Net ietwat ten noorden van de Bible Belt ligt de staat Pennsylvania en meer bepaald de stad Pittsburgh, Nu is het niet de bedoeling een historische evocatie over de ontstaansgeschiedenis van de US of A af te steken ik zou niet durven laat staan van een doodgewone muziekliefhebber te verlangen dat hij feilloos op een blinde kaart de geografische spreiding van de vijftig staten kan duiden.
Nee, het is een stuk eenvoudiger, gezien ook mijn beperkte capaciteiten op dat vlak, de teletijdmachine in te schakelen en de wijzer te laten stilhouden op het jaar des heren 1958, een jaar dat hier te lande eeuwig zal geboekstaafd blijven, voor onze generatie althans, als het jaar van de gelijknamige Expo.
Muzikaal gesproken waren het hier nog de Verwoeste Gewesten, hoe kan dat ook anders met ondingen als de Boerinnekesdans, de Liechtensteiner polka of Jan Fluwijn bovenaan de lijst met populairste platen.
Genoeg geluld nu, over naar het wat serieuzere werk
Precies in dat jaar achtte Conny Conrad de tijd gekomen om samen met enkele leeftijdsgenoten in, of all places, Pittsburgh een bandje op te richten dat zich wou toeleggen op een mengelmoes van country en rock 'n roll, rockabilly dus.
Zoals gebruikelijk in die dagen werd de aftrap gegeven op high school feestjes en algauw werden ze razend populair,
The Bellhops hadden maar een beperkt repertoire en dus speelden ze steeds maar dezelfde nummers achter mekaar. Dat bleef zo tot ze een jaar later een uitnodiging in de bus kregen om in Memphis een plaat op te nemen voor Phillips International, inderdaad, de legendarische Sun-studios,
Er was wel een probleem met die lange treinreis, want omwille van drummer Clarence Sharpe's huidskleur moesten ze het hele traject afleggen in de allerlaatste wagon, maar dat kon de pret niet drukken.
Zeker niet toen ze vernamen dat Scotty Moore dienst zou doen als opname ingenieur voor Shotrod en Bopsticks. Carl Sipes kreeg de beschikking over Jerry Lee's piano waar niet zo lang tevoren Great Balls of Fire mee werd ingeblikt, Tommy Schockley mocht z'n gitaar aansluiten op Scotty's amp terwijl Conny Conrad de saxpartij voor zin rekening nam,
Tegelijkertijd werden ook Fafine, Walking with Max en Terrible Tom ingeblikt,
Conrad, Sipes en Schockley zijn ondertussen overleden, Russell Pryer en Walt Kennett werden in 2010 geïnduceerd in de Kansas Music Hall of Fame.
Dit is een geweldig instrumentaaltje, de diashow in het clipje is dat evenzo:
|