In het tweede deel van onze Tourreeks bekijken we hoe het gesteld is met de Belgen. Maakt Jurgen Van den Broeck kans op top vijf? Kan Philippe Gilbert een rit winnen? En wordt Maxime Monfort de spilfiguur bij RadioShack? Omdat een wedstrijdje België - Nederland altijd leuk is passeren ook enkele noorderburen de revue.
Vorig jaar kwam abrupt een einde aan de Tour van Jurgen Van den Broeck (Lotto - Belisol) na een val in de negende rit. Dit jaar staat de Morkhovenaar weer paraat. Het parcours lijkt echter niet in zijn voordeel te zijn. Té veel tijdritkilometers. Hoewel Jurgen in 2001 wereldkampioen tijdrijden bij de juniores werd, is hij geen krak in deze discipline. Toen de Tourorganisatie het parcours eind vorig jaar voorstelde, besliste Van den Broeck als een echte kampioen om niet bij de pakken te blijven zitten en zijn tijdritcapaciteiten bij te schaven. Veel trainen met de tijdritfiets was de boodschap. In het Critérium du Dauphiné kon hij alvast vertrouwen tanken: hij werd elfde in de 53,5 km lange tijdrit en moest 2'12" toegeven op winnaar Bradley Wiggins (Sky) en slechts 29 seconden op Cadel Evans (BMC). Dat belooft veel goeds. Al wordt verwacht dat de kloof met Evans in de Tour groter zal zijn, Evans was immers nog niet op zijn best. Hopelijk geldt voor Jurgen hetzelfde natuurlijk.
Aanvallen in de bergen
Opdracht voor Van den Broeck is om in de bergen het wiel van Wiggins en Evans niet te lossen. Liefst van al moet hij uitlopen op de twee topfavorieten. Hij kan een eerste keer toeslaan op La Planche des Belles Filles in de zevende etappe. Deze klim is voor het eerst in de Tour opgenomen en hier zouden belangrijke tijdsverschillen kunnen vallen. Als dat al niet gebeurd is in de derde rit, want die zou wel eens voor verrassingen kunnen zorgen. De rit komt aan in Boulogne-sur-Mer. Onderweg liggen vier heuvels van vierde en twee van derde categorie. Allemaal in de tweede helft van de rit. Parcoursdirecteur Jean-François Pescheux verwacht dat het veld hier uiteen zal vallen. Vorig jaar was er ook onverwacht spektakel in de zestiende rit, toen lag enkel de Col de Manse (2de cat.) op het parcours. Alberto Contador viel aan en Andy Schleck werd daar het grootste slachtoffer van. Toen waren we wel al verder in de Tour en bouwden we op naar de grote finale, maar toch. Het bewijst dat de strijd der favorieten niet enkel in het hooggebergte kan aanvatten.
Is het podium haalbaar voor Van den Broeck? En krijgen we na de derde plaats van Thomas De Gendt (Vacansoleil) in de Giro nu een podiumplaats voor een Belg in de Tour? Dat is de vraag die vele wielerliefhebbers zich stellen. Het gaat uiteraard niet enkel om het bijbenen van Evans en Wiggins. Samuel Sanchez (Euskaltel) en Peter Velits (Omega Pharma - QuickStep) zijn ook beter in het werk tegen de klok. Tegen hen zal Van den Broeck eveneens moeten opboksen. Kortom Van den Broeck zal moeten uithalen in de bergen. In 2010 werd hij vijfde (vierde na de schrapping van Contador), een evenaring behoort tot de mogelijkheden.
Sterke Nederlanders: Gesink en Mollema
In 2010 hield Van den Broeck de Nederlander Robert Gesink (Rabobank) achter zich. Net als voor Van den Broeck verliep de Tour vorig jaar helemaal anders dan verwacht. Gesink ging tegen de vlakte in de eerste week, maar kon wel de Tour uitrijden. Hij stond 33ste in het eindklassement op meer dan een uur van Cadel Evans. Ook voor hem is het dus tijd voor revanche. Des te meer omdat de tegenslag niet voorbij was na de Tour. In september vorig jaar kwam Gesink ten val tijdens een trainingsrit en brak zijn rechterdijbeen. Een jaar revalideren was de boodschap. Toch hinderde dat dijbeen hem niet in de Ronde van Californië in mei. De Nederlander won de koninginnerit en schreef de rittenkoers op zijn naam. In de Ronde van Zwitserland eindigde Gesink op de vierde plaats. Hij staat er duidelijk en zal een concurrent zijn voor Van den Broeck. In 2010 liet onze landgenoot Gesink al achter zich, ook in de slottijdrit liep Van den Broeck toen tijd uit.
Rabobank rekent niet enkel op Gesink, maar ook op Bauke Mollema. Mollema, net als Gesink van bouwjaar 1986, is een talent waar onze noorderburen al enkele jaren prat op gaan. De Giro van 2010 was zijn eerste grote ronde, Mollema eindigde er meteen op plaats twaalf. Vorig jaar reed hij de Tour (69ste) en de Vuelta. In Spanje viel hij net naast het podium. Het verschil met nummer drie Bradley Wiggins bedroeg 24 seconden. En alsof dat nog niet genoeg talent is in één ploeg beschikt Rabobank ook nog over Steven Kruijswijk. Hij is een jaar jonger dan Gesink en Mollema, maar ook hij gooide al hoge ogen. Hij debuteerde net als Mollema in de Giro 2010. Daar werd Kruijswijk achttiende. Vorig jaar legde hij in Italië beslag op de achtste plaats. In de Vuelta eindigde hij als 41ste. Gesink en Mollema zijn de absolute kopmannen in komende Tour, Kruijswijk staat een trapje lager.
Vacansoleil
Rabobank is niet de enige Nederlandse ploeg. Vacansoleil staat eveneens aan de start van de komende Tour, zo ook Argos-Shimano maar die ploeg laten we in dit deel buiten beschouwing. Ook bij Vacansoleil zit Nederlands rondetalent. Te beginnen bij Wout Poels. Vorig jaar moest hij opgeven in de Tour, maar reed daarna wel de Vuelta uit. Hij werd er zeventiende. Net als Kruijswijk doet hij nog mee voor het jongerenklassement. Rob Ruigh was vorig jaar de beste Nederlander en eindigde vlak na Jelle Vanendert (Lotto - Belisol). Toch is niet Ruigh de kopman bij Vacansoleil, maar wel Lieuwe Westra, die vorig jaar niet in het stuk voorkwam en niet bij de eerste honderd eindigde. Naast de Tour 2011 heeft hij enkel de Vuelta van 2009 gereden, toen werd hij 87ste. De Fries is wel een uitstekend tijdrijder, wat in deze Tour zeker van pas zal komen.
Maxime Monfort gaat voor top tien
Dit is dus de concurrentie uit Nederlandse hoek, maar Jurgen Van den Broeck zou wel eens af te rekenen kunnen krijgen met een landgenoot: Maxime Monfort (RadioShack). Bij The Shack hebben ze het roer helemaal moeten omgooien na het forfait van kopman Andy Schleck. Diens broer Fränk probeert de verwachtingen rond zijn persoon in te perken. Jacob Fuglsang zit niet in de uiteindelijke selectie, nochtans was de Deen een geschikt alternatief als kopman. Hij is er zelf niet tevreden over en stelt zijn toekomst bij de ploeg in vraag. Maar goed, Monfort zit dus wel in de Tour. Vorig jaar maakte de Waal een goeie beurt, zij het in functie van kopmannen Fränk en Andy. In de Vuelta vorig jaar mocht Monfort zijn kans gaan en werd hij knap zesde. Van den Broeck, terug na zijn val in de Tour, finishte als achtste. Monfort is zeker de betere van de twee in het chronowerk. In de Ronde van Zwitserland moest hij werken voor kopman Fränk Schleck en dat gaf een verkeerde indruk in de bergen. Monfort bewees echter dat zijn conditie in orde is in de tijdrit waarin hij derde werd. Zelf geeft hij aan dat hij voor top tien kan gaan. Monfort zou ons Belgen tijdens de Tour wel eens mooie momenten kunnen bezorgen.
Jelle en Phil willen winnen in Seraing
Vorig jaar zorgde Jelle Vanendert daarvoor. Eerst met zijn tweede plaats op Luz Ardiden en twee dagen later met ritwinst op Plateau de Beille. Dit jaar gaat Lotto weer voluit voor een goed eindklassement voor Van den Broeck, maar Vanendert zal af en toe zijn kans mogen gaan om een etappe te winnen. Als luxehelper van Van den Broeck moet hij zijn kopman zolang mogelijk bijstaan. Wie weet creëert dat kansen als de favorieten elkaar het wit uit de ogen kijken.
Jelles boezemvriend Philippe Gilbert (BMC) start ook in de Tour. Hij zal zich zeker willen tonen in de dagen dat de Tour in ons land vertoeft. De eerste etappe, Luik - Seraing, is op maat van Gilbert. Het is een hellende aankomst. Het slotklimmetje behoort tot de vierde categorie, is 2,4 km lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 4,7%. Een finish voor Gilbert betekent dat ook Alejandro Valverde (Movistar) hier zijn gading zal vinden. Maar ook Jelle Vanendert stipte deze etappe aan. De derde etappe naar Boulogne-sur-Mer is eveneens een kolfje naar de hand van een Gilbert in vorm. Laten we hopen dat hij de slechte eerste seizoenshelft achter zich kan laten en kan mikken op een geslaagde Tour, de Olympische Spelen en het WK in Valkenburg. In de Dauphiné kon hij ons nog niet overtuigen, maar zelf is hij zeker dat het in orde komt en dat hij in topvorm naar de Spelen in Londen kan trekken.
Philippe Gilbert en Jelle Vanendert reden vorig jaar een opmerkelijke Tour. De beste Belg in het eindklassement was dan weer Kevin De Weert (Omega Pharma-QuickStep). Hij schoof gedurende de Tour dichter en dichter en kon beslag leggen op de dertiende plaats op meer dan zestien minuten achterstand van Cadel Evans. Dit jaar zal hij echter moeten knechten voor Levi Leipheimer en Peter Velits. Het zal dus moeilijk worden om zijn prestatie over te doen.
De Tour staat voor de deur. In een vierdelige reeks blikken we vooruit naar het parcours, de topfavorieten, Belgen en Nederlanders, outsiders en sprinters. Om te beginnen nemen we het parcours onder de loep. Met meer dan 100 individuele kilometers tegen de klok zijn Cadel Evans en Bradley Wiggins de topfavorieten. Wiggo beschikt met Sky alvast over een beresterke ploeg. Ook monsteren we even de situatie van RadioShack die zonder kopman Andy Schleck aan de start komt, maar wel met broer Fränk.
Deze Tour bevat exact 101,4 individuele tijdritkilometers. Een ploegentijdrit heeft de organisatie dit jaar niet voorzien. Alles begint met de proloog in Luik. Die is 6,4 km lang. Het zal wellicht een duel worden tussen meester-hardrijders Fabian Cancellara (RadioShack) en Tony Martin (OmegaPharma-QuickStep). En wat dacht je van Philippe Gilbert (BMC)? Hij liet dit seizoen nog geen verpletterende indruk na, in tegenstelling tot vorig jaar. Stel je echter voor hoe hij aan de start zal verschijnen: in de driekleur - want jawel, Phil won vorig jaar óók het BK tijdrijden - in zijn thuisregio waar vele fans hem vooruit zullen stuwen. Gilbert zou wel eens hoog kunnen eindigen op de openingsdag.
Twee tijdritten
In de negende etappe mogen de renners opnieuw op hun tijdritfiets stappen. Dit keer voor 41,5 km tussen Arc-et-Senans en Besançon. Na zestien kilometer zit er een pittig knikje in het parcours. Hier zullen tijdrijders Cadel Evans (BMC) en Bradley Wiggins (Sky) zich kunnen onderscheiden van andere klassementsrijders. Ze zullen dat nog een keer kunnen doen in de chronorit op de voorlaatste dag van de Tour. De renners worden van het startpodium geduwd in Bonneval om 53,5 km verderop over de finishlijn te rijden in Chartres. Het parcours is volledig vlak. Hier kunnen Evans en Wiggins alweer kostbare tijd winnen. Onder andere op Jurgen Van den Broeck (Lotto-Belisol). In het Critérium du Dauphiné liet onze landgenoot een goede indruk na in de tijdrit die even lang was als de tweede in de Tour. Van den Broeck finishte op een elfde plaats op 2'12" van winnaar Wiggins en op slechts 29 seconden van Evans die achtste werd. Evans zei na afloop van de Dauphiné dat hij in de tijdrit en de proloog zo goed was als verhoopt of net iets minder. De Australiër heeft zeker nog een marge tegen komende Tour. Is Wiggins daarentegen nog niet over zijn hoogtepunt als de derde week van de Tour zal beginnen? Hij behaalde dit jaar niet alleen de eindzege in de Dauphiné, maar ook in Parijs-Nice en de Ronde van Romandië. Volgens Evans is Wiggins zeker de beste renner in koersen van één week, maar wanneer een wedstrijd langer loopt is hij minder standvastig. In 2009 werd Wiggins wel vierde in de Tour.
Nieuwkomers: La Planche des Belles Filles en Peyragudes
Er moet natuurlijk geklommen worden in de Tour. Daarin lijkt Evans een streepje voor te hebben op Wiggins. Wat hij in de tijdrit zou verliezen, kan hij in de bergen eventueel goed maken. Een cruciale fase wordt de zevende rit met finish op de Planche des Belles Filles, die voor het eerst in het parcours is opgenomen. Deze helling van eerste categorie is bijna zes kilometer lang en heeft een stijgingspercentage van 8,5 %. Hier zouden al wel eens belangrijke gaten kunnen vallen. Daags nadien volgt een geaccidenteerd parcours. De aankomst ligt in Porrentruy, net als La Planche des Belles Filles een nieuwkomer. Na de eerste rustdag op 10 juli trekt de Tourkaravaan de Alpen in. De tiende etappe bevat één col buiten categorie, namelijk de Grand Colombier (17,4 km aan 7,1 % gemiddeld). Een dag later krijgen de renners de Col de la Madeleine (25,3 km aan 6,2 % gemiddeld) en Col de la Croix de Fer (22,4 km aan 6,9% gemiddeld) voor de wielen geschoven. De aankomst ligt bovenop La Toussuire. Deze beklimming van eerste categorie is 18 kilometer lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 6,1 %.
Op de woensdag van de derde week rijdt de Tour door de Pyreneeën. De zestiende etappe van Pau naar Bagnères-de-Luchon bevat volgende welluidende namen: Col d'Aubisque (16,4 km aan 7,1 % gemiddeld), Col du Tourmalet (19 km aan 7,4% gemiddeld), Col d'Aspin (12,4 km aan 4,8 % gemiddeld) en de Col de Peyresourde (9,5 km aan 6,7 % gemiddeld). De aankomst ligt vijftien kilometer van de top. De laatste bergrit leidt van Bagnères-de-Luchon naar Peyragudes, alweer een nieuwe naam in de Tour. De klim naar Peyragudes is 15,4 km lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 5,1 %. De aankomst ligt een kilometer van de top verwijderd. Daarmee zijn er naast de etappes met aankomst op La Planche des Belles Filles en op La Toussuire geen aankomsten op een top. Verder moeten in de zeventiende rit onder meer de Col de Menté (9,3 km aan 9,1 % gemiddeld) van eerste categorie en de Port de Balès van buiten categorie (11,7 km aan 7,7 % gemiddeld) beklommen worden. De Port de Balès was de klim waar Andy Schleck (RadioShack) in 2010 kettingproblemen kreeg.
Wat met The Shack?
De Luxemburger moet dit jaar verstek laten gaan voor de Tour vanwege een breuk in het heiligbeen dat hij opliep in de voorbije Dauphiné. Alles op grote broer Fränk zou je denken, maar die liet na afloop van de Ronde van Zwitserland verstaan dat men hem niet moet bestempelen als leider van de ploeg. Hij heeft 45 koersdagen op de teller staan. Schleck kwam noodgedwongen aan de start van de Giro na een knieblessure van kopman Jacob Fuglsang. Zoals bekend dwong een schouderblessure hem echter tot opgave. Ondertussen reed hij de Ronde van Luxemburg en die van Zwitserland. Hij werd respectievelijk derde en tweede in het eindklassement. Fränk zegt alleszins naar de Tour te gaan, maar wil zich geen druk op de hals halen. Nu is hij in topvorm zegt ie en dat zal hij niet lang meer kunnen volhouden. Al zal het moeilijk zijn om de druk van buitenaf af te houden. Wie moet het dan immers wel doen in de ploeg? Zelf wijst hij Andreas Klöden aan, maar laten we wel wezen die bevindt zich in de herfst van zijn carrière en wordt 37 (°22/06/1975) voor de Tour begint. Maxime Monfort ziet alvast kansen weggelegd voor zichzelf. In de tijdrit in de Ronde van Zwitserland werd hij derde. Volgens de Waal is wielrennen zuiverder geworden en dat laat hem dagdromen over een vijfde plaats in één van de grote rondes. Wat de Tour betreft maken volgens hem vier renners van RadioShack kans op top tien: Fuglsang, Klöden, Schleck en hijzelf. Die voorspelling is dan toch zonder Bruyneel gerekend. Jacob Fuglsang die in de voorselectie zat, zit niet bij de definitieve negen namen. Ineens is het niet meer erg dat Chris Horner noch de Dauphiné noch de Ronde van Zwitserland heeft gereden en mag hij toch starten in de Tour.
Alsof de perikelen rond de fusie tussen Leopard en RadioShack en de blessure van Andy nog niet genoeg waren, kwam daar vorige week nog de zaak rond Lance Armstrong bij. Het USADA beschuldigt de zevenvoudige Tourwinnaar en Johan Bruyneel van dopingpraktijken. Ook vier dokters worden met de vinger gewezen, waaronder Pedro Celaya, die momenteel nog actief is binnen RadioShack. Een Franse radiozender RMC stuurde even de kwakkel de wereld in dat ASO RadioShack uit de Tour zou willen houden. Dit zou onrechtvaardig zijn tegenover de jongens die met de hele affaire niets te maken hebben. Laten we hopen dat het de komende Tour niet overschaduwt. Al staat het vast dat de zaak rond Lance Armstrong voor eens en voor altijd moet uitgeklaard worden, want de waas van twijfel hangt nu al te lang rond de Amerikaan. Het is tijd voor duidelijkheid.
Het machtige Sky
Bij RadioShack loopt het allemaal niet zo lekker, dat is anders bij Sky. Die ploeg zal optimaal aan de start verschijnen. In de Dauphiné bewees het team dat ze klaar zijn voor de Tour. Sky was zelfs ronduit indrukwekkend. Wiggins haalde de oppergaai binnen, Michael Rogers werd tweede en Christopher Froome vierde. Richie Porte was de vierde renner van Sky in de top tien dankzij zijn negende plaats. De voorbije maanden was bij volgers veel te doen rond de samenstelling van het team: hoeveel mannetjes krijgt sprinter Mark Cavendish mee? Ondertussen krijgt de selectie stilaan vorm. Het wordt wellicht bijna dezelfde ploeg als in de Dauphiné, enkel Danny Pate zou er worden uit gelaten. In zijn plaats krijgt Mark Cavendish een helper mee: Bernhard Eisel, Juan Antonio Flecha of Geraint Thomas. Edvald Boasson Hagen, ritwinnaar in de Dauphiné, wordt zijn loods voor de spurt. Als de ploeg voor het overige deel rond Bradley Wiggins wordt gebouwd, zullen andere teams het heft in handen moeten nemen tijdens de rit om vluchters onder controle te houden.
Sky deed zijn intrede in het peloton in 2010. Bij de opstart van het team werd gezegd dat ze binnen de vijf jaar met een Brit de Tour wilden winnen. Het team is er alvast klaar voor. Nu valt het af te wachten of Wiggins niet te vroeg in conditie is en in de bergen Cadel Evans kan bijbenen. In de Vuelta vorig jaar offerde Chris Froome zich op voor zijn kopman. In de bergen stond hij Wiggo bij toen die het moeilijk had. Froome strandde op de tweede plaats op slechts dertien seconden van winnaar Juan José Cobo. Kan dit voor problemen zorgen? In een interview met Cycling Weekly eind mei liet hij alvast verstaan dat hij zich houdt aan het plan van de ploeg: Wiggins naar de Tourzege loodsen.
Wiggins wint Dauphiné, maar Evans is dé topfavoriet voor Tour
We staan op minder dan drie weken van de Tourstart in Luik. Tijd om even een blik te werpen op enkele favorieten voor de eindzege. In het Critérium du Dauphiné kwamen mannen als Cadel Evans (BMC), Andy Schleck (RadioShack) en Bradley Wiggins (Sky) aan de start. De Brit rijfde de eindoverwinning binnen. Bij de Belgen was het uitkijken geblazen naar de conditie van Lotto-mannen Jurgen Van den Broeck en Jelle Vanendert.
Op basis van wat we deze week hebben gezien lijkt Bradley Wiggins hoge toppen te zullen scheren in de komende Tour. Het is immers een editie waarbij meer dan honderd individuele kilometers tegen de klok moet worden gefietst. In de lange tijdrit van 53,5 kilometer was Wiggins verbluffend sterk. Hij haalde zowaar bijna Cadel Evans in. Die gaf aan tevreden te zijn over de ritten in lijn en daar zelfs beter te hebben gepresteerd dan gehoopt. In de tijdrit en de proloog vond hij dat hij zo goed was als verwacht of misschien slechter. In de eindafrekening staat hij derde op 1'26" van Wiggins. Evans geeft toe dat Wiggins de beste renner is in rittenkoersen over een week (Eerder op het seizoen won hij Parijs-Nice en de Ronde van Romandië, nvdr), maar dat hij daarna minder standvastig is. De Tour is drie weken zwoegen, dat is andere koek. Wiggo bewees drie jaar terug echter dat hij daar zijn mannetje kan staan: hij eindigde in Parijs op de vierde plaats. In 2010 presteerde hij dan wel weer minder en werd pas 24ste. Vorig jaar kwam Wiggins ten val en moest opgeven.
Cadel favoriet
Misschien is Wiggins overigens wel te vroeg in vorm. Bij Evans zit er duidelijk nog wat marge op. Daarenboven weet de Australiër dat hij in staat is de Tour te winnen. Zijn zelfvertrouwen heeft met de eindzege vorig jaar een boost gekregen. Tijdens die hele Tour kregen we trouwens een heel andere Evans te zien dan we tot voorheen gewoon waren. Een Evans die zelf initiatief durfde nemen. Denk maar aan de etappe waarin Andy Schleck zijn fantastische raid opzette richting top van de Galibier. Evans knapte in zijn eentje het werk op in het groepje der favorieten en zette daarmee een belangrijke stap naar zijn uiteindelijke eindoverwinning. Door wat de in Zwitserland wonende Aussie vorig jaar liet zien en het groot aantal tijdritkilometers die op het menu staan, is hij torenhoog favoriet om zichzelf op te volgen. Evans heeft in de bergen immers een streepje voor op Wiggins.
Andy toch!
Wie alvast geen goeie indruk achterliet in de Dauphiné, en bij uitbreiding het hele seizoen niet, is Andy Schleck. In de proloog verloor de Luxemburger al 29 seconden over een afstand van 5,7 km. Het ging van kwaad naar erger: in de eerste rit verloor Schleck tijd door te moeten lossen op een klimmetje van niets. Hij verloor meer dan drie minuten. Ook in de tweede rit moest Andy een minuutje prijsgeven. En dan kwam de tijdrit tussen Villié-Morgon en Bourg-en-Bresse. Op het parcours stond die dag een hevige wind. Zo hevig dat het de ranke Andy Schleck met fiets en al omver blies. Zijn rechterflank raakte de grond en de stof van zijn broek bleef achter op het asfalt. Schleck kroop terug de fiets op en zette zijn tocht verder. Zij het met schrik. Bovendien reed hij nog lek ook. Hij legde de afstand bijna elf minuten trager af dan winnaar Wiggins. In de bergetappe van vrijdag verloor Schleck iets minder dan een kwartier. In de voorlaatste etappe stapte hij af. De pijn in zijn rechterbeen en onderrug werd hem teveel. Het ziet er alsmaar slechter uit voor Schleck wat de komende Tour betreft. Hij had de Dauphiné echt nodig om kilometers te malen, want veel had hij er tot nu toe nog niet op zijn conto dit seizoen. Zelf blijft Andy nog optimistisch.
Het zit beide Schlecks niet mee dit jaar. Tijdens de voorbije Giro moest Schlecks oudere broer Fränk afstappen door pijn aan de schouder. Er gingen stemmen op dat dit slechts een excuus was om uit de wedstrijd te stappen. Bij teammanager Johan Bruyneel werd de uitspraak ontlokt dat "niemand zeker is van een selectie voor de Tour". Al zei hij achteraf dat hij daar niemand mee wilde viseren. Toch rijst nu bij velen de vraag of het wel draait binnen de ploeg. Andy Schleck liet alvast verstaan dat hij liever heeft dat zaken intern geregeld worden en niet worden uitgesmeerd in de pers. Al voegde hij er ook aan toe dat de media alles altijd uitvergroten. Andy's vertrouwenspersoon Kim Andersen en ploegleider bij RadioShack mag niet mee naar de Tour. Daarover zegt Bruyneel dat die er ook niet bij was in 2010, toen Andy het dichtst bij een Tourzege stond en die uiteindelijk ook toegewezen kreeg voor de groene tafel.
De fusie tussen RadioShack en Leopard lijkt tot nu toe niet echt geslaagd. De resultaten blijven uit. Oké, als ze de Tour winnen is alles onmiddellijk vergeten, maar die kans lijkt steeds kleiner te worden. Toch voor wat Andy betreft. Misschien moeten ze alle hoop stellen op dat ander deel van het broederpaar: Fränk. Die bereid zich voor op de Tour via de Ronde van Zwitserland. In de voorbije Ronde van Luxemburg werd hij nog derde, ploegmaat Jakob Fuglsang won. Langs de ene kant was de fusie een goed idee om Andy een trap onder de kont te geven en zich nog meer in te zetten voor zijn vak, zeker wat het tijdrijden betreft. Een tijdrit pas op het laatste ogenblik verkennen - denk maar aan de slottijdrit van de Tour vorig jaar - zou in het tijdperk Armstrong geen waar geweest zijn. Dit soort nonchalante gedrag kostte Jan Ullrich mogelijk ook minstens één Tourzege. Aan de andere kant lijkt de hele verandering averechts te werken. Het biedt geen nieuwe ademruimte, maar lijkt de Schlecks eerder extra kopzorgen te geven. Al kunnen enkel zij daar over oordelen, uiteraard. Hoe dan ook liepen de voorbereidingen op de Tour tot nu toe niet optimaal. Helemaal het omgekeerde dus als de manier waarop Cadel Evans in de Tourarena zal verschijnen.
Jurgen is er klaar voor
Als zelfvertrouwen belangrijk is dan kan Jurgen Van den Broeck na deze Dauphiné alvast op twee oren slapen. Hij sluit de Dauphiné af op de vijfde plaats met een achterstand van 2'12" op Wiggins. Van den Broeck zette vooral een hoopgevend resultaat neer in de tijdrit waarin hij elfde werd en 2'12" moest toegeven op Wiggins en slechts 29 seconden op Evans. Dit is veelbelovend voor de Tour. Hoewel Jurgen in 2001 wereldkampioen tijdrijden werd bij de juniores is algemeen geweten dat hij geen krak is in het chronowerk. Toen in oktober vorig jaar het parcours van de Tour gepresenteerd werd, besloot hij onmiddellijk om zijn tijdritcapaciteiten op te krikken. Veel trainen met de tijdritfiets dus. Het lijkt zijn vruchten afgeworpen te hebben. Al zal Evans tegen de Tour wellicht dermate verbeterd zijn dat de kloof tussen beiden groter zal zijn dan in deze Dauphiné het geval was. Van den Broeck legt nu de laatste hand aan zijn voorbereiding in de Sierra Nevada.
Zijn ploegmaat Jelle Vanendert zoekt het dichter bij huis. Hij zal vooral trainen in de Ardennen. De ritwinnaar van Plateau de Beille maakte een minder denderende indruk in deze rittenkoers. In het algemeen klassement volgt hij op bijna veertig minuten van Wiggins. Vanendert bereidt zich nu eenmaal helemaal anders voor dan Van den Broeck. Voor hem was een goeie Dauphiné niet van belang. In de Tour moet hij vooral Van den Broeck bijstaan en eventueel een gooi doen naar de bolletjestrui. Als hem gevraagd wordt welke rit hij zou willen winnen, stipt hij die in Luik aan. Een Touretappe winnen in eigen land is uiteraard uitzonderlijk, zeker als je geen Fransman bent.
Tenslotte nog een tip van Michel Wuyts. Bij het bekijken van de uitslag in de tijdrit viel zijn oog op Christopher Froome (Sky). In de Vuelta van vorig jaar stond die op de tweede plaats van het eindpodium. Bij Sky focusten ze namelijk te lang op kopman Bradley Wiggins. Froome moest hem bergop bijstaan in plaats van zijn eigen kans te gaan. Dat brak het team zuur op. Froome verloor de Vuelta met dertien seconden achterstand op Juan José Cobo (Geox). In de Dauphiné werd Froome dit jaar vierde op 1'45" van Wiggins. In de tijdrit was hij 1'30" trager. Dit wordt mogelijk een interessante tweestrijd binnen Sky de komende Tour.
Een verbluffende prestatie van Thomas De Gendt (Vacansoleil - DCM) gisteren! De 25-jarige Belg reed zich de wielergeschiedenis in door de koninginnerit van deze Giro te winnen. Hij liet de favorieten achter zich op de monsterachtige Mortirolo en haalde de vluchters bij. Damiano Cunego (Lampre) en Mikel Nieve (Euskaltel) konden het langst bij hem blijven, maar De Gendt liet ook hen achter op de flanken van de Stelvio. Er volgden nog dertien kilometer op weg naar eeuwige roem. De etappezege was al fantastisch, maar De Gendt sprong bovendien van de achtste naar de vierde plaats in het klassement. Met enkel nog de slottijdrit met start en aankomst in Milaan voor de boeg, maakt De Gendt kans op het podium.
De Gendt liet zijn kompanen achter dertien kilometer voor de finish. Onze landgenoot stond op een bepaald ogenblik bijna virtueel in het roze. In de stand had hij 5'40" achterstand op leider Joaquim Rodriguez (Katusha). Naarmate de streep naderde maakte Rodriguez echter tijd goed. Bovenop de Stelvio, één van zijn trainingscols, behaalde De Gendt in elk geval de mooiste zege uit zijn carrière, eentje waar velen in het peloton jaloers op zullen zijn. In het algemeen klassement is hij opgeklommen tot de vierde plaats. En het podium ligt binnen handbereik. Michele Scarponi (Lampre) staat momenteel derde, maar ligt maar 27 seconde voor op De Gendt die de betere tijdrijder is.
Het parcours van de tijdrit is biljartvlak en dertig kilometer lang. Vanaf halftien kunnen de renners op verkenning trekken. De Gendt is van plan om dat zeker één en eventueel twee keer te doen. Hij zal ook in de volgwagen zitten als zijn ploegmaat Martijn Keizer zijn tijdrit rijdt. Zo kan De Gendt zien hoe die de bochten neemt, waar hij vol doortrekt en waar niet. De Belg vreest wel voor zijn benen vandaag na zijn epische toer van gisteren. Waar hij zal uitkomen weet hij niet, maar dat het dertig kilometer afzien wordt dat staat vast zegt hij.
Gisteren steeg de hoop dat een Belg op weg was naar de eindzege in de Giro. Het is geleden van 1978 dat het roze kleinood nog mee naar België mocht komen. Toen won Johan De Muynck de Giro. Hij was de zevende Belg die dat klaarspeelde. De Gendt blijft er in elk geval stoïcijns kalm onder. En realistisch. "Ik denk niet dat ik ga winnen. Als ik mijn plaats kan behouden ben ik heel blij en als ik Scarponi nog kan pakken dan is het zoveel te beter, maar ik denk dat ik nu al blij mag zijn met mijn Giro." En daar heeft hij zeker en vast een punt.
Rodriguez staat bij het ingaan van de slotdag op de eerste plaats met een voorsprong van eenendertig seconden op Ryder Hesjedal (Garmin). De Canadees is doorgaans veel sterker in het werk tegen de klok en wordt geacht in de beste positie te staan voor de eindzege. Rodriguez gaf de voorbije dagen aan dat hij zeker twee minuten zou moeten hebben om kans te maken op de eindoverwinning. De voorgift van Purito op De Gendt bedraagt 2'18". Vele volgers dromen van een tweede plaats voor de Belg.
Om 16.34 zal Thomas De Gendt van start gaan. Het is mooi weer, maar laten we ons toch maar voor de televisie zetten en De Gendt op het podium schreeuwen.
Met Luik - Bastenaken - Luik werd vandaag de laatste voorjaarsklassieker gereden. Het was de 98ste editie van La Doyenne, goed voor 257,5 km en elf hellingen. Na zijn prestatie in de Amstel en Waalse Pijl was de hoop gegroeid dat Philippe Gilbert (BMC) zichzelf kon opvolgen.
Nog voor de officiële start was er een valpartij van Igor Anton (Euskaltel). De Bask brak zijn sleutelbeen en moest de strijd staken. Hij zou zijn kopman Samuel Sanchez dus niet kunnen bijstaan. Na 38 km zetten drie renners een vlucht op: Dario Cataldo (Omega Pharma), Simon Geschke (Argos) en onze landgenoot Kevyn Ista (Accent Jobs). Toen het koptrio twee minuten voorgift had beslisten Alessandro Bazzana (Team Type 1), de Belg Gregory Habeaux (Accent Jobs) en Reinier Honig (Landbouwkrediet) de sprong te wagen. We kregen een kopgroep van zes die een maximale voorsprong van 7'40" bijeen zouden rijden.
Katusha zette enkele renners aan het werk in dienst van kopman Joaquim Rodriguez, de winnaar van de Waalse Pijl. Tegen de tweede helling van de dag, de Côte de Stockeu, had de Russiche ploeg de kloof al teruggedrongen tot viereneenhalve minuut. Op de Stockeu viel Simon Gesche letterlijk weg. In een bocht kwam hij ten val en liep een wonde op aan het voorhoofd. De Duitser kroop terug op de fiets, maar zou de koplopers nooit terugzien. Samuel Sanchez had ook pech op deze helling. De olympische kampioen moest een nieuwe fiets nemen. Eerder had hij al materiaalproblemen in de Amstel. Het zou geruime tijd duren vooraleer Sanchez zijn plaats in het peloton terug kon innemen.
Op de Haute-Levée was Cataldo vooraan duidelijk de sterkste. Hij besliste echter om zijn medevluchters op te wachten. In het peloton was er ook wat animo. Pierre Rolland (Europcar), beste jongere in de Tour 2011, demarreerde en kreeg Vasil Kiryienka (Movistar) en David Le Lay (Saur) met zich mee. Om voorin te geraken moesten ze een kloof van drie minuten overbruggen. Naarmate de wedstrijd vorderde, kwamen de Lotto's naar voren in het peloton. Na een tweede plaats in de Amstel en een vierde stek in de Waalse Pijl was het geloof in Jelle Vanendert groot. BMC liet ook enkele mannen mee ronddraaien.
De Col du Maquisard was er teveel aan voor Honig. De Nederlander loste vooraan. Ook Habeaux had het moeilijk, maar hij zou na de top opnieuw kunnen aanpikken. Op de Mont Theux zou onze landgenoot echter definitief moeten afhaken. Hier bedroeg de achterstand van het peloton ongeveer 1'15". Philippe Gilbert trok naar de volgwagen om zijn bril op te kuisen en om mouwstukken aan te trekken, want het waren barre weersomstandigheden. Twaalf kilometer verder lag La Redoute dat in het verleden het toneel was waar wijlen Frank Vandenbroucke een duel uitvocht met rivaal Michele Bartoli. In de kopgroep bracht deze helling teweeg dat Rolland en Kiryienka alleen overbleven. Cataldo zou na de helling echter kunnen terugkeren, zij het niet zonder problemen. De twee koplopers bleven doorrijden, waardoor Cataldo alles uit de kast moest halen om de kloof te dichten. In het peloton reed niemand weg, maar de groep werd wel uitgedund tot ongeveer veertig man. Er was ook materiaalpech te melden van Thomas Voeckler (Europcar) en Alejandro Valverde (Movistar). Voeckler kon de groep vervoegen, Valverde niet. Hij had de fiets van Angel Madrazo gekregen en trok in de achtervolging, maar reed verkeerd toen de motors een foute afslag namen. Einde wedstrijd voor de Spanjaard.
Rolland liet Kiryienka en Cataldo achter op de Roche aux Faucons. Hij zou echter niet als koploper de top halen, want in de groep der favorieten brak de wedstrijd open onder impuls van Vincenzo Nibali (Liquigas). Fränk Schleck (RadioShack) kon het tempo niet volgen en moest lossen. Van zijn broer Andy was geen enkel spoor. Nibali waagde een tweede aanval en net als de eerste keer dichtte Jelle Vanendert het gat. In de uitloper van de Faucons probeerde Nibali het nogmaals en kon nu wel een kloof slaan. Gilbert probeerde, maar kon niet naar Nibali toe rijden. Gilbert zou wegzakken en als zestiende eindigen.
Nibali toonde zijn daalkunsten en sprokkelde meer dan veertig seconden bij elkaar toen hij de top van de Saint-Nicolas bereikte. De Italiaan leek op weg naar de zege, maar daar stak Maxim Iglinsky (Astana) een stokje voor. Vlak voor de boog van de slotkilometer haalde hij Nibali in en versnelde. Iglinsky bereikte solo de finish van La Doyenne. Nibali werd tweede en Enrico Gasparotto (Astana) - de winnaar van de Amstel - derde. Jelle Vanendert werd eerste Belg op de tiende plaats.
In Maastricht startte deze ochtend met de Amstel Gold Race de eerste wedstrijd van een drieluik met daarbij de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik. Dit betekent dat na het Vlaamse voorjaar een nieuw blik renners werd opengetrokken met daarbij heel wat Spanjaarden, waaronder Joaquin Rodriguez, Samuel Sanchez en Alejandro Valverde. De Belgen rekenden op Gianni Meersman, Jurgen Van den Broeck, Jelle Vanendert - het drietal van Lotto - Greg Van Avermaet en duimden dat Philippe Gilbert zich weer wat beter voelde. Ze mochten zich allen bewijzen in een koers van 257 km met onderweg maar liefst 31 hellingen waaronder drie keer de Cauberg.
Zeven renners slaagden er na 39 km in om een vlucht op poten te zetten. Onder hen één Belg: Steven Caethoven (Accent Jobs). Garmin had twee mannetjes mee, met name de neoprofs Raymond Kreder en Alex Howes. Romain Bardet (AG2R), Pello Bilbao (Euskaltel) - die ook in de Ronde van Vlaanderen mee was in de goede vlucht - Cédric Pineau (FDJ) en Simone Stortoni (Lampre) maakten het zevental compleet. Tien kilometer verder konden nog twee landgenoten aansluiten: Sébastien Delfosse (Landbouwkrediet) en Eliot Lietaer (Topsport Vlaanderen). De negen koplopers kregen een maximale voorsprong van dertien minuten. Op 100 km van de streep was het peloton genaderd tot op 5'50". Bij de tweede passage op de Cauberg, op 75 km van het einde, was de kloof verder verkleind tot 4'38". BMC nam het grootste deel van het werk voor haar rekening. Binnen de ploeg heerste er duidelijk vertrouwen in Philippe Gilbert. Ook Katusha, ploeg van Joaquin Rodriguez en Oscar Freire, zette met Angel Vicioso een mannetje mee op kop.
De smalle Limburgse wegen zijn steevast het decor voor valpartijen. Op de Bemelerberg ging Jurgen Van den Broeck (Lotto) tegen de vlakte. Terwijl hij zijn fiets in orde stelde om verder te kunnen rijden, hielp een toeschouwer om die vast te houden. Na een tijdje wilde hij ook een handje toesteken en toen schoot Van den Broeck op en jaagde de man weg. De Amstel zorgt duidelijk voor stress. Al is het begrijpelijk dat de omstanders zich niet teveel moeten mengen, ook al is het goed bedoeld. Brian Bulgac en Francis De Greef zouden hun kopman terug in het peloton brengen. Op dat moment reed Simon Gerrans (Greenedge), winnaar van Milaan - Sanremo, lek. Ook hij kon later opnieuw aansluiten. Gerrans werd voor de start als één van de kanshebbers op de zege aanzien. Terwijl dit allemaal gebeurde was het nog ruim veertig kilometer tot de aankomst en hadden de vluchters nog drie minuten voorsprong. Alles onder controle dus. Astana was ondertussen voorin het peloton verschenen. Ook Europcar droeg zijn steentje bij met Kévin Reza. Bij de Franse ploeg hoopten ze dat Thomas Voeckler na winst in de Brabantse Pijl ook in de Amstel zou schitteren.
De Loorberg was de plaats waar de kopgroep in tweeën brak. Bardet, Bilbao, Howes en Stortoni bleken de sterksten. Delfosse en Kreder konden echter terugkeren. In het peloton viel Chris Anker Sørensen (Saxo Bank) aan. Kevin De Weert (Omega Pharma) dichtte het gat en bracht iedereen mee in zijn zog. Even verder zouden Caethoven, Lietaer en Pineau ingelopen worden. Er was op dat ogenblik ook de opgave te melden van Wout Poels (Vacansoleil). In de aanloop naar de Gulpenerberg verscheen Liquigas aan het front met kopman Peter Sagan. De jonge Slowaak blijft doorgaan dit voorjaar. Simone Ponzi (Astana) sprong weg uit het peloton, maar werd heel snel bijgehaald. In de kopgroep liep Bardet op de trappers. Enkel Howes kon bij de Fransman aanpikken.
Katusha kwam naar voren vlak voor de Kruisberg. Met de Eyserbosweg, Fromberg, Keutenberg en Cauberg vormt deze helling de finale van de Amstel. Op de Kruisberg, van waar het nog 22 km is tot de finish, had het kopduo nog 46" voorsprong. In het peloton maakte BMC het tempo. Gilbert was mee en leek in goede doen. Jurgen Van den Broeck en Samuel Sanchez (Euskaltel) waren twee bekende namen die achterop waren geraakt. De olympische kampioen kon tegen de Eyserbosweg terugkeren. Daar was voor Bardet het moment gekomen om een nieuwe demarrage te plaatsen. Hij liet Howes achter, maar die zou in de afdaling kunnen aansluiten. In het peloton was BMC nog steeds de blikvanger. Jelle Vanendert (Lotto) stak voor het eerst zijn kop aan het venster. Net als Fränk Schleck (RadioShack).
Op de Fromberg loste Robert Gesink (Rabobank). Na de eerdere opgave van Matti Breschel was de Nederlandse ploeg alweer een belangrijke pion kwijt. Ook Ben Hermans en Andy Schleck (RaioShack) konden niet meer mee. Edvald Boasson Hagen (Sky) daarentegen viel aan. Onder impuls van Greg Van Avermaet zou hij na enkele kilometers weer worden gevat. Op de Keutenberg zakte de Noor er volledig door. Johnny Hoogerland (Vacansoleil) kon het tempo evenmin aan. Bardet besliste vooraan om nogmaals een demarrage te plaatsen. Dit keer liet hij Howes definitief achter zich. Na afloop kreeg de Franse neoprof de prijs van de strijdlust.
Tussen de Keutenberg en de laatste passage over de Cauberg lagen tien vlakke kilometers. Dat zijn er twee minder dan in het verleden. Enrico Gasparotto (Astana) achtte dit een goed moment om aan te vallen. Joaquin Rodriguez was het daar mee eens en haakte zijn wagonnetje aan. Ver zou het tweetal echter niet wegraken. Bardet werd enkele meters verder ook opgerold. Thomas Voeckler was de volgende om aan te vallen. Hij kreeg Peter Sagan met zich mee. Zij raakten niet ver weg. Oscar Freire (Katusha) slaagde daar wel in. Op 7 km van de streep vertrok hij. Hij wilde duidelijk anticiperen. Al gauw sprokkelde hij zeventien seconden bij elkaar. Daar bleven er dertien van over vier kilometer verder. Niki Terpstra (Omega Pharma) sprong op twee kilometer van de streep weg uit de groep met favorieten. Aan de voet van de Cauberg, 900 m voor de aankomst op de top, was hij genaderd tot op zeseneenhalve seconde van Freire. De achterstand van het peloton bedroeg nog steeds dertien seconden. Spannend dus.
Damiano Cunego (Lampre) en Lars Petter Nordhaug (Sky) haakten in elkaar tijdens de beklimming waardoor heel wat renners werden opgehouden. Onder hen Samuel Sanchez die vrede zou moeten nemen met een zevende plaats. Philippe Gilbert had al voor de val zijn aanval opgezet. Enrico Gasparotto, Peter Sagan en Jelle Vanendert waren de enigen die konden volgen. Terpstra waren ze al voorbij, maar Freire reed dus nog voorop. De onfortuinlijke Spanjaard was er aan voor de moeite op negentig meter van de streep! Phil had net moeten afhaken na een versnelling van Sagan. De Slowaak had zijn laatste pijl echter iets te snel verschoten, want Gasparotto en Vanendert reden hem nog voorbij. Vanendert was dicht bij de zege, maar Gasparotto klopte hem.
Deze voormiddag werd de 110de Parijs-Roubaix op gang geschoten in Compiègne. Er was één centrale vraag: zou Tom Boonen voor de vierde keer winnen en zo op gelijke hoogte komen van Monsieur Paris-Roubaix Roger De Vlaeminck? Zijn uitdagers leken dezelfde te worden als in de Ronde van Vlaanderen, namelijk Alessandro Ballan en Filippo Pozzato. Het hele spektakel zou zich afspelen over 27 kasseistroken.
Twaalf mannen kozen na anderhalf uur het hazenpad, waaronder drie Belgen. Eerst en vooral Guillaume Van Keirsbulck, ploegmaat van Tom Boonen bij Omega Pharma-QuickStep. Met Kenny Dehaes had ook Lotto-Belisol, die andere Belgische World Tourploeg een mannetje mee. Frederik Veuchelen (Vacansoleil) was de derde landgenoot. Zijn ploegmaat en neoprof Bert-Jan Lindeman, een Nederlander, zat samen met hem in de ontsnapping. Gepatenteerd hardrijder David Boucher (FDJ) tekende ook present. Hij was in de Ronde van Vlaanderen en de Scheldeprijs eveneens mee in de vroege vlucht. Dit zijn de overige koplopers: Grischa Janorschke (Netapp), Dominic Klemme (Argos), Laurent Mangel (Saur), Michael Morkov (Saxo), Yaroslav Popovych (RadioShack), Aleksejs Saramotins (Cofidis) en David Veilleux (Europcar). Van de grote ploegen waren BMC, Garmin, Rabobank en Sky afwezig. Ook Farnese Vini, de ploeg van Filippo Pozzato en Kevin Hulsmans, had niemand voorin. De vluchters betekenden nooit een gevaar voor de grote kopmannen aangezien de helpers de twaalf niet verder lieten uitlopen dan 4'30".
Het was een razendsnelle beginfase. In het eerste uur legden de renners meer dan 48 km af. De Hel van het Noorden bestond uit 27 kasseistroken, sectoren genoemd. In Parijs-Roubaix is het de gewoonte af te tellen. Even over twaalf begonnen de koplopers aan sector 27. Alle stroken kregen sterren toegekend, van één tot en met vijf. Op sector 22 werd er gevallen. Nederlands kampioen Pim Ligthart (Vacansoleil) maakte van dichtbij kennis met de kasseien. De volgende sector, in Aulnoy à Famars (2600 m), was er één van vijf sterren. Saramotins voelde zich in zijn sas en sloeg een gaatje. Een lekke band deed hem echter terugvallen. Ook in het peloton was er pech: rond plaats veertig kwamen enkele renners ten val met een grote opstopping tot gevolg. Onder meer Frédéric Guesdon (FDJ), de winnaar van 1997, stond stil. Bij Omega Pharma werd Stijn Vandenbergh opgehouden. Ook favoriet Filippo Pozzato stond aan de kant. De mannen van BMC beslisten om het tempo de hoogte in te jagen. George Hincapie en Marcus Burghardt werden ingezet. Na een tiental kilometer achtervolgen, kon Pozzato echter terug aansluiten. Ondertussen was de voorsprong van de koplopers gezakt tot 3'40". André Greipel (Lotto) sprong opeens weg uit het peloton. Wat was daar de bedoeling van? Toen hij werd ingelopen, pakte hij gauw zijn handschoenen en deed die rustig om. Dat was wellicht een afleidingsmanoeuvre om zijn onbezonnen actie weg te moffelen.
Op sector 17 (4* en 2500 m) richting Bos van Wallers stuurde Sky de troepen naar het front. Zij knabbelden verder aan de drie minuten die de vluchters nog restten. De volgende strook was die in het Bos van Wallers. De Trouée d'Arenberg is goed voor vijf sterren. De kopgroep viel daar jammer genoeg letterlijk uit elkaar. Janorschke slipte weg en sleurde Guillaume Van Keirsbulck mee in zijn val. In het bos werd Van Keirsbulck opgeraapt door zijn ploegmaats die op kop van het peloton reden. Gert Steegmans was als eerste het Bos ingedoken. Sylvain Chavanel maakte indruk. Tom Boonen zat ook op de eerste rij. Bij het buiten rijden van het Bos bleven nog acht koplopers over met een voorsprong van een flinke twee minuten. Dehaes en Popovych waren immers ook weggevallen.
Jimmy Casper (AG2R) en Matthieu Ladagnous (FDJ) sprongen weg op sector 15. Dat was de voorbode voor enkele grote namen om uit het peloton te demarreren, met name Juan Antonio Flecha (Sky) en Alessandro Ballan (BMC). Sébastien Turgot (Europcar) en Maarten Wynants (Rabobank) volgden hen. Matteo Trentin (Omega Pharma) kreeg de opdracht de kloof te dichten. Flecha en Ballan mag men niet laten wegrijden. Vandenbergh sloot aan bij het peloton en kon een handje toesteken. De mannen van Omega Pharma trachtten een waaier te trekken, maar deze poging droeg niet ver. Gelukkig voor Pozzato, want die had de boot gemist. Wel werden alle vluchters ingelopen, ook de kopgroep dus. Sylvain Chavanel prikte eens, maar de Franse kampioen reed niet weg. Op sector 13 demarreerde Turgot. Hij kreeg gezelschap van Chavanel, Ladagnous, Mangel en Michael Schär (BMC).
De koers zou in een stroomversnelling komen op sector 12. De kasseien van Orchies (1700 m) kregen drie sterren toegekend. Thor Hushovd (BMC) zou in elk geval de finale niet kleuren, want de Noor viel aan een rondpunt vlak voor deze strook. Turgot demarreerde hier nogmaals, zijn medevluchters werden ingelopen door het peloton. Toen was het tijd voor Tom Boonen om zich in de debatten te mengen. Hij versnelde en kreeg Pozzato mee. De Italiaan pakte gezwind over. Na Orchies knoopte het duo aan bij Turgot. In het tussenstuk dichtte Ballan de kloof met de drie koplopers. Niki Terpstra, ploegmakker van Boonen, deed hetzelfde. Chavanel verging het minder goed, want hij reed lek. Maar goed, met twee man voorop was er geen reden tot paniek bij Omega Pharma. En al zeker niet toen Boonen versnelde en Terpstra in zijn zog meepakte. De drie anderen twijfelden en weg waren ze. Het was op dat moment nog 56 km tot aan de meet! Boonen had blijkbaar een goed gevoel. Op de kasseien van Auchy-lez-Orchies (2700 m) moest de winnaar van Dwars door Vlaanderen Boonen laten gaan. Boonen vertrok voor wat een indrukwekkende solo zou worden. Er was overigens pech op deze strook voor Filippo Pozzato en Stijn Devolder (Vacansoleil). Pozzato zou even later nogmaals tegen de vlakte gaan. Deze renners mochten een goede uitslag vergeten.
In de achtervolgende groep op Boonen zou Sky het werk moeten opknappen. Die ploeg had immers vier man mee: naast Flecha ook Edvald Boasson Hagen, Mathew Hayman en Ian Stannard. Sector 10 waren de kasseien van Mons-en-Pévèle (3000 m), vijf sterren waard. Flecha demarreerde en er werd een ontsnapping gevormd. De Spanjaard had zijn ploegmaats Boasson Hagen en Hayman bij zich. Alessandro Ballan, Lars Boom (Rabobank) en Niki Terpstra sloten eveneens bij Flecha aan. Hoe dan ook, Boonen reed op dat moment al een halve minuut voorop. De groep Flecha smolt op 40 km van de aankomst samen met volgende achtervolgers: Jacopo Guarnieri (Astana), Matthieu Ladagnous, Luca Paolini (Katusha), Ian Stannard, Matteo Tosatto (Saxo), Sébastien Turgot, Johan Vansummeren (Garmin) en Maarten Wynants. Al gauw werd duidelijk dat de mannen hier niet scherp genoeg meer waren om de achterstand op Boonen goed te maken. Die bedroeg op dat moment al 42 seconden. Op 28 km van het einde bereikte Boonen de kaap van één minuut.
Terwijl Boonen de kilometers gezwind bleef afhaspelen, moesten in de achtergrond steeds meer mannen de rol lossen. Niet in het minst de mannen van Sky die het merendeel van het achtervolgingswerk hadden verricht, in functie van hun kopman Flecha. Op de kasseien van Camphin-en-Pévèle, sector 5 (1800 m) demarreerde Lars Boom. de Nederlander was vlak daarvoor nog lek gereden, maar beschikte dus over een enorme veerkracht. Hij zou een achterstand van 1'30" moeten overbruggen. Op Carrefour de l'Arbre (2100 m), de laatste sector met vijf sterren had hij de achterstand kunnen terugdringen tot 1'11". Bij het verlaten van het Carrefour was die echter weer wat opgelopen. Ballan, Flecha en Ladagnous waagden op hun beurt de sprong naar Boom. Ladagnous reed lek en weg waren zijn kansen op een podiumplaats. Paolini daarentegen kon aansluiten bij Boom en co.
In de slotkilometers had Boonen uitgebreid de tijd om te genieten. Hij lachte naar de camera en stak vier vingers op. Jawel, hij evenaart het record van Roger De Vlaeminck. Monsieur Paris-Roubaix won de Helleklassieker in 1972, 1974, 1975 en 1977. Boonen behaalde zijn drie vorige zeges in 2005, 2008 en 2009. En uiteraard maakt Boonen de dubbel Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Bovendien schreef hij de voorbije twee weken ook al de E3 Harelbeke en Gent-Wevelgem op zijn naam. Boonen mocht terecht genieten van zijn knappe prestatie met een ereronde in de vélodrôme.
Wat de overige twee podiumplaatsen betrof was het nog spannend. Turgot en Terpstra sloten bij het ingaan van de ronde op de piste aan bij het groepje Boom. De Fransen mochten blij zijn na afloop, want ze hadden een landgenoot op het podium. Maar was het nu op plaats twee of drie? De fotofinish toonde geen verschil tussen Ballan en Turgot en daarom werden beiden op de tweede plaats gezet. De Belgen hebben nog twee renners in de top tien: Vansummeren op plaats negen en Wynants op plaats tien.
Drie dagen na de Ronde van Vlaanderen werd alweer gekoerst in ons land. Vandaag stond de 100ste editie van de Scheldeprijs op het programma. Op één plaats langs het parcours waren posters van de winnaars van alle vorige edities opgehangen aan lantaarnpalen. Mooi! Deze koers is een uitgelezen kans voor sprinters. Grote afwezige was drievoudig winnaar Mark Cavendish (Sky), de Brit werd gisteravond voor het eerst vader. Hij en zijn vriendin Peta Todd zijn vanaf nu de trotse ouders van dochter Delilah Grace. Rondewinnaar Tom Boonen (Omega Pharma) was wel van de partij. Net als Tyler Farrar (Garmin), André Greipel (Lotto) en Marcel Kittel (Argos).
Zeven vluchters kleurden deze wedstrijd. Het ging om vier landgenoten, waarvan drie als voornaam 'Kevin' hebben: Kevin Claeys (Landbouwkrediet), Kevin Hulsmans (Farnese Vini) en Kevin Van Melsen (Accent Jobs). De vierde Belg was Sven Vandousselaere (Topsport Vlaanderen). Hun kompanen waren de Fransman David Boucher (FDJ), de Canadees Simon Lambert-Lemay (Spidertech) en Kin San Wu (Champion System) uit Hong Kong. Toen ze vier minuten voorsprong hadden, stond het peloton stil aan een overweg. Dankzij de trein kregen de koplopers een minuut extra cadeau.
De finale van de Scheldeprijs bestaat uit drie plaatselijke rondjes van 16,5 km in en rond Schoten. Op het cricuit ligt de Broekstraat, goed voor 1700 m kasseien. Voor aanvang van de eerste ronde, fietsten de renners al door de Broekstraat. Tom Boonen strekte er even de benen. Hij had op voorhand al aangegeven niet mee te strijden voor de zege. De Scheldeprijs was pure training met het oog op Parijs-Roubaix zondag. Bij de eerste doortocht aan de finish hadden de vluchters een voorsprong van 3'15". Lotto, dat werkte voor kopman André Greipel, reed vooraan. In de Broekstraat versnelde Vladimir Isaichev (Katusha). Omega Pharma dichtte de kloof. Ook Tom Boonen verrichtte kopwerk.
Bij het ingaan van ronde twee, de achterstand op de kopgroep was ondertussen gehalveerd, kwamen enkele renners ten val. Het was immers beginnen regenen en dat zorgde voor gladde wegen. Ploegmaats Matthieu Ladagnous en Dominique Rollin (FDJ) gingen tegen de vlakte. Ook de Canadese kampioen Svein Tuft (Greenedge) viel. Zij stapten alle drie af. In het peloton was een breuk ontstaan. Op 25 km van het einde hadden de zeven koplopers nog 42" voorsprong. Hulsmans plaatste vlak voor de Broekstraat een demarrage. Boucher, Claeys en Vandousselaere maakten de aansluiting.
Er restten Hulsmans en co nog slechts dertien seconden bij het begin van de slotronde. Op juist dezelfde plaats als de ronde voorheen, was er een valpartij. Niet voor het laatst. Vandousselaere besliste aan te vallen op 14 km van de meet. Hulsmans sprong ernaartoe en trok alleen door. Maar winnen zat er jammer genoeg niet in voor de Limburger die bezig is aan een heel goed voorseizoen. Vlak na de boog van de tien kilometer werd hij ingelopen. we stevenden af op een sprint. Garmin en Sky, die respectievelijk werkten voor Tyler Farrar en Christopher Sutton, bepaalden het tempo. Op de Broekstraat werd alweer gevallen. Met Guillaume Van Keirsbulck en Nikolas Maes stonden twee mannen van Omega Pharma aan de kant. Zij het zonder erg. Wouter Mol (Vacansoleil) had minder geluk, hij brak zijn sleutelbeen. Als gevolg van deze val was het peloton in vier stukken gebroken. Onder meer Francesco Chicchi, sprinter van Omega Pharma, was in de achtergrond verzeild geraakt.
Voorin verschenen de Lotto's opnieuw op de voorposten. En jawel, er volgde weer een val. Sven Vanspeybroeck (Topsport Vlaanderen) lag langs de kant. Ook voor sprinters Yauheni Hutarovich (FDJ) en Jacopo Guarnieri (Astana) was de koers voorbij. Er moest dus nog gestreden worden voor de overwinning. Tyler Farrar leek goed op weg, maar de Duitse bonk Marcel Kittel kon de Gentse Amerikaan verslaan. De Nederlander Theo Bos (Rabobank) legde beslag op de derde plaats. En jawel, ook na de meet werd er gevallen. Matteo Trentin (Omega Pharma) schoof als eerste weg. Daarna volgden een renner van Jonathan Cantwell (Saxo Bank) en een renner van Europcar. Een Japanse fotografe werd afgevoerd naar het ziekenhuis. Zij brak een kaakbeen.
Jammer van de vele valpartijen die deze honderdste editie ontsierden. Kittel is in elk geval een mooie winnaar. Vorig jaar maakte de Duitser voor het eerst zijn opwachting en dit jaar lijkt hij volop door te groeien naar de top.
Deze ochtend was het verzamelen geblazen op de Grote Markt van Brugge voor de start van de 96ste Ronde van Vlaanderen. Een vernieuwde Ronde; zonder Muur, Bosberg en Meerbeke. Wel met drie keer de Oude Kwaremont en Paterberg op het parcours. De aankomst lag na 257 km voor het eerst in Oudenaarde. In Brugge maakten twee topfavorieten hun opwachting: Tom Boonen (Omega Pharma - QuickStep) en Fabian Cancellara (RadioShack). Als Boonen zou winnen - voor een derde keer - schaarde hij zich in een mooi rijtje recordhouders.
Om tien uur schoot de Brugse burgemeester Patrick Moenaert de koers op gang. Een kwartier later volgde in Varsenare de officiële start toen wedstrijddirecteur Wim Van Herrewege de rode vlag naar beneden haalde. Onmiddellijk was er beweging in het peloton. André Schulze (Netapp) opende de debatten. Daarna volgden pogingen van onder meer Vladimir Isaichev (Katusha) en Kurt Hovelynck (Landbouwkrediet). Na een twintigtal minuten kreeg de vroege vlucht vorm. Naast het duo Daniel Schorn en Andreas Schillinger van Netapp waren dertien enkelingen ontsnapt: Manuel Belletti (AG2R), Pello Bilbao (Euskaltel), David Boucher (FDJ), Gert Dockx (Lotto-Belisol), Tyler Farrar (Garmin), Massimo Graziato (Lampre), Vladimir Isaichev (Katusha), Pablo Lastras (Movistar), Anders Lund (Saxo Bank), Baptiste Planckaert (Landbouwkrediet), Maarten Tjallingii (Rabobank), Sven Vandousselaere (Topsport Vlaanderen) en Tom Veelers (Agros-Shimano). Agros-Shimano is de nieuwe naam van de ploeg die tot voor kort door het leven ging als 1t4i. Een omvangrijke vlucht waar heel wat grote ploegen niet aanwezig waren. BMC ontbrak, net als Omega Pharma - QuickStep en RadioShack. De ploeg van Tom Boonen probeerde lange tijd deze ontsnapping te verhinderen waardoor de voorsprong rond de vijftien seconden bleef hangen. Uiteindelijk moest de ploeg toch de strijd staken. Ze bleef wel in het peloton controleren en zorgde dat de achterstand nooit groter werd dan zes minuten.
De Vlaamse Ardennen
Na 80 km op West-Vlaamse wegen reden de renners Oost-Vlaanderen binnen. Daar wachtten dadelijk twee kasseistroken: de Huisepontweg (1800 m) en de Doorn (2000 m). Garmin bracht hun kopman Sep Vanmarcke in stelling om de stenen goed door te komen. Nadien volgde de eerste helling van de dag, de eerste van zestien: de Taaienberg. Hier voert Boonen graag een nummertje op, maar met nog bijna 150 km tot de streep lag die dit keer te vroeg in de koers. Lars Boom (Rabobank) begon eraan in eerste positie. Daarna nam zijn landgenoot Niki Terpstra (Omega Pharma) over. Vervolgens stond de Eikenberg op het programma. Björn Leukemans (Vacansoleil) was goed voorin geposteerd. Zijn ploegmakker Stijn Devolder daarentegen vertoefde aan het andere uiteinde. Ook Greg Van Avermaet (BMC) zat achteraan. Matthew Goss (Greenedge) moest lossen. Juan Antonio Flecha (Sky) die reed lek. Een voorbode van de vele pech die het peloton nog zou overvallen.
In de nasleep van de Eikenberg gingen Kristjan Koren (Liquigas) en Marcus Burghardt (BMC) tegen de vlakte. Op de kasseien van de Holleweg (1500 m) reed een handvol renners lek, waaronder Thomas Voeckler (Europcar) en Niki Terpstra. Was er sabotage in het spel? In de aanloop naar de Ronde waren er immers bedreigingen geweest om de vernieuwde Ronde te boycotten. Gelukkig was dat niet het geval. De kasseistroken volgden elkaar snel op. Voorin voelde Lastras zich duidelijk goed, hij vloog over de kinderkopjes van de Ruiterstraat (800 m) en sloeg een gaatje. De Spanjaard hield in toen hij zijn voorsprong opmerkte: een solo zag hij niet zitten. Daarna volgden de stenen van Kerkgate (1500 m). Vanmarcke reed er lek en kreeg een wiel van ploegmaat Martijn Maaskant. De winnaar van de Omloop Het Nieuwsblad was duidelijk de enige kopman. Ook Fabian Cancellara had een lekke band, zij het bij het opdraaien van de Molenberg. Het zou echter niet de zwaarste tegenslag van de dag zijn voor de Zwitserse kampioen.
Na de Paddestraat (2300 m) was er verbrokkeling. Een groep van zes had zich van het peloton afgescheiden: Kris Boeckmans (Vacansoleil), Lars Boom, Mathew Hayman (Sky), Aleksandr Kuschynski (Katusha), Alexandre Pichot (Europacar) en Tomas Vaitkus (Greenedge). Lang zouden ze niet voorop blijven. Er was ook een groep gelosten waarbij Stijn Devolder en Lieuwe Westra, beiden renners van Vacansoleil, opvielen. deze groep zou echter opnieuw bij het peloton kunnen aansluiten vlak voor de Berendries. Ondertussen had José Ivan Gutierrez (Movistar) de wedstrijd moeten verlaten met een sleutelbeenbreuk. Vlak voor de Valkenberg wisselde Peter Sagan (Liquigas) van fiets. Vooraan moest Lastras hetzelfde doen na de beklimming. De koplopers hadden op dat moment nog drie minuten voorsprong. In het peloton bleef Omega Pharma het kopwerk verrichten.
De eerste lus
De renners begonnen aan de eerste van drie lussen op 80 km van de streep. Om te beginnen moesten ze over de Oude Kwaremont. Bij aanvang reed Boom lek en toen dat euvel verholpen was, verloor hij extra tijd door de mannen die stilstonden op de Kwaremont. Ook Hovelynck kende hier pech. Hij stond midden op de helling zonder zadel! Boeckmans reed als eerste van het peloton over de Kwaremont. Boonen en Cancellara vertoefden in de eerste gelederen. Westra daarentegen was alweer gelost, ook Juan Antonio Flecha (Sky) kon niet mee. Philippe Gilbert (BMC) kon het tempo goed aan. Voorin moesten Vandousselare, Schorn en Schillinger afhaken. Op de Paterberg moest ook Graziato de rol lossen. In het peloton maakte Gilbert alweer een goede indruk. Stijn Devolder stond aan de kant door een val en in de afdaling ging hij opnieuw tegen de vlakte. Voor de tweevoudige ex-winnaar waren alle kansen verdwenen. Pech dus, maar de conditie was er nog niet. Ook Thor Hushovd (BMC) verkeert nog niet in goede doen één week voor Parijs-Roubaix. Hij loste op de Pater. Er was overigens ook een aanrijding in de achtergrond. De volgwagen van Sky reed die van RadioShack aan. De Jaguar van Sky moest aan kant worden geduwd.
Voor Veelers was de Koppenberg er teveel aan. Zo bleven er nog tien koplopers over op 70 km van de aankomst. Hoewel hij op de Kwaremont had moeten lossen, kon Flecha op de Koppenberg wel mee met de kop van het peloton. Boonen zat wat dieper, ongeveer in dertigste positie. Alles bleef echter samen. In de nasleep van de Koppenberg kwam er een lichte prik van Frans kampioen Sylvain Chavanel (Omega Pharma). En dan sloeg het onheil toe voor topfavoriet Fabian Cancellara. In de bevoorradingszone viel hij over een bidon. De Ronde was over voor hem. En de Zwitser zal een tijdje aan de kant moeten blijven, want hij liep een drieledige breuk op aan het rechtersleutelbeen. Hij werd in de vooravond overgebracht naar zijn thuisland waar hij wordt geopereerd.
De Ronde van Vlaanderen bolde ondertussen verder richting Oudenaarde. Op de Donderij (800 m) was de voorsprong van de kopgroep geslonken tot anderhalve minuut. In Ronse, een goeie vijf kilometer verder, bleven er nog 50" over. Net als op de Koppenberg leek Boonen niet in zijn sas. Hij bengelde aan de staart van het peloton. Een opmerkelijk beeld op de Kruisberg/Hotond: Assan Bazayev (Astana) demarreerde met een ingepakt broodje in zijn mond! Dit was de aanzet tot een samensmelting tussen peloton en kopgroep. Enkel Boucher bleef nog voorop. Ook Tjallingii had blijkbaar nog niet zijn hele krachtenarsenaal aangesproken, want de Fries zette zich op kop van het peloton. Zijn landgenoot Sebastian Langeveld (Greenedge) maakte een zware val. In de afdaling zocht hij, net als enkele andere renners, het fietspad op. Een toeschouwer die op een parkeerstrook tussen de weg en het fietspad stond schrok op door het aanstormende peloton en sprong op het voetpad. Langeveld raakte hem echter en ging zwaar tegen de grond. Ook hij brak een sleutelbeen.
Lus twee
Bij het begin van lus twee was Boucher eraan voor de moeite. Hij werd afgelost door zijn ploegmaats van FDJ. Garmin toonde zich vooraan het peloton met drie man: Heinrich Haussler, Sep Vanmarcke en Johan Vansummeren. Vanmarcke maakte een vlotte indruk en bepaalde een hele tijd het tempo. Nadien nam Chavanel over. In de voorste regionen waren ook Alessandro Ballan, Tom Boonen, Edvald Boasson Hagen, Filippo Pozzato, Niki Terpstra, Peter Sagan en Johan Vansummeren te vinden. In het tussenstuk op weg naar de Paterberg scheidden drie mannen zich af: Juan Antonio Flecha, Vincent Jérôme (Europcar) en Luca Paolini (Katusha). Op de Paterberg heerste er chaos. Vansummeren verloor het evenwicht en er ontstond een domino-effect nadat ook John Degenkolb (Argos) tegen de vlakte was gegaan. Onder andere Matti Breschel (Rabobank) werd opgehouden. Pozzato en Ballan konden net ontsnappen. Pippo maakte een sterke indruk. Hij kwam als eerste boven, gevolgd door Terpstra en Chavanel. Het koptrio was ondertussen ingelopen. Sagan volgde enkele meters verderop. Er vormde zich een nieuwe groep met daarbij ook deze namen: Tom Boonen, Maxim Iglinskiy (Astana) en Sep Vanmarcke. Oscar Gatto (Farnese Vini) en Edvald Boasson Hagen (Sky) hadden de boot net gemist. Zij werden ingelopen door de grote groep bij aanvang van de Hoogberg. De vluchters hadden op dat moment een halve minuut voorsprong. Op de Hoogberg demarreerde Jérôme. Hij reed 20" bij elkaar. In het peloton stelde Sky alles in het werk om Boasson Hagen opnieuw voorin te brengen. Ze overbrugden de kloof met de groep op 21 km van de streep. Enkel Jérôme en Terpstra, die de sprong had gemaakt, reden nog voorop met een voorgift van 10". Marcus Burghardt (BMC) zou vlak voor de laatste passage van de Oude Kwaremont de kloof met het duo dichten. Ook de rest van het peloton keerde terug.
De finale
Ballan reed tijdens de laatste beklimming van de Oude Kwaremont op zijn sokken weg. In zijn zog volgden Boonen en Pozzato. Met hun drieën trokken ze naar de Paterberg. Pozzato bleef gedurende de hele helling in het zadel. Ballan kwam in zijn wiel boven. Boonen volgde op enkele meters. De jonge Slowaak Peter Sagan kwam als vierde boven. Vanaf de top volgden nog dertien kilometer richting Oudenaarde. Sagan zou de kloof nooit kunnen dichten. Hij werd ingelopen door een achtervolgende groep met daarin onder meer Matti Breschel, Sylvain Chavanel, Edvald Boasson Hagen, Björn Leukemans, Niki Terpstra, Greg Van Avermaet (BMC) en Thomas Voeckler.
Het koptrio zou strijden voor de overwinning. Op 10 km van de meet hadden ze immers een halve minuut voorsprong. Ballan demarreerde op 3 km van het einde. Boonen dichtte het gat met Pozzato in zijn wiel. Hetzelfde scenario herhaalde zich op twee en één kilometer van de finish. Ballan maakte geen schijn van kans door de wind. Op 200 meter van de streep deed de Italiaan een ultieme poging en begon de spurt. De derde plaats zou echter de zijne worden. Pozzato kon Boonen niet kloppen in de sprint. De Balenaar wint na 2005 en 2006 voor de derde keer de Ronde. Hij komt op gelijke hoogte van Achiel Buysse (1940, 1941 en 1943), Fiorenzo Magni (1949-1951), Eric Leman (1970, 1972 en 1973) en Johan Museeuw (1993, 1995 en 1998). En hij wint op tien dagen tijd zowel de E3, Gent-Wevelgem als de Ronde. Een knappe prestatie. Wat volgt nog? Woensdag staat de Scheldeprijs op het programma en volgende zondag uiteraard Parijs-Roubaix dat hij voor de vierde keer kan winnen en zo op gelijke hoogte komen van Monsieur Paris-Roubaix Roger De Vlaeminck.
Zondag 1 april, nog vijf nachten slapen en dan is het zover: de Ronde van Vlaanderen. Zonder de Muur van Geraardsbergen dit jaar. Wel met driemaal het duo Oude Kwaremont en Paterberg. De aankomst ligt niet langer in Meerbeke, maar in Oudenaarde. Er zijn twee topfavorieten, namelijk Tom Boonen en Fabian Cancellara. Een vooruitblik.
Toen in september vorig jaar werd bekendgemaakt dat het parcours van de Ronde drastisch was gewijzigd, veroorzaakte dat een ware schokgolf. Meerbeke zou niet langer als aankomstplaats fungeren, die eer zou vanaf 2012 te beurt vallen aan Oudenaarde. De stad die het Centrum Ronde van Vlaanderen herbergt. De Muur van Geraardsbergen en de Bosberg, al vele jaren de scherprechters in de Ronde, werden uit het parcours geweerd. De nieuwe finale bestaat uit drie lussen met telkens de Oude Kwaremont en Paterberg. Een veredelde kermiskoers zeggen sommigen, volgens anderen komt dit nieuwe systeem het publiek ten goede. Dat kan de renners nu drie keer zien. Er zijn nu echter mensen bij wie de koers niet langer voor de deur passeert en bovendien strekt het parcours zich uit over een kleinere oppervlakte. Hoe dan ook, we zullen ermee moeten leven, tenzij we zondagochtend wakker worden met het bericht dat het om een (slechte) 1 aprilgrap ging.
Rondjes in de Vlaamse Ardennen
De renners moeten om tien uur paraat staan op de Grote Markt in Brugge. 255 km, zestien hellingen en acht kasseistroken scheiden hen van de eindstreep in Oudenaarde. Na een aanloop van 90 km door West-Vlaanderen komt het peloton aan in Oost-Vlaanderen. Als opwarmer mogen ze over de kasseien van de Huisepontweg (1800 m) en de Doorn (2000 m). De eerste helling van de dag is de Taaienberg, waar Tom Boonen (Omega Pharma - QuickStep) zijn kunstjes graag tentoonspreidt. Tijdens de Ronde zal dat, op 150 km van de meet, te vroeg in de wedstrijd zijn om al veel animo te mogen verwachten. De renners zullen op 80 km van de finish beginnen aan de eerste van drie lussen. Ze trekken over de Oude Kwaremont , de zevende helling van de dag, en dan over de Paterberg. In deze ronde zijn ook de Koppenberg, Steenbeekdries en Kruisberg opgenomen. Net als een pasage over de kinderkopjes van de Mariaborrestraat (2000 m) en de Donderij (800 m). De volgende lus start 40 km later. Naast de Kwaremont en Pater is de Hoogberg erin opgenomen. De slotlus bevat enkel de Oude Kwaremont en Paterberg. Nadien volgen nog 13 km richting Oudenaarde.
Een zware finale dat staat vast. Laten we er even de cijfergegevens bijhalen van de Oude Kwaremont en de Paterberg. De beklimming van de Kwaremont is 2200 m lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 4,2%. Het steilste stuk heeft een percentage van 11%. De Paterberg is een ware kuitenbijter. Slechts 400 m lang, stijgt aan een gemiddelde van 12,5% met een percentage van 20% op het steilste stuk.
Boonen en Cancellara als topfavorieten
De topfavorieten voor zondag zijn Tom Boonen en Fabian Cancellara (RadioShack). Boonen won zopas de E3 Harelbeke en Gent-Wevelgem. Hij is duidelijk klaar voor de Ronde. Vorig jaar begonnen velen hem reeds af te schrijven, maar dit voorseizoen bewees hij het tegendeel. De Balenaar kan met een derde zege op gelijke hoogte komen van Achiel Buysse (1940, 1941 en 1943), Fiorenzi Magni (1949-1951), Eric Leman (1970, 1972 en 1973) en Johan Museeuw (1993, 1995 en 1998). Ook Stijn Devolder (Vacansoleil) kan voor een derde keer Vlaanderens Mooiste winnen. Naast Boonen wordt Fabian Cancellara het meest genoemd als mogelijke winnaar van de Ronde van Vlaanderen. Hij won dit jaar de Strade Bianche en ondanks zijn tweede plaats was hij overduidelijk de sterkste man in Milaan - Sanremo. In de E3 kwam de Zwitserse kampioen ten val, maar in Gent-Wevelgem liet Spartacus zien dat hij er geen hinder van ondervond.
De uitdagers
Het is uiteraard niet onwaarschijnlijk dat een derde er met de trofee vandoor gaat. Vorig jaar won outsider Nick Nuyens (Saxo Bank), hij staat dit jaar jammer genoeg aan de kant met een letsel aan de heup dat hij opliep in de openingstijdrit van Parijs-Nice. Dat ook Philippe Gilbert (BMC) de Ronde niet zal winnen is zo goed als zeker. De vorm is er nog niet. Er moet al een serieuze omwenteling in z'n conditie komen om zondag op het podium te staan. Bij BMC moeten ze rekenen op ex-winnaar Alessandro Ballan en Greg Van Avermaet. Spijtig dat diens leeftijdgenoot Jürgen Roelandts (Lotto - Belisol) er niet bij kan zijn ten gevolge van een val in de Tour Down Under. Dit betekent dat Lotto geen kopman heeft voor de Ronde, zij zullen met een vroege vlucht hun Ronde kleur moeten geven.
Anderzijds zijn er ploegen die over twee kopmannen beschikken. Zo kan Vacansoleil naast Stijn Devolder rekenen op Björn Leukemans. Omega Pharma - QuickStep beschikt niet alleen over Tom Boonen, maar heeft ook Sylvain Chavanel in haar rangen. Hij werd vorig jaar tweede. Hoewel Boonen de absolute kopman zal zijn, moet er toch rekening gehouden worden met de Franse kampioen. Al is het maar omdat Boonen niet wegraakt als iedereen hem viseert. Matti Breschel (Rabobank) zou evengoed kunnen profiteren als de topfavorieten teveel naar elkaar kijken. De Deen eindigde in Gent-Wevelgem op de derde plaats. Hij kan dit jaar voor het eerst voluit zijn kansen gaan in Vlaanderens Mooiste. In 2010 moest hij zijn kopman Fabian Cancellara bijstaan en viel hij definitief uit met materiaalpech, vorig jaar was hij out met een knieblessure.
Naast de gevestigde waarden - waaronder Leif Hoste (Accent Jobs) - kunnen ook de jonkies onverwacht uit de hoek komen. Het is uitkijken hoever Sep Vanmarcke (Garmin), de winnaar van de Omloop Het Nieuwsblad, kan geraken. Voor winnen is het te vroeg, ervaring opdoen is prioritair. De jongere die mogelijk het verst zal geraken is de Slowaak Peter Sagan (Liquigas). Al deze speculatie hoort erbij, maar hoe het zondag exact zal verlopen kunnen wellicht weinigen voorspellen. Laten we gewoon zondag kijken ... en genieten.
Exact één week voor de Ronde van Vlaanderen was het verzamelen geblazen voor Gent-Wevelgem. Meer dan 230 km lang met elf hellingen onderweg, waaronder twee keer de Kemmelberg. Zou wereldkampioen Mark Cavendish (Sky) na Kuurne-Brussel-Kuurne een tweede voorjaarsklassieker kunnen winnen? Of zou Tom Boonen (Omega Pharma - QuickStep) na de E3 Harelbeke ook deze koers op zijn naam schrijven? Fabian Cancellara (RadioShack), die in de E3 ten val was gekomen, liet bij de start uitschijnen niets te willen forceren vandaag.
Na minder dan 10 km wedstrijd kreeg de vroege vlucht vorm. Daarbij zaten de Belgen Koen Barbé (Landbouwkrediet), Stijn Neirynck (Topsport Vlaanderen) en Kevin Van Melsen (Accent Jobs). Dit waren hun zes medevluchters: Thomas Bertolini (Farnese Vini), Julien Fouchard (Cofidis), Vladimir Isaichev (Katusha), Jon Izagirre (Euskaltel), Yuriy Krivtsov (Lampre) en Anders Lund (Saxo Bank). Hun maximale voorsprong bedroeg bijna tien minuten. In de achtergrond werkten de sprintersploegen Garmin en Sky, respectievelijk voor Tyler Farrar en Mark Cavendish. Ook Lotto zette een mannetje in, zij rekenden op hun Duitse spurtbom André Greipel.
Gent-Wevelgem begaf zich gedurende meer dan veertig kilometer op Franse bodem, daarbij moest twee keer de Casselberg beklommen worden. Vooraleer de eerste keer over de heuvel te rijden besliste Isaichev een plaspauze in te lassen. Dat gebrek aan parcourskennis zorgde ervoor dat hij een hele tijd op achtervolgen aangewezen was. Bij de tweede passage over de Cassel bepaalde Greenedge, dat werkte voor Matthew Goss, het tempo van het peloton. De mannen van Sky bleven geposteerd in de voorste gelederen. Ook de wereldkampioen bevond zich daar. De koplopers hadden toen minder dan zes minuten voorsprong. Na de Cassel viel het peloton in stukken uiteen. Philippe Gilbert en Greg Van Avermaet (BMC) zaten niet in het eerste deel. Tien kilometer verder, vlak voor aanvang van de Catsberg, smolt de groep van de twee BMC's samen met het eerste peloton. Euvel overwonnen dus. Een tiental kilometer verder plaatse Gilbert een demarrage, erg ver geraakte de Belgische kampioen echter niet. Hij lijkt nog steeds niet klaar voor de Ronde.
Bij de eerste beklimming van de Kemmelberg had de kopgroep nog 2'45" voorsprong. Krivtsov moest als eerste de rol lossen. Izagirre en Lund bleken de sterksten en lieten op de Kemmel hun medevluchters achter. In het peloton gebeurde geen grote wapenfeiten tijdens deze eerste doortocht. Op de Baneberg wilde Van Avermaet zich tonen, maar deze actie kende geen gevolg. Fouchard liet zijn kompanen achter bij de tweede passage op de Kemmel. De Fransman begon een vruchteloze zoektocht naar Izagirre en Lund. In het peloton opende Van Avermaet de debatten. Daarna nam Matti Breschel (Rabobank) over. Op de Monteberg was er alweer een tempoversnelling van Van Avermaet. Cancellara ging gezwind in de reactie. De Zwitserse kampioen maakte een sterke indruk. Samen met de Slowaak Peter Sagan (Liquigas) liep hij vijf vluchters in. Eerder was ook Krivtsov al gegrepen. Izagirre en Lund reden 1'45" verder. Fouchard hing ertussen. Gert Steegmans (Omega Pharma - QuickStep) probeerde tevergeefs de sprong te wagen naar de groep Cancellara. Later zou hij nog berewerk verrichten voor Boonen. Na de Monteberg was het peloton compleet uit elkaar gevallen. Onder meer Gilbert en Cavendish mochten hun kansen opbergen. Ook Greipel had de boot gemist.
De overgebleven vluchters werden ingelopen en het groepje Cancellara ging op in de eerste achtervolgende groep. In de kopgroep zaten naast Breschel en Cancellara volgende interessante namen: Alessandro Ballan (BMC), Daniele Bennati (RadioShack), Tom Boonen, Oscar Freire (Katusha), Oscar Gatto (Farnese Vini), Matthew Goss, Edvald Boasson Hagen (Sky), Marco Marcato (Vacansoleil), Filippo Pozzato (Farnese Vini), José Joaquin Rojas (Movistar), Peter Sagan, Greg Van Avermaet en Johan Vansummeren (Garmin). De eerstvolgende groep, met Cav, volgde op 45" op 15 km van de streep. De Brit zou nog even in beeld komen toen de achterstand was opgelopen tot 1'10". De wereldkampioen reed even voor de anderen uit en klaagde daarna wat dat ze niet hielpen om de kloof te dichten.
Bennati had pech op 13 km van de streep. Hij kreeg een nieuw wiel van ploegmaat Tony Gallopin. Om terug te keren maakte hij handig gebruik van de volgwagen. Bij de koplopers werkten vooral de ploegmaats van Boonen - Gerald Ciolek, Dries Devenyns en Gert Steegmans - en die van Freire. Isaichev, één van de vroege vluchters, werkte zich uit de naad voor de Spanjaard. Christian Knees (Sky) plaatste een demarrage op 5 km van de streep, bij Sky zouden ze echter moeten rekenen op de sprintcapaciteiten van Boasson Hagen. Ook Fouchard kon niet alleen voorop blijven. Het zou een sprint worden. Tom Boonen bleek de sterkste. Na de E3 Harelbeke vorige vrijdag, schreef hij nu ook Gent-Wevelgem op zijn naam. Sagan strandde op de tweede plaats, voor Breschel. Het was een zeer tumultueuze spurt. Marcato fietste naar links waardoor Rojas moest uitwijken. Die trok door naar rechts en ging samen met Matteo Tossato (Saxo Bank) tegen de vlakte. Ook Van Avermaet ging erbij liggen. Marcato trok ook weer naar het midden van de weg en verdrong Boasson Hagen die hem een duw gaf. De Noor kreeg op zijn beurt een hand in de zij van Goss.
Ondanks deze perikelen was het vooral een sprint waaruit bleek dat Boonen de goede vorm te pakken heeft één week voor de Ronde. Ook Cancellara lijkt klaar te zijn. Zij trekken als de twee topfavorieten naar Vlaanderens Mooiste. Laten we volgende zondag echter ook rekening houden met Breschel. Vorig jaar moest hij verstek geven wegens een blessure. En wat met Sagan? Antwoord over een week.
De lente staat voor de deur en dat betekent dat het tijd is voor Milaan-Sanremo. Na een minuut stilte ter nagedachtenis van de slachtoffers van de busramp in Sierre vertrokken de renners voor 298 km wedstrijd. Onderweg lagen zeven hellingen verspreid, met de Poggio als laatste scherprechter op 6 km van de meet. Wereldkampioen Mark Cavendish (Sky) behoorde tot de topfavorieten voor La Primavera, net als Tom Boonen (Omega Pharma - QuickStep). Ook de piepjonge Slowaak Peter Sagan (Liquigas) werd vaak getipt.
Een kopgroep van negen kwam tot stand na 21 km wedstrijd. Aanstoker was de Chinees Jeng Ji (Project 1T4I). Bij de vluchters zat op baanwielrenner Michael Morkov (Saxo Bank) na geen bekende naam. Voor de volledigheid volgen hier de namen van de zeven andere koplopers: Oleg Berdos (Untensilnord), Paolo De Negri (Farnese Vini), Dmitriy Gruzdev (Astana), neoprof Vegard Stake Laengen (Team Type 1), Juan José Oroz (Euskaltel), Angelo Pagani (Colnago) en Juan Pablo Suarez (Colombia). Ze reden een maximale voorsprong van 14 minuten bij elkaar.
Op de eerste helling van La Primavera, de Turchino, bleef daar nog de helft van over. Met nog iets minder dan 100 km te gaan, dook Le Manie op. Verrassend genoeg mocht wereldkampioen Mark Cavendish daar zijn droom op een overwinning opbergen. Hij stond er ei zo na stil. Hij kon het tempo van de ploegmaats die hem bijstonden op bepaalde ogenblikken niet aan. Ziek of nog enkele kilo's teveel? Dat is momenteel nog niet duidelijk. In de kopgroep moest Li eraf. In de afdaling van Le Manie kwam de Colombiaan Carlos Julian Quintero (Colombia) zwaar ten val. Hij bleef roerloos liggen vlak aan de oprit van een huis naast een muur. Ondertussen maakte zijn ploeg bekend dat hij enkel een zijn linkersleutelbeen gebroken heeft.
Langs de kustwegen stond een strakke wind die ervoor zorgde dat het peloton in tweeën brak. Tyler Farrar (Garmin) zat alvast in de verkeerde helft. Cavendish vervoegde deze groep. De achterstand op het eerste peloton bedroeg een minuut. Sky stelde alles in het werk om hun kopman terug voorin te brengen. In peloton 1 verrichtte BMC een hoop kopwerk. Dit was niet naar de zin van Philippe Gilbert. De Belgisch kampioen kwam zijn ploegmaats aanmanen om het wat kalmer aan te doen aangezien ze geen sprinter hadden. Toen de vluchters op 60 km van de meet op het punt stonden te worden ingelopen, plaatste Berdos een ultieme aanvalspoging. Tevergeefs. Tien kilometer verder begon de zone van de Capi, te beginnen met de Capo Mele. Daar hield Sky het achtervolgingswerk voor bekeken. Cav gaf een veelbetekenend schouderklopje aan ploegmakker Salvatore Puccio.
Met Alessandro Petacchi (Lampre) moest op de Capo Cervo alweer een sprinter afhaken. Na de Capo Berta stond de Cipressa te wachten. Daar opende Francisco Vila (Untensilnord) de debatten. Een vinnige Johnny Hoogerland (Vacansoleil) ging in de reactie. Zij zouden in de afdaling ingehaald worden. Even was er ook afscheiding voor onder meer Fabian Cancellara (RadioShack) en Tom Boonen. Philippe Gilbert ging dan weer tegen de grond. Ook Jelle Vanendert (Lotto-Belisol) maakte kennis met de Italiaanse bodem.
Zou er op de Poggio nog iets gebeuren of stevenden we af op een massasprint? De Rabo's begonnen op kop. Valerio Agnoli (Liquigas) stak het vuur aan de lont. Hij werd opgeraapt door Angel Madrazo (Movistar). Achteraan de groep had Matthew Goss (Greenedge), de winnaar van vorig jaar, het lastig. Johnny Hoogerland daarentegen voelde zich nog steeds in z'n sas en trok alweer in de aanval. In zijn zog volgden Vincenzo Nibali (Liquigas) en Simon Gerrans (Greenedge). Cancellara dichtte met gemak het gat. Samen met Nibali en Gerrans zou hij alleen bovenkomen op de top van de Poggio. Dan volgden nog 6,2 km tot de streep. Het drietal had 12" voorsprong. Als ze niet aarzelden moest dat voldoende zijn. Cancellara bleef nagenoeg de hele tijd het tempo bepalen. Enkel Gerrans nam even over, maar de snelheid van Spartacus lag wellicht het hoogste. De Zwitser kon niet anders dan zelf het kopwerk doen, want anders zou hij toch worden geklopt als de anderen terugkwamen. Nu werd hij tweede. De Rai miste de sprint op een haar na. Gerrans overschreed als eerste de finishlijn, maar Cancellara was duidelijk de sterkste man in de wedstrijd. Nibali mocht de derde trede van het podium bezetten. In de spurt van de achtervolgende groep kwamen Matteo Trentin (Omega Pharma - QuickStep) en Greg Van Avermaet (BMC) ten val. Boonen werd eerste Belg met een 22ste plaats.
Terwijl de Omloop gisteren gereden werd onder een stralend winterzonnetje, moest Kuurne - Brussel - Kuurne het stellen met een betrokken hemel. Vooraf werd uitgekeken naar een duel tussen topsprinters Mark Cavendish (Sky) en André Greipel (Lotto - Belisol). Tyler Farrar (Garmin) was een andere kanshebber. Zijn ploegmaat Sep Vanmarcke, de winnaar van de Omloop, stond niet aan de start. Hij verkoos Parijs - Roubaix te verkennen.
Nog voor de wedstrijd officieel begon, ging Jens Debusschere (Lotto - Belisol) al tegen de vlakte, gelukkig zonder gevolg. Net als gisteren trokken zeven renners in de aanval. De Fransman Julien Fouchard (Cofidis) was de enige niet-Belg. Dit zijn de namen van onze zes landgenoten: Koen Barbé (Landbouwkrediet), Jérôme Baugnies (Netapp), Gilles Devillers (Landbouwkrediet), de 41-jarige Niko Eeckhout (AN Post), Greg Van Avermaet (BMC) en Justin Van Hoecke (Wallonie BXL). Hun voorsprong liep niet verder uit dan vijf minuten.
Onderweg lagen acht hellingen, de vijfde was de Oude Kwaremont. Daar bepaalde Van Avermaet het tempo. Ouderdomsdeken Eeckhout kon vlotjes volgen. Op Devillers na kwam er een hergroepering van de hele kopgroep in de nasleep van de Kwaremont. Het peloton volgde op 2'40" van de zes leiders. Er kon zich een groep van zeventien renners afscheiden op deze klim. Het was Tom Boonen (Omega Pharma - QuickStep) die de knuppel in het hoenderhok gooide. Ook Johan Vansummeren (Garmin) maakte een goeie indruk. Boonen kreeg zijn ploegmaat Nikolas Maes mee in de ontsnapping. Summie had kopman Tyler Farrar bij zich. Juan Antonio Flecha (Sky), de nummer drie van de Omloop, was ook van de partij. Sky werd eveneens vertegenwoordigd door Matthew Hayman. Zij zouden de vlucht geen goed doen aangezien Cavendish de topfavoriet was en nog in het peloton vertoefde. Lotto, de ploeg van Greipel, had geen mannetje mee en zou het werk moeten opknappen in de achtergrond.
Op de Côte de Trieu plaatste Gert Steegmans (Omega Pharma - QuickStep) een merkwaardige demarrage. De kloof met de groep Boonen bedroeg 50". Zou hij de sprong kunnen maken? Neen, niet veel later werd hij alweer ingelopen. Mogelijks zag hij het nutteloze van zijn onderneming in. Ander merkwaardig koersfeit: de jongens van Vacansoleil reden de ziel uit hun lijf in het peloton. Eigenaardig aangezien ze twee renners mee hadden in de vlucht, namelijk Kris Boeckmans en Wouter Mol. Het gebrek aan oortjes lijkt dus toch gevolgen te hebben.
De groep Boonen naderde op de Tiegemberg tot op een halve minuut van de vijf vluchters. Vijf, want Van Hoecke had moeten lossen. De samensmelting volgde op 60 km van de aankomst. Een kopgroep van 22 was het resultaat. Niet voor lang echter, want Fouchard viel letterlijk weg. Het peloton volgde op een minuut. Daar demonstreerden Bernhard Eisel en zijn kopman Mark Cavendish op Nokereberg. Ze plaatsten er een knappe versnelling. Greipel wilde niet onderdoen voor de wereldkampioen en plaatste een korte demarrage. Het leek een mooi voorspel van wat komen moest.
De vluchters kregen immers nooit voldoende voorgift om kans te maken op de overwinning. Ze werden ingelopen op 45 km van de aankomst. Er ontstond een nieuwe vluchtersgroep waarbij Niko Eeckhout alweer paraat was. Ook Mol was wederom mee. Frans kampioen Sylvain Chavanel (Omega Pharma - QuickStep) was één van de metgezellen. Tenslotte zaten ook Sébastien Delfosse (Landbouwkrediet), Jimmy Engoulvent (Saur), Jan Ghyselinck (Cofidis) en Aleksandr Kuschynski (Katusha) in de ontsnapping. Sky zorgde ervoor dat hun voorsprong binnen de perken bleef. In Kuurne volgden nog twee plaatselijke rondes van 16 km. Bij het ingaan van ronde één lagen de vluchters 53" voorop. Bij de volgende passage aan de meet bleven er nog 27" over. Op 8 km van de streep probeerde Engoulvent weg te springen, maar dat mislukte. Vervolgens waagde Eeckhout een poging. Samen met Engoulvent bleef hij tot op 5 km van het einde uit de greep van het peloton.
Het zou zoals voorspeld een sprint worden. Boonen en Farrar, die al voluit waren gegaan in de ontsnapping, namen niet deel aan de debatten. Christopher Sutton (Sky), de winnaar van vorig jaar, was de laatste man voor Cavendish. Op 270 m van de streep moest de wereldkampioen al aan de bak. Te vroeg zou je denken, maar niet voor de Manx Express. Hij haalde het voor Yauheni Hutarovich (FDJ) en Kenny Van Hummel (Vacansoleil). Greipel raakte ingesloten en kon zijn kans niet gaan, hij finishte pas als tiende. Op plaats vier en vijf eindigden twee verrassende namen: neoprof Arnaud Démare (FDJ) en Alexander Serebriakov (Team Type 1). Na afloop bedankte Cav uitgebreid zijn ploegmaats. Hij vertelde dat hij zich lang slecht had gevoeld tijdens de wedstrijd en verschillende malen had moeten overgeven. Op het podium kreeg hij een pluchen ezeltje dat ongetwijfeld op de kamer komt te staan van het dochtertje dat hij en Peta Todd verwachten in april. Er mogen nog enkele kilootjes af, maar de Brit lijkt klaar voor Milaan - Sanremo over drie weken.
Het Gentse Sint-Pietersplein was deze voormiddag de place to be voor wielerfans om de nieuwe tenues te aanschouwen en de fysieke paraatheid van de renners te inspecteren. Onder een aangenaam winterzonnetje werd omstreeks half twaalf het startschot gegeven van het Belgische wielerseizoen in aanwezigheid van An-Sophie, de weduwe van Wouter Weylandt. De renners vertrokken voor een tocht van bijna 200 km die hen vijf uur later opnieuw op het plein zou brengen.
Al na 10 km wedstrijd vormde zich een kopgroep van zeven renners. De aanstoker van deze ontsnapping was Marco Haller, een Oostenrijker van Katusha. Dankzij Sven Vandousselaere (Topsport Vlaanderen) was er een Belg mee. Met Lieuwe Westra (Vacansoleil) en Arnoud Van Groen (Accent Jobs) vertegenwoordigden onze noorderburen. David Boucher (FDJ), die een patent heeft op de vroege vlucht, was ook van de partij. Florian Vachon (Bretagne) en Davide Ricci Bitti (Farnese Vini) maakten het plaatje compleet. Hun maximale voorsprong bedroeg twaalf minuten. In het peloton was het vooral Omega Pharma - QuickStep dat aan de achterstand begon te knagen.
Er lagen tien hellingen verspreid op het parcours, te beginnen met de Tenbossestraat na ongeveer 70 km. Het vijfde klimmetje van de dag was de Kruisberg en vlak daarvoor vond één van de vele valpartijen plaats. Björn Leukemans (Vacansoleil) was één van de slachtoffers. Op die Kruisberg viel de kopgroep uit elkaar. Boucher, Vandousselaere en Westra bleven over. Na een passage over de kasseien van De Donderij moesten de renners over de Taaienberg. Daar ontbond Tom Boonen (Omega Pharma - QuickStep) reeds zijn duivels. Ook Lars Boom (Rabobank) leek klaar om daar mee de koers open te breken, maar de kersverse papa van dochtertje Kee gleed weg in de modder. Hij had zich naast Boonen gewrongen en reed daardoor naast de weg. Over en uit dus voor Boom. Wie wel vlot meeging met Boonen was Sep Vanmarcke (Garmin). Hij had zijn portie pech kennelijk al bij het begin van de koers gehad, toen reed hij lek. Boonen zou gezelschap krijgen van ploegmaat Dries Devenyns. Er was ook een ander koppeltje mee, namelijk Juan Antonio Flecha en Matthew Hayman (Sky). Ook Matti Breschel (Rabobank) en Thor Hushovd (BMC) haakten hun wagonnetje aan. Deze zeven mannen volgden op 1'40" van de kopgroep. Daar had Boucher Westra en Vandousselaere moeten laten gaan op de Taaienberg.
In het peloton was er alweer een val. Bij de slachtoffers onder andere Kurt Hovelynck (Landbouwkrediet). Hij had bij de start nog zijn wens geuit om niet meer herinnerd te worden "als de renner die op zijn kop is gevallen", maar resultaten neer te zetten opdat de mensen eens iets anders zouden kunnen vertellen over hem. We hopen alvast dat de gevolgen van zijn val niet te erg zijn en dat hij zijn tocht richting zege kan voortzetten. Naast Hovelynck gingen Martin Velits (Omega Pharma - QuickStep) en Sebastian Langeveld (Greenedge) tegen de vlakte. Langeveld zou zichzelf dus niet opvolgen. Ook Belgisch kampioen Philippe Gilbert (BMC) had pech. Hij reed lek en het duurde enige tijd vooraleer het nieuwe wiel op zijn plaats zat.
De Leberg zorgde ervoor dat de zeven achtervolgers de koplopers bij de lurven grepen. De volgende en tevens laatste helling was de Molenberg. Daar haakten de vroege vluchters af. Het was Vanmarcke die er de forcing voerde. Flecha en Devenyns reden als laatste het gaatje dicht. Het peloton volgde op 1'45" van deze zeven. Er was nog 35 km af te leggen. Hoewel Hushovd mee voorin zat, was het toch BMC dat reed. In deze koers mochten de renners geen oortjes dragen en dat zorgt dus voor onduidelijke situaties. BMC stopte even later met achtervolgen, maar kon daarna herbeginnen, want Hushovd moest lossen op de Paddestraat. Ook bij Breschel was het vaatje leeg.
De koplopers zouden uit handen kunnen blijven van het peloton. Er restte hen nog één grote hindernis: de kasseien van de Lange Munte (2500 m). Met de handjes op het stuur plaatste Vanmarcke een versnelling. Enkel Flecha en Boonen konden volgen. De jonge Vanmarcke nam zo goed als de hele strook voor zijn rekening en maakte een zeer sterke indruk. Ook Boonen, die de laatste meters overnam, leek in goede doen. Hij behaalde dit jaar al enkele overwinningen en schreef de Ronde van Qatar op zijn naam. Hij zou voor het eerst de Omloop kunnen winnen. Flecha kon voor een tweede keer zegevieren, hij was de beste in 2010. Vorig jaar moest hij nog nipt de duimen leggen voor Langeveld.
Na de Lange Munte moesten de drie nog 20 km afleggen tot het Sint-Pietersplein in Gent. Er lagen 700 m kasseien op minder dan drie kilometer van de meet. Flecha waagde een poging op de Steenakker, maar hij raakte niet weg. De laatste twee kilometers waren erg zenuwslopend. Er volgden nog enkele schijnbewegingen, maar een echte demarrage kwam er niet meer. De drie zouden sprinten voor de zege. Boonen zette als eerste aan. Vanmarcke bundelde al zijn krachten en hoewel hij zijn kansen op voorhand gering had ingeschat, klopte hij Boonen in de spurt. De 23-jarige renner van Garmin behaalde zo zijn eerste profzege en wat voor één. Er lijkt hem een mooie toekomst te zijn weggelegd in het klassieke werk.
Boonen moest genoegen nemen met de tweede plaats en Flecha met plek drie. De sprint van het peloton werd gewonnen door Heinrich Haussler, een ploegmaat van Vanmarcke, voor Greg Van Avermaet. Met de zege van Vanmarcke zijn de Belgen alvast goed begonnen aan de voorjaarsklassiekers. De kop is eraf.
Het TAS schorste Alberto Contador (Saxo Bank) begin deze week voor twee jaar. Weliswaar met terugwerkende kracht. Een vervuild voedingssupplement is volgens de rechters de meest waarschijnlijke oorzaak van de clenbuterol in de urine van Contador. Hoe zit dat nu eigenlijk met die mogelijke oorzaken? Wat met de theorie van de biefstuk? U bent benieuwd, maar ziet het niet zitten om het 98 pagina's lange vonnis te lezen? Geen probleem! Uw reporter deed dat voor u.
Op de persconferentie van 30 september 2010 zei Alberto Contador dat de 50 picogram clenbuterol die op 21 juli in zijn urine zat te wijten was aan het eten van een vervuilde biefstuk. Op 25 januari vorig jaar kreeg hij initieel een schorsing van één jaar opgelegd door de Spaanse Wielerbond. In beroep werd Contador echter vrijgesproken. Daar gingen de UCI en het WADA niet mee akkoord en zij spanden een zaak in bij het TAS, het allerhoogste sporttribunaal. Als alternatieve hypothesen voor het binnendringen van clenbuterol in het lichaam van de renner openden UCI en WADA de pistes van bloeddoping en een vervuild voedingssupplement.
Hypothese 1: Vervuild vlees
Op 20 en 21 juli at Contador naar eigen zeggen een stuk rundvlees dat gekocht werd in Spanje. Een andere renner van Astana, zijn toenmalige team, die ook werd getest op 21 juli had iets anders gegeten en dat zou verklaren waarom bij hem geen sporen van clenbuterol te vinden waren. De bewuste biefstuk is uiteraard niet meer te onderzoeken. De voedselketting van het bewuste stuk vlees ging men wel na: van de slager via het slachthuis tot de veeboer. Contador vindt dat men niet met volle zekerheid kan zeggen dat het rund van die welbepaalde boerderij afkomstig was. Volgens hem kan het evengoed van elders uit Spanje komen of zelfs uit Zuid-Amerika. Daar worden vaak hoge concentraties van clenbuterol bij runderen gemeten. In Spanje blijkt uit onderzoek, gebruikt door UCI en WADA, dat de kans dat in Spanje en bij uitbreiding Europa een rund clenbuterol toegediend kreeg, uiterst miniem is. Er zijn zo goed als geen positieve gevallen. Het kamp van Contador voert aan dat er echter heel weinig stalen genomen worden. Nog niet één procent (0,01%) van alle runderen wordt getest. Daarenboven vroegen de advocaten van Contador of UCI en WADA zouden concluderen dat een atleet geen doping heeft genomen of niet het slachtoffer is geworden van besmette voedingssupplementen omdat hij al 500 negatieve dopingtests heeft afgelegd? Neen dus.
Vervolgens richtte het kamp Contador zich op het onderuit halen van de efficiëntie van de regelgeving in Spanje. In principe moet in elk slachthuis erkende veeartsen aanwezig zijn. Er kunnen op elk moment van de voedselketting onaangekondigde controles plaatsvinden en men moet bij runderen en rundvlees steeds de afkomst kunnen achterhalen. Aangezien het aantal tests op clenbuterol zeer laag zijn, is het volgens de verdediging niet enkel mogelijk, maar zelfs zeer waarschijnlijk dat veeboeren hun toevlucht nemen tot clenbuterol. Dat WADA en UCI stellen dat geen clenbuterol meer gebruikt wordt omdat het verboden is, is volgens hen niet realistisch. Een andere aanwijzing die El Pistolero heeft, is dat de broer van de bewuste veeboer in 1996 betrokken was bij een affaire met clenbuterol en daar in 2000 voor veroordeeld werd.
WADA en UCI halen aan dat maar liefst tien keer meer clenbuterol in het vlees zou moeten gezeten hebben dan toegestaan om een gehalte van 50 picogram terug te vinden in de urine van Contador. Bovendien zou het dier vrijwel onmiddellijk na de toediening moeten zijn geslacht. Dat zou betekenen dat de clenbuterol geen voordelen, voor de veeboer, heeft kunnen opleveren. Vanaf 2004 zou er in Spanje slechts één positief geval van clenbuterol bij runderen geweest zijn. WADA geeft toe dat het uiteraard niet kan bewijzen dat er geen enkel stuk besmet vlees is in Europa, Spanje of Baskenland.
De rechters van het TAS vinden het zeer onwaarschijnlijk dat het vlees geïmporteerd zou zijn uit Zuid-Amerika. Ze vinden het dan weer zeer waarschijnlijk dat het vlees uit de bewuste boerderij afkomstig is, hoewel een andere locatie in Spanje niet kan worden uitgesloten. Daarom is de kans dat het vlees besmet was met clenbuterol fel verminderd. Het aantal positieve gevallen van clenbuterol bij runderen is zeer laag. Het slachthuis waarvan de biefstuk afkomstig was heeft nog geen enkele positieve clenbuteroltest gehad. Ze achten het ook zeer onwaarschijnlijk dat een dier geslacht zou worden kortelings na het toedienen van het verboden product. Het TAS is het eens met UCI en WADA dat de kans dat een stuk vlees in de EU besmet is, zeer klein is. En wat met de broer van de veeboer? Het TAS noemt dit onterechte associaties. De man is overigens gestorven in april 2010. De conclusie over de hypothese van een besmette biefstuk is de volgende: de rechters zijn niet bereid om vanuit een loutere mogelijkheid dat het vlees besmet zou kunnen zijn met clenbuterol te concluderen dat een effectieve besmetting zich heeft voorgedaan. Het is enkele een remote possibility. Het gaat om een mogelijke hypothese, maar afgaande op het bewijs is de kans zeer klein dat dit zich voltrokken heeft.
Hypothese 2: Bloedtransfusie
Het scenario van een bloedtransfusie werd door UCI en WADA opgeworpen als tegengewicht tegen de theorie van Contador. Ze achten het mogelijk dat de renner een transfusie met rode bloedcellen onderging op 20 juli. Om zijn waarden normaal te doen lijken en het dopinggebruik te maskeren zou hij op 21 juli plasma toegediend gekregen hebben. Dat plasma zou dan gecontamineerd zijn geweest met clenbuterol. Welke aanwijzingen hebben ze hiervoor?
Eerst en vooral is er de omgeving van de Tourwinnaar. Ze doelden daarmee onder andere op zijn samenwerking met Manolo Saíz (teammanager bij Liberty Seguros) en het feit dat verschillende van zijn ploegmaten over de jaren betrapt zijn. En dat het team Astana, waar hij tijdens de Tour 2010 voor reed, in een dopingonderzoek is. Er werd ook aangehaald dat zijn initialen gevonden werden in documenten van de beruchte dokter Eufemiano Fuentes. Bij zijn huidige ploeg Saxo Bank werkt hij samen met Bjarne Riis en die was tijdens zijn carrière niet vies van doping. Net zo min als de associatie met de broer van de veeboer wenst het TAS hiermee rekening te houden. Het is wel opvallend wat Contador hierover heeft te zeggen:"[...] not only have I not taken doping substances, but I have always been surrounded by people (cyclists, doctors, trainers, etc.) who categorically reject the use of doping substances." Hij zegt dus dat hij nooit doping genomen heeft en dat hij altijd omringd is geweest door mensen die resoluut gekant zijn tegen doping.
WADA en UCI kwamen ook met concretere aanwijzingen naar voren. Volgens hen waren de bloedparameters van Contador abnormaal. De expert die ze aanstelden, dokter Ashenden, maakte de volgende resultaten van zijn onderzoek bekend: zijn waarden waren hoger dan zijn natuurlijke waarden, terwijl ze in competitie lager zouden moeten zijn. En ze zijn significant hoger dan de waarden opgemeten tijdens zijn vorige Tourzeges (2007 en 2009), zijn overwinning van de Vuelta (2008) en zijn Girowinst (2008). Ashenden geeft wel aan dat de waarden alleen geen indicaties van transfusie of manipulatie verschaffen. De expert die het kamp van Contador heeft aangesteld gaat daar uiteraard mee akkoord en geeft ook aan dat de waarden van de renner juist niet atypisch waren tijdens de Tour 2010. De UCI zegt dat de waarden van Contador dan wel binnen de afgesproken ruimte mogen zitten, maar dat dat juist de bedoeling is van manipulatie. Het TAS concludeerde dat de bloedparameters alleen onvoldoende en te speculatief waren. Een bloedtransfusie kan echter niet worden uitgesloten. Het is inderdaad, zoals de UCI aanhaalde, immers de bedoeling van dopingzondaars om zo weinig mogelijk schommelingen in hun bloedwaarde te laten opmeten. Een analyse van het gehalte aan ftalaten (additieven die worden gebruikt in plastic materiaal, zoals bloedzakjes) leek het TAS interessanter.
Op 20 juli werden in het urinestaal van Contador een heel hoge concentratie aan ftalaten gemeten. Volgens WADA en UCI is de piek consistent met waarden na een bloedtransfusie. Het meten van het gehalte aan ftalaten is geen geldig bewijs daarvoor, maar kan als indicatie dienen. De clenbuterol die een dag later gevonden werd, zou dan te wijten zijn aan het toedienen van gecontamineerd plasma van een donor. Contador ontkent een bloedtransfusie en onderging een test met de leugendetector. De verdediging haalt aan dat ftalaten aanwezig kunnen zijn in voeding. Het is wereldwijd de grootste oorzaak van blootstelling aan deze stof. In het staal van 21 juli was er overigens een laag niveau aan ftalaten te vinden. UCI en WADA zeggen dat de zak waar het plasma inzat mogelijks vrij was van die stof. De experts uit het kamp van Contador stellen dat het dan nog mogelijk zou zijn ftalaten te vinden doordat bij de intubering het plamsa die stof in de plastic zak is geraakt.
Het zou volgens hen ook nogal gek zijn dat plasma van een donor wordt gebruikt die een hoog gehalte van clenbuterol in het lichaam heeft. Om 50 picogram terug te vinden in de urine van Contador zou de donor bovendien een zodanige hoeveelheid van die stof in zich moeten hebben dat er gevaar is voor zijn gezondheid. WADA en UCI stellen dat het echter om een opbouwende kuur kan gaan. De persoon komt dan terecht in een steady-state: een staat waarbij het niveau van clenbuterol stabiel blijft, zelfs als de clenbuterol nog steeds wordt ingenomen voor een dopingkuur. Volgens de expert van Contador zou een kuur van 21 dagen betekenen dat de donor wel heel roekeloos is geweest en niet bang was voor een positieve controle. WADA werpt hierbij op dat die persoon mogelijk minder kans had om getest te worden.
Het TAS stelde vast dat WADA en UCI blijkbaar niet genoeg vertrouwen hadden om een aanklacht van bloeddoping in te dienen. De rechters kunnen een bloedtransfusie niet uitsluiten en gaan mee met de stelling dat het plasma in een zak werd bewaard vrij van ftalaten. Bloeddoping is een mogelijke verklaring zeggen ze, maar heel onwaarschijnlijk. Net zoals de hypothese van de biefstuk. Dat de plasmadonor een opbouwende kuur volgde is mogelijk volgens het TAS. Maar als hijzelf geen sportieve prestaties moet neerzetten waarom neemt die persoon dan clenbuterol in? Als hij wel sport waarom is hij dan donor en kiest Contador voor hem? Zo een kuur is theoretisch mogelijk, maar eerder onwaarschijnlijk. Waarom zou men zo een uitgedokterd plan op het spel zetten door plasma ingediend te krijgen van een donor die zoveel clenbuterol in zich heeft? Hoewel fouten en misrekenen altijd kunnen acht het TAS dit toch zeer onwaarschijnlijk.
Hypothese 3: Besmet Voedingssupplement
De laatste stelling is die van een vervuild voedingssupplement. Volgens Contador is dat onmogelijk omdat hij enkel hetzelfde inneemt als zijn ploegmaten. Daarvan testte niemand positief op clenbuterol tijdens de Tour of het seizoen 2010. Dat Contador geen andere supplementen heeft ingenomen kan niet bewezen worden, stellen WADA en UCI. El Pistolero geeft ook aan dat hij tussen de test op 20 juli en die op 21 juli geen voedingssupplement innam, dat gebeurt immers alleen op koersdagen. De 21ste was een rustdag. Om meer zekerheid te geven liet hij een uitgebreid onderzoek voeren. Geen enkele van de leveranciers gebruiken of bewaren clenbuterol of andere verboden middelen in hun opslagplaatsen. Geen van hen werd ooit beschuldigd van het veroorzaken van een positieve dopingtest. Allen laten externe en onafhankelijke controles uitvoeren op hun producten, nog nooit werd daarbij clenbuterol gevonden.
Volgens het TAS is deze hypothese mogelijk. Zelfs als Contador enkel de supplementen nam die hij heeft opgelijst. Net zoals dat de stalen die genomen worden in de veesector niet kunnen uitsluiten dat besmet vlees de consument bereikt, kunnen de controles van de leveranciers en de controles op de ploegmaten van Contador niet uitsluiten dat de renner een besmet voedingssupplement innam. Contador kan bovendien een ander supplement hebben ingenomen.
Conclusie TAS
Het TAS acht de hypothese van een vervuild voedingssupplement het meest waarschijnlijk. De renner neemt een aanzienlijke hoeveelheid supplementen, er zijn voorbeelden uit het verleden van besmette supplementen en atleten hebben al verscheidene keren daardoor positief getest. Clenbuterol was daarbij één van de gevonden producten. De rechters vinden het zeer onwaarschijnlijk dat de biefstuk besmet zou zijn met clenbuterol. Het is meer waarschijnlijk dat een vervuild voedingssupplement aan de basis ligt van de positieve test dan een stuk vlees of een bloedtransfusie. Zeker zijn dat dit de oorzaak is, kan het TAS niet, maar van de drie naar voor gebrachte scenario's is dit het meest waarschijnlijke.
Waarom is Contador niet geneigd mee te stappen in de theorie over het supplement? Mogelijk wilde hij dit niet, zeggen WADA en UCI, omdat dit meestal geen reden is voor vrijspraak. In Reyers Laat (6/02/12) opperde Michel Wuyts dat de renner de leveranciers niet naar het hoofd wil stoten omdat hij nu eenmaal goed verdient door reclame te maken voor hun voedingssupplementen.
Het TAS schorste Alberto Contador (Saxo Bank) begin deze week voor twee jaar. Weliswaar met terugwerkende kracht. Een vervuild voedingssupplement is volgens de rechters de meest waarschijnlijke oorzaak van de clenbuterol in de urine van Contador. Hoe zit dat nu eigenlijk met die mogelijke oorzaken? Wat met de theorie van de biefstuk? U bent benieuwd, maar ziet het niet zitten om het 98 pagina's lange vonnis te lezen? Geen probleem! Uw reporter deed dat voor u.
Op de persconferentie van 30 september 2010 zei Alberto Contador dat de 50 picogram clenbuterol die op 21 juli in zijn urine zat te wijten was aan het eten van een vervuilde biefstuk. Op 25 januari vorig jaar kreeg hij initieel een schorsing van één jaar opgelegd door de Spaanse Wielerbond. In beroep werd Contador echter vrijgesproken. Daar gingen de UCI en het WADA niet mee akkoord en zij spanden een zaak in bij het TAS, het allerhoogste sporttribunaal. Als alternatieve hypothesen voor het binnendringen van clenbuterol in het lichaam van de renner openden UCI en WADA de pistes van bloeddoping en een vervuild voedingssupplement.
Hypothese 1: Vervuild vlees
Op 20 en 21 juli at Contador naar eigen zeggen een stuk rundvlees dat gekocht werd in Spanje. Een andere renner van Astana, zijn toenmalige team, die ook werd getest op 21 juli had iets anders gegeten en dat zou verklaren waarom bij hem geen sporen van clenbuterol te vinden waren. De bewuste biefstuk is uiteraard niet meer te onderzoeken. De voedselketting van het bewuste stuk vlees ging men wel na: van de slager via het slachthuis tot de veeboer. Contador vindt dat men niet met volle zekerheid kan zeggen dat het rund van die welbepaalde boerderij afkomstig was. Volgens hem kan het evengoed van elders uit Spanje komen of zelfs uit Zuid-Amerika. Daar worden vaak hoge concentraties van clenbuterol bij runderen gemeten. In Spanje blijkt uit onderzoek, gebruikt door UCI en WADA, dat de kans dat in Spanje en bij uitbreiding Europa een rund clenbuterol toegediend kreeg, uiterst miniem is. Er zijn zo goed als geen positieve gevallen. Het kamp van Contador voert aan dat er echter heel weinig stalen genomen worden. Nog niet één procent (0,01%) van alle runderen wordt getest. Daarenboven vroegen de advocaten van Contador of UCI en WADA zouden concluderen dat een atleet geen doping heeft genomen of niet het slachtoffer is geworden van besmette voedingssupplementen omdat hij al 500 negatieve dopingtests heeft afgelegd? Neen dus.
Vervolgens richtte het kamp Contador zich op het onderuit halen van de efficiëntie van de regelgeving in Spanje. In principe moet in elk slachthuis erkende veeartsen aanwezig zijn. Er kunnen op elk moment van de voedselketting onaangekondigde controles plaatsvinden en men moet bij runderen en rundvlees steeds de afkomst kunnen achterhalen. Aangezien het aantal tests op clenbuterol zeer laag zijn, is het volgens de verdediging niet enkel mogelijk, maar zelfs zeer waarschijnlijk dat veeboeren hun toevlucht nemen tot clenbuterol. Dat WADA en UCI stellen dat geen clenbuterol meer gebruikt wordt omdat het verboden is, is volgens hen niet realistisch. Een andere aanwijzing die El Pistolero heeft, is dat de broer van de bewuste veeboer in 1996 betrokken was bij een affaire met clenbuterol en daar in 2000 voor veroordeeld werd.
WADA en UCI halen aan dat maar liefst tien keer meer clenbuterol in het vlees zou moeten gezeten hebben dan toegestaan om een gehalte van 50 picogram terug te vinden in de urine van Contador. Bovendien zou het dier vrijwel onmiddellijk na de toediening moeten zijn geslacht. Dat zou betekenen dat de clenbuterol geen voordelen, voor de veeboer, heeft kunnen opleveren. Vanaf 2004 zou er in Spanje slechts één positief geval van clenbuterol bij runderen geweest zijn. WADA geeft toe dat het uiteraard niet kan bewijzen dat er geen enkel stuk besmet vlees is in Europa, Spanje of Baskenland.
De rechters van het TAS vinden het zeer onwaarschijnlijk dat het vlees geïmporteerd zou zijn uit Zuid-Amerika. Ze vinden het dan weer zeer waarschijnlijk dat het vlees uit de bewuste boerderij afkomstig is, hoewel een andere locatie in Spanje niet kan worden uitgesloten. Daarom is de kans dat het vlees besmet was met clenbuterol fel verminderd. Het aantal positieve gevallen van clenbuterol bij runderen is zeer laag. Het slachthuis waarvan de biefstuk afkomstig was heeft nog geen enkele positieve clenbuteroltest gehad. Ze achten het ook zeer onwaarschijnlijk dat een dier geslacht zou worden kortelings na het toedienen van het verboden product. Het TAS is het eens met UCI en WADA dat de kans dat een stuk vlees in de EU besmet is, zeer klein is. En wat met de broer van de veeboer? Het TAS noemt dit onterechte associaties. De man is overigens gestorven in april 2010. De conclusie over de hypothese van een besmette biefstuk is de volgende: de rechters zijn niet bereid om vanuit een loutere mogelijkheid dat het vlees besmet zou kunnen zijn met clenbuterol te concluderen dat een effectieve besmetting zich heeft voorgedaan. Het is enkele een remote possibility. Het gaat om een mogelijke hypothese, maar afgaande op het bewijs is de kans zeer klein dat dit zich voltrokken heeft.
Hypothese 2: Bloedtransfusie
Het scenario van een bloedtransfusie werd door UCI en WADA opgeworpen als tegengewicht tegen de theorie van Contador. Ze achten het mogelijk dat de renner een transfusie met rode bloedcellen onderging op 20 juli. Om zijn waarden normaal te doen lijken en het dopinggebruik te maskeren zou hij op 21 juli plasma toegediend gekregen hebben. Dat plasma zou dan gecontamineerd zijn geweest met clenbuterol. Welke aanwijzingen hebben ze hiervoor?
Eerst en vooral is er de omgeving van de Tourwinnaar. Ze doelden daarmee onder andere op zijn samenwerking met Manolo Saíz (teammanager bij Liberty Seguros) en het feit dat verschillende van zijn ploegmaten over de jaren betrapt zijn. En dat het team Astana, waar hij tijdens de Tour 2010 voor reed, in een dopingonderzoek is. Er werd ook aangehaald dat zijn initialen gevonden werden in documenten van de beruchte dokter Eufemiano Fuentes. Bij zijn huidige ploeg Saxo Bank werkt hij samen met Bjarne Riis en die was tijdens zijn carrière niet vies van doping. Net zo min als de associatie met de broer van de veeboer wenst het TAS hiermee rekening te houden. Het is wel opvallend wat Contador hierover heeft te zeggen:"[...] not only have I not taken doping substances, but I have always been surrounded by people (cyclists, doctors, trainers, etc.) who categorically reject the use of doping substances." Hij zegt dus dat hij nooit doping genomen heeft en dat hij altijd omringd is geweest door mensen die resoluut gekant zijn tegen doping.
WADA en UCI kwamen ook met concretere aanwijzingen naar voren. Volgens hen waren de bloedparameters van Contador abnormaal. De expert die ze aanstelden, dokter Ashenden, maakte de volgende resultaten van zijn onderzoek bekend: zijn waarden waren hoger dan zijn natuurlijke waarden, terwijl ze in competitie lager zouden moeten zijn. En ze zijn significant hoger dan de waarden opgemeten tijdens zijn vorige Tourzeges (2007 en 2009), zijn overwinning van de Vuelta (2008) en zijn Girowinst (2008). Ashenden geeft wel aan dat de waarden alleen geen indicaties van transfusie of manipulatie verschaffen. De expert die het kamp van Contador heeft aangesteld gaat daar uiteraard mee akkoord en geeft ook aan dat de waarden van de renner juist niet atypisch waren tijdens de Tour 2010. De UCI zegt dat de waarden van Contador dan wel binnen de afgesproken ruimte mogen zitten, maar dat dat juist de bedoeling is van manipulatie. Het TAS concludeerde dat de bloedparameters alleen onvoldoende en te speculatief waren. Een bloedtransfusie kan echter niet worden uitgesloten. Het is inderdaad, zoals de UCI aanhaalde, immers de bedoeling van dopingzondaars om zo weinig mogelijk schommelingen in hun bloedwaarde te laten opmeten. Een analyse van het gehalte aan ftalaten (additieven die worden gebruikt in plastic materiaal, zoals bloedzakjes) leek het TAS interessanter.
Op 20 juli werden in het urinestaal van Contador een heel hoge concentratie aan ftalaten gemeten. Volgens WADA en UCI is de piek consistent met waarden na een bloedtransfusie. Het meten van het gehalte aan ftalaten is geen geldig bewijs daarvoor, maar kan als indicatie dienen. De clenbuterol die een dag later gevonden werd, zou dan te wijten zijn aan het toedienen van gecontamineerd plasma van een donor. Contador ontkent een bloedtransfusie en onderging een test met de leugendetector. De verdediging haalt aan dat ftalaten aanwezig kunnen zijn in voeding. Het is wereldwijd de grootste oorzaak van blootstelling aan deze stof. In het staal van 21 juli was er overigens een laag niveau aan ftalaten te vinden. UCI en WADA zeggen dat de zak waar het plasma inzat mogelijks vrij was van die stof. De experts uit het kamp van Contador stellen dat het dan nog mogelijk zou zijn ftalaten te vinden doordat bij de intubering het plamsa die stof in de plastic zak is geraakt.
Het zou volgens hen ook nogal gek zijn dat plasma van een donor wordt gebruikt die een hoog gehalte van clenbuterol in het lichaam heeft. Om 50 picogram terug te vinden in de urine van Contador zou de donor bovendien een zodanige hoeveelheid van die stof in zich moeten hebben dat er gevaar is voor zijn gezondheid. WADA en UCI stellen dat het echter om een opbouwende kuur kan gaan. De persoon komt dan terecht in een steady-state: een staat waarbij het niveau van clenbuterol stabiel blijft, zelfs als de clenbuterol nog steeds wordt ingenomen voor een dopingkuur. Volgens de expert van Contador zou een kuur van 21 dagen betekenen dat de donor wel heel roekeloos is geweest en niet bang was voor een positieve controle. WADA werpt hierbij op dat die persoon mogelijk minder kans had om getest te worden.
Het TAS stelde vast dat WADA en UCI blijkbaar niet genoeg vertrouwen hadden om een aanklacht van bloeddoping in te dienen. De rechters kunnen een bloedtransfusie niet uitsluiten en gaan mee met de stelling dat het plasma in een zak werd bewaard vrij van ftalaten. Bloeddoping is een mogelijke verklaring zeggen ze, maar heel onwaarschijnlijk. Net zoals de hypothese van de biefstuk. Dat de plasmadonor een opbouwende kuur volgde is mogelijk volgens het TAS. Maar als hijzelf geen sportieve prestaties moet neerzetten waarom neemt die persoon dan clenbuterol in? Als hij wel sport waarom is hij dan donor en kiest Contador voor hem? Zo een kuur is theoretisch mogelijk, maar eerder onwaarschijnlijk. Waarom zou men zo een uitgedokterd plan op het spel zetten door plasma ingediend te krijgen van een donor die zoveel clenbuterol in zich heeft? Hoewel fouten en misrekenen altijd kunnen acht het TAS dit toch zeer onwaarschijnlijk.
Hypothese 3: Besmet Voedingssupplement
De laatste stelling is die van een vervuild voedingssupplement. Volgens Contador is dat onmogelijk omdat hij enkel hetzelfde inneemt als zijn ploegmaten. Daarvan testte niemand positief op clenbuterol tijdens de Tour of het seizoen 2010. Dat Contador geen andere supplementen heeft ingenomen kan niet bewezen worden, stellen WADA en UCI. El Pistolero geeft ook aan dat hij tussen de test op 20 juli en die op 21 juli geen voedingssupplement innam, dat gebeurt immers alleen op koersdagen. De 21ste was een rustdag. Om meer zekerheid te geven liet hij een uitgebreid onderzoek voeren. Geen enkele van de leveranciers gebruiken of bewaren clenbuterol of andere verboden middelen in hun opslagplaatsen. Geen van hen werd ooit beschuldigd van het veroorzaken van een positieve dopingtest. Allen laten externe en onafhankelijke controles uitvoeren op hun producten, nog nooit werd daarbij clenbuterol gevonden.
Volgens het TAS is deze hypothese mogelijk. Zelfs als Contador enkel de supplementen nam die hij heeft opgelijst. Net zoals dat de stalen die genomen worden in de veesector niet kunnen uitsluiten dat besmet vlees de consument bereikt, kunnen de controles van de leveranciers en de controles op de ploegmaten van Contador niet uitsluiten dat de renner een besmet voedingssupplement innam. Contador kan bovendien een ander supplement hebben ingenomen.
Conclusie TAS
Het TAS acht de hypothese van een vervuild voedingssupplement het meest waarschijnlijk. De renner neemt een aanzienlijke hoeveelheid supplementen, er zijn voorbeelden uit het verleden van besmette supplementen en atleten hebben al verscheidene keren daardoor positief getest. Clenbuterol was daarbij één van de gevonden producten. De rechters vinden het zeer onwaarschijnlijk dat de biefstuk besmet zou zijn met clenbuterol. Het is meer waarschijnlijk dat een vervuild voedingssupplement aan de basis ligt van de positieve test dan een stuk vlees of een bloedtransfusie. Zeker zijn dat dit de oorzaak is, kan het TAS niet, maar van de drie naar voor gebrachte scenario's is dit het meest waarschijnlijke.
Waarom is Contador niet geneigd mee te stappen in de theorie over het supplement? Mogelijk wilde hij dit niet, zeggen WADA en UCI, omdat dit meestal geen reden is voor vrijspraak. In Reyers Laat (6/02/12) opperde Michel Wuyts dat de renner de leveranciers niet naar het hoofd wil stoten omdat hij nu eenmaal goed verdient door reclame te maken voor hun voedingssupplementen.
Alberto Contador: Twee jaar schorsing met terugwerkende kracht (deel 2)
Gisteren kon u al een artikel lezen in verband met de uitspraak van het TAS in de zaak Contador (Saxo Bank). Ondertussen zijn er al meer reacties. En lijken er ook gevolgen te zijn voor het team. Tenslotte nemen we het vonnis van het TAS even onder de loep.
Alberto Contador kreeg gisteren door het Internationaal Sporttribunaal TAS een schorsing van twee jaar opgelegd met terugwerkende kracht. De Spanjaard mag op 6 augustus van dit jaar opnieuw deelnemen aan wedstrijden. De overwinningen die hij vanaf 25 januari 2011 behaalde, waaronder de eindzege in de Giro, is hij kwijt. Net als de Touroverwinning van 2010. Hij verliest ook alle gesprokkelde World Tour-punten en dat zou wel eens nefaste gevolgen kunnen hebben voor zijn team Saxo Bank. Het aantal punten bepaalt immers of een ploeg in aanmerking komt voor een World Tour-licentie, één van de belangrijkste redenen waarom Lotto - Belisol de Iraniër Mehdi Sorabi binnenhaalde. Nu de punten van Contador geannuleerd worden, oppert de UCI dat ze het statuut van Saxo Bank zal herbekijken.
Overwinningen geschrapt
De punten die Contador bijeensprokkelde heeft hij onder meer te danken aan zijn eindoverwinning in de Giro d'Italia, hij zette er bovendien de negende en zestiende etappe op zijn naam. In die Giro 2011 eindigde hij eveneens op één in het regelmatigheidklassement en dat van de strijdlust. El Pistolero was vorig jaar de beste in de Ronde van Murcía (met winst in rit 2 en 3) en die van Catalonië (met winst in rit 3). In de Ronde van Castilly y León won hij de vierde rit. Hij moet ook de twee overwinningen van dit jaar inleveren, namelijk zijn zeges in de 3de en 5de etappe van de Ronde van San Luis in Argentinië. De Giro van 2011 komt nu op naam te staan van de Italiaan Michele Scarponi (Lampre). Girobaas Michele Acquarone liet weten dat een nieuwe trofee moet worden gemaakt. Daarop prijken immers de namen van alle Girowinnaars.
Ook voor de Tour, waar de basis lag van deze affaire, is dit alweer een jammerlijke zaak. De zege van 2010 gaat nu naar Andy Schleck (Radio Shack), toen renner bij Saxo Bank. Denis Menchov (toen Rabobank, nu Katusha) schuift op van plaats drie naar één en Samuel Sanchez (Euskaltel) stijgt naar plaats drie. Dat wil zeggen dat Jurgen Van den Broeck (toen Omega Pharma - Lotto, nu Lotto - Belisol) vierde wordt in het klassement. Ongetwijfeld is elke wielerfan het ermee eens dat dit geen leefbare manier van sport is: Anderhalf jaar na datum wordt de uitslag omgetoverd. Met deze nieuwe resultaten kan je ook niet echt rekening houden. Andy Schleck liet gisteren al verstaan dat hij pas zal vinden dat hij de Tour gewonnen heeft als hij in Parijs op het hoogste schavotje staat en de tegenstanders sportief verslagen heeft. Michele Scarponi reageerde gelijkaardig.
Van den Broeck wil niet veel zeggen over deze zaak. Hij geeft mee dat hij er zich niet mee bezighoudt. Of hij nu blij is met de vierde plaats? "Neen. Die koers is gereden en ik was toen vijfde, voor mij blijft het vijfde. Ik weet het fijne niet van de zaak, dus ik kan er ook geen oordeel over vellen. In het verleden zijn er al mannen geweest met sporen van besmet vlees en als dat zo is dan vind ik dat heel erg voor die jongen." En wat met het feit dat Contador volgend jaar niet mag deelnemen aan de Tour? "Ik ben niet bezig met wie er wel of niet zal zijn, ik ben gewoon bezig met die Tour en met mezelf."
Steeds meer reacties dus op de veroordeling van Contador. Tegen vijf uur gisterenmiddag plaatste Saxo Bank een bericht op haar site. Daarin werd teammanager Bjarne Riis geciteerd: "Het resultaat is uiteraard niet waar we op hadden gehoopt, maar op dit ogenblik zijn we nog bezig met het bekijken van het vonnis en de documentatie opdat we de beslissing beter kunnen begrijpen." Meer reacties vanuit het team én van Alberto Contador zelf zullen volgen op een persconferentie die de renner vanavond omstreeks 19u30 zal houden in zijn thuishaven Pinto. Contador heeft de mogelijkheid om beroep aan te tekenen bij het Zwiters Federaal Hof, maar dat kan enkele op basis van procedurefouten. Het Hof gaat niet over de grond van de zaak. In principe zou Contador ook naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens kunnen stappen. De rechtsgang is dus mogelijk nog niet ten einde.
Het vonnis
Laten we nu even het vonnis doornemen. Er wordt gesteld dat Alberto Contador een inbreuk heeft gepleegd tegen de dopingregels. Dat hij bewust doping gebruikte, stelt het TAS echter niet. De opgelegde sanctie voor Contador is twee jaar schorsing met terugwerkende kracht. Hij mag pas vanaf 6 augustus opnieuw koersen, dat betekent dat hij niet kan deelnemen aan de Tour en de Olympische Spelen in Londen. Mogelijk richt hij nadien zijn pijlen op Vuelta (18/08 - 9/09) en WK (19/09 de tijdrit en 23/09 de wegrit). De schorsing gaat overigens pas in op 25 januari 2011, want vanaf 26 augustus werd Contador voorlopig geschorst. Dat duurde tot 14 februari toen hij werd vrijgesproken door de Spaanse bond. Daardoor mogen vijf maanden en 19 dagen van de definitieve schorsing worden afgetrokken. Alle resultaten vanaf 25 januari 2011 worden geschrapt. Contador krijgt ook een boete opgelegd van 2,5 miljoen euro. Veel? Op zich wel, maar Contador heeft wel een jaarloon van 6,5 miljoen euro!
Nog even de feiten recapituleren. Op 21 juli 2010, de tweede rustdag van de Tour, werden na een controle verboden middelen in het lichaam van Contador aangetroffen. Bij analyse van het A-staal op 26 juli werd in zijn urine 50 picogram van het verboden clenbuterol gevonden. Een minimale hoeveelheid. Hij wijt dit aan het eten van een vervuilde biefstuk. Zowel de avond voordien als die middag had hij van eenzelfde stuk vlees gegeten. Een andere renner van Astana die ook werd gecontroleerd op 21 juli is niet betrapt, hij had volgens Contador niet hetzelfde genuttigd. Een ongeloofwaardig verhaal volgens UCI en WADA. De Spaanse Wielerbond sprak de renner echter vrij op 14 februari 2011, nadat ze hem eerst een schorsing van één jaar had opgelegd. UCI en WADA trokken naar het TAS. Zij brachten twee andere hypothesen naar voren: die van de bloedtransfusie en die van een gecontamineerd voedingssupplement. De procedure liep tal van vertragingen op: vertaling van documenten, betwisten van getuigen, het in vraag stellen van de TAS-rechters en overvolle agenda's van experten. Op 6 februari 2012 velde het TAS haar definitieve oordeel.
De hypothesen
Laten we de drie hypothesen eens toelichten. Alberto Contador blijft stellen dat de positieve test te wijten is aan een stuk vlees gekocht Spanje. Hoewel de hele voedselketen werd uitgepluisd tot bij de veeboer, blijft Contador de stelling naar voor brengen dat het dier mogelijk afkomstig was uit Zuid-Amerika. Dat achten de rechters van het TAS echter zeer onwaarschijnlijk. Net als de kans dat het geconsumeerde vlees clenbuterol bevatte. Zo zou het inspuiten van die substantie geen effect hebben gehad als het dier zo snel nadien was geslacht. Toch volhardde de verdediging van de renner tot het einde. Het feit dat de broer van de bewuste Spaanse veeboer in 1996 in een affaire rond clenbuterol betrokken was, werd als bezwarend feit aangehaald door het kamp Contador.
Daar wilde het TAS geen rekening mee houden. Evenmin deed ze dat als het WADA en de UCI aanhaalden dat de omgeving van Contador een aanwijzing kan zijn dat hij zich dopeerde. Ze doelden daarmee onder andere op zijn samenwerking met Manolo Saíz en het feit dat verschillende van zijn ploegmaten over de jaren betrapt waren. En dat het team Astana voorwerp van een dopingonderzoek was. Er werd ook aangehaald dat zijn initialen gevonden werden in documenten van Eufemiano Fuentes. WADA en UCI kwamen ook met concretere aanwijzingen naar voren. Volgens deze partijen waren de bloedparameters van Contador abnormaal. Het kamp van Contador probeerde tijdens het proces die bevindingen onderuit te halen. Het TAS concludeerde dat de bloedparameters onvoldoende en te speculatief waren. Een bloedtransfusie kan echter niet worden uitgesloten. Het is inderdaad, zoals de UCI aanhaalde, immers de bedoeling van dopingzondaars om zo weinig mogelijk schommelingen in hun bloedwaarde te laten opmeten. Een analyse van het gehalte aan ftalaten (additieven die worden gebruikt in plastic materiaal, zoals bloedzakjes) leek het TAS interessanter.
Op 20 juli werden in het urinestaal van Contador een heel hoge concentratie aan ftalaten gemeten. Dat kan wijzen op een bloedtransfusie. Het meten van het gehalte aan ftalaten is geen geldig bewijs daarvoor, maar kan als indicatie dienen. De clenbuterol die een dag later gevonden werd, zou dan te wijten zijn aan het toedienen van gecontamineerd plasma van een donor. De verdediging haalt aan dat ftalaten ook aanwezig kunnen zijn in voeding. Het zou volgens hen ook nogal gek zijn dat plasma van een donor wordt gebruikt die een hoog gehalte van clenbuterol in het lichaam heeft. Om 50 picogram terug te vinden in de urine van Contador zou de donor bovendien een zodanige hoeveelheid van die stof in zich moeten hebben dat er gevaar is voor de gezondheid. WADA en UCI stellen dat het echter om een opbouwende kuur kan gaan. Het TAS stelde vast dat WADA en UCI blijkbaar niet genoeg vertrouwen hadden om een aanklacht van bloeddoping in te dienen. Volgens het panel van rechters is bloeddoping een mogelijke verklaring, maar heel onwaarschijnlijk. Net zoals de hypothese van de biefstuk.
De laatste stelling is die van een vervuild voedingssupplement. Volgens Contador is dat onmogelijk omdat hij enkel hetzelfde inneemt als zijn ploegmaten waarvan niemand positief testte op clenbuterol tijdens de Tour of het seizoen 2010. Toch acht het TAS deze hypothese het meest waarschijnlijk. Er zijn namelijk voorbeelden uit het verleden van besmette supplementen, waarvan ook met clenbuterol. Zeker zijn dat dit de oorzaak is, kan het TAS niet, maar van de drie naar voor gebrachte scenario's is dit het meest waarschijnlijke. Mogelijk wilde Contador dit niet naar voren brengen zeggen WADA en UCI omdat dit meestal geen reden is voor vrijspraak. In Reyers Laat (6/02/12) opperde Michel Wuyts dat de renner de leveranciers niet naar het hoofd wil stoten omdat hij nu eenmaal goed verdient door reclame te maken voor bepaalde voedingssupplementen.
Wat nu? De relatief milde -gezien het salaris van de atleet- geldboete en het feit dat hij pas zes maanden effectief aan de kant zal staan, zijn mogelijk bedoeld om te verhinderen dat Contador naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens stapt. Benieuwd naar het vervolg. In al deze heisa is één ding duidelijk: de rechtsgang moet worden versneld. Deze zaak sleept al veel te lang aan. Dat het TAS Contador veroordeelt is jammer, aangezien het om één van de spilfiguren van de laatste jaren gaat. Alweer een Tourwinnaar die geschrapt moet worden uit de Touruitslag. Anderzijds is het wel een goed teken dat er geen angst bestaat om de grote namen te straffen en men niet enkel achter de kleine garnalen durft aan te gaan. Wat Lance Armstrong betreft zijn daar wel eens vragen omtrent gerezen. Toen na de persconferentie van EL Pistolero bleek dat Contador al in augustus op de hoogte werd gesteld van zijn positieve plas werd hier en daar geopperd dat de UCI de zaak mogelijk in de doofpot wilde stoppen. Door de beslissing van de Spaanse federatie aan te vechten bij het TAS, poetste de UCI haar blazoen wat op.
Alberto Contador: Twee jaar schorsing met terugwerkende kracht (deel 1)
"Cero coma cero cero cero cero cero cero cero cero cero cero cinco" U herinnert zich ongetwijfeld nog deze legendarische woorden van Alberto Contador toen hij eind september 2010 bekendmaakte dat tijdens de Tour, die hij gewonnen had, clenbuterol in zijn urine gevonden was. Er zat slechts een hoeveelheid van 50 picogram in zijn bloed. El Pistolero en zijn entourage verklaarden de aanwezigheid van die stof aan het eten van een vervuilde biefstuk. De Spaanse bond sprak hem begin 2011 vrij. De UCI en het WADA stapten echter naar het TAS. Dat bevond de Spanjaard schuldig en legde hem een schorsing van twee jaar op, met terugwerkende kracht weliswaar. Zijn Tourzege van 2010 is hij kwijt aan Andy Schleck.
Op 30 september 2010 gaf Alberto Contador, die toen voor Astana reed, een persconferentie. Hij deelde mee dat in zijn urinestaal van 21 juli - een rustdag in de Tour- sporen van clenbuterol gevonden waren. Hij benadrukte de minieme hoeveelheid door het als volgt te verkondigen: "Cero komma cero cero cero cero cero cero cero cero cero cero cinco." Dat staat gelijk met 50 picogram. Contador wijt de gevonden clenbuterol aan het eten van een besmette biefstuk. Voor het afleveren van het besmette staal had hij een biefstuk uit Spanje gegeten. Het is al bewezen dat vlees clenbuterol kan bevatten, maar hoe groot is de kans dat juist Alberto Contador een besmet stuk vlees naar binnen speelde? Buiten het kamp-Contador gingen stemmen op dat de minieme hoeveelheid kan wijzen op bloeddoping. Alweer kwam er dus een waas van twijfel over een Tourwinnaar. Na 2007 en 2009 had Contador pas zijn derde Tourzege binnengerijfd. Andy Schleck (toen Saxo Bank) strandde op plaats twee, Denis Menchov (toen Rabobank) mocht mee op het podium in Parijs. Het feit dat de buitenwereld pas in september op de hoogte werd gesteld, deed vragen rijzen. Wilde de UCI de zaak soms in de doofpot stoppen? Ook in het geval van Lance Armstrong werd al geopperd dat de UCI de grote mannen geen pijn wil doen.
Vrijspraak door Spaanse Bond
In het voorjaar van 2011 sprak de Spaanse wielerbond haar toprenner vrij. Dat bracht herinneringen naar boven aan de zaak van die andere Spanjaard: Alejandro Valverde. Ook hij werd in eigen land vrijgesproken, maar Italiaanse onderzoekers beten zich vast in de zaak en achtten zijn betrokkenheid in Operación Puerto ofwel de affaire Fuentes, bewezen. Later werd zijn schorsing uitgebreid naar de rest van de wereld. Contador zou dus maar best nog niet op zijn lauweren rusten. En inderdaad, de UCI (de Internationale Wielerunie) en het WADA (het Wereldantidopingagentschap) stapten naar het TAS, het sporttribunaal in Lausanne. De UCI bewees dat ze, toch wat Contador betreft, tot op het bot wil gaan. De zaak sleepte echter lang aan en dat was zeer frustrerend. De wielerwereld wilde gewoonweg uitsluitsel in deze zaak. Contador fietste ondertussen immers voort, bij Saxo Bank, en sleepte in mei vorig jaar de Giro in de wacht. In de Tour kwam hij krachten tekort. Hij eindigde op plaats vijf. Dat er geen einde aan de zaak leek te komen, had onder meer te maken met het feit dat voor de zaak voor het TAS kon verschijnen het hele dossier vertaald diende te worden. Ook waren er vragen omtrent de objectiviteit van de rechters bij het TAS.
Veroordeling door TAS
Nu is er dus eindelijk een oordeel van het TAS. Hoewel het sporttribunaal stelt dat dopinggebruik niet bewezen is, legt het Contador een schorsing op van twee jaar, zij het met terugwerkende kracht. Concreet is Contador geschorst tot en met 5 augustus 2012, de zesde augustus van dit jaar mag hij dus weer in competitie treden. Hij mist de Tour en de Olympische Spelen. El Pistolero is alle zeges kwijt die hij sinds 25 januari 2011 behaalde. Waarom pas vanaf dan? Het TAS houdt rekening met het feit dat Contador vanaf augustus 2010 niet meer heeft gekoerst wegens een voorlopige schorsing. Eén van de overwinningen die hij kwijtspeelt is de Giro van 2011. De eindzege is nu voor de Italiaan Michele Scarponi (Lampre). De Tour van 2010 komt op naam te staan van Andy Schleck (RadioShack). Na Floyd Landis in 2006, toen de eindzege via de groene tafel aan Oscar Pereiro werd gegeven, is dit weer een zwarte bladzijde in de Tourgeschiedenis, een triestige dag voor het wielrennen in het algemeen. We zeiden het al na de affaire van Landis. Hopelijk is dit de laatste keer, maar nu is er dus de schrapping van het resultaat van Contador. Ook rond Armstrong blijft de onzekerheid hangen. Het is wederom geen reclame voor de wielersport. Afgezien van de grond van de zaak doet ook de lengte van de rechtsgang geen goed. Het duurt veel te lang vooraleer een uitspraak wordt geveld. Ondertussen moet ook de uitslag van andere wedstrijden worden herzien. En het verhaal is mogelijk nog niet helemaal rond. Contador heeft dertig dagen om beroep aan te tekenen bij het Zwitsers Federaal Hof. Dat buigt zich echter niet over de grond van de zaak, maar enkele over procedurefouten.
Reacties
De UCI plaatste een bericht op haar website waarin ze stelt dat ze geen voldoening haalt uit het verdict, maar het ziet als het einde van een lang aanslepende zaak die heel pijnlijk is geweest voor het wielrennen. Dit zijn de woorden van UCI-voorzitter Pat McQuaid: "Dit is een trieste dag voor onze sport. Sommigen zien het misschien als een overwinning, maar dat is niet het geval. Er zijn geen winnaars als het om doping gaat: elke zaak, ongeacht de kenmerken, is altijd een zaak te veel."
Andy Schleck, vanaf nu de winnaar van de Tour 2010, reageerde evenmin euforisch: "Er is geen reden om nu gelukkig te zijn. In de eerste plaats voel ik mee met Alberto. Ik heb altijd geloofd in zijn onschuld. Het is enkel een heel droevige dag voor het wielrennen. Het enige positieve is het feit dat er eindelijk een oordeel is na 566 dagen van onzekerheid. Vanaf nu kunnen we verder." Over zijn Tourzege zegt de Luxemburger het volgende: "Ik streed met Contador en verloor. Mijn doel is de Tour te winnen op een sportieve manier, de beste te zijn van alle deelnemers, niet via gerechtelijke weg. Als het me dit jaar lukt, zal ik het zien als mijn eerste Tourzege."
Tenslotte nog even de reactie van Eddy Merckx. De Kannibaal is helemaal niet te spreken over de schorsing van Contador: "Er zijn blijkbaar mensen die de sport dood willen. Alleen in onze sport kan zoiets gebeuren. Dit is voor niemand goed, ook niet voor sponsors. Contador verdient dit niet. Dopingtesten zijn nodig, maar in de koers gaan ze te ver, vind ik. Er waren geen duidelijke bewijzen voor dopinggebruik, want anders hadden ze Contador al vroeger geschorst."
Vorige zondag was een echte hoogdag voor het Belgische veldrijden. Onze ploeg bezette de eerste zeven plaatsen van het WK. Middenin alle euforie rezen op dat moment al enkele kritische bemerkingen: dat dit geen reclame is voor de sport in het buitenland bijvoorbeeld. En of het veldrijden niet gewoon een randverschijnsel is waar enkel in Vlaanderen veel tamtam om wordt gemaakt? Een analyse.
Op het WK kenden de Belgen inderdaad geen enkele tegenstand van buitenaf. Dat ze in de Koksijdse duinen een parcours tegenkwamen waar zij specialist in zijn was ongetwijfeld een factor die meespeelde. Net als het niet te versmaden thuisvoordeel. Het overgrote deel van de meer dan 60.000 toeschouwers supporterde voor de Belgen en dat moet ongetwijfeld vleugels hebben geven. Aan onze landgenoten dan toch. Buitenlanders als Zdenek Stybar kan het weleens vleugellam hebben gelegd. Rob Peeters opperde dit als één van de redenen waarom Styby zo slecht presteerde. Angst voor het publiek dat misschien wel eens venijnig uit de hoek zou kunnen komen. Vraag maar aan Richard Groenendaal die in Zolder 2002 niet op zijn gemak rondreed en blij was dat de koers erop zat. Hij kon toen wel beslag leggen op plek vier. Styby zakte afgelopen zondag naar plaats dertien en volgde op meer dan drie minuten van Niels Albert. Eerste niet-Belg was die andere Tsjech, Radomir Simunek. Hij werd achtste en kreeg meer dan twee minuten aangesmeerd door Albert en was een flinke minuut trager dan Sven Nys, de laatste Belg.
Aantrekkingskracht buiten België
Wat moet men in het buitenland wel niet gedacht hebben? Kan een sport waarin één land domineert wel aantrekkingskracht uitoefenen in de rest van de wereld? Ex-wereldkampioen veldrijden Roger De Vlaeminck zegt daar het volgende over: "Als ik naar het WK veldlopen kijk, zie ik daar na twee rondes ook 7 Ethiopiërs, 4 Kenianen en een verdwaalde Marokkaan" (HLN, 30/01/12). Nochtans probeerde hij enkele jaren terug zelf zijn steentje bij te dragen tot het internationaler maken van het veldrijden door enkele Zimbabwaanse jongens op te leiden. De Vlaeminck heeft echter wel een punt; wij kijken immers als Belgen vaak naar sporten waar niemand van onze landgenoten een rol van betekenis speelt. Het veldrijden lijkt die aantrekkingskracht niet te hebben. Het is zelfs frappant dat de NOS de wedstrijden van de juniores en beloften niet live uitzond, terwijl ze met respectievelijk Mathieu van Der Poel en Lars van der Haar telkens de uitgesproken topfavoriet hadden. Dat onze noorderburen, bij wie het bulkt van het talent, geen grote interesse hadden voor die wedstrijden is niet echt hoopgevend. Misschien dat daar verandering in zal komen eens de jongeren doorstoten naar de elite en daar potten breken. De vraag is echter of dat zal lukken en of hun ambitie niet naar de weg verschuift.
De buitenlandse interesse mag dan wel miniem zijn, zeker in vergelijking met de aandacht die cyclocross bij ons krijgt, maar ze is er. Zo zal het WK volgend jaar over de plas gehouden worden, meer bepaald in Louisville, Kentucky in de Verenigde Staten. In de VS is een heus veldritcircuit aanwezig. Bart Wellens en Rob Peeters (Telenet-Fidea) trokken vlak voor de Belgische start van het veldritseizoen naar ginder om het WK-parcours van 2013 te verkennen en er enkele races te betwisten. Het WK-parcours was dan wel nog niet te bespeuren, aan belangstelling voor het veldrijden was er in de VS geen gebrek. Weliswaar heerst er rond het parcours een andere sfeer. Zo zwaaiden de toeschouwers in Las Vegas met geldbiljetten naar de renners, aan hen om ze vast te grijpen. Geld rondstrooien? Dat haalde in Koksijde zelfs niemand met een pintje teveel op zich in het hoofd. Buiten Jonathan Page en Ryan Trebon zijn er bij ons geen bekende Amerikaanse veldrijders. De meesten willen de oversteek niet maken en beperken zich tot races in eigen land. Ook dichter bij huis, in Frankrijk bijvoorbeeld, focussen de meesten zich op nationale wedstrijden. Francis Mourey en John Gadret geven vaak de voorkeur aan die koersen en plaatsen ze zelfs boven een Wereldbekerwedstrijd. In een Franse wedstrijd zijn ze zo goed als zeker van de overwinning én van de daarbij horende premie. Er is in het buitenland dus wel interesse in deze sporttak, maar op kleinere schaal. En de meesten spelen op veilig door in eigen land te crossen, want tegen de toppers valt toch niets te beginnen. En die toppers zijn voor het grootste deel Belgen. Om de top te bereiken is een lange weg van training en opleiding nodig. In België wordt alles al van bij de jeugd professioneel aangepakt. David Quist, een tot Noor genaturaliseerde Amerikaan, wilde in Koksijde alvast leren hoe je het best door het zand rijdt en vroeg daarvoor raad aan specialist Paul Herygers, de wereldkampioen van 1994. Quist wil zijn opgedane kennis doorgeven aan Noorse jeugdrenners.
Nederland boven
Wat de jeugd betreft lijkt het alvast goed te zitten in Nederland. Mathieu van der Poel en Lars van der Haar losten de verwachtingen in. Echter niet zonder fel weerwerk van de Belgen. Laten we even kijken naar het wedstrijdverloop en de uitslag van beide categorieën. De wedstrijd van de juniores opende op zaterdagochtend de feestelijkheden. In de eerste ronde ging de Belg Wout Van Aert er als een pijl vandoor. Topfavoriet van der Poel had het in de eerste wedstrijdhelft behoorlijk moeilijk. Maar hij zou zich herpakken. De zoon van Adrie en kleizoon van Raymond Poulidor mocht zoals voorspeld de felbegeerde regenboogtrui aantrekken. Van Aert was zichtbaar tevreden met de zilveren plak. De derde trede op het podium werd bezet door een Fransman: Quentin Jauregie. Vorig jaar bezetten de Fransen nog de volledige top drie. Jauregie won de sprint voor het brons en versloeg daarbij twee Belgen, namelijk Quinten Hermans en Daan Soete. Alle vijf Belgen finishten in de top tien. Yorgen Van Tichelt kon beslag leggen op plaats zes, Daan Hoeyberghs werd achtste. Dus ook bij de juniores was er een collectief sterke prestatie van onze landgenoten. Het seizoen wordt echter volledig overheerst door Van der Poel die tot voor het WK 21 van de 24 gereden wedstrijden had gewonnen.
In de namiddag was het de beurt aan de beloften. Lars van der Haar maakte veel kans om zichzelf op te volgen, hij domineerde de beloftecategorie het hele seizoen door. In ronde één kon hij al een kloof slaan op de Herygersduin. Belgisch kampioen Wietse Bosmans maakte de aansluiting met de titelverdediger. Onze landgenoot gaf de hele wedstrijd een sterke indruk. Jammer genoeg voor hem kreeg het kopduo het gezelschap van een tweede Nederlander: Michiel van der Heijden. Bij de laatste passage op de Herygersduin zetten ze Bosmans letterlijk in de tang. Van der Haar dook in een gat dat er niet was en Bosmans moest voet aan grond zetten. Daarna haakte hij aan van der Heijden, wat deels zijn eigen fout was. Bosmans kon de achterstand op de uitredende wereldkampioen toch nog dichten. Op de X-duin, sinds zondagmiddag even na vier omgedoopt tot de Albertduin, dook hij als eerste in de afdaling. Dat bleek niet voldoende om van der Haar af te houden. Die behaalde zijn tweede wereldtitel op rij. Bosmans kaapte na een knappe race het zilver mee, maar was zichtbaar ontgoocheld. Van der Heijden stond met een bronzen medaille op het podium. Wat de Belgen betreft, zette ook Laurens Sweeck een puike prestatie neer. Vanuit een verloren positie behaalde hij uiteindelijk toch de vijfde plaats. Gianni Vermeersch werd tiende, vlak voor Vinnie Braet. De piepjonge Michael Vanthourenhout werd pas 26ste. Hij had zich echter een tijdje aan de kant moeten stellen met krampen. Knap dat hij de wedstrijd uitreed.
De lokroep van de weg
Ondertussen raakte bekend dat van der Haar een profcontract voor drie seizoenen heeft getekend bij Rabobank. Enkel de UCI moet nog haar fiat geven. Dat de beloftewereldkampioen doorgroeit naar de profs is echter nog geen garantie dat de suprematie van de Belgen zal doorbroken worden. De overstap van belofte naar prof is geen evidentie en dan zal hij bovendien voluit moeten gaan voor een carrière in het veld en de weg laten schieten. Vooral dat laatste blijkt een heikel punt. Eerst verloor de cross al de Nederlandse topveldrijder Lars Boom. Hij wil zich toeleggen op de voorjaarsklassiekers. Nu trekt ook Zdenek Stybar voluit de kaart van de weg. Vanwaar telkens die overstap? Zit de traditie en liefde voor het veld er bij ons Belgen meer ingebakken? Ongetwijfeld speelt het feit dat er op de weg meer poen te rapen valt ook wel een rol. Zeker voor Stybar (Omega Pharma - Quick Step) die het paradepaardje moet worden van de Tsjechische geldschieter Zdenek Bakala. Zijn goudhaantje zal veel meer opleveren als hij in beeld komt bij een wegwedstrijd die een veel grotere kijkdichtheid heeft wereldwijd dan de wekelijkse crossen in ons land.
Voor België ziet het er alvast goed uit wat de toekomst betreft. Lokale clubs blijven zich graag inzetten om een cross te organiseren. Zoals bijvoorbeeld de VZW Wielercel Maldegemse Jonge Krachten die afgelopen woensdag instond voor de organisatie van de Parkcross in de gemeente. Ook Belgische merken zullen ongetwijfeld geneigd blijven om het veldrijden te sponsoren aangezien ze via deze sport een groot deel van hun afzetmarkt kunnen bereiken. Het WK bij de profs op Sporza had gemiddeld 1.500.621 kijkers. Bij de aankomst van Albert bedroeg dat aantal 1.655.711. Koksijde is daarmee het best bekeken WK veldrijden ooit en behaalde een gemiddeld marktaandeel van 77,1%. Of de UCI echter zal blijven investeren in deze sport valt af te wachten. Zij hamert alvast op een groter draagvlak voor het veldrijden. De termen mondialisering en internationalisering vliegen ons om de oren. In het baanwielrennen is de Wielerunie alvast steeds minder aan het investeren, een groot deel van de olympische nummers werd reeds geschrapt. Van aanwezigheid op het grootste sportfestijn ter wereld kunnen veldrijders alleen maar dromen. Tenzij ze een zijsprongetje maken naar het mountainbiken, zoals Sven Nys in 2008, of hun kans wagen op de weg.
Laten we nu alvast genieten van de drie laatste crossweekends. Er moeten nog twee manches van zowel de Superprestige als de GVA gereden worden. Kevin Pauwels lijkt de GVA-trofee op zak te hebben, als hij van pech gespaard blijft tenminste. In de Superprestige staat Sven Nys aan de leiding. Door zijn ziekte en de aard van het parcours, zou Pauwels hem echter nog het vuur aan de schenen kunnen leggen. Het lijken dus nog boeiende tijden te worden tijdens deze barre winterdagen. Maar buitenlandse tegenstand mag gerust. Misschien dat we binnen enkele seizoenen opnieuw kunnen genieten van een sportieve - en faire - België-Nederland als de beloftevolle noorderburen hun weg vinden naar de top en zich daar voor de komende jaren posteren. En hoewel we Stybar alle geluk toewensen op de weg is hij altijd weer welkom in het veld.