Inhoud blog
  • Kerstmis 1914
  • Vriendschap is....
  • Mijmeren bij
  • 11 novemmber 2023
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Bezoek ook eens deze links
  • seniorennet.be
  • http://blog.seniorennet.be/lana/
  • Pierre GrandeGuerre
  • Ester en Leon
  • Derktje
  • charlotte
  • patty en freddy
  • trucker John
  • sloefke
  • maurits
    Bezoek ook eens deze links (vervolg 1)
  • Willy en Ria
  • Patty en Freddy
  • Corry Bosters
  • Paul Geyskens
  • met informatie over vliegtuigen
  • waaroemni
  • Over mijzelf
    Ik ben Letourneur Leo, en gebruik soms ook wel de schuilnaam spitfire.leo.
    Ik ben een man en woon in Wolvertem (België) en mijn beroep is met pensioen.
    Ik ben geboren op 22/01/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: eerste en tweede wereldoorlog, geschiedenis en zo voort.....
    als een spitfire door de lucht
    mijmeringen en andere gedachten
    07-12-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijmeringen

    Mijmeringen

    Veronderstel:

    Je bureaustoel staat er leeg zoals je hem de laatste keer verlaten hebt,
    geen lichaamswarmte meer die de kussens doordringt
    en behaaglijk zitten doet, voor jou, voor haar, voor hem…

    Het scherm van je pc flikkert niet meer,
    maar vertoont de kenmerken van een dode ik,
    geen leven meer, geen gloed noch warmte,
    geen letters die over het scherm rollen,
    de een al trager dan de ander.

    Je documenten en je rommel,
    het ligt er als naar gewoonte, overhoop, dwars, dooreen,
    alleen jij wist er in de wanorde uit te halen wat je hebben moest…
    tot wanhoop van je wederhelft die er kuisen wou
    maar jij die dat dan weer beletten zou.

    De telefoon die rinkelt, maar jij die niet meer opnemen zal,
    vertrokken op die verre reis waarvan niemand de bestemming kent,
    de hemel zeggen de enen, de hel zeggen de anderen, het nirvana misschien?
    of het mooie paradijs waar honderden maagden wachten
    omdat de eeuwigheid een troost ontvangen mag.

    Geen krinkelende, winkelende sigarenrook meer,
    die in spiralen en dunne wolken zijn weg zocht naar het plafond…
    weg dus met al te snel vervuild papier en verf,
    maar geen warme, lekkere geuren meer die het huis hun intieme kracht schenen te geven…
    Het is stil in huis, geen klikken meer van de aansteker
    die duizendmaal per dag die Dominicaanse tabaksklomp in brand moest jagen.

    In de herfst van je leven naar de herfst van het jaar,
    in de necrologie speurend aan welke leeftijdsgroep
    pietje de dood, de sombere zeisenman,
    zijn destructieve werk nu weer bijzondere aandacht geeft…
    je zorgen makend, niet om de dood,
    maar om de pijn en wat van jou achterblijft,
    aan souvenirs, vergelende foto’s en al of niet herinnerde,
    al of niet spannende, momenten die in leven je leven maakten.

    Maar met de troost dat in je kinderen,
    en je kleinkinderen, en je achterkleinkinderen,
    en je achterachterachter………misschien…
    wat genen achterblijven,
    hun leven verder zetten, al was het in een onzekere toekomst?
    Maar dat is dan het eeuwig leven….

    Veronderstel…

    07-12-2009 om 00:59 geschreven door spitfireleo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Grote Oorlog herdacht

    De Grote Oorlog herdacht

    Hoe de grote oorlog begon

    Het is al vele malen gezegd, geschreven en getoond geweest, maar de druppel die de emmer deed overlopen en rechtstreeks aanleiding gaf tot het begin van de eerste wereldoorlog, was de noodlottige moord in Sarajevo op aartshertog en troonopvolger Franz-Ferdinand, zoon van de keizer van Oostenrijk-Hongarije.  Tijdens diens bezoek aan de hoofdstad van Bosnië-Herzegovina, werden de aartshertog en zijn vrouw, het slachtoffer van een complot van Servische nationalisten.
    Blijkbaar moest het lot zijn weg volgen, want na een eerste mislukte aanval, rijdt de auto van de aartshertog en zijn gevolg langs een verkeerde weg en stoot toevalligerwijze op Gavrilo Princip, een van de samenzweerders, die van de gelegenheid gebruik maakt om met zijn pistool de dodelijke schoten af te vuren. We schrijven 28 juni 1914. Weldra komen de diplomatieke circuits onder druk te staan van Oostenrijk, dat zulk danige eisen stelt dat men op voorhand weet dat Servië hieraan geen gevolg kan geven. De spanningen stegen ten top en allerlei intriges – vanuit Oostenrijk en vooral gestuurd onder impuls van Graaf Leopold Berchtold, de minister van Buitenlandse zaken – maakten dat de standpunten eerder van mekaar wegvloeiden, dan dat ze de naties dichter bijeen brachten.
    Op 28 juli verklaarde Oostenrijk de oorlog aan de kleine buurstaat Servië en de volgende dag al, werd de hoofdstad beschoten.
    Het Rusland van de Tsaar Nicolaas II, was eerder geneigd om zijn Balkanbuur te verdedigen dan partij te kiezen voor Oostenrijk. In navolging van de Oostenrijkse-Hongaarse monarchie besloot het dan ook op 30 juli de volledige mobilisatie af te kondigen. De eerste augustus verklaarde Oostenrijk de oorlog aan Rusland en prompt Frankrijk eveneens over te gaan tot volledige mobilisatie om het verdrag met het Tsarenland gestand te doen. Op de avond van die eerste augustus v iel Rusland Oost-Pruisen binnen. Dezelfde dag bezette Duitsland zijn kleine buurland Luxemburg en stelde het ’s anderendaags – op 2 augustus – een ultimatum aan België met de bedoeling vrije doorgang te krijgen op weg naar Frankrijk. België wees echter op zijn neutraliteit en weigerde het Duitse leger op haar grondgebied toe te laten. De 3de augustus verklaarde Duitsland de oorlog aan Frankrijk en op 4 augustus trok het België binnen. Hierdoor verklaarde Groot-Brittannië – diezelfde dag - dan weer de oorlog aan Duitsland en stuurde het zijn BEF (British Expeditionary Force) naar Frankrijk.
    Een lawine van geweld, verminkingen en dood daalde over Europa neer en zou vier lange jaren duren.

    De tegenstand is taaier dan verwacht

    De legers waren nog maar pas het stadium van zwaard- en lansgevechten ontgroeid en de cavalerie was nog de mening toegedaan dat het een belangrijke rol zou spelen in de afwikkeling van de strijd. Niets was echter minder waar. Deze oorlog zou synoniem worden van grootse en nutteloze slachterijen, enerzijds te wijten aan de stugge koppigheid, onkunde en onmenselijke gedrag van de verschillende bevelhebbers die niet aarzelden om telkens weer hele regimenten de dood in de sturen, maar ook aan de ontwikkeling van nieuwe wapens. In tegenstelling met de voorladers van hun voorgangers, waren deze soldaten uitgerust met repeteerwapens, half-automatische tot automatische snelvurende wapens en deden de massavernietiging door bombardementen en gebruik van gifgas hun nefaste werk. Rechtop aanvallende infanteristen in een lange zijdelingse rij, bovendien nog voorzien van goed zichtbare en kleurrijke uniformen, en de ruiters die een charge uitvoerden ‘like the good old days’, waren geen partij voor de uitstekende Duitse mitrailleurs. Als met een zeis door het zachte koren, maaiden ze de een na de andere rij omver en dunden compagnies, bataljons, regimenten en zelfs hele divisies uit tot soms enkele al of niet gewonde gelukkige overlevenden. Sommigen onder hen werden gek en doolden rond op het slagveld zonder de weg terug te vinden naar hun eenheden. Wanneer ze dan toch teruggevonden werden, zag men de horror nog in hun ogen en menig onder hen zou nooit meer de oude worden; de trauma’s waren te diep. Bevelhebbers die met dit fenomeen niet bekend waren, beschuldigden hen dikwijls van lafheid in ht zicht van de vijand of van desertie. Vooral in de aanvangsfase van de oorlog, zouden vele soldaten hierdoor ten onrechte het slachtoffer worden van eigen executiepelotons. Maar dat is wellicht een historie voor later.
    Desondanks de moderne inzet, de zware wapens, de nieuwe technieken, was de weerstand steviger dan voorzien en stokte de Duitse vooruitgang.

    België biedt weerstand

    De Duitse troepen die – volgens het Von Schlieffen plan – België binnentrokken via Luik, hadden ingevolge de militaristische propaganda verwacht dat de overwinning over de Belgische troepen een eenvoudige en snelle afhandeling zou krijgen, maar dit was dan zonder de hardnekkige weerstand gerekend van de nochtans volgens de normen slecht uitgeruste Belgische soldaten. Vooral de stevige fortengordel rond Luik vormde een eerste en ernstig obstakel. Vanaf de 6de augustus zouden de Duitse troepen deze forten blijven aanvallen en een voor een uitschakelen, vooral nadat zwaar vestinggeschut van 42 cm (dikke Bertha’s) werd aangebracht vanuit Duitsland en Tsjechië. Het laatst weerstand biedende fort van Loncin werd op 15 augustus in de kruitkamer geraakt door een dergelijk zwaar projectiel en de ontploffing die daarop volgde schakelde zo goed als de hele bezetting van de vesting uit. De bevelvoerende officier, generaal Leman, werd hierbij ernstig gewond en door de Duitsers krijgsgevangen genomen. De weg naar Antwerpen scheen open te liggen voor de Duitse opmars.

    Er is veel geschreven over wat de oorlog betekende in de Westhoek en de overblijfselen, begraafplaatsen en historische musea zijn getuige van de verbeten strijd die er woedde, maar dikwijls vergeet men dat daarbuiten ook nog gevochten werd en dat deze ultieme uitwijkplaats met de inundatie van de IJzervlakte slechts mogelijk was doordat op vele andere plaatsen door o.a. Belgische soldaten even verbeten als moedig weerstand geboden werd.

    Op 12 augustus vindt de laatste cavaleriecharge van Europa plaats. Belgische en Duitse ruiterij rijden elkaar tegemoet zoals het zou passen in een middeleeuws toernooi. Op hun prachtige paarden en in hun mooie en kleurrijke uniformen rijden ze mekaar tegemoet met gevelde lansen. Er vallen 140 Belgische soldaten en 160 Duitsers. De zilveren helman van de Duitse Uhlanen liggen te blinken op het slagveld en men spreekt daarom nog altijd van de ‘Slag van de Zilveren Helmen’. De Belgen winnen deze slag te Halen en verschansen zich in de citadel van Diest.

    Op 18 augustus wordt er hevig gevochten in de omgeving van Tienen. Een kleine 2.400 Belgen komt er tegenover 80.000 Duitsers. De helft van de Belgische soldaten verliest het leven of wordt verwond. Het Belgisch leger moet zich terugtrekken.  Koning Albert geeft de troepen bevel zich terug te trekken in de vesting Antwerpen. ’s Anderendaags zijn de Duitse troepen Aarschot binnengetrokken en voeren represailles uit op de bevolking.
    De 20ste augustus trekken de Duitse troepen Brussel binnen en ere volgen nog zware gevechten te Aalst, Mechelen, Dendermonde en Charleroi.  De Belgische troepen hebben zich teruggetrokken achter de spoorweg Brussel – Antwerpen in de fortengordel rond Mechelen, terwijl het gros van de troepen terugtrekt en kantonnement neemt in Antwerpen. De Duitse aanval richt zich nu vanuit Brussel richting Antwerpen.
    Vanuit o.a. Mechelen ondernemen Belgische eenheden aanvallen op de Duitse voorhoede, maar ze moeten wegens gebrek aan munitie, door de gebrekkige communicatie en door de overweldigende hoeveelheid Duitse soldaten die ingezet worden, telkens onverrichterzake met veel verliezen terugtrekken.
    Een van deze veldslagen heeft plaats in Imde, een gehucht van de gemeente Wolvertem (Meise) waar ik nu woon. Door allerlei misverstanden – Belgen schieten bijv. op mekaar, er is geen radio- noch telefooncommunicatie, een van de eenheden wordt door zijn bevelhebber niet ingezet, en zo verder – wordt het een fiasco. Ieder jaar nog herdenken de inwoners de gesneuvelden aan het monument aldaar.
    Ook Kapelle-Op-den-Bos, Nieuwenrode en Ramsdonk ontsnappen niet aan de gevechten, noch aan de gevolgen van de Duitse inval en bezetting.

    1914-1918 Drie Kleine Dorpen in een Grote Oorlog

    Zo heet het boek dat door de Erfgoedcel Kapelle-op-den-Bos werd uitgegeven deze maand en dat een gedetailleerde beschrijving geeft van de belevenissen van deze drie voornoemde dorpen en van hun inwoners tijdens W.O.I.
    Het is een boek geworden van 333 pagina’s vol feiten, verhalen en anekdoten die bovendien ruim geïllustreerd zijn met 400 afbeeldingen waarvan er sommige nooit eerder werden gezien. Foto’s en tekeningen, unieke verhalen en documenten werden ontdekt tijdens de zoektocht naar materiaal voor de samenstelling van het boek. Vermits de getuigen van deze oorloge verdwijnen of verdwenen zijn, is dit boek een bewaarplaats van hun getuigenissen geworden voor de toekomst.
    De harde kaft en de goede kwaliteit van het gebruikte papier staan borg voor een langdurige bewaring van dit prachtige werk.

    Het boek kost 45 euro per exemplaar en 55 euro bij verzending via de post.

    Meer info vind je terug op hetg web op http://erfgoedcel.kapelle-op-den-bos.be

    Mailen kan naar erfgoedcel@telenet.be

    Voor wie begaan is met de Belgische geschiedenis van de eerste wereldoorlog en niet wil blijven hangen bij de grote veldslagen alleen, is dit een werk dat absoluut in de bibliotheekkast hoort en verdient van gelezen te worden.

     

    07-12-2009 om 00:00 geschreven door spitfireleo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    05-12-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nick en Jana leren paardrijden

    Nick en Jana leren paardrijden

    Sorry mensen dat het weeral zo lang geleden is dat er wat verscheen in mijn blog. Het is de laatste tijd veel te druk geweest voor een gepensioneerde en sommige dingen moesten nu eenmaal ter zijde blijven. Slachtoffer hiervan was onder andere het bijhouden van mijn blog. Hier een poging om er weer wat teksten tegen aan te gooien in de hoop dat er mensen zijn die het lezen uiteraard.

    Nick (9 jaar) en Jana (7 jaar) zijn respectievelijk de zoon en de dochter van onze jongste zoon Wim en zijn vrouwtje Fanny. Tot voor de grote vakantie was Nick nog wekelijks twee dagen aanwezig in de dojo om er de tatamis van de judozaal te teisteren met zijn oefeningen in valtechnieken, worpen en andere klemmen. Om de een of andere reden werd hem dat te veel en bleef hij thuis. Wat er echt in zijn hoofdje omging hebben we tot nu toe nog mogen vernemen,  maar we hebben er wel een idee over. Zijn zus Jana was geen adept van een of andere sport, maar bleef liever thuis in de warme geborgenheid van moeder. Totdat we in april van Nick een kleine boodschap ontvingen in verband met zijn verjaardag: ‘Lieve oma en opa, als ik jullie vragen mag: voor mijn verjaardag liefst geen cadeautjes maar wel wat centjes op mijn spaarboek om mijn paarden- en ponnykamp te sponsoren”.

    Dat was nieuw voor ons, maar toch niet helemaal. Aan alles gaat een voorgeschiedenis vooraf en ook hier is dat het geval. Al enkele jaren plachten we gezamenlijk met verlof te gaan begin juli. Nick en opa zijn nogal goede vrienden en Nick verbleef dan ook graag in de nabijheid van opa, terwijl Jana dan weer een bijzonder boontje heeft voor haar oma.
    Verleden jaar in juni onderging oma enkele chirurgische ingrepen waarvan de laatste in juni. Op vakantie vertrekken werd haar door de chirurg toegestaan onder voorwaarde niet te ver te gaan, geen extreme warmte noch koude op te zoeken en vooral om het kalm aan te doen. Vermoeiende activiteiten waren uit den boze. Er werd dan maar gekozen voor een verblijf in Centerparcs ‘De Vossemeren’ omdat daar een hele rits goede accommodatie aanwezig is voor kids. Zo konden oma en opa het wat kalmer aan doen en hoefden geen grote verplaatsingen gedaan te worden.

    In het park kwam om de twee dagen een Limburgse meneer of zijn vrouw met enkele ponny’s waarmee tegen een kleine vergoeding de kinderen een ronde in het park konden doen. Nick was dol enthousiast en eenmaal dat hij geproefd had van het paardrijden, was hij er niet meer weg te slaan. De uitgaven waren dan ook navenant, maar toch plezierig om zien. (De foto’s moeten nog toegevoegd worden in het album, maar momenteel is mijn externe harde schijf weg voor reparatie. Later komen ze er nog in en verwijs ik naar de link).

    Algauw zagen de uitbaters dat Nick op een natuurlijke wijze met paarden om kan gaan en mocht hij nu en dan al eens een extra ritje maken, de paarden afzadelen en ze wegvoeren naar de aanhangwagen. Ik denk dat daar in zijn hoofdje een schakelaar omgedraaid werd die hem weg zou laten drijven van de judo en hem doen besluiten met paarden om te gaan.

    Zijn zus Jana wou in den beginne van geen paardrijden weten, maar op de tweede dag kon haar broer haar echter overtuigen om het ook eens te proberen. Na twee ritten was ze haar angst kwijt en reed ze als een volleerde amazone het circuit af. We veronderstellen dat ook zij daar een soortement liefde opgevat heeft om nog meer paarden te berijden.

    Tijdens de vakantie van 2009 dus, mits wat sponsoring van opa en oma, mocht Nick dan op ponykamp vertrekken voor een week, terwijl Jana een beetje op honger bleef zitten omdat ze nog te jong was om te mogen deelnemen. Opa mocht hem wegvoeren en gaan halen en het moet gezegd dat het een stralende Nick was, die we mochten terugzien die laatste dag. Hij was er vol van en kon niet laten om zijn wedervaren te vertellen, te herhalen en nog eens te vertellen; het gezegde indachtig dat waar het hart van vol is, de mond overloopt!

    Nadien bleef het een beetje stil rond de paarden, maar na de vakantie werd met ernst gezocht naar een manege met een goede reputatie. Men moest er niet alleen gewoon zijn om met kinderen om te gaan, maar vooral de nadruk leggen op opleiding en recreativiteit, niet op competitie. Bovendien moest het allemaal betaalbaar blijven want paardrijden is nu eenmaal niet goedkoop. De uitbaters moeten immers niet alleen investeren in paarden, maar ook zorgen voor stallingen, weiden en voldoende voedsel. Een dergelijke instelling werd gevonden in Mollem, ook dank zij de goede raad van een collega van onze schoondochter. Ze is nu zelf professioneel bezig met de uitbating van een manege, maar leerde haar eerste stappen ook in Mollem. Goede raad is zeldzaam en als je hem krijgt moet je hem dan ook maar volgen.

    Het gevolg is dat onze beide kleinkinderen nu iedere woensdag namiddag gedurende een half uur op een paard mogen zitten en stilletjes aan de technieken van een goede houding en stuurmanskunst onder de knie beginnen te krijgen. Waren de paarden in een eerste fase nog aangebonden aan een lange koord die door de onderrichter werd vastgehouden, dan rijden ze nu al zelfstandig op de piste en heeft Nick zelfs al van draf en galop mogen genieten.
    Opa en oma draven zoveel mogelijk op om te kijken naar de verrichtingen van de kleine spruiten, want het doet wel iets als je deze kids zit zitten op die levensgrote paarden alsof een heel leven niets anders gedaan hebben. Opvallend is ook dat Jana op een zeer vlotte en natuurlijke wijze op haar ros zit. Het moet dus een grond van waarheid hebben dat vrouwen op dat gebied wat meer gratie vertonen dan mannen, die vooral gericht zijn op techniek en snelheid. Raar toch, dat dit er al in zit van kleins af aan.

    Hoe dat het allemaal verder zal evolueren is momenteel nog koffiedik kijken, maar zolang ze hiervan kunnen genieten, moeten ze heet maar doen. Het leven is al jachtig en prestatiegericht genoeg. Op welke wijze het verder zal gaan, zal u mettertijd kunnen lezen in deze blog, bij leven en welzijn van de opa, zou Jos Ghysen gezegd hebben.

    Ondertussen is de dochter, Elyse (8 jaar) van onze oudste zoon Chris, afgestapt van turnen en dansen, want te veel discipline gevraagd en is ze overgegaan op harpspelen. Het zijn nu vooral de notenleer die in de beginfase haar grootste muzikale activiteit uitmaakt, maar later verneemt u er ook wel meer van.

    Ondertussen kan je al kijken naar enkele foto’s van onze jeugdige ruiters, all moet gezegd dat sommigen van betere kwaliteit hadden mogen zijn. Aan het fototoestel ligt het niet, maar wel aan de fotograaf, maar vooral in bepaalde gevallen aan de slechte weersomstandigheden en dan is een flash onvoldoende om genoeg licht te geven en ondervindt men heel wat moeilijkheden om goede beelden te maken van bewegende doelen als de sluitertijd wat langer moet zijn. Maar dat wist u al. Alleszins geeft het een indruk van waar ze mee bezig zijn.

    Kijk dus maar eens naar: http://fotoalbum.seniorennet.be/spitfireleo/nick__jana_gaan_paardrijden/

    05-12-2009 om 02:06 geschreven door spitfireleo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De regering op zoek naar een budgettair evenwicht.
    Deze week zou de regering haar 'State of the union' moeten uitspreken voor het verzamelde Parlement en met een zo goed als staatsbudget in evenwicht naar buiten moeten komen.

    De topministers zijn hier al een tijdje mee zoet en de partijcenakels en vakbonden hebben hun messen al geslepen en nu en dan hun tanden al eens laten zien.
    Het wordt evenwel dringend en de ministers die aanwezig waren op de heiligverklaring van onze Vlaamse pater Damiaan, kwamen zelfs onmiddellijk terug vanuit het Vaticaan om in een waarschijnlijk nachtelijke marathon, de laatste lodjes te leggen voor hun werk.

    De crisis veroorzaakt door de financiële wereld heeft heel wat onheil gebracht over de wereld en veel burgers voelen het in hun portefeuille. De wereld van de 'haute finance' heeft het - zo te zien - nog altijd niet begrepen. Vanuit die hoek komt alleen oorverdovende stilte, geen mea culpa noch medeleven. Maurice Lippens bestond het noch om op zijn bekende arrogante wijze alle schuld van zich af te praten en te stellen dat ook hij nogal wat financiële schade heeft opgelopen. Hij is alleszins nog niet failliet en kan blijkbaar nog teren op voldoende reserves om zijn rijk leventje zonder al te veel zorgen verder te zetten. Van velen kan dit echter niet meer gezegd worden. Zij zijn wel bankroet omdat ze geïnvesteerd hebben in de door - zovele zogenaamde financiële experten en politici - aanbevolen investering in Fortis. Het is hen slecht bekomen.

    Niet alleen heeft de belastingsbetaler het grote deficit gedragen en de putten gedelfd, maar als beloning mocht hij de nu bijna maandelijks terugkerende boodschap op zijn uittreksels dat de interesten alsmaar zakken, doorspoelen met zijn teleurstelling.

    De regering die op zoek moet naar middelen om putten te vullen, heeft uiteraard twee denkpistes bewandeld die telkenmale terugkeren in geval van crisis. Men kan zich uiteraard verwachten enerzijds aan besparingen en anderzijds aan al of niet verkapte nieuwe belastingen.

    Besparingen zal men wellicht doen door minder geld uit te geven aan bepaalde projecten die raken aan het comfort van de modale mens. De populaire pistes worden ook nu weeral bewandeld. Er is o.a. sprake van de vermindering van het aantal ambtenaren - stokpaardje vooral van de liberalen - en daarnaast het beknibbelen op allerlei uitgaven zoals bijvoorbeeld de sociale zekerheid. Er is tevens sprake van de aanpassing van bepaalde belastingen en traditiegetrouw zullen automobilisten hiervan het slachtoffer zijn. Zo is er sprake van de verhoging van de accijnzen op de diesel waarvoor twee wegen opengebroken worden. Enerzijds zegt men dat het verschil tussen de benzineprijs en de diesel te groot is en anderzijds wil men het milieu en de roetvervuiling door diesels inroepen om deze verhoging te verantwoorden. In de hele discussie over het prijsverschil wordt angstvallig gezwegen op de jaarlijks weerkerende accijnscompenserende belasting die de dieselrijder terugvindt op zijn belastingsuittreksel en die bijgevolg het prijsverschil degelijk beperkt. Dat roet van dieselwagens ongezond is, kan moeilijk tegengesproken worden, maar als in de zomer de Wetstraat en de Belliardstraat 's morgens en 's avond blauw zien van de rook en bij warm weer voetgangers zich ongemakkelijk voelen, is dit dan alleen te wijten aan de roetuitstoot of is dit eveneens veroorzaakt door de wolen koolmonoxyde van de benzinevoertuigen die in 5 of 6 files met draaiende motor in file staan?

    Heeft men echter al iets gehoord over een mogelijke weddevermindering voor parlementariërs en ministerabelen? Heeft u al nieuws van de afschaffing of vermindering van alle bijzondere premies en onkostenvergoedingen die dezelfde personen ontvangen? Is er al iets bekend over het afschaffen van dikke auto's voor de gekozenen en de vervanging er van door kleinere wagens? Want zeg nu zelf, wat gebruikt en kost minder: de dikke BMW, Mercedes of andere dikke bakken of een kleine mini, VW of ander Clio?

    Mijns inziens zijn de meeste politiekers aanhangers van de NIMBY-doctrine. Bespaar overal waar je kan maar 'Not In My Back Yard'.

    Hoeveel verdraagt de bevolking nog alvorens het deze manier van handelen stevig afstraft? Wachten we tot de volgende verkiezing of spelen we een nieuwe 'Stomme van Portici'?

    12-10-2009 om 03:52 geschreven door spitfireleo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Damiaan, de nieuwe heilige.
    We hebben er sinds zondagmorgen dus een nieuwe heilige meer. Pater Damiaan De Veuster uit Ninde (Tremelo) werd door paus Benediktus XVI tijdens een uitgebreide christelijke ceremonie, te samen met enkele andere kandidaten, heilig verklaard. Veiligheidshalve gebeurde alles binnenskamers vooral uit schrik dat de hoogwaardigheidsbekleders nat of neergebliksemd zouden worden. Sommigen onder hen verdienen dit wel omdat je ze anders nooit in een kerk of kapel ziet verschijnen, tenzij de pers aanwezig is en uitgebreid aandacht besteedt aan hun persoon.

    Wie er niet op de vip-stoelen mochten plaatsnemen, waren de familieleden van o.a. Pater Damiaan, noch zijn medebroeders van de congegratie van de paters van de Heilige Harten, de picpussen.
    Ondertussen werden in de voorbije weken heel wat programma's gewijd aan deze pater missionaris, die de bestrijding van de lepra tot zijn topprioriteit maakte en hiermee de wereld wakker schudde over het gebrek aan solidariteit dat er toen al heerste ten opzichte van de slachtoffers van deze vreselijke ziekte.
    Ieder die een beetje naam of faam heeft of wilde verwerven, voelde zich geroepen om de pater te recupereren en tot de zijne te maken.
    De heiligverklaring wordt in de katholieke kerk verkregen nadat er wonderen of mirakels kunnen bewezen worden en nadat eerst een voorafgaande zaligverklaring plaatshad.
    Onder wonder verstaat men meestal een of ander feit (bijv. een genezing) die niet op een wetenschappelijke wijze bewezen kan worden, maar volgens beëdigde verklaringen van de gelukkigen die mochten genieten van deze wonderen, te wijten is aan de tussenkomst van de aangeroepen persoon.
    In het geval van pater Damiaan, gaven de ervaringen van mevrouw Toguchi de doorslag voor het inzetten van de procedure, die na veel hindernissen uiteindelijk bezegeld werd met het pauselijk fiat voor de heiligverklaring.
    Zou het dan toch waar zijn dat de VRT een links bastion is? Als men de uitzending van Panorama bekijkt en beluistert, dan moet men wellicht inderdaad tot deze vaststelling komen. Er werd immers nogal wat moeite gedaan om de wonderbaarlijke genezing van dame Toguchi in twijfel te trekken en haar dokter (van Chinese oorsprong) bijna belachelijk te maken.
    Het getuigenis van oncoloog Van Belle van de Rijksuniversiteit was er blijkbaar op gericht om alle beweringen van de dame en van de dokter, de grond in te boren. Even werd zelfs in twijfel getrokken of de goede dokter het spel wel eerlijk gespeeld had en uiteindelijk niet de radiografische opnames gemanipuleerd zou hebben. Een tegenstem was er niet en de mening van een oncoloog van christelijke strekking kwam niet aan bod, werd niet gevraagd.

    Wat er ook van zij, kardinaal Danneels was voor eenmaal directer in zijn uitspraken, dan we van hem gewend zijn. Eigenlijk kwam het hierop neer dat hij zei, dat zulke officiële heiligverklaring niet noodzakelijk was omdat Pater Damiaan al lang heilig was voor een groot deel van de wereldbevolking door zijn daden zelf.

    Het is inderdaad opmerkelijk dat een eenvoudige Vlaamse pater, waarvan men aanneemt dat hij niet de grootste der intellectuelen was en evenmin de meest belezen pater aller tijden, er meer dan een eeuw later in slaagt om jaarlijks in de maand januari een hele boel mensen te mobiliseren om rond te gaan met de bedoeling geld te verzamelen om solidariteitsgewijze iets te doen aan de toch nog aanwezige lepra in de wereld en de er mee gelinkte tuberculose (TBC). En net zoals ten tijde van zijn leven, zijn het niet alleen katholieken, maar mensen van alle geloven en gezindten die hieraan deelnemen. Dat alleen al is een wonder en maakte de man heilig en van een uitzonderlijk kaliber. Hiermee moet zeker geen link gelegd worden naar de katholieke versie van heiligdom, al is dat of kan dat voor gelovigen een bron van steun en troost zijn, maar moet vooral gedacht worden aan de sterkte van zijn oproep, van zijn voorbeeld dat er nog altijd in slaagt om mensen te motiveren en te mobiliseren.

    De kracht van zijn wervend voorbeeld, dat is al heiligdom op zichzelf. Los van alle geloof moet deze man dan ook gezien en gerespecteerd worden om wat hij was en nog altijd is: een man van daden, die altijd vooruit ging en nooit een stap achteruit zette.

    Door zijn oversten werd hij lange tijd daadwerkelijk in de steek gelaten, maar dank zijn doorzettingsvermogen en de steun van media en van niet katholieke vrienden, kon hij voor een groot realiseren van de dingen waarin hij zo sterk geloofde. Dat hij zijn inspiratie en de kracht haalde uit zijn  geloof en zijn eucharistische geluk, doet alleen ter zake voor zijn eigen persoon en voor allen die hierin eveneens troost vonden en nog vinden. Het is alleen het bewijs dat de God der christelijken en aanverwante godsdiensten ook ten goede werk levert en niet alleen het verwijt moet krijgen dat hij oorzaak is van veel miserie. Uiteindelijk is het niet een geloof noch godsdienst die ongeluk en geweld genereert, maar is de interpretatie die mensen er aan geven die doorslaggevend is. 'Gott mit uns' en alle andere slogans die beroep doen op een God om bijvoorbeeld oorlogen te verantwoorden, zijn tenslotte niet door die God uitgevonden noch geschreven, maar wel door mensen die er misbruik van maken.

    De God waarin pater Damiaan geloofde, is een god die aanspoort tot solidariteit, tot medeleven en tot steun en troost van iedere mens die het moeilijk heeft. Het is een god die aanzet tot hulp aan de kleine mensen, de mensen die lijden en door velen in de steek gelaten worden. Het is de stem, de impuls die mensen zoals Damiaan de kracht geeft om goed doende in deze wereld te staan en te handelen.

    Los van het feit of god al of niet zou bestaan, los van alle sceptisisme, was voor Damiaan deze God een bron waaraan hij zich kon laven, kracht kon putten om afzichtelijke wonden te verzorgen, lelijke en gehandicapte mensen in het aangezicht kon kijken en de afgrijselijke stank van rottende wonden kon overstijgen. De discussie is dan niet of God werkelijk bestaat of niet. De vaststelling is: dat hij voor Damiaan echt aanwezig was en daarom van Damiaan maakte wat hij nu nog betekent voor deze wereld waarin solidariteit soms zo hard op de proef wordt gesteld. In dit kader wil ik stellen dat de heiligverklaring niet komt van de paus, maar van de kleine mensen, die dag in dag uit, met vallen en opstaan, proberen het voorbeeld van die kleine, eenvoudige Vlaamse pater te volgen en zijn spoor alsmaar verbeteren. Dat velen in gebed nog troost vinden in hun gesprekken met Damiaan, is dan lekker meegenomen.

    12-10-2009 om 03:21 geschreven door spitfireleo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een veel te korte terugtocht uit de drukke wereld.

    Een veel te korte terugtocht uit de drukke wereld.

    De eerste nacht in de Ardeense bossen is al voorbij. Het is een beetje wennen aan de matrassen, want eigenlijk lig je nergens beter dan op je eigen, al in-geslapen, moderne versie van de vroegere strozak. Het is stil geweest tijdens de nacht, alleen het ruisen van de Amblève – die op amper twintig meter van ons voorbij stroomt – en van de bladeren van de hoge loofbomen, hebben hun melodie op elkaar afgestemd zodat een symfonie van rust onze nachtgezel was.

    We hebben besloten om het rustig aan te doen, een rustvakantie als het ware, om te bekomen van de nu al anderhalf jaar durende extreme spanningen die ons te beurt vielen. Eerst verleden jaar de gezondheidsperikelen van mijn vrouw en de er mee gepaard gaande operaties en de onrust, de onzekerheid……en nu mijn tante en nonkel die begin dit jaar sukkelden met allerlei problemen en daardoor nu opgenomen zijn in een rust- en verzorgingstehuis. Zelf hebben ze geen kinderen, maar in een periode waar mijn leven op een slappe koord danste en alle richtingen uit kon, hebben ze me bij hen opgenomen als ware ik hun zoon en als het ware uit de verdoemenis gered. Ik heb me in de loop der tijd een dure eed gezworen; dat ik zou zijn voor hen en dat ogenblik is nu aangebroken. Iedere week – de dinsdag – een kleine 100 kilometer rijden om op bezoek te gaan, de vers gewassen en gestreken was (dank zij mijn vrouw) mee nemen en de vuile terug brengen. Op regelmatige tijden naar hun huis om er gras te maaien en wat te kuisen. Gelukkig heb ik nog een nicht en haar man die iedere zaterdag op bezoek gaan en die regelmatig bijstand verlenen in het kuisen en onderhoud van het huis. Terwijl een van de neven zorgt dat de brievenbus geleegd wordt en nu en dan de rolluiken omhoog getrokken worden zodat toch nog een indruk van bewoning ontstaat alhoewel de buren ondertussen wel beter weten.
    Onze inzet in de parochie – die toch eveneens wat inspanning vraagt – zal evenmin vreemd zijn aan het gevoel dat het allemaal te veel werd en dat we dus er even uit moesten om pillen en andere medicinaal vergif te vermijden. Een weekje Ardennen dus in een bungalowpark waar je al van een deel van je zorgen verlost wordt door de ter plekke zijnde infrastructuur en organisatie, met in mijn achterhoofd (sorry vrouw – maar dat vermoedde ze wel) een beetje in het spoor te treden van de evenementen die de streek ondersteboven keerden in de maand december van 1944, de slag van de Ardennen dus. We bevinden ons niet te ver van de plaats waar Joachim Peiper strandde en onverrichterzake zijn troepen bevel tot terugkeer naar ‘Heim’ moest geven met achterlating van veel materiaal en ook heel wat gedode, gekwetste en gevangengenomen Duitse soldaten.

    Terug naar deze morgen dus, waar we wakker werden in onze bungalow door het gekwetter en gezang van de vogels en door het gekwaak van een bende eenden die in massa de Amblève verlieten om op de grasperken tussen de huisjes op zoek te gaan naar eventueel achtergebleven etensresten.  Het park is grotendeel volgeboekt met Nederlandse burgers en jeugdbewegingen (of zijn het scholen?) en - vergeef me deze flauwe cliché – bijgevolg vinden onze eenden geen sikkepit aan achtergelaten of rondgestrooid mensenvoedsel. Ontgoocheld druipen de beestjes dan ook af naar andere grasperken in  de hoop daar iets te recupereren, maar nergens werden door vakantiegangers kliekjes of resten achtergelaten en bijgevolg trekken de waggelende kontjes zich terug naar hun natuurlijke habitat, de Amblève.

    Het is een beetje fris deze morgen en een lichte nevel hangt nog tussen de bomen. Zo typisch voor dit landschap en in december 1944 een van de handicappen die zowel de Duitsers als de onervaren Amerikaanse verdedigers parten speelden. De geschiedenis heeft duidelijk gemaakt dat in eerste instantie de omstandigheden ten voordele waren van de Duitsers die er aldus in slaagden een flinke bres te slaan in de US-defensie, maar later in het voordeel uitdraaide van de geallieerden die daardoor de tijd kregen om gevechtservaring op te doen, te reorganiseren en ervaren versterking aan te voeren.  Het zou de krijgskansen in hun voordeel doen keren ook door de vastberadenheid en competentie van vele plaatselijke lagere bevelhebbers die het heft in handen namen en de moed niet lieten zakken.

    Gisteren namiddag bij aankomst heeft de vrouw verse broodjes en een klein brood besteld voor deze dag. De bestelling gebeurt bij de receptie door het invullen van een klein briefje, de afhaling in de ‘shop’ van het park. Het is echt een klein gedoe waar je slechts het aller-noodzakelijkste kunt vinden; van een potje confituur over een soort oude kloosterkaas naar koffie en koffiefilterzakken. Hij gaat open om 09 uur en sluit al om 12.30 uur. In de namiddag nog even tussen 16 en 18.00 uur en je hebt het gehad voor de dag. Met de verse broodjes begin je dus noodzakelijk je ontbijt ten vroegste rond 09.30 uur.

    Er is ook een restaurant verbonden aan het park, maar die sluit op dinsdag en woensdag, hetgeen betekent dat je voor een weekverblijf al twee dagen elders moet gaan zoeken om van een maaltijd te genieten of dat je moet zorgen voor voldoende eigen voorraad om er een te kunnen klaarmaken. Nu ja, we zijn op vakantie en dus kan een beetje kamperen er niet toe doen…

    Ik heb me voorgenomen in de mate van het mogelijke het een en ander al klaar te maken voor mijn blog, die de laatste tijd nogal wat artikeltjes heeft moeten ontberen door gebrek aan tijd, alhoewel het in mijn hoofd gonsde van allerlei schrijfsels beginnende bij de hoofddoekenverbod door de directie van het atheneum van Antwerpen en Hoboken, de reacties van de imam en zijn ‘volgelingen’ evenals deze van politici en door gewone mensen geuit, maar de tijd…… die seconden die onherroepelijk wegtikken, na zestig klikken een minuut vormen, na driehonderdzestig klikken een uur zijn geworden en zo onverzettelijk en zonder uitstel verder vreten aan het momentum van een mensenleven.

    Gelukkig maar dat we er aan gedacht hebben de cd reeks klassieke muziek van de Knack-collectie mee te brengen. De Carmina Burana jaagt het tempo een beetje de hoogte in, de klanken van Mozart worden een lichtvoetige divertissimo op mijn klavier en Bach sleurt me even terug de diepte mee in, maar het ‘Slavenkoor’ van Verdi wakkert dan weer de zin op om verder te gaan en de meeslepende klanken van een prachtig vioolconcertje brengen de klanken over in een melodische symfonie van lettertjes op mijn scherm. Om maar te zeggen dat muziek niet alleen de zeden verzacht, maar de emotie aanscherpt en tot schepping aanzet, al was het maar van banale teksten zonder hoogdravende literaire waarde zoals er hier ontstaan, ijlende achter mijn cursor die bij iedere toetsaanslag voortschrijdt eveneens in een tijdvretende onregelmatigheid waar het brein even halt roept aan de vingers om na te gaan of de tekst nog leesbaar blijft voor het arme slachtoffer dat zich de moeite getroost om deze proza door te nemen.

    Deze namiddag brengt de rit ons met alle waarschijnlijkheid naar het museum ‘december 1944’ in La Gleize, niet zo heel ver van hier, waar een zorgvuldig gerestaureerde ‘Tiger’-tank staat te pronken in de kleuren van de SS-pantzer divisie. Een impressie van dit bezoek volgt later dan wel in een ander artikel.

    Voor nu is het ‘over’ en ‘out’.

    Trois-Ponts , dinsdag 22 september 2009.

    01-10-2009 om 11:10 geschreven door spitfireleo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ellen N. LaMotte - Het vergeten verhaal van een verpleegster uit wereldoorlog 1

    Het vergeten verhaal van een verpleegster uit wereldoorlog 1

    Gisterenavond (21-09-2009) heb ik het boek ‘Het Kielzog van de oorlog’ van Ellen N. La Motte na twee dagen intensief lezen dichtgeslagen. De ondertitel van het boek definieert het karakter er van ‘Het menselijke wrakhout van het slagveld, gezien door een Amerikaanse hospitaalverpleegster’ en de beschrijvingen door deze dame maken dat je het haast in een adem doorleest.

    Het boek verscheen in 1916 onder de titel ‘The Backwash of War. The Human Wreckage of the Battlefield as Witnessed by an American Hospital Nurse’ en werd uitgegeven door G.P. Putnam’s Sons.

    Het huidige boek – dat 159 pagina’s groot is - werd in 2009 terug uitgegeven in een Nederlandse vertaling door Erwin Mortier die op zoek was naar bronnen voor zijn roman ‘Godenslaap’ en die door de intensiteit van het werk zo onder de indruk was, dat hij het absoluut wou vertalen en heruitgeven. De verdeling er van gebeurt in België door de Standaard-boekhandel voor rekening van de uitgever ‘De Bezige Bij’ uit Amsterdam. (ISBN 978 90 2344204 2).

    Wie is Ellen Newbold La Motte?

    Ellen wordt in 1873 geboren in het klein stadje Louisville in de staat Kentucky. Ze volgt blijkbaar een studie als verpleegkundige en zoals vele jonge Amerikanen wil ze bij het uitbreken van de oorlog in 1914 niet afzijdig blijven, maar haar talenten inzetten bij de verzorging van oorlogsslachtoffers. Ze trekt naar Parijs waar ze zich aanmeldt bij het Hôpital Américain in Neuilly. Als daar meer dan voldoende kandidaten aangemeld zijn, zoekt ze naar een alternatief. Ze leert er Mary Borden kennen die de leiding van de verpleegkundige staf van een Frans legerhospitaal op zich genomen heeft. Ellen gaat daar in 1915 als vrijwillige verpleegster aan de slag. De ligging van het hospitaal wordt door Ellen nergens vermeld, maar door de biografie van Mary Borden kunnen we afleiden waar alles plaatsgreep waarover La Motte schrijft. Borden was namelijk directrice van het Hôpital Chirurgical Mobile n° 1 dat zich in Roesbrugge of althans in de buurt daarvan bevond. Roesbrugge is thans een deelgemeente van Poperinge.

    Blijkbaar gaat het hier om een soort eerste hulp post – redelijk dicht bij het front – waar de gekwetsten de eerste zorgen ontvingen om daarna hetzij na voldoende herstel terug naar het front gestuurd te worden, hetzij doorverwezen te worden voor volledig herstel naar een hospitaal in het hinterland.

    Door de toestanden die ze meemaakt, zal Ellen het niet te lang volhouden en na een jaar – in 1916 – verlaat ze de dienst om te vertrekken naar China.

    In 1902 was ze afgestudeerd aan het zeer bekende en befaamde Johns Hopkins Hospital-instituut in Baltimore. Haar intelligentie en organisatietalent brengen haar aan de top wegens haar uitmuntende uitbouw van een gezondheidnetwerk – vooral op het gebied van de behandeling van tbc – waarbij ze nadrukkelijk de zelfstandigheid van de verpleegkundigen ten opzichte van de geneesheren bepleit.
    Over deze periode schrijft ze een boel ‘The Tuberculose Nurse’ dat algemeen aangenomen wordt als een baanbrekend werk in de geschiedenis van de verpleegkunde.

    Haar confrontatie met de inerte en zelfvoldane hiërarchie van de Franse medische dienst tijdens haar verblijf aan het Westelijk front, maakt haar zeer ongelukkig en de ontgoocheling omdat haar medische expertise door dit korps – dat alleen de militaire structuren toepast -  met onverschilligheid wordt behandeld, zullen meer dan waarschijnlijk mee aan de basis liggen van haar vertrek naar China.

    Het boek

    Het boek bestaat eigenlijk uit de samenbundeling van verschillende artikels en waarnemingen van deze Amerikaanse verpleegster. Ze observeert zeer scherp wat er allemaal gebeurt en schrijft in een bijtende sarcastische trant haar belevenissen aan het front en in het hospitaal.

    De zeer drukke periodes als gevolg van geallieerde of Duitse aanvallen worden afgewisseld met tijden van niets doen en van verveling. Het geeft haar zelfs de gelegenheid om enkele ‘toeristische’ trips maken waar ze zelf slachtoffer wordt van blinde bombardementen door Duitse lange afstandskanonnen die moeiteloos 30 kilometer overbruggen. Ze leert dat deze moordwapens slechts vier schoten achter elkaar kunnen afvuren en dan gedurende een vol uur moeten afkoelen alvorens aan het volgende salvo te kunnen beginnen. Ze heeft een onnoemelijke schrik van deze en andere granaten en verstaat soms niet dat andere mensen daar zo kalm kunnen onder blijven.

    Soms moet je haar verhaal lezen met begrip van haar cynisme, vooral als ze begrippen als heldhaftigheid en heldenmoed door de kam van het sarcasme haalt. Haar vaststellingen zijn echter niet mis: naar de slachtbank gaan alleen de eenvoudige mensen die geen relatie hebben om een postje vrij van loopgraaf te bemachtigen en het officierenkorps is alles behalve medelevend en correct.

    Ze beschrijft het zo: “Er ligt smerig bezinksel op de bodem van de meeste zielen. Oorlog, hoe groots ook, is niet noodzakelijk een zuiveringsproces dat mannen en naties loutert, er bestaat volk genoeg dat je de nobele kanten beschrijft, de heroïsche kant, de geëxalteerde kant van de oorlog. Ik moet beschrijven wat ik gezien heb, de andere kant.”

    En dat doet ze dan ook. Wat anders te denken van volgende passage?

    ‘Toen hij het niet langer verdroeg stak hij een revolver in zijn mond en vuurde af, maar hij maakte er een knoeiboel van. De kogel blies zijn linkeroog weg en nestelde zich ergens onder zijn schedel, dus takelden ze hem in een ambulance en brachten hem, vloekend en schreeuwend, naar het dichtstbijzijnde veldhospitaal. De tocht verliep met dubbele snelheid, over de ruwe Belgische wegen. Om zijn leven te redden moest hij zonder oponthoud het ziekenhuis bereiken en mocht hij terwijl ze met die halsbrekende snelheid voortraasden een doodsmak maken, dan was dat niet erg.Zoveel was duidelijk. Hij was een deserteur, en tucht voor alles. Hij moest verpleegd worden tot hij weer gezond was, voldoende hersteld om hem tegen een muur te zetten en dood te schieten. Dit is oorlog. Zulke dingen gebeuren ook in vredestijd, maar niet zo duidelijk.’

    De censuur

    Het zal diegenen die bekend zijn met de geschiedenis van oorlogen, niet verbazen, maar in Engeland en in Frankrijk werden haar artikels en het boek onmiddellijk verboden. In deze landen moest het blazoen van patriottisme en heldendom ongeschonden blijven en hoog in het vaandel gedragen worden. Er was geen plaats voor de beschrijving van de vunzige, smerige en pijnlijke werkelijkheid. Er was geen ruimte voor een mogelijk defaitisme, het kanonnenvoer moest zonder veel tegenspraak het gordijn van dodelijke kogels en granaten ingestuurd worden en aangemoedigd door het al of niet postuum uitreiken van medailles met daaraan verbonden de uitkering van een armzalig oorlogspensioen voor de nablijvende familie.

    Terzijde van dit boek moet gezegd worden dat dit een algemene trend was en de manschappen kregen dan ook het absolute verbod naar huis te schrijven over de moeilijkheden die ze ondervonden en het lijden dat hiermee gepaard ging. Het was hen eveneens verboden om foto’s of filmen te maken. De foto’s en filmen die heden ten dage ter beschikking staan zijn dan ook meestal in scene gezet om het heroïsche van de manschappen te duiden en te benadrukken. Gelukkig toch dat het sommigen desondanks lukte om opnames te maken van de werkelijke toestanden en dat ze er in slaagden die op een sluikse manier naar hun land te smokkelen, zo krijgen we sporadisch toch een impressie van de smerige werkelijkheid.

    In Amerika werden de artikelen van Ellen La Motte wel gepubliceerd tot op het tijdstip dat dit land eveneens betrokken geraakte in de oorlog. Elke publicatie was van dan af verboden, ook daar moest de werkelijkheid, de vunzigheid, de smerigheid van deze onmenselijke oorlog plaats ruimen voor patriottisch heroïsme. De geschiedenis werd dus weerom geweld aangedaan, zogezegd ‘for the good cause’.

    Het besluit
    Iedereen die begaan is met de geschiedschrijving van deze onmenselijke periode, heeft er belang bij dit boek te lezen om een impressie te krijgen van de werkelijkheid van de feiten. In die zin is de vertaling door Erwin Mortier een belangrijke bijdrage aan de geschiedenis. Erwin Mortier heeft zijn  best gedaan om ook in de vertaling de geest van Ellen La Motte ongeschonden weer te geven, hetgeen op zich zelf al een hele verdienste is waarvoor we hem mogen feliciteren.

    De onverschillige officier, de generaal die in de gauwte een medaille komt uitreiken, de kilheid van het medisch korps komt er bekaaid van af, maar de gewone man, zonder enkele voorspraak noch relatie, is het echte slachtoffer van een wereldbrand die in gang werd gezet door leidinggevende mannen zonder enige scrupules voor redenen die het vechten niet waard waren.

    Dat is de werkelijke conclusie die niet alleen bij dit werk, maar uit iedere oorlog mag getrokken worden: geen enkele politieke, geografische of andere reden is het waard dat er mensen voor gedood worden.

    Alleen daarom is het belangrijk dat we niet vergeten, om te vermijden dat de mensheid terug hervalt in fouten die de dood van veel te veel onschuldigen met zich meebrengt. Er is immers niets heroïsch aan het creperen op een slachtveld of als burgerlijk slachtoffer van niets ontziende terreur.

    01-10-2009 om 11:09 geschreven door spitfireleo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Topiaires (snoeivormenpark) van Durbuy

    De topiaires van Durbuy

    Op onze terugreis na een weekje vakantie, deden we een kleine omweg langs het kleinste stadje ter wereld. In de week hadden we van een dame in La Roche vernomen dat daar een uniek snoeivormenpark te bezichtigen was: de topiaires. Het park is gevestigd in de Rue Haie Himbre, 1 in 6940 Durbuy en is gelegen juist buiten het centrum en na de brug over de Ourthe.

    Vermits in Durbuy alle parkingplaatsen betaalbaar zijn en met meters die om de zoveel tijd moeten gevoed worden, is de parking van het park een oplossing voor bezoekers die langer in het stadje willen verblijven zonder telkens terug te moeten lopen naar hun wagen om de parkeerautomaat van nieuwe munten te voorzien en het etiket zorgvuldig achter de voorruit te leggen. Je kan er immers een hele dag parkeren voor de som van 3,5 euro. Hiervoor ga je naar de kassa van het park en ontvang je – na betaling uiteraard - een jeton die je op eender welk moment van de dag toelaat de parkeerplaats te verlaten. Een uitmuntende oplossing voor de bezoeker die op zijn gemak wil wandelen, genieten van een uitstekende gastronomie en hierbij verlost wil worden van kopzorgen omwille van een parkingticket. En warom dan niet van de gelegenheid gebruik maken om het park eens te bezoeken? Het is echt de moeite waard! Een impressie vind je terug in mijn fotoalbums als je volgende link aanklikt: http://fotoalbum.seniorennet.be/spitfireleo/topiaires_in_durbuy .

    Een woordje over de stad Durbuy

    Durbuy, het hart van de « Terre de Durbuy », was belast met de verdediging van het territorium van de graven van Luxemburg (die seder Henri de Blinde eveneens graaf van Durbuy waren) tegen het Prinsdom Luik en de Abdij van Stavelot-Malmédy die alhoewel buren ook vijanden waren. Daarom ook dat men er een kasteel aantrof, dat gebouwd was op een rotsachtige hoogte omringd door de Ourthe en omgeven door een vestingsmuur die het kasteel en het stadje dat er zich had ontwikkeld, moesten beschermen. Durbuy ontvangt de stadzegel in 1331, wanneer koning Jan I van Bohemen, Graaf van Luxemburg, aan de burgers van Durbuy bepaalde privilegies toestaat in een vrijheidscharter. Deze gunst werd niet toegestaan omdat Durbuy een belangrijke en omvangrijke plaats was, maar omdat het een centrum voor handel en rechtspraak was. Durbuy bevond zich op dat ogenblik immers aan de noordelijke grens van Luxemburg en kon daardoor aanvallen van buitenaf verwachten. Vermits alleen een stad over een leger mocht beschikken en om te vermijden dat hij veelvuldige verplaatsingen van zijn troepen naar het noorden zou moeten uitvoeren, verleende koning Jan I van Bohemen de stadstitel.

    Men weet niet veel over de oorsprong van de stad die naar alle waarschijnlijkheid teruggaat tot aan de Middeleeuwen. Het grondgebied van Durbuy is misschien wel een oude groot Karolingisch domein. Terwijl talrijke dorpjes van de streek hun oorsprong vinden in de VIIIe et IXe eeuw, verschijnt Durbuy slechts officieel in de geschiedenis in de XIe eeuw : Come Henricus de Dolbui castello (de graaf Henri van hetkasteel van Durbuy, geschreven vermelding van 1078). (Bron Wikipedia)

    In oktober 2007 kree de stad een vermelding  van de Eurposese gemeenschap omwille van haar inspanningen voor de uitbreiding van het toerisme.
    Je vindt er o.a. heel wat accommodaties voor adventure en kayak evenals een labyrint.

    Op gastronomisch vlak vind je een hele reeks restaurants en andere eetinrichtingen die een goede en gevarieerde keuken aanbieden in alle klassen van prijzen. Opvallend is tevens dat alle menu’s en andere informatie eveneens in het Vlaams opgesteld zijn en als de bazen en bedienaars horen dat je Vlaams spreekt, zullen velen je in die taal kunnen te woord staan. Dit is een hele verandering in vergelijking met de ervaringen van enkele jaren geleden.

    Het Topiaires

    Volgens de brochures betreden we het grootste snoeivormen park ter wereld dat voor het publiek opengesteld wordt. De oppervlakte is 10.000 m2 en bestaat het uit 250 verschillende snoeivormen. Deze vormen hebben uiteraard allemaal al enkele lentes achter de rug vooraleer ze het uitzicht krijgen dat ze nu vertonen. Gemiddeld zijn de planten 40 jaar oud, maar enkele bezitten toch al de respectabele pensioensleeftijd van 60 jaar, terwijl er tevens een paar zijn die al een eeuwfeest achter de rug hebben en 120 lentes tellen. Dat dit allemaal een zorgvuldig onderhoud en opvolging vereist, staat buiten kijf. Voor 95% bestaan de gebeeldhouwde struiken uit buxushaag (buxus sempervirens, de andere werden dan weer gemaakt uit cipressenbomen (Cypresso, cyparis en leylanii).

    In de tuin vind men ook 23 tuintjes met aromatische en geneeskrachtige kruiden. Iedere plant heeft een eigen identiteitskaart die de specifieke eigenschappen er van vermeldt. 106 buxusbollen leiden u naar de tuin van de priester waar een biddende persoon knielt voor een kruis. Hier vindt u tevens de 7 elementen die niet mogen ontbreken in de tuin van een priester. Kent u ze?

    -          Groenten en fruit om meneer pastoor te voeden,

    -          Bloemen om de kerk te versieren,

    -          Geneeskrachtige planten, want de priester verzorgde niet alleen de geest,

    -          Water om de tuin te begieten en voor de vogels,

    -          Buksbomen als symbool voor de eeuwigheid, en

    -          Tenslotte druiven voor de miswijn.

    Interessant  is ook het parkje rond een reuzen olifant, waar een aantal kleine tuintjes door de kinderen kunnen bewerkt worden en waar ze traditionele werken van de tuinier mogen uitoefenen: omspitten, zaaien, onkruid wieden, geultjes maken, planten en oogsten. Ook hier zijn enkele druivenranken voorzien die kunnen dien als aanvulling als meneer pastoor zijn voorraad niet voldoende zou blijken.

    Topiary (uit de brochure van Atelier Environnement)

    De naam Topiary dateert uit de Romeinse periode. De kunst van het snoeien van plantaardige structuren wordt al beoefend in de eerste eeuw na Christus. De tuinmannen van Plinius, een Romeinse schrijver, snoeien de initialen van hun meester in buksbomen. De Romeinen beeldden ook wilde dieren en mythologische figuren uit.

    Na de Romeinen wordt deze kunst vergeten en ze daagt enkel weer op in de Renaissance. In de Engelse en Franse tuinen treft men dan veel buksbomen in geometrische vormen aan.

    In de 17de eeuw wordt het weer erg populair, vooral in Engeland, Frankrijk, Italië en Nederland, maar dan vooral als tijdverdrijf voor amateurs. Beroemde tuinarchitecten misprijzen het.

    Wellicht krijgt u door het bezoek aan het park een idee van het breekbare evenwicht tussen wat de mens onderneemt en het natuurlijk milieu. Dat is alleszins de bedoeling van het “Atelier Environnement”, de beheerder van het park.

    De diversiteit van alle leven (biodiversiteit) is een globaal gegeven. Het slaat op een grote verscheidenheid van planten- en diersoorten, van ecosystemen en van de ecologische processen waartoe deze behoren. Het beslaat alle levende organismen, wild of getemd, en alle ecosystemen.

    Dankzij dit bezoek heeft u hopelijk een idee van hoe deze biodiversiteit en de ruimte die door mensenhanden wordt omgevormd, kunnen samengaan. Iedereen kan individueel of in groep meewerken aan een duurzame ontwikkeling van het milieu.
    ASBL (VZW) Atelier Environnement – Rue de La Laiterie 5 – 6941 TOHOGNE

    Besluit

    Al bij al een interessante ervaring waar je in bewondering moet staan van het geduldige en kunstige werk dat de tuinman(nen) hier ten toon spreiden.

    Aan het park is eveneens een cafetaria verbonden, dat spijtig genoeg slechts geopend is tijdens de schoolvakanties en de weekends. Er is wel een zelfbedieningsruimte waar je koude en warme dranken uit de automaat kan halen evenals wat snoep.

    28-09-2009 om 17:09 geschreven door spitfireleo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Clip - Ik koop je een roos iedere dag
    Klik op de vetgedrukte link

    <div style="margin-top:25px;margin-bottom:25px;"><object width="640" height="455"><param name="movie" value="http://www.youtube.com/v/Hx-yqFLeUeY&autoplay=1"></param><param name="wmode" value="transparent"></param><embed src="http://www.youtube.com/v/Hx-yqFLeUeY&autoplay=1" type="application/x-shockwave-flash" wmode="transparent" width="640" height="455"></embed></object><br><a target=_new href="http://www.clippagina.nl">Zet JOUW favoriete clip ook op JOUW site!</a></div>

    20-09-2009 om 17:57 geschreven door spitfireleo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.acda en de Munnik - De glimlach van een kind - clip
    Druk op de vetgedrukte link en kijk naar de clip, luister naar het lied.

    <div style="margin-top:25px;margin-bottom:25px;"><object width="640" height="455"><param name="movie" value="http://www.youtube.com/v/YrSbYDG5vb0&autoplay=1"></param><param name="wmode" value="transparent"></param><embed src="http://www.youtube.com/v/YrSbYDG5vb0&autoplay=1" type="application/x-shockwave-flash" wmode="transparent" width="640" height="455"></embed></object><br><a target=_new href="http://www.clippagina.nl">Zet JOUW favoriete clip ook op JOUW site!</a></div>

    20-09-2009 om 17:50 geschreven door spitfireleo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sport is gezond en de trofee van de fair play gaat naar!!..

    Sport is gezond en de trofee van de fair play gaat naar……..

    Zondag 30 augustus 2009. Op het veld van Anderlecht gaat de beladen match door tussen de regerende landskampioen Standard en de veelvoudige landskampioen Anderlecht. De Standard-speler en uittredend gouden schoen Axel Witsel, gaat hard in op de aanvallende Wasilewski. De voet van Witsel blijft hoog hangen en bij het neerkomen komt hij volop op de kuit en scheenbeen van de Pool terecht. Dubbele open kuit- en scheenbeenbreuk is het gevolg van deze drieste interventie.

    Iedereen is het over eens dat dit niet kan op een voetbalveld, de verontwaardiging en de verbijstering tekenen zich af op vele gezichten. Witsel verdwijnt met een rode kaart naar de kleedkamer en volgt de wedstrijd verder vanuit de tribunes. Wasilewski wordt afgevoerd op een brancard richting kliniek en zal vermoedelijk voor minstens een jaar out zijn of voor altijd zijn loopbaan geëindigd zien.

    De hele zondagavond en maandag is het gebeuren het onderwerp van gesprekken, interviews op radio en T.V. en artikels in de geschreven pers.

    Jelle Van Damme verklaart dat de schuld van het hele gebeuren ligt bij de scheidsrechter. Arme Nzolo! Al enkele keren de kop van jut bij het fluiten van fouten tegen grote ploegen want die voelen zich dan gezocht. Al meerdere keren de sigaar als hij fluit ten nadele van kleinere clubs, want dan blijkt hij een vriend te zijn van de groten.

    Wat zal het nu zijn? Zoekt hij de grote ploegen of is hij er juist de vriend van? Voor zover ik het zo wat kan volgen, is de heer Nzolo een van de betere arbiters, met dien verstande dat het een mens van vlees en bloed blijft en dus eveneens onderhevig is aan goede en slechte dagen. Maar dat hij schuld zou dragen aan de beenbreuk van Wazilewski, is een brug te ver, mijnheer Van Damme. Niet hij begin de fout, maar uw collega – ook in de nationale ploeg – Axel Witsel! Hij was het die zonder nadenken als een stormram inging op de aanval van uw ploegmaat. Hij was het die onbesuisd de tackle aanging, hij en niet Nzolo!

    Dergelijke interventie hoort niet thuis op een voetbalveld! Heeft Witsel dit opzettelijk gedaan? Ik durf te hopen van niet, want indien dit wel het geval is, dan kan er maar een sanctie van toepassing zijn: voor altijd verbannen van een voetbalveld!
    Indien hij niet opzettelijk handelde – en ik wil geloven dat dit zo mag geïnterpreteerd worden – dan verdient hij uiteraard een gepaste sanctie, maar eveneens een degelijke psychologische begeleiding. Misschien zou een werkstraf van een tamelijk lange periode in een kliniek op de afdeling breuken een helend effect kunnen hebben en een inzicht in de menselijke(on)verantwoordelijkheid. Misschien ook niet, dit is voer voor psychologen en andere zielknijpers.

    Een ex-Standard-speler – Philippe Leonard – bestaat het te zeggen dat Wasilewski zijn verdiende loon heeft gekregen. Wat voor een uitleg is dat? Het is niet omdat Wasilewski een kwalijke reputatie heeft en nogal eens met zijn ellebogen durft te werken, dat zijn been moet gebroken worden en zijn verdere loopbaan op het spel moet gezet worden. Op die manier neemt men geen weerwraak. Voor de bestraffing van overtredingen zijn er scheidsrechters aanwezig. Men neemt het recht in ons systeem NIET in eigen handen!! De sharia is in onze contreien nog niet van toepassing naar mijn weten! De stelling van de heer Leonard verdient dan ook volledige afkeuring en ik zou het gepast vinden, moest hij hiervoor gesanctioneerd worden.

    Een van de Standard-spelers kwam op T.V. zeggen:’jullie vergeten dat Witsel ooit eens slachtoffer was van Wasilewski. Die plantte zijn studs in de rug van Axel en je ziet daar nog altijd de littekens van!’
    Waar hebben we het hier over? Wraak dus? Opzettelijke fout? Ik mag er niet aan denken.

    Als men probeert de feiten objectief te ontleden, dan moeten er toch wel enkele vaststellingen gedaan te worden:

    -          Lang op voorhand al werden de gemoederen van spelers, bestuur en supporters opgehitst door alle mogelijke stellingen, geruchten, interviews en media-informatie. Anderlecht-Standaard: dat was OORLOG! En ik die dacht dat voetbal een SPEL was. Even verkeerd gedacht zeker? Naïef van mij waarschijnlijk.

    -          De financiële belangen liggen veel te hoog. Niet alleen voor de clubs, maar evenzeer voor de spelers waarvoor winnen een kwestie van leven of dood wordt. Of anders gezegd een kwestie van veel of weinig verdienen. Op korte tijd rijk worden of in de middenmoot blijven. Het wordt meer dan hoogdringend dat men zich in de sportmiddens gaat bezinnen over de financiële aspecten van hete spelletje. Transferbedragen lopen de pan uit, lonen worden astronomische bedragen die niet meer in verhouding staan tot de verdienste!

    -          Als neveneffect van dit centencircus heb je de vergoelijking van de foutenlast. Sportlui wordt bijgebracht hoe ze de tegenstrever kunnen hinderen, stoppen zonder dat de scheids het opmerkt. Fair play blijft vooral beperkt tot het insigne op de arm van het shirt. Reclameren  en zijn gelijk willen halen bij de arbiter als men duidelijk in de fout is gegaan, is de regel geworden, niet de excuses naar de tegenstrever toe die men bezeerde of hinderde op een geniepige manier.

    -          Sportcommentatoren hebben de neiging dergelijke fouten goed te spreken – zolang het maar geen been- of andere breuk wordt.

    -          En de arme eenzaat die over het veld crost en tracht alle onheil te voorkomen, wordt beladen met alle zonden Israëls alhoewel hij ook maar een mens is met alle beperkingen van dien. Twee ogen die alles moeten proberen in het oog te houden, rondom, zelfs achter zijn rug! Ga er maar eens voor staan?!

    Zijn er oplossingen? Uiteraard zijn er oplossingen. Ze zullen niet alles van de velden verwijderen, maar ze kunnen toch een halt toe roepen aan de niets ontziende brutaliteit die er nu heerst.

    -          Beloon de meest faire speler haljaarlijks of trimestrieel met een flinke geldelijke beloning.

    -          Neem hem die af als hij daarna zwaar in de fout gaat.

    -          Zet twee hoofdscheidsrechters op een veld, een op iedere helft en laat toe dat er raadplegingen gedaan worden van de opnamemachine.

    -          Sanctioneer niet gefloten vuile fouten op basis van opgenomen beelden. Niet alleen met een schorsing maar tevens met de betaling van een persoonlijke boete die op geen enkele wijze mag gedragen worden door de club of enig ander persoon.

    -          Trek vlugger een rode kaart bij ernstige overtredingen. Let vooral op de fouten binnen de rechthoek bij het trappen van vrije schoppen en corners. Het duwen en trekken aan ledematen of kledingsstukken moet maar eens gedaan zijn.

    -          Beloon spelers die toegeven dat ze de bal nog raakten voor hij over de lijn ging. En zorg er voor dat faire spelers elke zondag in beeld worden gebracht.

    Sommigen zullen beweren dat dergelijke manier van handelen een match kapot maakt. Laat het dan zo maar zijn, als dit consequent volgehouden wordt, dan zullen spelers met de tijd misschien terug plezier krijgen op veld en wordt voetbal wat het hoort te zijn: een spel waar je de ene keer wint en de volgende dan weer verliest.

    Mogen we hopen op wat redelijkheid vanwege de clubs en de beleidsmensen? Zoals Will Tura het zingt: ‘hoop doet leven’.

    Zolang de mentaliteit niet verandert, zien ze me nooit meer op een voetbalveld.

    01-09-2009 om 02:20 geschreven door spitfireleo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Justitie onder vuur!

    Justitie onder vuur!

    Situering van het probleem

    De Fortis-bank springt verder dan haar stok lang is, vooral omwille van ambitie om de grootste te worden in dit land en valt als slachtoffer van de sneeuwlawine die de internationale kredietinstellingen meesleurt in een genadeloze ramp.

    De grote baas van het Fortis imperium, Maurice Lippens, heeft duidelijk zijn hand overspeelt wanneer hij de Nederlandse AMRO bank wil naasten. De grootste slachtoffers zijn in eerste instantie waarschijnlijk de vele personeelsleden die – aangespoord door hun leidinggevende managers – hun spaartegoeden hebben geïnvesteerd in hun bank. In tweede instantie volgen uiteraard de vele kleine spaarders die -  omwille van de gecertificeerde veiligheid van deze kredietinstelling en de reclame door de haute finance wereld gesteund door de nationale instanties – hun geld belegden in allerlei producten met veelbelovende winstperspectieven. In derde instantie zullen er wel groot kapitalisten zijn die omwille van traditie en misschien wel vanuit de familie, meegegaan zijn in het financieel avontuur van de Fortis-moloch en die nu eveneens de kwalijke gevolgen ondervinden van het tomeloze speculeren door de leiders van de grootbank. Dat Maurice Lippens veel zou verloren hebben, blijft blijkbaar een zorgvuldig bewaard geheim en de man is zo te zien met stille trom een verborgen rustplaats gaan opzoeken. Van zijn kant blijft het alleszins zeer stil en ‘low profile’.
    Met zekerheid is dat de Belgische belastingsbetaler de grote ‘dupe’ is van het hele gebeuren. Niet alleen Fortis duikelde fors naar beneden, maar ook tal van concurrenten zoals o.a. Dexia en KBC om er maar twee te noemen, gingen kopje onder en allen moesten door een massaal investeren en waarborg geven vanwege de overheid gered worden. Je kan moeilijk een zwaardere rugzak aan financiële problemen laten dragen door de gemeenschap.

    Het is uiteraard niet de bedoeling in deze blog de randfenomenen te bespreken van het hele gebeuren. De zogenaamde intrusie van de wetgevende macht in de rechterlijke macht, kostte het hoofd en de job van de toenmalige eerste minister, Yves Leterme – die ondertussen internationaal floreert als nieuwe minister van buitenlandse zaken – en zijn compagnon de route, Van Deurzen, die als minister van Justitie zijn matten mocht oprollen en plaats ruimen voor de West-Vlaamse Stefaan De Clercq. Maar daarmee was duidelijk de kous niet af.

    Een rechter in opspraak

    In de uitlopers van de Fortis-affaire komt mevrouw Francine De Tandt – voorzitter van rechtbank van koophandel te Brussel – in het vizier. Niet alleen zou ze in de uitspraken omtrent de Fortis-zaak in eerste instantie gevonnist hebben in het voordeel van de Belgische staat, maar bovendien zou haar integriteit in het gedrang zijn omwille van enkele dubieuze uitspraken ten voordele van de cliënten van de advocaat Peeters. Deze zou o.a. eveneens de belangen behartigen van een persoon die in der tijd een bedrag van 500.000 euro zou geleend hebben aan de broer van de rechter – die trouwens borg stond voor deze lening. Vermits er problemen opdoken in verband met de terugbetaling van deze lening, vermoedde men dat de rechter – als een soort tegenprestatie – een tweetal keren ten gunste van de lener had gevonnist.

    Indien dit het geval zou zijn – en hopelijk kan een objectief onderzoek hieromtrent uitsluitsel brengen – dan getuigt het van weinig deontologie vanwege mevrouw De Tandt om een proces te vonnissen waarbij ze zijdelings belangen had of op zijn minst betrokken was. Ze had zich bijgevolg van deze processen moeten distantiëren en zich laten vervangen door de hiervoor in aanmerking komende magistraat.

    Erger is echter dat uit allerlei commentaren van met justitie betrokken personen – die meestal off the records hun mededelingen doen – zou blijken dat de betrokken rechter incompetent  zou zijn.
    Desondanks een negatief advies en een gerechtelijk onderzoek dat ten hare laste werd gevoerd ten tijde van de benoeming, werd ze benoemd door de toenmalige minister van justitie – mevrouw Onckelinckx -  met de goedkeuring van de Hoge Raad voor Justitie (HRJ). Deze HRJ werd in het tijdperk Dutroux in het leven geroepen om juist de integriteit en de capaciteit van de rechters te beoordelen alvorens een benoeming toe te staan. Dat mevrouw DeTandt de enige kandidate was, doet niets ter zake. In de carrièreplanning van andere magistraten kwam het ogenblik blijkbaar ongelegen om te solliciteren naar deze baan ofwel hadden ze andere en betere perspectieven voorgespiegeld gekregen. Wie zal het nu nog kunnen uitmaken? Het is alleszins duidelijk dat – indien de kandidate professioneel niet voldeed aan de vereiste criteria – de benoeming niet mocht doorgaan en een nieuwe kandidatuurstelling moest geopend worden.

    Doofpotoperatie of niet?

    De grote baas van de opsporingspolitie – Glenn Audenaert – moest overgaan tot het schriftelijk informeren van de minister van justitie op basis van een wetsartikel dat dit mogelijk maakt, zodat de minister zijn positief injunctierecht zou kunnen doen gelden. De geruchtenmolen was van dergelijke omvang dat niet meer kon gezwegen worden over de feiten en een objectief onderzoek zich opdrong. Dat hiervoor een uitzonderlijk wetsartikel moet gebruikt worden om recht te doen geschieden, is dus een veeg teken aan de wand, want het betekent immers dat men ofwel in de hiërarchie van mevrouw De Tandt uiterst slordig of nalatig is te werk gegaan ofwel dat men inderdaad dacht aan de bescherming van het systeem. Nalatigheid, schuldig verzuim of doofpotoperatie, wat er ook van zij, het is nu aan justitie om te bewijzen dat rechtspraak op een eerlijke manier kan gevoerd worden en dat er bijgevolg noch sprake is van bescherming, noch van een klassenjustitie, noch van een misplaatst favoritisme.

    Ontslag, mijnheer de minister?

    Uiteraard poneert de oppositie, vooral onder de mokerslagen van voormalig minister van justitie Renaat Landuyt , dat de huidige minister – die nota bene afkomstig is van dezelfde provincie maar helaas uit een andere partij – dan maar ontslag moet nemen. Stefaan De Clercq heeft sinds zijn aanstelling met hindernissen, al heel wat tegenslagen moeten incasseren waarvoor hij echt geen schuld draagt. Men moet in die zaken eerlijk en objectief blijven! In het Canvas-programma ‘Terzake’ op maandagavond, gaf eerste minster Herman Van Rompuy weinig hoop voor een vlugge doorbraak. Zelfs al zijn er reeds voorliggende plannen, dan nog moeten deze door het parlement geloodst worden vooraleer ze in werking kunnen treden. Dit is een kwestie van maanden eerder dan van weken.

    De roep om een volledige hervorming van justitie is dan ook overtrokken. Dat er bepaalde veranderingen moeten gebeuren lijkt me evident en ze moeten verder dragen dan het coördineren van een wet. Ze moeten het naar mijn mening wel mogelijk maken dat de wetgeving wordt herlezen zodat overlappende teksten en wetten kunnen uitgezuiverd worden en bovendien is het hoogst dringend dat wetsartikelen en de er aan gekoppelde straffen gemoderniseerd worden. Het lijkt me hoogst noodzakelijk dat men nu eens werk gaat maken van de evaluatie van de misdrijven en dat men de strafuitvoering in overeenstemming brengt met deze misdrijven en met elkaar. Sommige misdrijven worden met een belachelijk grote straf bedacht, terwijl andere – die toch wel ergere vormane aannemen – het mogen stellen met een belachelijk minimale straf. Daarenboven moet men de wetten eveneens herzien en aanpassen in verband met eventuele procedurefouten. De mensen op het terrein die de interventies en onderzoeken verrichten, hebben vaak weinig tijd om beslissingen te treffen en hebben al helemaal geen computer noch secretariaat ter beschikking om de zaken perfect te doen verlopen. Over bepaalde procedurefouten zou dus best door een speciale rechtscommissie of rechtbank moeten geoordeeld worden. Fouten die geen invloed hebben op het verdere objectieve verloop van de rechtsgang, zouden dan ofwel moeten kunnen aanvaard worden of uit de rechtszaak gehaald, zonder dat daarvoor het hele proces in het water valt. Het zou alleszins het aantal procedure-advocaten verminderen en er voor zorgen dat daders van misdrijven niet meer op vrije voeten worden gesteld omwille van een procedurefout die verder geen fundamentele invloed heeft op de rechtsgang. De burgers van dit land vragen rechtszekerheid en bestraffing van misdrijven die de maatschappij belasten en benadelen. Jan met de pet heeft geen boodschap aan zogenaamde procedurefouten die gangsters vrij spel geeft, alhoewel hun schuld duidelijk vaststaat.

    In mijn vorige loopbaan heb ik nogal wat contact gehad met – vooral – substituten van de procureur des konings en ik moet eerlijk bekennen dat ik dikwijls medelijden had met deze personen. Het aantal dossiers en de enorme pakken papier die hun bureau en de vloer van hun kantoor bevolkten waren niet van aard me gerust te stellen over de gevolgen van de gerechtelijke dossiers die er lagen. Vele van deze magistraten waren competent, zeer begaan met hun taak en vol goede wil, maar soms had ik de indruk dat ze niet anders konden dan pompen  of verzuipen.

    Hervormen? Hoe en wat hervormen?

    Wellicht moet in het kader van een hervorming ook daar eens aandacht aan geschonken worden. Een performant informatiek systeem gekoppeld aan moderne middelen, kan dit zeker verbeteren. Misschien moet er ook maar eens aan gedacht worden om de verlofdagen en het veel te lange reces van het justitieel apparaat te beperken en terug te brengen naar het modale aantal van de doorsnee burger. Het lijkt me niet van deze tijd dat magistraten  meer dan dertig werkdagen verlof hebben, de meeste van mijn landgenoten moeten het stellen met een gemiddelde van 20 dagen. Dat men daar maar eens ernstig over nadenkt! Dezelfde  opmerking zou tevens kunnen gemaakt worden voor de parlementairen, maar dit is een onderwerp van een ander debat.

    In de nasleep van de Codex Napoleon en de Franse rechtspraak hebben onderzoeksrechters in dit land een bijna nergens anders gezien autonomie in hun onderzoek. Ze hebben praktisch geen verantwoordelijkheid af te leggen en voeren hun onderzoek zoals ze het zelf willen en bepalen of ze voeren geen onderzoek. In bepaalde gevallen kan de Raadkamer beslissen dat een onderzoek of een deel er van moet overgedaan worden, maar in de regel zijn de O.R. nogal vrij. Het is dan ook frequent gebruikelijk dat zij hun onderzoeken uitbreiden – al of niet stilzwijgend – naar gelieerde misdrijven of vaststellingen, zodat het onderzoek meer in de breedte uitdijt dan in de diepte. Dit heeft uiteraard gevolgen voor de rechtsgang, maar ook voor de termijn waarbinnen een onderzoek afgesloten wordt. Advocaten van de verdediging zullen dit dan al vlug aangrijpen om de ‘redelijke termijn’ waarbinnen een in beschuldiging stelling moet verricht worden, in vraag te stellen en soms met succes. Het is niet ondenkbaar dat misdrijven aldus verjaren omdat de onderzoekstermijn gekoppeld aan procedureslagen, de zaak zo achteruitstellen dat verjaring kan ingeroepen worden. Dit is uiteraard vooral het geval bij correctionele misdrijven waar de verjaringstermijn van vijf jaar al vlug verstreken is. In sommige gevallen zijn is de verdediging met succes gaan pleiten in Luxemburg voor het Hof voor de rechten van de mens (EVRM) en werd de Belgische justitie veroordeeld omwille van het overschrijden van de ‘redelijke termijn’ waarbinnen rechtspraak moet geschieden.

    Als neveneffect komt nog een ander fenomeen om de hoek loeren. Indien immers alle zijdelings gelieerde zaken in een rechtsgang worden meegenomen, dan is het niet ondenkbaar dat de straffen worden opgeslorpt en dat enkel de zwaarste weerhouden blijft. Een dieptegericht onderzoek zorgt er dan weer voor dat ieder misdrijf afzonderlijk kan berecht worden en dat je dan eigenlijk een optelling van de straffen kan bekomen, hetgeen meer beantwoordt aan de verwachtingen van een bevolking die een neutrale doch rechtvaardige rechtspraak verwacht.

    Besluit

    Dat er hervormingen moeten geschieden bij justitie lijkt evident. Het moet echter doordacht, modern zijn zodat een efficiënte rechtspraak eerder de regel dan de uitzondering is. Incompetente magistraten of magistraten die niet beantwoorden aan de deontologische criteria van het ambt, moeten zonder pardon naar huis gestuurd worden, of belast met bijv. echtscheidingen en andere rechtspraak die geen invloed heeft op een normale rechtsgang.
    De competente magistraten moeten beloond worden met een juiste plaats waar hun inzicht, kennis en toewijding volledig tot zijn recht kan en mag komen.
    De rechtzoekende heeft geen boodschap aan een blinde Vrouwe Justitia die niet open staat voor een rechtvaardige rechtsgang, maar heeft nood aan een blinde Vrouwe Justitia die oordeelt en recht spreekt zonder onderscheid des persoons.
    Kan dit morgen? Neen, want daarvoor is de materie te delicaat. Er moet te werk gegaan worden met voorzichtigheid en stap per stap. Maar morgen kan daar wel een aanzet toe gegeven worden en dat zou al een hoopgevend begin zijn.

    01-09-2009 om 01:24 geschreven door spitfireleo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.België in 1944 (1)

    België in 1944 (1)

    Voorwoord:

    De schoolvakantie is bijna afgelopen en binnenkort zullen de wegen drukker dan druk worden omdat de schoolplichtigen naar hun scholen zullen optrekken, iedere dag weer opnieuw, totdat de volgende vakanties dit ritme zullen onderbreken. Voor sommige kinderen zal het een eerste kennismaking zijn met nieuwe ervaringen:

    -          De kleuters die hun eerste kleuterklasje betreden,

    -          De grotere kleuters die nu de overgang maken naar een eerste leerjaar en bijgevolg geen kleuter meer willen genoemd worden,

    -          De  zesdejaars van de lagere scholen die hun eerste stappen zetten in het middelbare onderwijs en tenslotte de zesdejaars van de middelbare scholen die al of niet aarzelend de overgang moeten verwerken naar hoge scholen of universiteiten. Voor deze laatsten vangt het schooljaar waarschijnlijk aan in oktober, maar toch worden ze al geconfronteerd met hun te wachten staat in die kenniscentra waar het studeren weer helemaal anders zal zijn dan ze ooit meegemaakt hebben.

    Reclameblaadjes vullen de brievenbussen met allerlei aanlokkelijk schoolgerief en de media besteden heel wat aandacht aan de komende eerste schooldag.

    De eerste september valt dit jaar op een dinsdag en de volgende dag – woensdag – mogen ze al een halve dag thuisblijven. Het is school en nog eens school al wat de klok slaagt.

    Toch is de maand september voor het Belgische volk een heel belangrijke maand op een ander – vaak vergeten – vlak. In 1944 was de maand september synoniem aan de bevrijding van ons land door de geallieerden nadat het sedert mei 1940 onder een verschrikkelijke bezetting had geleden onder het juk van de nazi-troepen.

    Vaak wordt dit feit genegeerd of is het in de vergeethoek geraakt, maar ik wil het hier toch nog even oprakelen omdat het heden onlosmakelijk verbonden is aan wat er die tijd allemaal gebeurde. Dankzij de vasthoudendheid van het Britse rijk, de tussenkomst van de industriële grootmacht van de Verenigde Staten en de onnoemelijke offers van de Sovjetlegers, werden een na een de bezette landen terug vrij gemaakt. Dat deze vrijmaking heel wat gevolgen heeft gehad is een geschiedkundig gebeuren dat niet mag vergeten worden, vooral omdat het een impact heeft gehad die tot op onze dagen nog doorwerkt. Landen kregen nieuwe grenzen, het oosten werd met een ijzeren gordijn afgesloten van het westen, nieuwe regimes – de ene democratisch, de andere autoritair – zagen het licht, de vrouwen kregen her en der eindelijk stemrecht en de consumptiemaatschappij begon zijn web te spinnen over de hele vrije wereld. Allemaal stof tot nadenken en filosofie, dat misschien later nog wel eens aan bod komt, maar vandaag wil ik het specifiek hebben over ons eigenste landje.

    Wat voorafging:

    Ondanks de niet al te beste weersvooruitzichten, besluit Dwight (Ike) Eisenhower – bevelhebber van het geallieerd hoofdkwartier – om de operatie Overlord te starten. Deze voornamelijk amfibische operatie had als bedoeling zoveel mogelijk geallieerde troepen aan land te brengen om zo uiteindelijk het naziregime te verdrijven uit alle bezette landen en het land tot overgave te dwingen door het raken op eigen bodem.

    De landingsplaats die door de geallieerde planmakers werd gekozen, lag aan de kusten van Normandië, maar om een succesvol resultaat te garanderen waren er heel wat diversieactiviteiten ontplooid om de militaire leiding van de Duitsers te overtuigen van de oversteek aan het Nauw van Calais. Misleid door de verschillende ondernemingen van de geallieerden was Hitler er heilig van overtuigd geraakt dat de landingsoperatie op die plaats ging gebeuren, dat hij de grootste concentratie van zijn troepen in de omgeving van Calais had gelegerd. Omwille van verschillende pogingen tot eliminatie van de Führer – waarbij de aanslag door Graaf Stauffenberg de doorslag gaf – was hij alle geloof in zijn militaire leiders kwijt en had hij persoonlijk de leiding van het leger op zich genomen. Niet alleen werden pantsertroepen gecentraliseerd in de nabijheid van het Nauw van Calais, maar bovendien mochten geen eenheden verplaatst worden zonder zijn uitdrukkelijke toelating. De eliminatie van bekwame leiders zoals o.a. Maarschalk Erwin Rommel zou hem duur te staan komen en zeker een van de oorzaken zijn van het falen van de Duitse verdediging.

    De Britse paratroepen:

    In een eerste fase zouden paratroepers een belangrijke rol spelen in het succes van de operatie. Ze zouden gedropt worden achter de aanvalsstranden, voornamelijk met de bedoeling te beletten dat vijandelijke versterkingen ter plaatse zouden kunnen komen. Ze moesten tevens bepaalde bruggen en wegen innemen en houden om de aanvallende eenheden de kans te bieden het bruggenhoofd vanaf de stranden uit te breiden en te consolideren. Wanneer nodig moesten ze vijandige versterkte plaatsen neutraliseren en zuiveren van de vijand. Bovendien kon hun inzet de druk verlagen op de verschillende landingsstranden.

    Op 6 juni om 00 uur en 10 precies werden de eerste para’s gedropt. De soldaten van de Britse 6de luchtlandingsdivisie werden aan de oostelijke flank van de invasiestranden ingezet – achter de Canadese invasiestranden met de volgende opdrachten:

    1. De bruggen nabij Bénouville en Ranville – die over de Orne lagen - intact veroveren.
    2. De weg naar de stranden afsluiten voor een tegenaanval met pantsertroepen.
    3. De  Merville Batterij, die Sword Beach bedreigde, veroveren.
    4. Vijf bruggen over de Dives vernietigen, om Duitse troepenverplaatsingen in het oosten te vertragen of beperken.

    Met grote zweefvliegtuigen werden de troepen nabij hun doel gedeponeerd en al onmiddellijk bij de landing raakten de Britten in vuurcontact met de Duitsers van de 716de infanteriedivisie. Toch konden ze de Pegasusbrug intact bezetten en lukten ze er in de kanonnen van de Merville-batterij uit te schakelen. Ze zouden er in lukken alle andere bruggen en tactische doelen eveneens te bezetten en te houden – ondanks een tegenaanval uit het zuiden van de 21ste Duitse Pantserdivisie in de morgen van de 6de juni – totdat ze werden versterkt door de commando’s van het 1st special service brigade onder leiding van Lord Lovatt. Iedereen die de film ‘The Longest Day’ heeft gezien, herinnert zich waarschijnlijk wel de scene waar de versterking arriveert onder de begeleiding van doedelzakmuziek.
    In de eerste dagen trachtten de Duitsers nog wel door verschillende tegenaanvallen de geallieerde troepen te verjagen uit hun posities, maar deze hielden dapper stand totdat ze in de maand september uiteindelijk konden vertrekken omdat ze ondertussen aangevuld waren met verse grondtroepen vanaf de ontschepingstranden. Vanaf 12 juni zouden de Duitsers slechts sporadisch aanvallen verrichten met troepen die ernstig beperkt  werden in hun verplaatsingen en uitgedund waren door de luchtaanvallen van de geallieerde luchtmacht en de acties van het Franse verzet.

    De Amerikaanse paratroepen:

    Voor de luchtlandingsoperaties ten westen van Utah Beach werden de 82ste en 101ste luchtlandingsdivisie ingezet – 14.000 manschappen sterk. Tussen 00 uur 48 en 1 uur 42 werden de eerste drie regimenten van het 101ste gedropt, tussen 00 uur 15 en 2 uur 42 gevolgd door troepen van het 82ste. Door onervarenheid van de piloten en de grote oppervlakte aan onder water gezet gebied – dat door de geallieerde inlichtingendienst niet was gespot – kwamen de troepen zeer verspreid en ongeorganiseerd te land. Vlak voor het aanbreken van de dag landden ook nog eens troepen met zweefvliegtuigen die antitankgeschut en extra munitie aanvoerden en tegen valavond werden nog eens twee artilleriebataljons aangebracht per zweefvliegtuigen met 40 houwitsers die snel zouden ingezet worden.

    Slechts 2.000 mannen van de 82ste en 2.500 soldaten van de 101ste luchtlandingsdivisies kwamen georganiseerd in actie na 24 uur. De anderen zwierven nog rond in vijandelijk achterland en voerden daar gedurende een hele tijd nog afzonderlijke gevechten. Vaak waren de groepen samengesteld uit soldaten van verschillende eenheden, die voor de gelegenheid door doortastende officieren werden samengebracht in gevechtsgroepen van diverse grootte. Het was duidelijk dat de gestelde doelen niet binnen de voorziene termijnen zouden gehaald worden, maar de wanorde bij de geallieerde paratroepen en het ondergezette gebied hadden zo ook hun voordelen. De tot moeras omgetoverde vlakte vormde een natuurlijke bescherming van de zuidelijke flanken van de invasie en ook de Duitsers konden geen oversteek maken. De chaos bij de geallieerde troepen was er tevens de oorzaak van dat de Duitse versterkingen niet te veel durfden bewegen omdat ze geen zicht hadden op de aanwezigheid en sterkte van de Amerikanen. Saint Mère Eglise werd veroverd door de 82ste in de vroege ochtend van de 6de juni en mocht zich daarom de eerste bevrijde stad noemen.

    De amfibische landingen:

    In Ouistreham landde de vierde commando-eenheid onder de leiding van de Vrije Franse Strijdkrachten. De Britten moesten twee batterijen onschadelijk maken, terwijl de Fransen belast werden met de inname van een kazemat en het Casino – dat na grondige versteviging - door de Duitsers werd gebruikt als hoofdkwartier. De gewone infanteriebewapening van de Franse strijders bleek onvoldoende om beide gebouwen te veroveren en voor de uischakeling van het casino werd dan ook beroep gedaan op een Centaur-tank die met zijn geschut er eindelijk in slaagde de verdedigers uit te schakelen. De Britten stelden van hun kant vast dat de beide geschutsopstellingen leeg waren en hun actie was dus vrij vlot gegaan. De verdere afhandeling werd overgelaten aan de achteraankomende infanterie-eenheden en de vierde commando-eenheid vervoegde de troepen van de 6de luchtlandingsdivisie.

    Op Sword beach kregen de Britse aanvallers het zwaar te verduren door Duitse tegenaanvallen waardoor ze zelfs te laat op het tijdschema arriveerden op het strand. Ze kwamen echter wel nog juist op tijd om de brug van Bénouville te helpen houden (zie alinea over de Britse paratroepen), maar verder ging hun opmars veel te traag zodat ze op het einde van de dag slechts 8 kilometer progressie hadden gemaakt en de stad Caen nog altijd in Duitse handen was. Dit zou nog zware gevolgen hebben voor het vervolg van de operaties en maarschalk Montgomery zag zich daarom ook genoodzaakt zijn plannen met betrekking tot de stad te herzien.

    Op Juno Beach landden Canadese en Britse strijdkrachten die onmiddellijk werden geconfronteerd met 11 zware batterijen van 155mm geschut en negen middelzware batterijen met 75mm kanonnen. Goed geplaatste machinegeweernesten, geschutsbunkers, en andere betonnen fortificaties evenals een zeemuur die twee keer zo hoog was als op Omaha Beach, richtten verschrikkelijke slachtingen aan. De eerste aanvalsgolf leed 50% verlies, het hoogste percentage van alle stranden, met uitzondering van Omaha Beach, maar ondanks de tegenstand, de Duitse versterkingen en de obstakels, slaagden de Canadezen en Britten er binnen enkele uren in om het strand achter zich te laten en hun opmars landinwaarts te beginnen.

    De 1st Hussars van het zesde Canadese pantserregiment was de enige Geallieerde eenheid die op 6 juni de gestelde doelen voor de dag haalden, toen ze de weg Caen-Bayeux - 12 km landinwaarts - bereikten.
    Tegen het eind van D-Day waren er 14.000 Canadezen aan land gegaan en de derde Canadese divisie was verder in Frankrijk doorgedrongen dan welke andere geallieerde eenheid ook.

    Op Gold Beach waren de verliezen ook zeer hoog, gedeeltelijk doordat de drijvende Shermantanks vertraging opliepen, gedeeltelijk doordat de Duitsers een direct aan zee liggend dorp zwaar hadden versterkt. De 50ste divisie overwon evenwel deze problemen en was aan het eind van de dag bijna tot de buitenwijken van Bayeux gevorderd. Na de Canadezen kwamen zij het dichtst bij de gestelde doelen.

    Commando-eenheid No.47 was de laatste Britse commando-eenheid om aan land te gaan op Gold, ten oosten van Le Hamel. Hun taak was om landinwaarts op te rukken, en dan af te slaan naar het westen. Hier dienden zij 10 mijl door vijandelijk gebied op te rukken en de kusthaven van Port en Bessin vanaf de landzijde aan te vallen. Maar deze eenheden zouden vooral bekendheid krijgen door de uitzonderlijke havenconstructies die in de buurt van Arromanches werden opgebouwd om de aanvoer van militair materieel mogelijk te maken in afwachting van de bevrijding van de haven van Cherbourg.

    Op Omaha Beach had de Amerikaanse 1e infanteriedivisie het zwaar te verduren. De drijvende Shermantanks waren vrijwel allemaal al voor het bereiken van de kust verloren gegaan omdat de opgekomen vloed en de door het water onzichtbare versterkingen en obstakels voor heel wat vertraging hadden gezorgd. Bovendien had Het zeer zware bombardement de Duitse versterkingen gemist. Hun tegenstander, de 352ste infanteriedivisie, was de beste van alle divisies die langs de stranden gelegerd waren, en had posities op steile kliffen die het strand overzagen en in eerste instantie heel wat slachtoffers maakte bij de aanvallende troepen die veel te lang vastgenageld werden op hun posities.

    De divisie verloor meer dan 4000 man. Desondanks hergroepeerden de overlevenden zich, wisten door de strandverdediging te breken en begonnen landinwaarts op te rukken. Een beslissende rol hierbij speelden de geallieerde torpedobootjagers. Ze naderden de kust tot het uiterste wat hun diepgang toestond, en legden  de Duitse kazematten met direct vuur het zwijgen op. Eisenhower had al op het punt gestaan verdere landingen op deze plek af te gelasten

    In schrille tegenstelling met de ramp op Omaha beach stonden de verliezen op Utah Beach. Van de 23.000 man die aan land gingen, sneuvelden slechts 197 man. Het waren de geringste verliezen van alle stranden. Hier had het bombardement door middelzware bommenwerpers zijn doel wél getroffen en waren de landingstroepen per ongeluk op een betere plaats geland. De beoogde landingsplaats was 1 km naar het noorden waar betere verdedigingswerken en meer bunkers lagen.

    De aanval op Utah Beach verliep in vier verschillende golven:

    • De eerste aanvalsgolf bestond uit twintig landingsvaartuigen van het type LCVP’s (Landing Craft Vehicle Personnel. Dit zijn platbodems met aan de voorkant een brede klep die moest toelaten om zover mogelijk het strand op te komen en elk dertig manschappen konden vervoeren.
    • De tweede aanvalsgolf bestond dan weer uit 32 LCVP's, die o.a. ook genietroepen aan land brachten.
    • De derde aanvalsgolf, die een kwartier na de eerste landing aankwam, bestond uit acht LCT's waarin gepantserde voertuigen werden vervoerd die van groot nut zouden blijken bij de uitbreiding van het landingshoofd.
    • De vierde aanvalsgolf was voornamelijk samengesteld uit detachementen van het 237e en 299e geniebataljon. Zij kregen de belangrijke taak om de stranden te zuiveren van alle mogelijke obstakels

    In de sector Utah konden de troepen landinwaarts oprukken en verbinding maken met een deel van de luchtlandingsdivisies aldaar.

    Een bijzonder doel van het Amerikaanse tweede Ranger-bataljon was de massieve betonnen rotsbatterij bij Pointe du Hoc. . Hun taak was het om onder vijandelijk vuur de 30 meter hoge kliffen met touwen en ladders te beklimmen, de kanonnen aan te vallen en te vernietigen waarvan men aannam dat ze zowel de Omaha- als Utah-sector bestreken. De versterkte posities werden weliswaar bereikt om vast te stellen dat de kanonnen op een eerder moment door de Duitsers waren verplaatst. Desalniettemin bedroegen de verliezen van de groep bijna 50 procent.

    Belgische betrokkenheid

    Bij de invasie waren ook Belgische troepen betrokken. Op 22 augustus 1944 bevrijdden 2500 soldaten van de Belgische 1ste infanteriebrigade (ook Brigade Piron genoemd) de badplaats Deauville. Ook namen twee Belgische luchteskaders deel aan D-Day. Het 349ste en 350ste eskader gaven o.a. luchtdekking aan troepen op de grond.

    Achter op het schema:

    Zeer zware tegenstand vanwege de Duitsers vertraagde de opmars op een aanzienlijke manier. Saint Lo werd op 18 juli ingenomen, terwijl het Duitse garnizoen in de stad Caen nog bittere weerstand bood tot de 20ste juli.

    -          In de stad is een museum ingericht dat aandacht besteedt aan de veldslag tussen de geallieerden en de Duitse bezetter.

    -          Het geeft niet alleen een overzicht over de gebeurtenissen van de tweede wereldoorlog, maar begint met het situeren van de oorzaak van deze wereldbrand die overduidelijk resulteert uit de gevolgen van wereldoorlog 1. Een belangrijk deel van het museum is dan ook gewijd aan deze periode.

    -          Enkele levensgetrouwe diorama’s geven een goed beeld van de oorlogsomstandigheden in 1944.

    -          Op de volgende website (in het Frans) vind je een goed overzicht terug van wat het museum je te bieden heeft.

    -          http://www.memorial-caen.fr/portail/

    Maarschalk Montgomery was gedoemd om verschillende keren zijn aanvalsschema aan te passen aan de omstandigheden doordat de Duitsers met de toch schaarse middelen die hen ter beschikking stonden en de gedurende verstoring van hun aanvoerlijnen door de geallieerde luchtmacht en het verzet, er toch in slaagden de opmars tegen te houden.

    Op 7 augustus lanceerden de geallieerde troepen een nieuwe operatie onder de naam Totalize en stilletjes aan dreven ze de Duitsers achteruit. Rond de stad Falaise verzamelden zich enkele geduchte SS-troepen die meer dan hardnekkige weerstand boden, maar zich desalniettemin iedere dag meer en meer ingesloten zagen geraken. Uit deze zak van Falaise konden toch nog heel wat vijandelijke troepen ontsnappen dankzij een corridor van een achttal kilometer die opengehouden werd door o.a. de 2de SS-Pantserdivisie. Op 21 augustus echter sloot de zak zich onverbiddelijk dicht en stelde men met verbijstering vast dat praktisch het gehele 7de Duitse leger vernietigd was.

    De bevrijding van Parijs:

    Het bericht dat geallieerden in aantocht waren, zette diverse instanties in de stad aan om in staking te gaan en kwam ook het verzet in actie. De 18de augustus was de staking algemeen en werden er overal in de stad barricaden opgericht. Het verzet nam het stadhuis van Parijs in en opereerde en coördineerde de opstand vanuit dit gebouw.

    Vanaf de 19de augustus vonden steeds meer confrontaties plaats tussen het Parijse verzet en de Duitse troepen in de stad en de gevechten bereikten op 22 augustus een hoogtepunt.

    De opstand dwarsboomde de plannen van de geallieerden en ze zagen zich daarom gedwongen hun plannen te herzien. Het geallieerde strijdplan voorzag – met de bedoeling veel mensenlevens te besparen - in een omtrekkende beweging zodat stadsgevechten konden vermeden worden maar omdat in de geven omstandigheden de Duitsers de opstand keihard dreigden neer te slaan moest men dit plan herzien worden. De Franse 2e Pantserdivisie, onder leiding van generaal Leclerc – schuilnaam van Jacques-Philippe de Hautecloque - kreeg de opdracht om de stad binnen te trekken. Er volgden chaotische maar zware gevechten die een einde namen door de overgave – op 25 augustus - van de stad door de Duitse generaal Dietrich von Choltitz die – niet gehoorzamend aan het uitdrukkelijk bevel van Hitler om de stad plat te branden – Parijs tot open stad verklaarde.

    Dezelfde dag nog trok generaal Charles De Gaulle, leider van de vrije Franse strijdkrachten, de stad binnen die na een overweldigende ontvangst door de Parijse bevolking zijn intrek nam in het ministerie van Oorlog.

    Ondanks de overgave was het gevaar nog niet geweken want Duitse sluipschutters bleven nog enkele dagen actief in de stad. Pas op 29 augustus was de stad vrijwel geheel gezuiverd van Duitse strijdkrachten. Men beschouwt de bevrijding van Parijs in het algemeen als het einde van Operatie Overlord.

    De aanval wordt verder gezet:

    Eindelijk kon de bevrijdingsaanval verder gezet worden en begon men met het inhalen van de verloren tijd.

    Op 2 september 1944 kwamen de Guards van de 230ste Britse brigade aan in Rongy even ten zuiden van Doornik. De volgende dag zouden de troepen van de brigade Piron hen daar vervoegen en van daar uit verder stomen naar Brussel dat als doel gesteld was door de bevelvoerende generaal Horrocks van het XXXste Britse Corps. In de valavond van deze 3de september bereikte de voorhoede van de Welsh Guards de Belgische hoofdstad Brussel, waar ze werden ontvangen door een uitbundige bevolking die eindelijk het einde van een vier jaar durende bezetting kon vieren.

    Het XXXste Britse Corps zou zijn beweging voortzetten richting Limburg waar ze de 11 september omstreeks 17 uur in Leopoldsburg een kamp met 900 politieke gevangenen zou bevrijden.

    Een deel van de troepen zette zijn weg voort richting Antwerpen dat op 4 september werd bevrijd.
    Dit gebeurde echter niet zonder slag of stoot omdat de Duitsers
    de bruggen over de Rupel hadden bezet waardoor er onrust bij de geallieerden ontstond die vreesden daardoor achter te geraken op hun schema.  Toch konden de Britse troepen de Duitsers overmeesteren vooral dank zij de tussenkomst van Robert Vekemans, genieluitenant en ex-krijgsgevangene.   Hij vertelde de Britse majoor Dunlop dat zijn troepen Boom via het oosten moesten binnenvallen omdat daar weinig Duitse weerstand ter plaatse was en ze anders geen kans maakten.  De enkele aanwezige Duitse soldaten werden dus al snel overmeesterd en de tocht naar Antwerpen werd in vliegende vaart voortgezet waarna ze de haven bijna intact konden veroveren dankzij de moedige inzet van de verzetsgroepen van Reniers, Pilaet en Colson.

    Toch nog onzekerheid:

    De Duitsers waren weliswaar uit Antwerpen verdreven, maar ze bezetten nog de eilandengroep van Walcheren en dra deden de vergeldingswapens van het Duitse Nazirijk hun dodelijk werk. V-1’s en later V-2’S werden massaal op Antwerpen en de haven- en spoorinfrastructuur gestuurd en zorgden nog een hele tijd voor gevaar en slachtoffers.

    De strenge winter die zich aankondigde zorgde er voor dat de geallieerde luchtmacht beperkt was in zijn optreden en daarvan maakte Hitler gebruik om zijn laatste wanhopige offensief te lanceren. In december 1944 gingen ter hoogte van het Groot-Hertogdom en de provincie Luxemburg de in het geheim verzamelde laatste reserves aan Pantsertroepen en infanterie tot de aanval over met de bedoeling o.a. de haven van Antwerpen te heroveren zodat de geallieerde aanvoer zou tegengehouden worden. Tegenover de Duitse aanvallers bevonden zich ongeoefende Amerikaanse troepen die in eerste instantie volledig verrast en overvleugeld werden, maar zich vlug zouden herstellen en op een moedige wijze weerstand zouden bieden. Roemrucht zijn de woorden van generaal Mac Auliffe tegen de Duitse onderhandelaars die de overgave van de Amerikaanse troepen vroegen. Met een kort en duidelijk ‘nuts’ stuurde hij ze terug het gevecht in. Dwars door de Belgische Ardennen geraakte de Duitse troepen toch tot op ongeveer 5 km van Dinant, maar daar zou hun offensief volledig stoppen, vooral door gebrek aan bevoorrading en de nodige benzine. Einde januari 1945 waren de laatste Duitsers uit de Ardennen verdreven en was de slag over.

    Alhoewel o.a. Antwerpen nog regelmatig onder het vuur van de V-wapens zou te lijden hebben kan het offensief naar het Duits grondgebied voortgezet worden. In januari 1945 kon men stellen dat België volledig bevrijd was.

    Epiloog:

    De bevrijding van ons land hebben we te danken aan de inzet van vele soldaten die zich tot doel gesteld hadden het nazi-monster te verdrijven en vrede te brengen.

    Onder de vele nationaliteiten die deelnamen aan het bevrijdingsoffensief bevinden zich Amerikanen, Britten, Polen, Fransen, Belgen en vele anderen. Met hun inzet hebben ze er voor gezorgd dat we vandaag weer een vrij en democratisch volk zijn dat vrij is te spreken en te doen. Ondanks vele gewonden en dodelijke slachtoffers hebben ze doorgezet om hun doel te bereiken.
    Laten we ze hiervoor danken en nooit meer vergeten!

    In een volgende deel zullen we meer specifiek de aandacht vestigen op het gebeuren zelf in ons land en de gevolgen die hieruit voortvloeiden.

    Met het gevaar toch nog interessante bronnen te vergeten, hieronder een literatuurlijst van boeken die over het onderwerp van D-day heel wat gegevens bevatten:

    Nederlandstalig

    • Will Fowler: D day 6 juni 1944, Centrale Uitgeverij Deltas, 2004
    • Colin Hynson: Begin bevrijding d day 6 juni 1944, NBD/Biblion, 2005
    • Stephen E. Ambrose: D-Day, Bzztoh, 2003
    • Stephen E. Ambrose: Van D-day tot Berlijn, Mynx, 2008
    • Martin W. Bowman: Terugblik op D-day, Fontaine Uitgevers BV, 2004
    • Dan van der Vat: D-Day, De langste dag, Uitgeverij Terra - Lannoo, 2003  
    • John Frayn Turner : Invasie '44, Bruna
    • D. Stafford: Tien dagen tot D-Day, Mynx, 2005
    • Gérard Legout: D-Day, de Slag van Normandië, OREP, 2001
    • Yves Lecouturier: De stranden van de landing, OUEST-FRANCE, 2000
    • D. Howarth : Epos van D-Day, Uitgeverij het Spectrum, 2008
    • Sean Sheehan: D-Day 6 juni 1944, 2005

    Engelstalig

    • Max Hastings: Overlord, Pan Macmillan, 1999
    • Anthony Hall: Operation Overlord. D-Day Day by Day, New Line Books, 2005
    • Stephen E. Ambrose: D-Day, Simon & Schuster Books, 1994
    • Robin Niellands: The Battle of Normandy – 1944, Weidenfeld & Nicholson military, 2002
    • Fritz Kramer, Fritz Ziegelmann, Freiherr Von Luttwitz, Heinz Guderian: Fighting in Normandy: The German Army from D-Day to Villers-Bocage, Stackpole Books, 2001
    • George Koskimaki: D-Day with the Screaming Eagles, Presidio Press, 2006
    • Ronald J. Drez: Voices of D-Day: The Story of the Allied Invasion Told by Those Who Were There (Eisenhower Center Studies on War and Peace), Louisiana State University Press, 1998
    • John Keegan: Six Armies in Normandy: From D-Day to the Liberation of Paris; June 6 - Aug. 5, 1944, Penguin Books, 1994
    • Cornelius Ryan: Longest Day, Simon & Schuster Books, 2006
    • Max Hastings: Overlord, Touchstone; Reprint edition, 1985
    • Humphrey and Young, Susan Wynn: Prelude to Overlord: An Account of the Air Operations Which Preceded and Supported Operation Overlore, the Allied Landings in Normandy on D-Day, 6th, Presidio Press, 1984
    • Stephen E. Ambrose: Pegasus Bridge, Simon & Schuster, 2002
    • C.P. Stacey: Canada's Battle in Normandy, Queen's Printer, 1948
    • Carlo D'Este: Decision in Normandy, 1983
    • Brown: Operation Neptune. Frank Cass Publishers, 2004
    • Russell A. Hart: Clash of Arms: How the Allies Won in Normandy, Boulder, CO: Lynne Rienner, 2001
    • Steven J. Zaloga: D-Day Fortifications In Normandy, Osprey Publishing, 2005
    • François Bertin: D-Day Normandy, Casemate Books, 2007

    Duitstalig

    • Tony Hall (Hrsg.): Operation „Overlord“, Motorbuch Verlag, 2004
    • Janusz Piekalkiewicz: Invasion. Frankreich 1944, 1979
    • Percy E. Schramm (Hrsg.): Kriegstagebuch des Oberkommandos der Wehrmacht 1944–1945, Teilband 1
    • Dan van der Vat: D-Day. Die alliierte Landung in der Normandie, Collection Rolf Heyne, 2004
    • Helmut K. von Keusgen: D-Day 1944, Die Landung der Alliierten in der Normandie. IMK-Creativ-Verl., 2000
    • Brian B. Schofield: Der Sprung über den Kanal, Motorbuch Verlag, 1978
    • Paul Carell: Sie kommen! Die Invasion 1944, Ullstein Tb, 1995
    • Friedrich Georg: Verrat in der Normandie - Eisenhowers deutsche Helfer Grabert Verlag, 2007

    Franstalig

    • Eddy Florentin: Stalingrad en Normandie, Paris, Presses de la Cité, 1964
    • Paul Carell: Ils arrivent !, Edition Robert lafont
    • Anthony Kemp: 6 juin 1944, Edition Découverte Gallimard, Série Histoire, 1994
    • Georges Bernage: Gold Juno Sword, Editions Heimdal
    • Georges Bernage: Diables Rouges en Normandie, Editions Heimdal
    • Dominique Kieffer: Stéphane Simonnet: N°4 Commando, Editions Heimdal, 2004
    • Philippe Bauduin: Quand l'or noir coulait à flots, Editions Heimdal, 2004
    • Dominique Lormier: Rommel: La fin d’un mythe, Le Cherche-Midi Éditeur, Paris 2003

      Internet:

      http://nl.wikipedia.org

    23-08-2009 om 23:36 geschreven door spitfireleo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 05/02-11/02 2024
  • 04/12-10/12 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 26/04-02/05 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 29/12-04/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 03/11-09/11 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 06/10-12/10 2008

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!