Er zijn zo van die mensen die blijkbaar voor de onkans geboren zijn, de ene wegens twaalf stielen en dertien ongelukken, de andere op de verkeerde plaats en tenslotte nog eentje die net het achterste van de trein in de verte ziet verdwijnen.
Tot die laatste categorie behoort ongetwijfeld Tracy Pendarvis (1936-1997) die het levenslicht zag ergens halverwege de staat Florida, niet bepaald een plek om stormenderhand de muziekwereld te veroveren.
Hij en zijn jeugdvriend Johnny Gibson hadden nog nooit een voet buiten hun kleine community in de Suwannee River area gezet, laat staan buiten Florida, want dat moest wel het einde van de wereld zijn.
Uiteindelijk besloten ze het toch maar te wagen tot in een stadje 75 kilometer verderop en er meteen een prijs weg te kapen met hun eerste en tot dan toe enige nummer I Don't Pay wat Pendarvis later de uitspraak ontlokte dat de platenmaatschappij (Scott) waar ze het nummer mochten opnemen dat nogal letterlijk nam.
Hun twee volgende platen deden nauwelijks een stofje opwaaien en besloot het duo de sprong naar de SUN-studio's in Memphis te wagen.
Jammer genoeg had Sam Phillips weinig zin om het in zijn ogen zoveelste rockabillygroepje met de nodige égards te behandelen want zo tegen eind jaren '50 had hij het wel gehad met dat genre.
Bijgevolg was A Thousend Guitars de enige single van Tracy Pendarvis die in 1958 de rekken van de platenwinkels haalde.
Doodjammer want nummers als Uh Huh Oh Yeah (nooit uitgebracht) gaan er bij mij altijd als zoete broodjes in, temeer omdat Tracy's stem mij onwillekeurig doet denken aan de Engelse Elvis uit die dagen (Cliff Richard) op Nine Times Out of Ten.