Laat ik maar eens beginnen met een terugkeer naar daar waar het allemaal begon: de Delta. Die van de Mississippi uiteraard, in een tijd waarin het voor zwarten - of moet ik om het wat politically correct uit te drukken houden op Afro-Americans - niet bepaald een lachertje was.
Rassendiscriminatie, uitbuiting, sociale uitsluiting: de gedroomde voedingsbodem om via muziek uiting te geven aan je gevoelens. Veel had je daar niet voor nodig, een gitaar, een harp (mondharmonica) of wat percussie was ruimschoots voldoende. Inspiratiebronnen genoeg: het harde labeur in de cotton fields, een onbeantwoorde liefde of gewoon een ondeugend rijmpje.
Een mens moet ergens met de deur in huis vallen, vandaar dat de keuze viel op Fred McDowell die zijn geboorteplek in Tennessee achterliet om boer te worden in Mississppi, wat hij tot aan zijn dood in 1972 bleef. In 1959 kwam zijn eerste plaat uit maar grotere bekendheid verwierf hij pas na het Newport Folk Festival van 1964. Een van zijn specialiteiten was het bottle neck slidegitaar spelen, het verhaal gaat dat hij daarvoor uitsluitend beroep deed op de hals van ginflessen die hij over de ringvinger schoof zodat hij de rest van zijn vingers vrij had om het ritme te tokkelen. Veel van zijn nummers hebben een aanstekelijke beat, langzaam aanzwellend tot een opzwepend hoogtepunt.zoals dit "Baby, Please Don't Go" waarin hij al van bij de intro "I do not play no rock'n roll, I'm playin' blues" de toon aangeeft.:
|