Ik hoorde van de week Germain VDW (Sixties blog) op de radio zijn affectie uiten voor de pianoriedels van Jerry Lee. Nu is het niet iedereen gegeven een behoorlijk stukje boogie woogie uit dat ding te tokkelen maar soms komt het uit onverwachte hoek. Uit Zweden bijvoorbeeld. Ik zie hier en daar al wat wenkbrauwengefrons, toch wed ik er een Orvalleke op dat dit na onderstaand stukje enigzins anders zal worden. Eerst een opwarmertje van één en driekwart minuut waarbij de maestro toont hoe het moet (4,7 miljoen views aub!):
Dan is het nu tijd voor de real thing. Dames en heren The Refreshments versterkt met gitarissimus Albert Lee op z'n rode signature Music Man, stichter/vocalist Joakim Arnell op een Long Horn Danelectro-bas (luister eens naar die geweldige basloopjes tijdens Albert's solo) en of course sfinks Johan Blohm aan de toetsen:
Het zou een vraagje kunnen zijn uit de populaire quiz De Slimste Mens: "Wat weet u over Oklahoma"?
Bwa, hoor je hier en daar fluisteren, ligt dat niet in Amerika? So far, so good. Hebben ze daar geen president vermoord, probeert een andere? Mmm, niet dat ik weet, maar goeie poging en neen, je hoeft niet te raden in welk obscuur groepje McVeigh speelde of de naam van het gebouw dat hij de lucht in blies..
Vanuit de achtergrond een piepstemmetje: Ha, Rodgers&Hammerstein, de musical, 1955, zeker weten! Neen, neen, driewerf neen: Levi Dexter!
Que? Yep, Levi Dexter. DE Levi Dexter met de hulp van o.m. Slim Jim Phantom (Stray Cats) en OKIE BOOGIE:
Dit is er eentje uit de hoogdagen van de Doo Wop toen Amerikaanse televisieshows nog uitsluitend bevolkt werden door netjes afgeborstelde blanke meisjes en jongens in de studio.
Ze mochten, met mate weliswaar, beschaafd in de handjes klappen en als het enigszins dreigde een beetje te enthousiast te worden werd ogenblikkelijk door het studiopersoneel ingegrepen. (kijk maar eens zo rond 2:13 tegen het einde van de clip)
Wat een prachtige stemmetjes toch van The Silhouettes in "Get a Job"
Afkomstig uit Philadelphia waren The Silhouettes al meteen goed voor een nummer 1-hit bij het eerste nummer dat ze samen bij mekaar penden en opnamen in 1957. Een jaar later stonden ze daarmee bovenaan de R&B en pop lijsten. De oorspronkelijke leden op de foto waren Bill Horton (lead, 1956-61, 1980-93) Raymond Edwards (bass, 1956-61, 1980-93) Earl Beal (baritone, 1956-68, 1980-93) Richard Lewis( tenor, 1956-68, 1980-93)
Het overkomt me wel eens, vooral dan tijdens zo'n zwoele zomerse avond, de good old Technics op te starten en een snuffeltochtje te houden tussen het gekoesterde vinyl uit lang vervlogen tijden.
Voor de linkerhelft van de platenkast (de mijne) golden strenge regels voor de huisgenoten, in wezen één enkele: afblijven! Aan de rechterkant zat alles wat voor iedereen toegankelijk was: singletjes, EP-tjes, verzamel-LP's, Vangelissen, Vier Seizoenen, Carmina's en nog wat klassiek spul, miskopen, Pipi Langkous, ABBA en andere populaire jongens en meisjes.
Zo'n gekoesterd kleinood ter linkerzijde dat steevast de draaitafel haalt was dat wonderlijke Australische combo The Triffids en dan in het bijzonder "Tender is the Night", de afsluiter van het meesterwerkje Born Sandy Devotional uit 1986. Toetsenvrouw Jill Birt mocht dit profetische* nummer tot een van de hoogtepunten uit deze legendarische plaat uit tillen.
* "I knew him as a gentle young man I cannot say for sure the reasons for his decline We watched him fade before our very eyes And years before his time"
David McComb, singer-songwriter van de groep, stierf in 1999 na een post-Triffids carrière, gekenmerkt door drank- en drugsmisbruik en een harttransplantatie aan de gevolgen van een zwaar auto ongeval, hij werd 37.
Gut ja, iedereen heeft wel ergens een boon voor een speciale artiest die op een of andere manier niet in de vele hokjes van de populaire muziek past. Ik heb er in ieder geval wel eentje: JJ Cale, voedstervader van de Tulsa-sound wat staat voor relaxte, laid back songs maar met een aanstekelijke beat plus JJ's o zo herkenbare stijl.
Niks drukdoenerij, geen ellendig lange solo's die nergens toe leidden waar zijn copy cat Mark Knopfler het patent op had, nee, de lof der simpelheid in zijn ultieme vorm. In 1970 werd "After Midnight" een ferme radiohit maar dan voor Eric Clapton, Cale had al een demoversie opgenomen in 1966 maar dat werd niets.
Dankzij Clapton kreeg hij eindelijk wat centen binnen en een platencontract, wat resulteerde in het album "Naturally" dat zelfs de hitparades haalde maar Cale weigerde pertinent te playbacken in televisieshows en ten gevolge daarvan verdween de plaat even snel als ze gekomen was.
Ter kennismaking met de typische Tulsa-sound JJ en zijn vriend Leon Rusell grappend en grollend door Roll On en No Sweat met assistentie van zijn eeuwig charmante levensgezellin Christine Lakeland. http://www.youtube.com/watch?v=Rkc75b6SO_A
Hierboven twee bloedbroeders .
Om te eindigen alweer een triest bericht: bassist Bill Raffensperger, Cale's soulmate sinds 1957 (!) overleed in januari 2010.