De eerste renners die een succesvolle vlucht op touw konden zetten waren de Belgen Stubbe (Chocolade Jacques) en Ingels (Predictor-Lotto) samen met Bonnaire (Bouygues Télécom), Rooijakkers (Skil-Shimano) en Musiol (Unibet). Hun maximale voorsprong bedroeg acht en een halve minuut. Toen deze voorsprong met de helft gedaald was, werd Ingels ingelopen door het peloton.
Toen Voigt (CSC), Righi (Lampre) en Wesemann (Wiesenhof) zich roerden, liepen ze de vier koplopers in. Enkel Rooijakkers kon nog even aanklampen. Uiteindelijk zou alles opnieuw samenlopen. Fränck Schleck (CSC), de winnaar van vorig jaar was ondertussen gevallen, maar was weer op de fiets gesprongen. Dankzij de volgwagen van CSC kon hij een spectaculaire terugkeer maken en zou hij uiteindelijk nog negende worden.
Enkele schermutselingen achterwege gelaten, gebeurde er niets in het peloton tot op de Eyserbosweg op 21 km van de aankomst. Bettini (QuickStep), Boogerd (Rabobank), Kessler (Astana), Schumacher en Rebellin (Gerolsteiner) vormden een kopgroep. Even later sloten Wegmann (Gerolsteiner), Di Luca (Liquigas) en Valverde (Caisse d'Epargne) aan.
Bij het ingaan van de laatste twee kilometer demarreerde Schumacher. Hij verzwakte niet op de laatste beklimming van de Cauberg en won voor zijn ploegmaat Rebellin. Boogerd, die zijn laatste Amstel Gold Race reed, finishte als vijfde.
Schumacher schreef de Amstel Gold Race op zijn naam.
Boogerd reed zijn laatste Gold Race
Het podium: Schumacher (m) op 1 voor Rebellin (r) en Di Luca (l)
Een week na de Ronde van Vlaanderen stond voor de klassieke renners alweer een topkoers op de agenda: Parijs-Roubaix. Boonen, Hoste, Balllan en Cancellara werden opnieuw als favoriet bestempeld. Benieuwd waartoe ze in staat waren bij deze zomerse temperaturen en al dat stof.
Na een veertigtal kilometer reed een omvangrijke groep van iets meer dan 30 op kop. Onder hen vier Belgen: Willems (Liquigas), Van Impe (QuickStep), Van Avermaet en Steels (Predictor-Lotto). Andere mannen waren O'Grady (CSC), Franzoi (Lampre), Petito (Liquigas) en Hammond (T-Mobile). Ook Ralf Grabsch (Milram) maakte deel uit van deze kopgroep, maar koos op 120 km van Roubaix het hazenpad. Later, wanneer de kopgroep al een flink stuk uitgedund was, zou Grabsch bijgehaald worden.
Op Trouée d'Arenberg fietste Boonen (QuickStep) op kop samen met Michaëlsen (CSC) die zijn laatste wedstrijd aan het afhaspelen was. Even leek het erop dat een groepje met favorieten een kloofje kon slaan, maar langzaamaan kwamen uit de achtergrond meer en meer renners terug. Vooral de jongens van Predictor-Lotto maakten door hun talrijke aanwezigheid en inzet veel indruk.
Vooraan ontstond een koptrio met Van Impe (QuickStep), Pollack (Wiesenhof) en Kopp (Gerolsteiner). Michaëlsen (CSC), Leukemans (Predictor-Lotto), Rosseler (QuickStep) en Flecha (Rabobank) reden weg uit de groep met favorieten, zonder Ballan (Lampre), tot bij Petito (Liquigas), Franzoi (Lampre), Breschel (CSC) en Grabsch (Milram). Rosseler moest echter de rol lossen.
Wesemann (Wiesenhof) en O'Grady (CSC), die eerder uit de kopgroep was verdwenen door een lekke band, traden in het offensief en haalden de kopgroep in. Ondertussen waren Van Impe, Pollack en Kopp er al aan voor de moeite. O'Grady was de volgende om te demarreren. Ze zouden hem nooit meer terugzien.
Achter O'Grady bevonden zich Flecha, Petito, Wesemann en Leukemans op iets minder dan een minuut. Op anderhalve minuut volgden Boonen, Burghardt (T-Mobile), Hoste (Predictor-Lotto) en Scheirlinckx (Cofidis). Topfavoriet Cancellara (CSC) was al enige tijd niet meer te bespeuren. Boonen versnelde en raakte tot bij Franzoi en Hammond. Achteraf zou blijken dat Hoste toen ten val was gekomen en daardoor zijn kansen niet meer kon verdedigen.
Hoe dan ook reed O'Grady als eerste de velodroom van Roubaix op toegejuicht door het publiek. Flecha finishte als tweede voor Wesemann. Onze landgenoot Leukemans werd knap vierde.
Jan Ullrich bracht zijn jeugd door in het Duitse Rostock, DDR. Hij groeide er op bij zijn moeder en twee boers Stefan en Thomas. Op zijn dertiende besloot Ullrich naar een sportschool te gaan.
In 1993 bleek dat de Spartaanse trainingen hun vruchten hadden afgeworpen, want Ullrich werd wereldkampioen bij de amateurs in Oslo, Noorwegen. Hier hoort nog een kleine opmerking bij. Datzelfde jaar won niemand minder dan Lance Armstrong het WK bij de profs. Later zouden de paden van deze twee renners vaak kruisen op de Franse wegen. Ullrichs eerste profcontract werd getekend in 1995 en dat was bij het Duitse Telekom. Het volgende jaar mocht hij al aantreden in de Tour de France en wat bleek, ondanks alle hulp die hij bood aan zijn ploegmaat Bjarne Riis werd hij zelf nog knap tweede op amper 141 van de Deen. Onmiddellijk werd Ullrich uitgeroepen tot hét Duitse talent.
In 1997 loste hij alle verwachtingen meer dan in door op het hoogste schavotje te staan in Parijs. Hoewel vanDer Jan, gezien zijn jonge leeftijd, voorspeld werd dat hij het record van Anquetil, Merckx, Hinault en Indurain zou breken zou Ullrich nooit meer La Grande Boucle op zijn naam schrijven. Dit wil echter niet zeggen dat hij er geen mooie prestaties neerzette. Tijdens de betreurde Festinatour eindigde Ullrich 2de na Pantani. Het was op Les Deux Alpes dat Ullrich zijn kansen op de overwinning verspeelde. In 1999 deed de Duister niet mee vanwege knieproblemen. De twee jaren daarop stond hij er echter opnieuw en was tweemaal tweede. 2002 was voor Ullrich en zijn fans een jaar om vlug te vergeten: door knieproblemen was zijn seizoen naar de knoppen, hij reed een fietsstalling in de prak en testte op de koop toe positief tijdens een dopingcontrole. Ullrich bleef steeds volhouden dat hij nooit doping had genomen, maar dat het kwam door het nemen van xtc.
Toch werd Ullrich zes maanden geschorst en aan de deur gezet bij Telekom. Maar geen nood, het nieuwe Team Coast sloot Ullrich in de armen. Deze ploeg kende echter allerlei financiële problemen en viel uit elkaar voor de start van de Tour. In allerijl stampte Rudy Pevenage, Ullrichs beschermheer, Bianchi uit de grond waardoor Ullrich opnieuw een gooi kon doen naar een eindoverwinning in de Tour de France. Alweer eindigde Ullrich als tweede, waardoor de nieuwe Poulidor leek opgestaan. Nochtans had Ullrich tijdens de beklimming naar Luz Ardiden de kans om Armstrong op achterstand te rijden nadat die een toeschouwer had geraakt. Ullrich wachtte zijn rivaal echter op waarvoor hij later dat jaar de prijs voor Fair Play zou krijgen.Ullrich strandde dat jaar op slechts 101 van de Amerikaan.
In 2004 en 2005 keerde hij terug, ditmaal reed hij voor T-Mobile. Pevenage daarentegen bleef persona non grata bij de Duitsers en mocht Ullrich enkel buiten de wedstrijden begeleiden en stond dan ook op zijn loonlijst. 2004 was voor Ullrich zijn slechtste deelname ooit aan de Tour, hij werd pas vierde. Het jaar daarop deed T-Mobile enige toegevingen aan Pevenage die Ullrich nu opnieuw vanuit de volgwagen mocht sturen. Dit keer stond Ullrich als derde op het Parijse podium.
Ulle nam dus acht keer deel aan de grootste en belangrijkste wielerwedstrijd van het jaar, won ze één keer en zijn slechtste einduitslag was een vierde plaats. Hij werd twee keer vijfde waarvan drie keer na Armstrong. In de loop der jaren won Ullrich 7 etappes in de Tour.
Voor ik terugblik op 2006 wil ik nog even de aandacht vestigen op andere prestaties van Jan Ullrich. Zowel in 1997 als 2001 was Ullrich Duits kampioen op de weg, in 1995 was hij de beste Duitse tijdrijder. Laat het duidelijk zijn dat tijdrijden een kolfje naar de hand van Ulle was, zo won hij het WK tijdrijden in 1999 en 2001. Hoewel Ullrich in 99 knieproblemen had gekend redde hij zijn seizoen in het najaar door ook nog de Vuelta te winnen. Op de Olympische Spelen van 2000 in Sydney was Ullrich de beste in de wegrit. 2004 betekende voor Ullrich het slechtste resultaat ooit in de Tour, maar hij schreef wel de Ronde van Zwitserland op zijn naam, waarschijnlijk was hij dat jaar iets te vroeg in vorm.
2006 dus: tijdens de Giro was Ullrich de beste in de tijdrit. Het was echter ook in die periode dat er voor het eerste sprake was van de zaak Fuentes. Toen werd al gesuggereerd dat Ullrich één van de klanten was van dopingdokter Fuentes. In juniwon Ullrich de Ronde van Zwitserland voor de tweede keer in zijn carrière. Hij leek op weg een mooie Tour te rijden, want hij zag er scherp uit. Vlak voor de start van de Tour brak de Operación Puerto, een andere naam voor de zaak Fuentes, pas echt uit. Heel wat toppers mochten niet van start gaan waaronder ook Ullrich. Vervolgens werd hij ontslagen bij T-Mobile.
Ullrich bleef steeds zijn onschuld uitschreeuwen, maar kondigde op 26 februari toch het einde van zijn loopbaan aan. Hij zou als pr-man en raadgever aan de slag gaan bij de Oostenrijkse continentale ploeg Team Volksbank. Begin april werd dan bevestigd door het parket van Bonn dat er in het kabinet van Fuentes zakjes gevonden zijn met bloed van Ullrich. Team Volksbank heeft de contacten met Ullrich nu even stilgelegd. T-Mobile, de voormalige werkgever van Ullrich, reageerde niet verrast op dit nieuws. Ondertussen blijven Ullrich en zijn entourage alles ontkennen. Volgens zijn advocaten betekent de aanwezigheid van het bloed van hun cliënt bij Fuentes niet dat hij zich ook gedopeerd heeft.
Palmares
1993
WK op de weg bij de amateurs
1995
Duits kampioen tijdrijden
GP Freiburg
1996
2de Duits kampioenschap op de weg
1 ritzege in Tour
2de in Tour
1997
3de in Ronde van Zwitserland
Duits kampioen op de weg
2 ritzeges in Tour
1ste in Tour
HEW Cyclassics Hamburg
3de in Ronde van Nederland
2de in kampioenschap van Zürich
1998
2de Duits kampioenschap op de weg
3 ritzeges in Tour
2de in Tour
1999
2 ritzeges in Vuelta
1ste in Vuelta
WK tijdrijden
2000
5de in Ronde van Zwitserland
2de in Tour
2de in kampioenschap van Zürich
olympisch kampioen op de weg
2de olympische tijdrit
2001
Duits kampioen op de weg
2de in Tour
2de in kampioenschap van Zürich
WK tijdrijden
Ronde van Emilië
2003
7de in Ronde van Zwitserland
1 ritzege in Tour
2de in Tour
2de in kampioenschap van Zürich
2004
1ste in Ronde van Zwitserland
4de in Tour
2005
3de in Ronde van Zwitserland
3de in Tour
2006
1 ritzege in Giro
1 ritzege in Ronde van Zwitserland
1ste in Ronde van Zwitserland
Jan in beeld
Ullrich wint het WK bij de amateurs in 93
Ullrich wordt tweede in de Tour van 1996 na Riis (m) en voor Virenque (l)
Ullrich wint de Tour in 1997 voor Virenque (l) en Pantani (r)
Na de eindzege in de Vuelta 99 won Ullrich ook het WK tijdrijden
Tour 2001: mijn hart stond stil, maar Der Jan reed verder
Ook toen stond mijn hart stil
2001: voor de tweede keer wereldkampioen tijdrijden
In 2003 rijdt Ullrich een prachtige Tour en wint een rit
Armstrong valt en Ullrich wacht
In 2005 wordt Ullrich derde in zijn laatste Tour
De Toren van Pisa hangt scheef, maar Ullrich blijft recht in de tijdrit
Ullrich wint de Ronde van Zwitserland 2006 en lijkt klaar voor de Tour
Ullrich mag niet starten in de Tour 2006
Ullrich kondigt op 26 februari 2007 zijn afscheid aan
Meer dan 15.000 mensen waren er deze ochtend aanwezig op de Grote Markt van Brugge. Neen, het waren geen solden, maar wel was daar de start van de 91ste Ronde van Vlaanderen. Het peloton begon er aan een tocht van 259 km tussen Brugge en Meerbeke. Onderweg lagen 18 hellingen en heel wat kasseistroken waaronder de alom bekende Paddestraat in Velzeke en de kasseien van de Haaghoek. Boonen (QuickStep) kon voor de derde opeenvolgende keer deze klassieker op zijn naam schrijven, nochtans werd zware concurrentie voorspeld van de Belgen Hoste (Predictor-Lotto) en Stijn Devolder (Discovery Channel), de Italianen Ballan (Ballan) en Pozzato (Liquigas), de Zwitser Cancellara (CSC) en de Spanjaarden Freire en Flecha (beiden Rabobank). Pasen zou in ieder geval een hoogtepunt worden en indien een Belg zou zegevieren zouden op heel wat plaatsen de klokken luiden.
Van bij de start ging het er woelig aan toe. Belgisch kampioen Eeckhout (Chocolade Jacques) was de eerste aanvaller van de dag, hij raakte echter niet weg. Er volgden nog wat schermutselingen totdat deze zeven een kloof sloegen: Boucher (Landbouwkrediet), Franzoi (Lampre-Fondital), Garcia Acosta (Caisse d'Epargne), Kuschynski (Liquigas), Mangel (AG2R), Tjallingii (Skil-Shimano) en Verbist (Chocolade Jacques). Hun voorsprong liep op tot bijna 14 minuten.
In deze Ronde regende het valpartijen. Boonen was één van de eerste slachtoffers. Hoewel men bij QuickStep liet uitschijnen dat de schade beperkt was gebleven, bleek hij er gedurende de wedstrijd toch last van te hebben. Zabel (Milram) en ondermeer ook Quinziato (Liquigas) waren betrokken bij een val vlak voor de Oude Kwaremont. Voor hen was het over en uit.
Op die Oude Kwaremont was het enkel Burghardt (T-Mobile) die zich liet opmerken door zich aan de kop van het peloton te zetten, maar op grootse dingen was het nog wachten geblazen zo bleek. Het was dan natuurlijk nog bijna 80 km tot aan de meet. De volgende helling die bedwongen diende te worden was de Paterberg, net voor dit cruciale moment reed Steegmans (QuickStep) lek. Paniek alom. Toch zou hij later nog terugkeren en hoe. Coyot (Unibet) besloot te demarreren op de Steenbeekdries. Op de volgende helling, de Taaienberg, was de Fransman er al aan voor de moeite. Van Petegem (QuickStep) bevond zich toen achteraan het peloton, maar ook hij zou terug komen aansluiten.
In de aanloop naar de Eikenberg demarreerden Hulsmans (QuickStep) en Van Summeren (Predictor-Lotto). In de achtergrond was er alweer een valpartij, ditmaal was Paolini (Liquigas) er bij betrokken. Na technische assistentie kon hij weer naar het peloton toe rijden. Er was op dat moment inderdaad nog sprake van een echt peloton, want door de passieve wedstrijd en het mooie weer hadden slechts weinigen moeten afhaken. Het leek bijna alsof alle favorieten met Boonen naar de finish zouden rijden om zichzelf genadeloos te laten afmaken.
Daar dacht Cancellara dan toch anders over. Op de Eikenberg plaatste hij een aanval. O'Grady (CSC) en nota bene Van Petegem en Steegmans sloten zich bij de Zwitser aan. Vlak voor de Leberg vatten ze alweer post in het nog steeds omvangrijke peloton. Steegmans bleef echter niet bij de pakken zitten en samen met O'Grady probeerde hij opnieuw een vlucht op touw te zetten. Hoste, Boogerd (Rabobank) en Bennati (Lampre) deden mee. Dit groepje reed tot bij Hulsmans en Van Summeren. Het viertal Bettini (QuickStep), Kroon (CSC), Vansevenant (Predictor-Lotto) en Gilbert (La Française des Jeux) sloten aan tussen de Berendries en Valkenberg. Ploegmaats Devolder en Vaitkus (Discovery Channel) voerden daar de forcing waardoor de groep met Bettini ingehaald werd. Vrijwel onmiddellijk demarreerde Cancellara. Hij kreeg gauw het gezelschap van Steegmans. Voor Vansevenant en Devolder die hun wagonnetje probeerden aan te haken lag het tempo dat Cancellara aanvoerde te hoog.
Steegmans kon wel volgen en de twee reden tot bij de kopgroep. Jawel, de zeven hadden nog steeds stand gehouden. Voor Garcia Acosta werd het dan echter toch net iets te zwaar en hij loste. Het kopwerk moest Cancellara vrijwel de hele tijd voor zijn rekening nemen. Steegmans' beurten waren zeldzaam, kort en minder krachtig. Naar eigen zeggen had hij voordien al heel wat krachten verspild.
Vlak voor de Muur van Geraardsbergen, op 18 km van Meerbeke was er een hergroepering. Met een aanzienlijke groep werd aan de beklimming begonnen. Boonen opende de debatten op de Muur, maar hij werd overvleugeld door een sterke Ballan. Enkel Hoste kon vlak na de top van de Kapelmuur aanpikken bij de Italiaan. In de achtergrond probeerde Pozzato er nog naartoe te rijden en even later deed ook Scheirlinckx (Cofidis) dat. Hij had tijdens de wedstrijd nochtans zijn portie pech gehad. Vaitkus en Kroon zouden uiteindelijk nog het dichts bij het kopduo naderen, maar tevergeefs. In de slotkilometer bleef Hoste in laatste positie. Hij zette de sprint in en het leek alsof het binnen was totdat hij in de laatste meters compleet stilviel en Ballan een droom waarmaakte. De klokken zouden niet luiden in Vlaanderen.
Ballan demarreert op de Muur
Enkel Hoste kan volgen
Hoste lijkt het te halen
Ballan springt er nog over en Hoste is voor de derde keer tweede
De proloog, 7,9 km lang, vindt dit jaar plaats in hartje Londen. Het startpodium is opgesteld aan de oevers van de Thames nabij Whitehall. Deze straat dankt haar naam aan het Palace of Whitehall dat tussen 1530 en 1698 dienst deed als woonst voor de Engelse koninklijke familie. In 1698 werd het gebouw bijna volledig verwoest door een brand. Onder meer de poort van het paleis werd gespaard. De poort geeft nu uit op de Horse Guards Parade waar de Britse koningin op haar verjaardag de troepen aanschouwt (Trooping the Colour). Whitehall is voornamelijk het regeringscentrum, zo zijn het Ministerie van Defensie en het Departement van Buitenlandse Zaken er gevestigd. Vlak voor het ingaan van Parliament Street zullen de renners trouwens ook Downing Street passeren, zoals geweten woont de Britse premier in nummer 10. Op dit moment is dat Gordon Brown die nog maar pas zijn partijgenoot Tony Blair heeft opgevolgd.
Aan het einde van Parliament Street staat de Big Ben. Deze beroemde klokkentoren is 96,3 m hoog. Big Ben was eerst de naam voor de grootste klok, maar geleidelijk aan werd het gebruikt om te refereren naar de hele toren. Na een brand in 1834 waarbij het Palace of Westminster oftewel de Houses of Parliament verwoest werden, startte men met de bouw van de klokkentoren. Ook de House of Lords en House of Commons bouwde men opnieuw op. Tot op de dag van vandaag zetelen deze twee huizen nog steeds hier.
Vervolgens rijden de renners Victoria Street in met aan de linkerkant Westminster Abbey. Hier vindt de kroning plaats van Britse monarchen en het is ook de begraafplaats van vele Engelse gekroonde hoofden.
Het parcours loopt verder langs Buckingham Hall, vlakbij het paleis van koningin Elizabeth II.
Daarna volgt Constitution Hill, een verbinding tussen The Mall en Hyde Park voor Buckingham Palace. Hoewel de naam anders aangeeft is dit stuk zogoed als vlak. Het was het decor van enkele dramatische gebeurtenissen in de eerste helft van de 19de eeuw. Zo waren er drie moordpogingen op koningin Victoria en een val van Robert Peel. Deze voormalige eerste minister werd van zijn paard gegooid, raakte gewond en stierf enkele dagen later.
Het parcours loopt door in Hyde Park op de South Carriage Drive waarna wordt rechts wordt afgeslaan naar de Exhibition Road en West Carriage Drive. Opnieuw is er een bocht naar rechts tot op Serpentine Road. Via deze weg verlaten de renners Hyde Park om opnieuw over Constitution Hill te rijden richting The Mall.
Bij het begin van The Mall staat een monument ter ere van koningin Victoria. Deze weg werd aangelegd op het einde van de 19de eeuw en het begin van de 20ste. Het was de bedoeling dat deze laan zou aangewend worden tijdens officiële ceremonies. Maar het zou ook bedoeld zijn als vluchtweg voor de koninklijke familie en hoge leden van de regering in geval van nood. Op deze weg ligt de eindstreep van de proloog van deze 94ste Tour de France.
Drie renners die alvast alles op alles zullen zetten in de proloog zijn David Millar (Saunier Duval), Bradley Wiggins (Cofidis) en Mark Cavendish (T-Mobile). Zij zullen in hun thuisland maar al te graag de overwinning én de gele trui behalen. Ze moeten dan wel afrekenen met Fabian Cancellara (CSC) die vorig weekend Zwitsers kampioen tijdrijden werd.
Lange tijd reden drie renners voorop: Petito (Liquigas), Veikkanen (La Française des Jeux) en Kolesnikov (Unibet). In de loop van de wedstrijd kwamen Aggiano (Tinkoff), Hansen (T-Mobile), Van den Broeck (Predictor-Lotto), Roche en Charteau (Crédit Agricole) en Moerenhout (Rabobank) daar bij. Aangezien er plaatselijke ronden waren, moesten de renners verscheidene keren over de Bruineput, Lindenberg en Alsemberg waardoor velen het op den duur moeilijk kregen en bij de laatste tocht over de Bruineput waren alle koplopers ingelopen. De ultieme finale kon beginnen. Deze mannen sloegen een kloof: Kirchen (T-Mobile), Freire en Boogerd (Rabobank), Gasparotto (Liquigas), Kroon (CSC) en de Belgen Nuyens (Cofidis) en Leukemans (Predictor-Lotto). Op de Lindenberg besloot Leukemans te demarreren, maar Boogerd reed, in dienst van Freire, de ziel uit zijn lijf en haalde onze landgenoot in. Dan was het één langgerekte spurt tot aan de finish. Deze werd gewonnen door Freire en die schreef zo voor de derde keer op rij de Brabantse Pijl bij op zijn ondertussen indrukwekkend palmares.