Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
C'est plein d'Uylenspiegel Et de ses cousins Et d'arrière-cousins De Breughel l'Ancien
Le plat pays qui est le mien.
Tous les chemins qui mènent à Rome Portent les amours des amants déçus et les mensonges des anges déchus.
Pelgrim
Wat zich gaande voltrekt in de ziel van de pelgrim is niet een toenemend verlangen naar het bereiken van zijn reisdoel, niet het vinden van het heilige aan het einde van zijn bedevaart, maar zijn overgave aan de ruimte, aan de kiezels op zijn pad, zijn besef van niet-weten, zijn afdalen in de leegte.
Zijn benen worden zijn vrienden, de regen zijn lijden, zijn angst wordt gericht naar de honden langs de weg, het vele legt hij af en hij rust in het Ene. Al trekkend komt hij nergens, voortgaande bereikt hij niets, maar zijn vreugde neemt toe om een bloem en een krekel, om een groet en een onderdak.
Zijn reisdoel en zijn thuis vloeien samen aan de horizon, hemel en aarde vinden elkaar op het kruispunt van zijn hart. Het heilige verdicht zich in de dieren en de dingen. Zijn aankomst ligt verborgen in de wijsheid van het Zijn.
Catharina Visser
De Weg.
In de verte gaat een pelgrim, eenzaam over het pad. Met een blik voorwaarts, eindeloos turen naar het pad. Het pad dat hem leidt, de wind die hem begeleidt. Samen èèn met de natuur, de geur,het geluid en omgeving. Daar toont de schepping hem, nederig dat het pad van zand zo hard als steen is. Soms ook warm,koud en nat. De pelgrim stapt over het harde pad, met als enige vriend zijn schaduw. Samen op hun weg.
When we got to the sea at the end of the world We sat down on the beach at sunset We knew why we had done it To know our lives less important than just one grain of sand.
En camino de Santiago Sur le chemin de St Jacques Iba una alma peregrina Allait une âme pérégrine Una noca tan obscura Une nuit si obscure Que ni una estrella lucia ; Que ne brillait aucune étoile ;
Le patron de toutes les filles C'est le saint Jacques des Bourdons; Le patron de tous les garçons C'est le saint Jacques des Coquilles. Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet, Coquilles et bourdons exigent que l'on troque; Cet échange affermit l'amitié réciproque, Et cela vaut mieux qu'un œillet.
Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.
Betrouw geen pelgrim met een baard Die met een schooikroes geld vergaart Al beed'lend langs de wegen sjokt En met een deerne samenhokt.
Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.
Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
Ik had het eerst niet in de gaten, en opeens zàg ik het spoor dat jij voor mij hebt nagelaten.
Mon père .
Assis dans un vieux fauteuil Recouvert d'un plaid usé, Il rêve de son passé, En attendant le sommeil.
La fumée d'un cigare Flottant au-dessus de lui, D'une auréole, pare, Sa tête grise, de nuit.
Vêtu d'un pantalon gris, Chemise de flanelle Sous le tablier bleu sali. Sa casquette est belle.
Il sait déjà que demain, Sera le grand jour pour lui. Mais il ne regrette rien, Et partira seul sans bruit .
***
La mort .
Le jour où tu viendras, A l'aube d'un matin, Me tendre les bras Me chercher par la main, Entre comme moi Par le fond du jardin.
Tu essuyeras tes pieds Sur le grand paillasson, Pour ne pas marquer Tes pas dans le salon, Et n'oublie pas d'ôter Ton noir capuchon.
La table sera mise Et le vin bien chambré, Quand tu sera assise Nous pourrons le goûter, Avant que je ne suive Ton ombre décharnée .
Mais si tu préfères Par surprise me faucher, Au début de l'hiver Ou au soir d'un été, Pousse la barrière Elle n'est jamais fermée.
Avant de m'emporter, De rendre ma valise, Laisse-moi griffonner Une dernière poésie Où je ferai chanter La beauté de la vie.
Ce n'est pas ce matin Que je quitterai le port, Puisque de mes mains J'ai caressé si fort Ses lèvres de satin Que je t'oublie, la mort.
+++
SEUL SUR LE CHEMIN .
J'ai traversé des villes, J'ai longé des cours d'eau J'ai rencontré des îles J'ai cotoyé le beau !
Tout au long du voyage Rien ne m'a retenu Même pas un signe de croix Tracé d'une main tremblante.
Le vent, la mer, la pluie M'ont façonné le coeur. Je suis leur propre image, Immuable douleur.
Je fais signe aux oiseaux, Seuls amis de ce monde, Qui m'entraînent dans une ronde A m'en crever la peau.
J'ai traversé des coeurs, J'ai rencontré des bras, J'ai caressé des fleurs, J'en ai ceuilli pour toi.
TENNIS DE TABLE MESATENISTA PING PANG QIU TISCHTENNIS TABLE TENNIS
photos courtesy ITTF
乒乓球 Stolni tenis Tenis Stolowy
ITTF TABLE TENNIS Classement mondial 26 - 08 - 2012 World Ranking Weltrangliste Ranking Mundial Värlen Rangordning Classifica Mondiale MESSIEURS : 1. ZHANG Jike - CHN 2. MA Long - CHN 3. XU Xin - CHN 4. WANG Hao - CHN 5. MIZUTANI Jun - JPN 6. MA Lin - CHN 7. BOLL Timo - GER 8. CHUANG Chih-Yuan - TPE 9. OVTCHAROV Dim - GER 10. WANG Liqin - CHN 11. JOO Se Hyuk - KOR 12. OH Sang Eun - KOR
-- DAMES : 1. DING Ning - CHN 2. LI Xiaoxia - CHN 3. LIU Shiwen - CHN 4. GUO Yan - CHN 5. ISHIKAWA Kasu - JPN 6. FUKUHARA Ai - JPN 7. FENG Tianwei - SIN 8. KIM Kyung - KOR 9. GUO Yue - CHN 10. WANG Yuegu - SIN 11. WU Yang - CHN 12. TIE Yana - HKG
De noodklok belt slechts éénmaal Komt weldra de ultieme speeltijd Ademen voor de laatste maal Gelukkig geen haat noch nijd Toch af en toe een flater Een zorg is dit voor later Lopen van os naar ezel Toch af en toe een flater Niet knikkers tellen, wel het spel Lopen van os naar ezel Dagelijks goed aan de kost Niet knikkers tellen, wel het spel Verwachtingen zelden ingelost Dagelijks goed aan de kost De beste blijft mijn moeder Verwachtingen zelden ingelost Water is het kostelijkste voeder De beste blijft mijn moeder Om bestwil een toontje lager zingen Water is het kostelijkste voeder Op zoek naar de diepte der dingen Om bestwil een toontje lager zingen Komt het varksken met de lange snuit Op zoek naar de diepte der dingen Nu is dit pantoumeke bijna uit Komt het varksken met de lange snuit Ademen voor de laatste maal Nu is dit pantoumeke bijna uit De noodklok belt slechts éénmaal.
Tibertyn. ***
Kleine mensenhand strooit op winterse dag kruimels voor de mus.
Schelpen op het strand die worden door de branding voor ons kind gebracht.
Molens in de wind draaien, draaien, en draaien in het vlakke land.
Kerstman in de straat borstelt met grote bezem sneeuw weg van de stoep.
De dode takken breken af bij felle wind van de avondstorm.
Kreten in de nacht van kikkers in de vijver lokken de reiger.
Hulpeloos jong lam verloren tussen struiken waar de wolf vertoeft.
De werkzame bij zoekt in de roze bloesems lekker naar honing.
The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”
De pelgrim.
Hij is op de weg alleen al weet hij nog niet waarheen maar ergens stond geschreven dat hij die richting moest gaan en aarzelt hij soms even langs de eindeloze baan terwijl hij in zijn hart voelt dat velen eerder gingen mijmerend over dingen terwijl een windje afkoelt .
Verder dan Rome loopt de weg.
Ervaringen van een pelgrim.
30-01-2009
Rome 1996 - Natte zondag in Zwitserland. Einsiedeln.
Tussen Biberbrugg en Gersau.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Dwars door de kamer heb ik een koord gespannen waarop mijn was droogt.Ik ben niet gehaast. Het is toch rustdag volgens de regels van de Kerk.Tijdens het ontbijt komt de bazin terug met me praten. Zij spreekt vloeiend Frans en wil meer over mij weten omdat zij dat dan allemaal zou kunnen vertellen aan de klanten van haar café. Niet alle dagen stopt hier een grote Belg met een baard die per fiets op weg is naar Rome. Vroeger was zij lerares in huishoudkunde in Romandië.Maar zij volgde haar man en werd huismoeder en bazin van dit hotel.Graag blijft zij echter haar moedertaal spreken. Om de Franse taal te blijven spreken in haar familie met kinderen en kleinkinderen, alsook in de keuken, nam zij pas een Franssprekend Portugees dienstmeisje aan.
Te Biberbruggovernachtte ik in een reusachtig Zwitsers chalet waar naast de hotelgasten ook een grote familie verblijft. Aan de voorkant, met zicht op het spoorwegstation en op de steenweg naar Einsiedeln, is deze woning duidelijk een café-restaurant-hotel. Aan de achterkant, met zicht op bos, veld, Alpenweide, heuvels en bergen, is het een grote boerderij. Mijn fiets had ik achter het hotel vastgeketend aan stalen wasdraad palen. Hij werd de hele tijd bewaakt door enkele honden, vele katten, twee paarden en door divers pluimvee. Met wat planken had ik een tijdelijk afdak gebouwd om mijn schone tweewieler te beschermen tegen regen en tegen duivenstront.
De bazin brengt me nog wat koffie. Ik merk dat zij mijn rekening met 5 Fse heeft verminderd, want ik moet voor haar in een kerk of een kapel een kaars branden en wat in de offerblok steken. Er hangen zwarte wolken in de lucht.Bergop fietsen in de regen op een zondagochtend zie ik echt niet zitten. Ik vraag of ik nog een tijd aan de ontbijttafel mag blijven om enkele brieven en kaarten te schrijven naar mijn familie. De bazin wil weten of die groot is.Ik begin te vertellen en wanneer ik het heb over mijn hond Luca kom ik bij haar aan een gevoelige snaar. Nu heb ik recht op een absoluut trieste story over haar eigen hondje, een wreed verhaal bestemd voor hondenliefhebbers.
Once upon a time in Biberbrugg waren twee onbekende personen aan het eten in het restaurant Am Bahnhof. Zij hadden aandacht gehad voor het kleine lieve hondje van de bazin dat onder de tafels ging snuffelen aan de schoenen van de bezoekers. Zon huisdier kun je altijd niet in het oog blijven houden. Bijna nooit stoort zon lieverdje de klanten niet, in tegendeel het vermeerdert de familiale sfeer van het huis waar mensen en dieren samen gelukkig zijn. Wanneer de onbekenden vertrokken ging de man aan de kassa betalen en de vrouw was toen plots al weg, naar het toilet zou men denken. Maar, neen, en gelukkig had een trouwe tooghanger het gezien die dame had stilletjes het hondje meegepakt. De beide vreemdelingen waren al op de parking toen alarm werd geslagen en de bazin met medewerking van enkele cafébezoekers de achtervolging inzette, in dit geval niet op de kidnappers maar op de dognappers, de bandieten, de deugnieten. De wegvluchtende auto werd geblokkeerd toen hij al op de steenweg was. Er werd gevloekt, gestampt, gebonkt, geschreeuwd. Om het volk te kalmeren gooiden de dieven het hondje door het raam uit hun auto. In het tumult konden zij dan toch wegrijden. Maar het beestje was in paniek en liep plots de steenweg over waar het werd geraakt door een andere auto die nietsvermoedend voorbij snelde. Enkele uren later heeft de veearts het hondje moeten doodspuiten omdat het te zwaar gewond werd. Onderzoek toonde dat de schuldigen van dit dwaze drama in Italië woonden, volgens de identiteit die zij opgaven toen hun wagen werd gehuurd. Het gebeurde op een zondag, vier weken voor mijn aanwezigheid op de plaats van dit droeve gebeuren. De bazin heeft tranen in haar ogen. Haar verdriet is nog altijd groot. Ik probeer haar te troosten.Hélas, Madame, dans ce monde il y a zovele slechte mensen, die ongestraft blijven doorgaan met hun onhebbelijkheden.
Gedurende een uur valt er veel regen.Tot 11u 00 blijf ik schrijven. Daarna wens ik met een glimlach aan iedereen die daar in dat droog café zit veel geluk en ik vertrek. Dit was een goed adres. Ik vat mijn stuur bij de horens en ben klaar voor nieuw klimwerk, maar met genoegen stel ik vast dat de bergop voorbij is omdat ik vorige dag toch al goed omhoog was geraakt. Met enige emotie van lichaam en ziel draai ik weldra naar het befaamde pelgrimsoord dat bestaat sedert het jaar 828. Met alle respect voor Lourdes en voor Scherpenheuvel, maar nu rijd ik toch op betere katholieke grond. EINSIEDELN hier kommen wir.
MEINRAD, een wijs en gelovig man uit de Hohenzollern-familie, had zich in een bos teruggetrokken voor een sober en eenvoudig leven van gebed. Reeds tijdens zijn leven telde deze kluizenaar, priester en leraar, vele volgelingen die in gemeenschap woonden. De abdis Hildegard van Zürich vertrouwde aan de heilige eremijt een wonderdadig Mariabeeld toe. Vele pelgrims kwamen dit beeldje eren. Zij offerden en zo kreeg de kluizenaar veel munten. Twee roversvermoordden echter de eremijt op 21 januari 861. Maar twee zwarte raven bleven die misdadigers achtervolgen en opjagen tot wanneer zij de moord bekenden, om berouw smeekten en op de brandstapel werden gestraft. Waar de einsiedler = de eenzaat verbleef kwam een klooster ter herinnering, een abdij die groeide,waar vooral zonen uit rijke families abt, pater, of broeder werden. Doorheen de eeuwen was Einsiedeln een unieke plaats van ontmoetingen, studie, werk, geloof, kunst en gebed.
Einsieln mit seinem Benediktinerkloster ist als Wallfahrtort das wichtigste Zentrum des Glaubens und des religiösen Lebens in der Schweisz .
Bussen. Wagens. Parkings. Bedevaarders van nu. Ik ben eerder een pelgrim van vroeger en plaats mijn velo tegen de granieten gevel van de indrukwekkende kerk van Einsiedeln. Omdat het nog altijd wat regent en druppelt bescherm ik mijn bagage met twee vuilniszakken van de Stad Landen. Bij noodweer is dit een goed idee. De grote abdij is een heilige plaats vol schoonheid. Als de hemel niet te ver is, dan zou hij wel hier dichtbij kunnen zijn.Barok. Muziek. In de basiliek staan minstens drie kerkorgels van onschatbare waarde en kwaliteit. Het nieuwe orgel met naam Mauritius telt 5000 pijpen. Iedere dagom 16u20wordt te Einsiedeln het Salve Regina gezongen. Dat is een hoogtepunt voor de bezoekers. Op 14 september zijn er grote feesten. Ik ben hier dus twee weken te vroeg aangekomen, en zeggen dat ik soms meen dat ik niet vooruit geraak op mijn verdomde Brooks.In deze kerk is alles zo rijk, maar moet dat eigenlijk ?Het is hoogmis en er zijn minstens duizend gelovigen. De Zwarte Madonna met de gouden mantel heeft een prachtig altaar. Zoals de minder vrome BrusselaarManneke P. heeft de Madonna von Einsiedelneveneens een uitgebreide garderobe. Sedert de Spaanse Tijd wisselt zij regelmatig van kledij.Aanschuiven om te offeren. Veel gelovige mensen. Damen und Herren. Regenjassen. Wierookgeur. Paternosters. Natte vloer. Les parapluies de Einsiedeln. Aan een loket zit een benedictijn met een brilletje op zijn neus. Hij int vlot goed geld, stevige Zwitserse deviezen. Ik schuif mee in de rij van oude dame met handtas . Niet uit mijn saccoche doch uit de achterste zak van mijn koerstrui haal ik een bankbiljet. Für eine Heilige Messe für meine Familie
De pater stopt mijn Zwitsers briefje in een portefeuille die reeds barst door de inhoud. Ik krijg een gewijde medaille van de Zwarte Madonna.Aflaten voor het vagevuur en de entreebonnen voor de hemel, zijn tegen een spotprijs te koop. De oudere vrouw die mij volgt geeft aan dezelfde pater 100 Fse.Wat moet zij veel gezondigd hebben ! Na haar volgen nog achtenzeventig andere gelovigen die graag willen afdokken.
Terug buiten. De regen valt als een zegen over Einsiedeln. Sint Benedictusschreef de regel voor die bepaalt dat de monniken ook veel handenarbeid moeten verrichten. Zij produceren zelf alle levensmiddelen. De rijkdommen en eigendommen van de abdij zijn vandaag nog onmetelijk. Opmerkelijk is zeker dat de paters van Einsiedeln reeds sedert 500 jaren prachtige paarden kweken.Pijlen brengen mij naar de winkel van de abdij. Deze is gelegen in een tuin met oude bomen en er is ook een molen om te bezoeken. Een grote dikkerd in monnikspij ziet toe of er niets gepikt wordt.Hij laat ook de kassa rinkelen. Ik koop een handvol zichtkaarten. Op mijn vraag Gibt es hier dasBuchAUF DER SPUREN DER JAKOBSPILGER, knikt de pater bevestigend. De slimme man met dikke kop loopt even met me mee en toont me direct waar het staat. Er zijn twee exemplaren van dat boek voor de echte Compostelafreaks.Het boek kost 68 Fse en is veel te mooi en te zwaar om mee te sleuren in de regen van vandaag en gedurende de volgende weken tot in Rome.Na wat vingerfijn bladeren dank ik de gewijde winkelier. Ik vertel hem dat ik volgende week met mijn wagen zal terug komen om het te kopen. Een leugentje dat de goede Heilige Jacob mij wel zal vergeven.
Ik wandel door de winkelstraat en koop nogmaals kaarten, nu ook met de nodige zegels. In de wachtzaal van een bushalte kan ik droog gaan zitten om meerdere kaarten te voorzien van adres en enige woorden. Tijdens mijn bezigheid word ik gestoord door twee stapelzot verliefde teenagers die daar als tortelduiven zich komen gedragen. Zij spreken Italiaans. Romeo en Julia.Autobuslui. Bedevaarders van één dag. Terwijl hun mama bidt tot de Zwarte Madonna en tot de Heilige Meinrad verstopt dochter zich ergens met haar ondeugend vriendje. Prille maar toch felle liefde. Nog één week en dan zie ik niets anders meer dan Italianen. Zal ik hun taal verstaan ? Ik laat het droge hoekje aan die twee gelukkigen. Even later ben ik weer gezeten op mijn fiets.Auf wiedersehn Einsiedeln !
In volle regen rijd ik nu weerxml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />6 km terug . Ik storm bergaf tegen hoge snelheid en kom te Biberbrugg terug voorbij de plaats waar ik sliep en waar dat hondje stierf, Hotel-Restaurant Am Bahnhof. Daarna draai ik naar links waar ik een heuvelende weg blijf volgen naar het Zuid-Westen. Dit is nu het hart van Zwitserland, de streek van Willem Tell. In de verte ontwaar ik een kerk met een groot dak, waarop de witgele pannen tussen de rode pannen volgende zin vormen: St Antonius bit für uns . Na de Heilige Meinrad is het nu de beurt aan deze heilige. Omdat ik ook Padua zal bezoeken, moet ik toch ook hier even mijn bootje aanmeren.Het is een prachtige nieuwe kerk met een portaal, gescheiden van het centrale schip door stevige glazen deuren. Dit is de schone parochiekerk van Rotenthurm. Ik duw mijn natte fiets het portaal binnen, sluit de glazen voordeur en afgezonderd van de buitenwereld ben ik nu in een droge en warmere ruimte, zoals in een veranda. Ik wissel van kledij. Daarna wandel ik rustig de kerk binnen. Tegen de muren staan beelden van heiligen. De eerste waar ik langs kom is Jacobus Maior. Raar maar waar. Wat een wonderlijk teken voor de pelgrim met schelp die ik ben !
Ik salueer mijn grote beschermheer, en ook zijn kameraden de andere heilige mannen en vrouwen, apostelen en eremijten. Sint Antonius staat op een voetstuk, een ereplaats, en tot mijn verwondering is er geen offerblok. Ik word aangetrokken door een zijaltaar waar reeds vele kaarsen branden. Ik kom er voor de Witte Madonna met het Kind te staan. Ik betaal voor een kaars, speel even met het vuur, neem deel aan het geloof. Mooie en propere kerk. Na mijn rondje door de grote ruimte van het gebouw besluit ik van nog een tijdje te schuilen in het glazen portaal. Ik dineer er op de grond met muësli, melk, banaan, leckerli koekjes. Alvorens te vertrekken uit dat glazen voorhuisje veeg ik keurig alle kruimels weg. Meer nog, omdat de voordeur open stond, zijn op deze zondag een dozijn kleine huisjesslakken het portaal binnengekomen.Ik raap ze allemaal op en breng ze terug buiten in het natte gras.
Ik besluit verder te rijden. In een bergaf krijg ik het koud. Ik bijt op mijn tanden en ik omklem mijn stuur zo goed als mogelijk met mijn vochtige handen. Zo vorder ik 13 km verder tot Schwyz waar ik in een koffiebar mijn ellende kan verzachten. Ik geniet er van warme koffie en lekker gebak.Daarna bezoek ik er de luxueuze toiletten voor een grote verlossing. Wanneer ik terug op mijn fiets kruip, nog steeds in de regen, voel ik me zo sterk als de grote Faber was in 1909. Tussen Schwysz en Brunnen pedaleer ik zoals de kampioenen. Onderweg wil ik aan een echte Zwitser vragen van me te wijzen waar Willem Tell en zijn zoontje Walti met de appel op zijn kop eigenlijk hun historisch exploot hadden uitgevoerd. Maar ik ben de enige echte zot die het heerlijk vind te fietsen daar op de eerste september in die nattigheid.
Verder fietsen. De cadans aanhouden. Niet verzwakken. Wie in deze toestand blijft stilstaan raapt misschien een longontsteking op. Groot verzet. Vuile benen. Langs de boorden van het Vierwoudstedenmeer neemt Olive Green me mee tot in Gersau.Tot mijn verwondering ligt te Gersau alles droog, omdat daar een microklimaat heerst en het plaatsje verscholen ligt in een inham tussen de rotsen. De wind brengt de regenwolken niet tot daar.Het is bijna 16uen ik zal nog 80 minuten moeten wachten om met de boot het meer over te geraken. Mijn kleren zijn nat en ik begin weer af te koelen. Ik besluit van mijn rit af te vlaggen. In zon slecht weer zal varen een tegenvaller worden. Ik praatin de wachtzaal van de bootafvaart nog wat met enkele mensen en vind van mezelf dat mijn Duits met Zwitserse klanken redelijk goed is geworden. Redelijk vlug daarna ontdek ik een smal en hoog gebouw waarin Hotel Sonne is gevestigd. Een one-man-night met breakfast kost er 63 Fse.Op enige afstand van daar mag ik mijn geliefde tweewieler in een garage wegbergen. Met de lift kom ik tot op de vierde verdieping. Alle warmte van de douche neem ik in mij op na deze natte zondag. Ik was mijn kleren onder de douche, wring met alle krachten die nog in mijn armen zijn het laatste vocht er uit, maar omdat dit niet volstaat gebruik ik daarna de haardroger om dit werk af te maken. De prijs voor de elektriciteit is toch in de prijs van de kamer begrepen. Rond 19u00 kleed ik mij in jeans, hemd, propere onderbroek, wandelschoenen en ik borstel mijn haar en mijn baard. Ik neem de lift niet, want de trap aflopen is beter om mijn benen terug soepel te krijgen. Tapijt. Vier verdiepingen. Smalle trap. Ik mag om 20u00 aanzitten voor warm eten. Dus heb ik nog één uur voor een avondwandeling .Ik test de magneetkaart die me als sleutel dient om binnen en buiten te geraken. Moderne tijden, ook reeds in het oude Gersau. Nu , met frisse kop en ogen, ervaar ik dat het uitzicht op het prachtig meer adembenemend is,en nog meer door het zware wolkendek dat overheersend is, bijna zoals in de tijd van het eerste hoofdstuk, de Genesis, toen God de wateren en de wolken op de planeet Aarde pas had gescheiden. De overheid deed hier vele inspanningen om het voor wandelaars aangenaam te maken. Bloemen. Fonteinen. Alles in perfecte staat van onderhoud. Een eenvoudige constructie met buizen van verschillende kleur, met blauwe stenen en veel spuitend water, is gewoon geniaal. Het is gemakkelijk te realiseren. Ik maak er een schets van. Ik neem het idee mee naar huis, iets wat vele wijze reizigers en pelgrims zo dikwijls voor mij ook al hadden gedaan. In een restaurant was er een mooi feest. De genodigden in habijt en lange kleren, met goed gevulde buik door spijs en drank, worden met antieke rijtuigen, paarden en koetsiers, terug naar huis gebracht.
Wieder in das Hotel. Ik ben mijn leesbril kwijt. Ik heb hem bij mijn fiets gelaten en zou met een grote stalen sleutel de poort moeten open maken van de garage waar hij ligt. Dat is ver en dat is moeilijk. Met veel moeite slechts kan ik dus de spijskaart lezen.Deze is viertalig. De bladzijden in het Frans staan vol taalfouten. Ik meld dit aan de blonde dienster, zeg haar dat mijn moedertaal onrecht wordt aangedaan op haar menu, en dat het voor mij kleine moeite zou zijn die fouten te verbeteren. Zij reageert eerder vreemd en zegt dat zo iets niet nodig is. In de herfst wordt alles immers opnieuw geschreven en veranderd. Zij heeft dus mijn talenkennis niet nodig. Dat was eigenzinnigheid op zijn Zwitsersen ik dacht nog wel dat ik op deze manier misschien goed bij haar zou scoren.
Kippensoep met een ei, gemengde salade, cordon bleu, frieten.
Ik probeer voor het eerst in mijn leven de witte wijn uit dit land, de befaamde fendant. Karafje van 30 cl.In het gemoedelijke café waar ik ben, brengen enkele Helvetiërs in fel gekleurde hemden hun zondagavond door.Zij drinken ½ literflessen bier van het merk Cardinal. De fendant smaakt me goed. Tussen de salade zijn enige schijfjes komkommer. Dat verteer ik altijd moeilijk. Meestal hevel ik de groene komkommer over naar het bord van mijn echtgenote . Nu laat ik het op mijn bord liggen. Te Gersau in Hotel Sonne knabbel ik op mijn eentje cordon bleu met frieten.
Reacties op bericht (1)
30-01-2009
zo zijn ze wel die Zwitsers , een beetje eigenzinnig en soms koppig...
Een aangenaam weekend toegewenst vanwege Amor Fati !
Als we de zo vurig verlangde rust eindelijk hebben, hebben we er niets meer aan.
In het ongeluk vinden wij meestal de rust terug, waarvan wij door de vrees voor het ongeluk beroofd werden
30-01-2009 om 18:14
geschreven door Amor Fati
EINDE VAN DEZE BLOG 26 08 2012
Hoe sterk is de eenzame fietser Die krom gebogen over z'n stuur tegen de wind Zichzelf een weg baant
Zoeken in blog
Een bescheiden blik in de geschiedenis van de wielersport is vaak al voldoende om de fascinatie te proeven.
Quand on partait de bon matin Quand on partait sur les chemins A bicyclette Nous étions quelques bons copains Y avait Fernand y avait Firmin Y avait Francis et Sébastien Et puis Paulette
On était tous amoureux d'elle On se sentait pousser des ailes A bicyclette Sur les petits chemins de terre On a souvent vécu l'enfer Pour ne pas mettre pied à terre Devant Paulette Faut dire qu'elle y mettait du cœur C'était la fille du facteur A bicyclette Et depuis qu'elle avait huit ans Elle avait fait en le suivant Tous les chemins environnants A bicyclette
NATHALIE.
La place Rouge était vide Devant moi marchait Nathalie Il avait un joli nom, mon guide Nathalie... La place Rouge était blanche La neige faisait un tapis Et je suivais par ce froid dimanche Nathalie... Elle parlait en phrases sobres De la révolution d'octobre Je pensais déjà Qu'après le tombeau de Lénine On irait au café Pouchkine Boire un chocolat... La place Rouge était vide Je lui pris son bras, elle a souri Il avait des cheveux blonds, mon guide Nathalie... Nathalie Dans sa chambre à l'université Une bande d'étudiants L'attendait impatiemment On a ri, on a beaucoup parlé Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait Moscou, les plaines d'Ukraine Et les Champs-Élysées On a tout mélangé et on a chanté Et puis ils ont débouché En riant à l'avance Du champagne de France Et on a dansé... La, la la... Et quand la chambre fut vide Tous les amis étaient partis Je suis resté seul avec mon guide Nathalie... Plus question de phrases sobres Ni de révolution d'octobre On n'en était plus là Fini le tombeau de Lénine Le chocolat de chez Pouchkine C'était loin déjà... Que ma vie me semble vide Mais je sais qu'un jour à Paris C'est moi qui lui servirai de guide Nathalie... Nathalie
Marianne de ma jeunesse Ton manoir se dressait Sur la pauvre richesses De mon rêve enchanté
Les sapins sous le vent Sifflent un air étrange Où les voix se mélangent De nains et de géants
Marianne de ma jeunesse Tu as ressuscité Des démons des princesses Qui dans moi sommeillaient
Car ton nom fait partie Marianne de ma jeunesse Du dérisoire livre Où tout enfant voudrait vivre
Marianne de ma jeunesse Nos deux ombres enfuies Se donnèrent promesse Par-delà leurs joies et leur vie
Marianne de ma jeunesse J'ai serré sur mon cœur Presque avec maladresse Ton mouchoir de pluie et de pleurs
Il avait poussé par hasard Dans notre cour sans le savoir Comme un aveugle dans le noir Mon arbre Il était si petit Que c'était mon ami Car j'étais tout petit Comme lui J'attendais de lui le printemps Avec deux ou trois fleurs d'argent Un peu de vert, un peu de blanc Mon arbre Et ma vie s'accrochait A cet arbre léger Qui grandissait Comme je grandissais
Chanson de GILBERT BECAUD
Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde Quand tu n'es pas là S'arrètent de chanter Et se mettent à pleurer Larmes de pluie au ciel d'été Quand tu n'es pas là Le silence qui gronde Me donne si froid Qu'un jour ensolleillé Me fait presque pleurer Larmes d'ennui malgré l'été La ville fait de grâces La lune des grimaces Qui me laissent sans joie Les cantiques d'églises Malgré tout ce qu'ils disent Me font perdre la foi Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde La nuit sur mon toit Viennent se rassembler Et pour me consoler Chantent tout bas ' Elle reviendra ' Quand tu reviendras De l'autre bout du monde Quand tu reviendras Les oiseaux dans le ciel Pourront battre des ailes Chanter de joie Lorsque tu reviendras !
Le Pianiste de Varsovie Gilbert Bécaud
Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Chopin Je l`aime bien, Chopin Je jouais bien Chopin Chez moi à Varsovie Où j`ai grandi à l`ombre A l`ombre de la gloire de Chopin Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur Plus de sentiment Plus de mouvement Plus d`envolée Bien bien plus léger Joue mon garçon avec ton coeur Me disait-il pendant des heures Premier concert devant le noir Je suis seul avec mon piano Et ça finit par des bravos Des bravos, j`en cueille par millions A tous les coins de l`horizon Des pas qui claquent Des murs qui craquent Des pas qui foulent Des murs qui croulent Pourquoi? Des yeux qui pleurent Des mains qui meurent Des pas qui chassent Des pas qui glacent Pourquoi Le ciel est-il si loin de nous? Je ne sais pas pourquoi Mais tout cela me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur
What does not destroy us makes us stronger.
Rondvraag / Poll
Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
À la claire fontaine
M'en allant promener, J'ai trouvé l'eau si belle, Que je m'y suis baignée.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Sous les feuilles d'un chêne Je me suis fait sécher, Sur la plus haute branche, Un rossignol chantait.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Chante, rossignol, chante, Toi qui as le coeur gai, Tu as le coeur a rire, Moi, je l'ai à pleurer.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
J'ai perdu mon ami Sans l'avoir mérité, Pour un bouquet de roses, Que je lui refusai.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Je voudrais que la rose Fût encore au rosier, Et que mon doux ami Fût encore à m'aimer
Turning and turning, the world goes on We can't change it, my friend Let us go riding now through the days Together to the end Till the end
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Spinning and spinning, the dreams I know Rolling on through my head Let us enjoy them before they go Come the dawn, they all are dead Yes, they're dead
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Julia Tulkens .
Hebben wij elkaar gevonden in dit land van klei en mist waar tussen hemel en aarde ons leven wordt uitgewist ?
Ben ik nog schaduw, ben ik al licht, of is d'oneindigheid mijn aangezicht ?
Treed ik in wolken of in hemelgrond ? Er ruist een hooglied aan mijn lichte mond. In uw omarming hoe ik rijzend ril ... Mijn haren wuiven en de tijd valt stil .
Julia Tulkens.
SONNET POUR HELENE
Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle, Assise auprès du feu, dévidant et filant, Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant : Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.
Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle, Déjà sous le labeur à demi sommeillant, Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant, Bénissant votre nom de louange immortelle.
Je serai sous la terre et fantôme sans os : Par les ombres myrteux je prendrai mon repos : Vous serez au foyer une vieille accroupie,
Regrettant mon amour et votre fier dédain. Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain : Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.
Regretting my love, and regretting your disdain. Heed me, and live for now: this time won’t come again. Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.