BAUDOUIN (Belgisch-Congo)
BAUDOUIN -- Baudouin Etabl. Matthys -- Mons/Bergen België / Belgique.
Baudouin Etabl. Matthys uit Mons exporteerde fietsen naar Belgisch-Congo.
Op het balhoofdplaatje BAUDOUIN Royal zien we de afbeelding van de jonge koning Boudewijn (1930–1993) ( le roi Baudouin)
Boudewijn werd koning van België in 1951, na de troonsafstand van zijn vader, Leopold III. Op dat moment was Congo (officieel: Belgisch Congo) nog een Belgische kolonie, sinds 1908 bestuurd door België (na de periode van de persoonlijke heerschappij van Leopold II).
In 1955 bracht Boudewijn een koninklijk bezoek aan Congo.
Hij werd er enthousiast onthaald door veel Congolezen, wat in België geïnterpreteerd werd als een teken van loyaliteit en tevredenheid. In werkelijkheid was er al groeiende onvrede en nationalistisch bewustzijn bij veel Congolezen.
Het bezoek versterkte Boudewijns persoonlijke band met Congo, maar ook zijn overtuiging dat België nog een “beschavende rol” te spelen had — een visie die later als paternalistisch werd beschouwd.
Koning Boudewijn I (1930–1993) speelde een belangrijke rol tijdens en na de dekolonisatie van Belgisch Congo. Onder internationale druk en door toenemende sociale onrust werd Congo onafhankelijk op 30 juni 1960.
Tijdens de plechtigheid in Léopoldville (nu Kinshasa) hield Boudewijn een omstreden toespraak. Hij prees Leopold II om zijn “genadige beschavingswerk” in Congo!
Hij waarschuwde de nieuwe leiders om niet te snel te veranderen en om België als gids te blijven zien.
De toespraak werd in België gezien als hoffelijk en vaderlijk, maar in Congo als koloniaal en neerbuigend. De Congolese premier Patrice Lumumba hield onverwacht een felle tegen-toespraak, waarin hij sprak over onderdrukking, vernedering en het lijden van het Congolese volk.
Dit veroorzaakte grote spanning tijdens de ceremonie en symboliseerde de breuk tussen het koloniale verleden en de nieuwe onafhankelijkheid.
Kort na de onafhankelijkheid brak chaos uit in Congo: muiterijen, afscheidingsbewegingen (zoals Katanga), en politieke moorden, waaronder die van Patrice Lumumba in 1961. Boudewijn was diep geraakt en teleurgesteld door het verloop van de gebeurtenissen. Hij bleef sterk emotioneel verbonden met Congo en zag de onafhankelijkheid als een mislukking van de “Belgische missie”.
Boudewijns houding wordt vandaag gezien als goedbedoeld maar paternalistisch. Zijn toespraak van 1960 was een keerpunt in de Belgische koloniale geschiedenis — ze symboliseert de moeilijkheid van België om de koloniale mentaliteit los te laten. In latere jaren toonde Boudewijn meer berouw over de manier waarop België met Congo was omgegaan, maar hij bleef persoonlijk getroffen door de manier waarop de dekolonisatie verliep.


|