden
    in december reeds, met een brief op datum zo-&-zo, maar dat ik niet was komen opdagen voor verdere paperassen.
    Toen bevroor ik helemáál in dat telefoonkotje … ik stamelde dat ik geen brief gezien had, dat ik nergens van op de hoogte was! 

    Wel, dat was niet erg, want in maart kwam de commissie opnieuw bijeen en dan zou mijn kandidatuur
    opnieuw voorgelegd worden. Waarschijnlijk zou ik dan kunnen vertrekken begin april.
    De commissie kwam vier maal per jaar bijeen: maart, juni, september, december telkens in de loop van de maand.
    Zodoende moest ik nog wachten tot maart om bevestiging te krijgen en afwachten tot april of ik al kon vertrekken. 

    In de loop van de volgende dagen zag ik Tina en ik vertelde haar wat er gebeurd was.
    Het verbaasde haar niet dat ik wou gaan varen maar het verbaasde haar blijkbaar ook niet
    dat die belangrijke brief mij niet bereikt had.
    Ze zou het thuis eens vragen …
    Een paar dagen later kwam ze toe met de bewuste brief van de Pool, gedateerd in december.

    Toen ik de brief eindelijk vasthad trilden mijn handen, van opluchting, van blijdschap. Dus tóch? Ik was tóch aanvaard!
    Ik sneed de envelop open en daar stond het allemaal: aangeworven, aanmelden dan en dan om zo laat voor verdere dinges.
    'k Vroeg Tina hoe het kon dat die brief van december tot februari in Zellik blijven liggen was, terwijl ik toch regelmatig
    geïnformeerd had. 'k Was vaak genoeg langs gegaan, ik had tot driemaal per week gebeld … waar was de brief al die tijd? 

    En toen begon Tina een wazige uitleg die mij direct wakker schudde: "Jaaa … ons ma denkt dat de facteur die onder de deur
    heeft geschoven maar de brief is onder het tapijt van de inkom geraakt of zo …"

    Op slag was ik alert, bij de pinken. Die uitleg klopte langs geen kanten.
    Facteurs komen niet meer tot aan de voordeur voor een gewone brief. Zo’n brief gaat in de brievenbus in de voortuin.
    En áls ze tot aan de deur moeten komen, dan bellen ze. Iets onder de deur schuiven doen ze niet.
    Én de voordeur is onderaan afgewerkt met een borstelrand tegen tocht en vuil. Iets onder dié deur schuiven gaat gewoon niet.
    En dat die brief onder het tapijt zou geraakt zijn kon ook niet, de voorste tapijttegels zijn tegen de vloer gelijmd.
    En hoe komt dat ons ma nu ineens die brief gevonden had? Had ze de tapijttegels losgeweekt van de vloer?

    Nadat ik mijn vier of vijf bedenkingen opgesomd had werd Tina zeer vaag.
    Ze was mij efkes liever kwijt dan rijk, denk ik: dat ik het in Zellik allemaal zelf maar eens moest gaan vragen. 

    Ik ging met de brief mijn appartement en bleef puzzelen om te begrijpen of er toch iets kon kloppen
    in dat verhaal over de facteur en de tapijt. Er klopte just niks.

    Na een paar dagen viel het me op de dat brief nogal rommelig dichtgeplakt was. Met glooiingen in de lijmstroken,
    helemaal niet glad en strak, op de wijze van een kantoor. DIE BRIEF WAS OPENGESTOOMD GEWEEST.
    Nu volgt efkes mijn hypothetische constructie van toen. 

             Mijn ma had op die brief als afzender zien staan : Pool der Zeelieden. Waaruit volgt : haar oudste zou gaan varen? 
             Met als enige reden dat mijn varen haar niet schikte, voelde zij zich gerechtigd de brief open te stomen. 
             Toen ze achteraf zag hoe stuntelig dat openstomen en weer dichtlijmen verlopen was, 
             dierf ze mij de brief niet meer geven.

    Zo. Dat was mijn vermoeden en dat is achteraf nog ongeveer juist gebleken ook. Mettertijd.
    Time was on my side. Vroeg of laat verspreekt iemand zich, zelfs jaren later, en pas dan is het aan mij.
    Ik heb het toen niet tot een confrontatie gebracht, want men haalt geen informatie uit mensen die men in het defensief drijft.
    En ik wou weten wat haar ertoe gebracht had om zoiets ongeoorloofds te doen, post van iemand openstomen en dan achterhouden.
    'k Heb de hele situatie laten bezinken en voor lange tijd laten rusten. 

             Mogelijk was Tina al langer op de hoogte van die manipulatie van ma. 't Zou niet de eerste keer geweest zijn.
             Of mijn pa van het gedoe op de hoogte was heb ik nooit geweten, nooit willen weten. 
             Het loste niks op of ik het wist, en klaarheid verlangen zou maar olie op het vuur geweest zijn.
             Ik wou weg van heel die mentaliteit, zo ver mogelijk weg en verder interesseerde het mij niet meer.

    Enige dagen later heb ik Antwerpen gebeld om te melden wat er gebeurd was,
    dat ik niet opzettelijk weggebleven was de dag dat de administratie van de aanwerving zouden afgewerkt worden,
    maar dat mijn moeder de brief opengemaakt had en hem daarop gedurende twee volle maanden achtergehouden had.
    Aan de andere kant van de lijn bleef het stil. En het was zo al koud in het telefoonkotje.

    "Hoe oud zijt gij" vroeg de stem in Antwerpen.
    "Zesentwintig, Mevrouw"
    "En uw moeder maakt nog altijd uw post open?"
    "Nee, enkel deze brief Mevrouw, ik weet niet wat haar bezielde."
    Mogelijk had die mevrouw zelf dochters en wist zij wél wat mijn ma bezield had. 

    Mijn kandidatuur zou opnieuw voorgelegd worden aan de commissie . 'k Vroeg dame om het antwoord naar
    mijn verblijfsadres te zenden, niet meer naar het ouderlijk adres, waar ik mijn domicilie had. Dat werd genoteerd.
    'k Heb toen ook spoorslag mijn domicilie laten veranderen. Dat laatste vermeldde ik terloops in Zellik en als reden gaf ik
    'dan gaat er misschien geen post meer verloren'.
    Geen reactie, want kindergeld ontvingen ze voor mij al een zes maanden niet meer. Alsof het dáárover ging.

    Toen ik de tweede brief in handen had liet ik in Zellik efkes terloops horen dat het in orde was met Antwerpen.
    Verder zei ik niks. Niks over het soort job. Niks over varen, niks over de duur van de contracten, niks, niks, niks.
    Er kwamen ook geen vragen. Integendeel, mijn mededeling werd druk overbabbeld door mij ma.
    Ze was aan het spartelen. Laat ze maar wat spartelen dacht ik. Laat zij nu ook maar wat wakker liggen.
    Want die brief achterhouden had me wel drie maanden broodwinning gekost.
    Iemand drie maanden broodwinning beletten. Hoe zou ik dat kunnen noemen, diefstal? 

    En het gaat niet enkel over die drie maanden. Ze had gehoopt dat de idee vanzelf uit beeld zou verdwijnen.
    Dat ik dat plan zou laten varen. Maar ik zou dat plan niet laten varen, ik wou zélf gaan varen.
    Daarvoor was ik in november toch naar Antwerpen gegaan!
    Daarvoor was ik zo gretig naar die brief.
    Daarom had ik in februari Antwerpen weer gebeld.
    Ze had niet gedacht dat ik zo vasthoudend zou zijn … Jajaja, dat is wensdenken ipv nadenken hé.
    Dat ze me zo weinig kende vind ik vandaag nog altijd lachwekkend en zielig tegelijk.

    En welk soort mens belet een volwassen kind een weg te zoeken in het leven, een bestaan te vinden.
    Ik vond haar achterbaks gedoe afstotelijk.
    Wat van mijn kant voorzichtigheid was geweest ivm mijn plannen, botste op haar kortzichtigheid.
    De minachting die ik toen voor haar voelde … mijn klavier is te klein om ze te beschrijven.
    En ik voel ze nu weer terwijl ik dit typ. Waarschijnlijk is die minachting nooit meer ver weg geweest. 

             Vergeven en vergeten?
             Vergeten kan ik niet, daarvoor zit mijn geheugen te lastig ineen.
             Herinneringen springen soms ongevraagd tevoorschijn. Dat is al jaren zo. 
             Soms zijn ze zelfs te levendig of te intens naar mijn zin.
             En vergeven … och kom, zelfs een opperwezen heeft daarvoor grondpersoneel nodig.

    Gelukkig was mijn eerste collega Yvonne. Zij was twee jaar ouder dan mijn moeder, een generatiegenote dus,
    maar zij had een realistischer kijk op het leven en zij had zeer praktische prioriteiten. Eindelijk een rolmodel! 

    Yvonne zag mij als een zelfstandig volwassen wezen en niet als een aanhangsel van zichzelf.
    Zij nam mijn keuze om te varen als een vaststaand feit, niet als een idee dat uit beeld moest verdwijnen.
    Het contrast tussen Yvonne en mijn moeder had in niet groter kunnen zijn.
    Yvonne had mij nodig als collega, en liefst als een collega die zo snel mogelijk niet meer stuntelt maar functioneert.
     

    Yvonne had mij niet nodig als vehikel of doelwit voor vage affectie die eigenlijk vermomde, platte bezitsdrang was.
    Yvonne was niet egocentrisch.
    Integendeel, zij was zeer genereus in het doorgeven van haar kennis en kunde, opdat het verder
    goed zou gaan met mij. Ook op het volgende schip en op alle andere schepen waarop ik zou terecht komen.

    Ik kan niet voldoende duidelijk stellen hoeveel ik aan haar te danken heb.
    Zij heeft in de vier maanden dat we samengewerkt en gevaren hebben,
    mij klaargestoomd voor de volgende 31 jaar koopvaardij.

    Eigenlijk voor de rest van mijn leven.
    En dát, dat kan niemand anders zeggen.

    28-10-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)



    knop om mij te mailen.


    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!