Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
C'est plein d'Uylenspiegel Et de ses cousins Et d'arrière-cousins De Breughel l'Ancien
Le plat pays qui est le mien.
Tous les chemins qui mènent à Rome Portent les amours des amants déçus et les mensonges des anges déchus.
Pelgrim
Wat zich gaande voltrekt in de ziel van de pelgrim is niet een toenemend verlangen naar het bereiken van zijn reisdoel, niet het vinden van het heilige aan het einde van zijn bedevaart, maar zijn overgave aan de ruimte, aan de kiezels op zijn pad, zijn besef van niet-weten, zijn afdalen in de leegte.
Zijn benen worden zijn vrienden, de regen zijn lijden, zijn angst wordt gericht naar de honden langs de weg, het vele legt hij af en hij rust in het Ene. Al trekkend komt hij nergens, voortgaande bereikt hij niets, maar zijn vreugde neemt toe om een bloem en een krekel, om een groet en een onderdak.
Zijn reisdoel en zijn thuis vloeien samen aan de horizon, hemel en aarde vinden elkaar op het kruispunt van zijn hart. Het heilige verdicht zich in de dieren en de dingen. Zijn aankomst ligt verborgen in de wijsheid van het Zijn.
Catharina Visser
De Weg.
In de verte gaat een pelgrim, eenzaam over het pad. Met een blik voorwaarts, eindeloos turen naar het pad. Het pad dat hem leidt, de wind die hem begeleidt. Samen èèn met de natuur, de geur,het geluid en omgeving. Daar toont de schepping hem, nederig dat het pad van zand zo hard als steen is. Soms ook warm,koud en nat. De pelgrim stapt over het harde pad, met als enige vriend zijn schaduw. Samen op hun weg.
When we got to the sea at the end of the world We sat down on the beach at sunset We knew why we had done it To know our lives less important than just one grain of sand.
En camino de Santiago Sur le chemin de St Jacques Iba una alma peregrina Allait une âme pérégrine Una noca tan obscura Une nuit si obscure Que ni una estrella lucia ; Que ne brillait aucune étoile ;
Le patron de toutes les filles C'est le saint Jacques des Bourdons; Le patron de tous les garçons C'est le saint Jacques des Coquilles. Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet, Coquilles et bourdons exigent que l'on troque; Cet échange affermit l'amitié réciproque, Et cela vaut mieux qu'un œillet.
Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.
Betrouw geen pelgrim met een baard Die met een schooikroes geld vergaart Al beed'lend langs de wegen sjokt En met een deerne samenhokt.
Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.
Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
Ik had het eerst niet in de gaten, en opeens zàg ik het spoor dat jij voor mij hebt nagelaten.
Mon père .
Assis dans un vieux fauteuil Recouvert d'un plaid usé, Il rêve de son passé, En attendant le sommeil.
La fumée d'un cigare Flottant au-dessus de lui, D'une auréole, pare, Sa tête grise, de nuit.
Vêtu d'un pantalon gris, Chemise de flanelle Sous le tablier bleu sali. Sa casquette est belle.
Il sait déjà que demain, Sera le grand jour pour lui. Mais il ne regrette rien, Et partira seul sans bruit .
***
La mort .
Le jour où tu viendras, A l'aube d'un matin, Me tendre les bras Me chercher par la main, Entre comme moi Par le fond du jardin.
Tu essuyeras tes pieds Sur le grand paillasson, Pour ne pas marquer Tes pas dans le salon, Et n'oublie pas d'ôter Ton noir capuchon.
La table sera mise Et le vin bien chambré, Quand tu sera assise Nous pourrons le goûter, Avant que je ne suive Ton ombre décharnée .
Mais si tu préfères Par surprise me faucher, Au début de l'hiver Ou au soir d'un été, Pousse la barrière Elle n'est jamais fermée.
Avant de m'emporter, De rendre ma valise, Laisse-moi griffonner Une dernière poésie Où je ferai chanter La beauté de la vie.
Ce n'est pas ce matin Que je quitterai le port, Puisque de mes mains J'ai caressé si fort Ses lèvres de satin Que je t'oublie, la mort.
+++
SEUL SUR LE CHEMIN .
J'ai traversé des villes, J'ai longé des cours d'eau J'ai rencontré des îles J'ai cotoyé le beau !
Tout au long du voyage Rien ne m'a retenu Même pas un signe de croix Tracé d'une main tremblante.
Le vent, la mer, la pluie M'ont façonné le coeur. Je suis leur propre image, Immuable douleur.
Je fais signe aux oiseaux, Seuls amis de ce monde, Qui m'entraînent dans une ronde A m'en crever la peau.
J'ai traversé des coeurs, J'ai rencontré des bras, J'ai caressé des fleurs, J'en ai ceuilli pour toi.
TENNIS DE TABLE MESATENISTA PING PANG QIU TISCHTENNIS TABLE TENNIS
photos courtesy ITTF
乒乓球 Stolni tenis Tenis Stolowy
ITTF TABLE TENNIS Classement mondial 26 - 08 - 2012 World Ranking Weltrangliste Ranking Mundial Värlen Rangordning Classifica Mondiale MESSIEURS : 1. ZHANG Jike - CHN 2. MA Long - CHN 3. XU Xin - CHN 4. WANG Hao - CHN 5. MIZUTANI Jun - JPN 6. MA Lin - CHN 7. BOLL Timo - GER 8. CHUANG Chih-Yuan - TPE 9. OVTCHAROV Dim - GER 10. WANG Liqin - CHN 11. JOO Se Hyuk - KOR 12. OH Sang Eun - KOR
-- DAMES : 1. DING Ning - CHN 2. LI Xiaoxia - CHN 3. LIU Shiwen - CHN 4. GUO Yan - CHN 5. ISHIKAWA Kasu - JPN 6. FUKUHARA Ai - JPN 7. FENG Tianwei - SIN 8. KIM Kyung - KOR 9. GUO Yue - CHN 10. WANG Yuegu - SIN 11. WU Yang - CHN 12. TIE Yana - HKG
De noodklok belt slechts éénmaal Komt weldra de ultieme speeltijd Ademen voor de laatste maal Gelukkig geen haat noch nijd Toch af en toe een flater Een zorg is dit voor later Lopen van os naar ezel Toch af en toe een flater Niet knikkers tellen, wel het spel Lopen van os naar ezel Dagelijks goed aan de kost Niet knikkers tellen, wel het spel Verwachtingen zelden ingelost Dagelijks goed aan de kost De beste blijft mijn moeder Verwachtingen zelden ingelost Water is het kostelijkste voeder De beste blijft mijn moeder Om bestwil een toontje lager zingen Water is het kostelijkste voeder Op zoek naar de diepte der dingen Om bestwil een toontje lager zingen Komt het varksken met de lange snuit Op zoek naar de diepte der dingen Nu is dit pantoumeke bijna uit Komt het varksken met de lange snuit Ademen voor de laatste maal Nu is dit pantoumeke bijna uit De noodklok belt slechts éénmaal.
Tibertyn. ***
Kleine mensenhand strooit op winterse dag kruimels voor de mus.
Schelpen op het strand die worden door de branding voor ons kind gebracht.
Molens in de wind draaien, draaien, en draaien in het vlakke land.
Kerstman in de straat borstelt met grote bezem sneeuw weg van de stoep.
De dode takken breken af bij felle wind van de avondstorm.
Kreten in de nacht van kikkers in de vijver lokken de reiger.
Hulpeloos jong lam verloren tussen struiken waar de wolf vertoeft.
De werkzame bij zoekt in de roze bloesems lekker naar honing.
The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”
De pelgrim.
Hij is op de weg alleen al weet hij nog niet waarheen maar ergens stond geschreven dat hij die richting moest gaan en aarzelt hij soms even langs de eindeloze baan terwijl hij in zijn hart voelt dat velen eerder gingen mijmerend over dingen terwijl een windje afkoelt .
Verder dan Rome loopt de weg.
Ervaringen van een pelgrim.
25-06-2012
De Deense Wielerkampioenen.
KW Nielsen en Palle Lykke Morkov en Rasmussen TEAM DANMARK DE RIVAAL VAN POESKE SCHERENS
De grote jager op wereldrecords Hans-Henrik Oersted .
Sebastien Lander de nieuwe kampioen Trine Schmidt mooi en meedogenloos
[08.06 13:15] Alberto Contador returnerer til Team Saxo Bank. Den 29-årige spanier vender tilbage til det danskbaserede World Tour team d. 5. august, når hans karantæne udløber. Alberto Contador og Team Saxo Bank er blevet enige om en aftale, der gælder for resten af 2012 og de kommende tre år.
"Der har været så mange spekulationer og rygter om Alberto Contador og hans fremtid i de seneste måneder, men både vores sponsorer, holdet og Alberto har delt det samme ønske om at fortsætte og bygge videre på vores samarbejde. Hele vejen gennem de sidste to svære år har vi valgt at støtte Alberto, så at vi nu kan annoncere hans comeback til holdet, er noget jeg har set meget frem til. Nu kan vi endelig lægge låg på alle de her spekulationer og fokusere på at opbygge holdet til de kommende år," siger teamejer Bjarne Riis.
Alberto Contador er tilsvarende glad for, at hans fremtid ligger hos Team Saxo Bank.
"Beslutningen om at returnere til holdet har faktisk været let, og min førsteprioritet har hele tiden været at vende tilbage til Team Saxo Bank og fortsætte samarbejdet med Bjarne Riis og resten af holdet. Den støtte, jeg har mærket i en meget svær situation, har været helt fantastisk. Så jeg ser meget frem til at komme tilbage på cyklen, og mit mål er at gengælde den støtte, forhåbentlig med nogle gode resultater," siger Alberto Contador.
VERTALING MET DE HULP VAN GOOGLE : AlbertoContadorterug naarTeam SaxoBank. De 29-jarigeSpanjaardkeert terug naar het Deens-gebaseerdeWorld Tour-teamop 5augustus, wanneerzijn schorsingafloopt.Alberto Contadoren TeamSaxo Bankhebben overeenstemming bereikt overeen overeenkomstdie geldt voorde rest van2012 ende komende drie jaar.
"Er zijnzoveelspeculaties engeruchten overAlbertoContador enzijn toekomstin de afgelopen maanden, maarzowel onzesponsors,team enAlbertohebben uitgemaakt van hetzelfdeverlangenom verder te gaanenvoort te bouwen oponze samenwerking.In de afgelopentwee moeilijkejaren hebben wegekozen omAlbertote ondersteunen,zodat wijnuzijn comebackaankondigenaan het team. Hetis iets dat ik met veel goede zin beleef. Nu kunnen we eindelijk een dekselop al dezespeculaties plaatsen en ons richten ophet opbouwen vanhet teamvoor het komende jaar,", aldusteameigenaarBjarneRiis.
"De beslissing omterug te keren naarhet teamdaadwerkelijk iszacht, want mijneerste prioriteitis altijd geweest omterug te keren naarTeam SaxoBank, enblijven werken metBjarneRiisen de rest vanhet team.De steun die ikheb gevoeldin een zeer moeilijkesituatie,was absoluutfantastisch.Dusik kijker naar uit omweer te kunnen fietsen,en mijndoel is omde steunhopelijkte beantwoorden,met enkelegoede resultaten.
* * *
Dit belangrijke wielernieuws van vandaag heeft me aangezet om me toch te verdiepen in de Deense wielersport. Ik was ruim een maand geleden al vertrokken met een poging in mijn kladschrijfboekje om gegevens voor een nieuw stuk op mijn blog bijeen te scharrelen. Mijn handschrift wordt meer en meer onleesbaar, door de opstapeling van de jaren die mij scheiden van de schoolbanken, en door een nooit goed opgelost probleem aan mijn rechterhand. Mijn goesting om meer dan een paar zinnen te schrijven is veel verminderd. Maar de Giro 2012 is ondertussen al lang uit het schone Copenhagen vertrokken, geklommen over de Cima Coppi en reeds aangekomen in Milaan, en ik vond de nodige inspiratie niet om te bijten in zo'n dik Deens onderwerp als ware het een brok fynbo. Maar zoals Bjarne aan Alberto een nieuwe kans biedt, zo geef ik ook aan de schrijver, aan de kribbelaar, aan de oude visser van woorden en zinnen die ik ben, een nieuwe kans. Vooruit we fietsen dus zoals weleer nog eens in de richting van Denemarken, misschien geraken we zelfs niet meer tot Itzehoe zoals toen tijdens die zonnige novemberdagen van 1994.
Als we beginnen vanaf 1888 dan kunnen we melden dat er toen tweewielers op de markten verschenen met wielen van gelijke grootte, met kettingaandrijving en tandwielen, zodat het nieuwe vervoermiddel een ander uitzicht kreeg en ook gebruiksvriendelijker werd. De Vaelpeteren, die vanaf 1869 reeds op Deense grondgebied rond toerden, waren weldra voorbijgestreeft. Dat waren bicycles met een enorm voorwiel en een klein achterwiel. Alleen goed getrainde mannen met lange soepele benen waren in staat geweest op zulke dure hoogwielen plaats te nemen. Concurrentie had tal van sportievelingen reeds aangezet om wedstrijden te organiseren over korte afstanden die nooit verder gingen dan één mijl, zijnde wel een Deense Mijl van 7, 5 km. De komst van de luchtband uitgevonden door Dunlop vermeerderde aanzienlijk het aantal fietsen op de Deense wegen. Helaas, meer een meer ongevallen werden vastgesteld want de wielrijders karamboleerder tegen de andere weggebruikers, tegen mekaar en keerden vaak met lichamelijke en materiële schade naar huis. Zoals eerst in Engeland en daarna in vele andere landen kwam ook reeds bij de vanaf 1881 georganiseerde Dansk Bicycle Club de stille droom en de wil om over een wielerbaan te beschikken. Die kwam er op het platteland te Ordrup . In 1888 konden de sportmannen daar fietsen op een veilige manier op een afgesloten piste gebouwd in een mengsel van grint, aangestampte aarde en steengruis die 333,33 m lang was maar zonder verhoogde bochten. In 1893 kwam een verbeterde cementen piste van 333 m lengte. In 1903 werd die baan 9 m breed en 370 m lang zodat er ook op de fiets achter motoren of zonder fiets met motorfietsen en koersauto's kon worden gekoerst. In 1987 werd de Ordrup Wielerbaan nog wat gerestaureerd tot wanneer hij werd verkocht en elders werd vervangen door de hedendaagse Ballarat Arena . Kopenhagen beschikte dus zeer lang over één van de belangrijkste velodrooms waarop vele Wereldkampioenschappen en Grote Prijzen werden betwist .
Op de wielerbaan van Ordrup werd toen bij goed weer iedere zondag en feestdag gekoerst. Dat verliep niet altijd met vreedzaam verloop of het nu voor de lol ging bij de jongeren en de amateurs of voor het geld bij de beroepsrenners. Op hemelsvaart 23 mei 1895 maakte ene Christian Christiansen zijn debuut in de koers, aangezet door zijn oudere broer Peter. Hij gebruikte weldra de bijnaam 'Thorvald Ellegaard' en vervolmaakte zich in de kunst van de zuivere snelheid. Deze ' sterke man uit de boomkwekerij in het bos ' had maar drie wielerseizoenen nodig om zijn ster zeer hoog te laten klimmen. Thorvald was een globetrotter. Hij volgde een buitenlandse opleiding aan de befaamde School voor Sprinters te Graz. Te Parijs in Le Journal des Sports werd al tegen het einde van de eeuw gemeld dat hij bij de sterksten hoorde en dat hij in staat was van zowel Zimmerman als Bourillon te overtreffen, en dat betekende toen veel. De vliegende kampioen uit Odense op het eiland Fyn, vulde dikwijls Ordrup met 16.000 toeschouwers. Entree werd soms geweigerd omdat alle plaatsen waren bezet. Op die meetings klauterden de supporters in de bomen en op de daken. Met een speciale trein werden de stadsmensen naar de gezonde lucht rond de wielerbaan gebracht, waar sport, liefde, eten en drinken op hen wachtte. In die Gouden Tijden was sprinter Thorvald Ellegaard ( 1877-1954) de vedette die op de affiches stond, ook voor koersen op de mythische wielerbanen van Friedenau Berlijn en Buffalo Parijs. Ellegaard voltooide een langdurige loopbaan die pas stopte op 26 september 1926. Hij was een aristcraat en een atleet die alle hoedanigheden bezat die een topper kenmerken. Snel, behendig, gewetensvol, methodisch, eerlijk, en netjes gekleed was hij. Deze granieten man uit het Noorden behield zijn superforme door sober en gezond te leven, maar vooral door gymnastiekoefeningen. Doorheen de jaren verminderde zijn passie voor de sport nooit. Hij was de blonde Deen, die overal ter wereld was gekend als een sympathieke, korrekte en loyale strijder die het startgeld dat hij kreeg waard was, omdat hij de toeschouwers altijd tevreden stelde. In de matchen 'man-tegen-man' was ook hij soms te kloppen. In de sprintnummers met drie of vier concurrenten, en met de tandems nog meer, was hij geweldig goed door zijn taktisch doorzicht. Hij won zesmaal het wereldkampioenschap en was ook nog viermaal tweede. De cijfers die statistici voor hem noteren zijn nogal verschillend, maar altijd hoog. Volgens de optellingen zou Ellegaard op de wielerbanen van 153 verschillende steden hebben gekoerst en zeker 800 overwinningen hebben behaald. Zeker is dat hij in Rusland door de tsaar persoonlijk werd ontvangen, dat hij ook in Australië en in Amerika veel geld verdiende, en dat hij lang te Parijs woonde van waar hij per trein alle steden van Europa vlot kon bereiken samen met zijn helpers en met zijn vrouw.
Noch geld, noch roem, noch het vele reizen, noch familiaal leven, verminderde de schittering van De Ster van het Noorden. Zijn dochter werd een internationaal bekende klassieke pianiste van wie de platen vandaag door de verzamelaars worden gezocht. Zijn zoontje echter, vond tijdens verblijf in Australië de dood na val uit het venster van de hotelkamer waar het gezin toen verbleef.
Ondanks deze Ellegaard, ondanks de werkers zonder naam die zovele schone koersdagen organiseerden, ondanks de aanwezigheid van andere cykelbanen , verwarmd en overdekt, ondanks de mooie vlakke landschappen en fietslievende overheid werd Denemarken nooit door de buitenlanders beschouwd als een Groot Wielerland.. Dat is ongeloofbaar, onverstaanbaar. ! Uit het kleinste Scandinavische land kwamen immers vele wielerkampioenen. Ik breng hierna een lijst om dit te illustreren.
Beroepsrenners/ Elite op de weg :
Nog eerder dan Ellegaard verscheen op de wegen en de wielerbanen een marathonrijder die geen Fransman was maar wel een Deen. CHARLES MEYER (1868-1931). Door zijn uithoudingsvermogen oogste hij temidden van de wielerkampioenen eeuwige sportroem tijdens de jaren 1893/1897 toen hij Bordeaux-Parijs 592 km won, tweede werd in de eerste editie van Parijs-Roubaix, en tweede in de Bol d'Or. Hij werd een V.I.P. te Parijs door het aandurven van een duel tegen Buffalo Bill bestaande uit een 24 uren race van een man op een fiets ( de wielerheld) tegen een man op een paard ( de held van het Wilde Westen ) ! Minder bekend is de verdienstelijke prestatie van Christian Christensen die als onverzorgde in de Tour de France 1913 heeft meegereden tot in de dertiende van de vijftien ritten.
BJARNE RIIS . De Adelaar uit Herning was in 1985 bij ons de Ronde van Luik komen winnen hetgeen hem een profcontract opleverde. Gedurende enkele wielerseizoenen fietste hij als een rustige jongen mee in het peleton terwijl hij overal goed zijn ogen en oren gebruikte om te leren.Toen hij wist wat hij moest doen om zijn eigen lichaam te versterken en om de concurrentie te kloppen, veranderde Bjarne in een verschrikkelijk sterke kerel. In juli 1996 won hij de Tour de France. De Deense sportmannen maakten van hem een nationale held. Toen begon de grote oorlog tegen de doping in de wielersport. Na enkele jaren op een voor hem gepast moment legde Bjarne Riis daarover de nodige verklaringen af. Hij bekende van epo te hebben gebruikt. Dat gebeurde op eigen risico en in een periode toen de sportreglementen het nog niet helemaal verboden. Vanaf 2001 werd deze sterke figuur uit de hedendaagse wielersport de sportdirecteur en de manager van sterke professionele wielerteams. ROLF SORENSEN -( °Gladsaxe 1965) - De beste van alle Sorensen en van alle Deense wegrenners was Rolf. Door zijn rijk gevuld palmares en zijn vele dienstjaren in het internationale peleton overtreft hij iederen. Hij staat vermeld in de uitslag van 100 grote klassiekers met winst in De Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik, Parijs-Tours. Hij won ook nog tien verschillende andere belangrijke ééndagskoersen. In dit Olympisch Jaar moeten wij uiteraard zijn zilveren medaille in de wegkoers op de Spelen van Atlanta vermelden. Alhoewel hij een dubbele zege op zijn lijstje heeft staan in de rittenkoersen Tirreno-Adriatico, de Ronde van Nederland, de Ronde van Denemarken, waren zijn 17 deelname's aan Giro, Tour, Vuelta meestal geweest om te huilen voor een kampioen die deze renner was, met als dieptepunt zijn opgave als drager van de gele trui in 1991. Rolf Sorensen is persoonlijke manager van enkele renners en zo blijft hij thans nog altijd aanwezig in zijn sport . OLE RITTER -(°Slagsele 1941)- Geboren in het dorp waar Ellegaard zijn eerste koers had gewonnen, was zijn levenslijn vlug getrokken.Toen hij als kampioen van de Deense amateurs op het WK 1962 te Salo aan het Garda Meer zilver veroverde, was het duidelijke dat hij de vaandrig van de wielersport in zijn land zo zijn gedurende de sixties. Ole bleef niet in zijn koud vaderland en in Skandinavië, maar hij trok naar Italië en naar Mexico. Op 10/10/1968 veroverde hij daar het werelduurrecord met 48km 653 . De begenadigde hardrijder ontroonde daar onze Ferdinand Bracke. Meer dan vier jaren later pas kon Eddy Merckx het uurecord verbeteren. De beste wielrenner ooit moest toen tot het toppunt van zijn atletisch vermogen gaan. Dit was het bewijs van de waarde van het wereldrecord van Ole Ritter uit anno 1968. Met overwinningen en ereplaatsen in lange tijdritten op de weg en met optredens in de Giro d'Italia bewees Ole Ritter dat hij meer wegrenner was dan pistier . LEIF MORTENSEN (° Kobenhavn 1947). Toen de jaartelling 1970 zich meldde scheen het alsof een wielerkampioen van het hoogste niveau uit Denemarken was verschenen. Te Brno had hij de zo klasrijke Belg Monseré geklopt voor de wereldtitel bij de amateurs en als neoprof was hij tweede te Leicester na dezelfde Monseré, naam aan wie hij voor eeuwig is gelinkt. Hij klopte Gimondi voor de tweede plaats. De sterke en talentrijke Mortensen reed samen met Ocana een nieuw record in Trofeo Barracchi 1971. Deze Deen toonde zich nog in de Tour de France, maar zijn ster zou samen met die van Monseré nooit schitteren. Reeds in 1975 verliet hij de wielersport. JORGEN MARCUSSEN ( °Hillerud 1950). Nadat hij goed reed op de O.S. van Munchen 1972 en in GP Wilhelm Tell 1975 vervoegde deze Marcussen de grote jongens tot in 1989. Hij brak er niet veel potten. Alhoewel ... na het peleton ver volgend in het zog van de teamauto van Avia reed deze Deen in 1978 de onvoorzichtige wielertoerist die ik was bijna dood even voorbij het beeld van Stan Ockers op Les Forges. De angst die ik toen had, werd hem vergeven omdat Marcussen ieder jaar toch weer op de dag van het wereldkampioenschap bij de profs een mooie prestatie afleverde bewijzend dat hij wel degelijk een uitstekend professional was.
Ik beperk mij tot de vijf bovenvermelde namen. Andere bekende beroepsrenners op de weg uit Denemarken zijn geweest of zijn vandaag nog : Jesper Skibby, Bo Hamburger, Kim Andersen, Nicki Sorensen, Lars Michaelsen, Brian Holm, Johnny Weltz, Soren Lilholt, Matti Breschel, Michael Rasmussen, Michael Blaudzun Claus Michael Moller, Jacob Storm Piil, Chris Anker Sorensen, Jesper Worre, Peter Meinert Nielsen, Jacob Fuglsang, Brian Vandborg, Jorg Vang Pedersen, en Jens Veggerby. Zowat 150 andere Deense renners bezaten ook nog een tijd lang het statuut van beroepsrenner maar ik wil die mannen hier niet vernoemen omdat zij internationaal in de wegkoersen te zwak scoorden. Op het WK beroepsrenners op de weg 1936 nemen voor het eerst twee Denen de start. Werner Grundahl-Hansen, in regen en wind, gaat daar tot ver in de finale mee met Antonin Magne. Aan de meet is hij vijfde. De twee daarop volgende jaren worden een half dozijn Deense profs aangetrokken door Duitse merkenploegen. Een voltallige nationale ploeg neemt opnieuw deel aan in het WK voor de profs in eigen Kopenhagen. Deze Deense profs reden toen ook mee in twee loodzware edities van de Ronde van Duitsland. Te Rostock won Knut Aage Jacobsen rit 14. De oorlog heeft belet dat deze generatie vaste voet kreeg in de West-Europese wielersport op de weg. Wat betreft WK's dichter bij vandaag verdient de 2de plaats van Hamburger in 1997 geciteerd te worden, alsook van Breschel de 2de plaats in 2008 en de 3de plaats in 2010.
In de Tour de France verschenen de Denen pas gegroepeerd aan de start te Brussel 1958 als een deel van de internationale ploeg. Andresen, Dalgaard, Olsen, Ravn, waren sterke amateurs geweest, maar in die zware Tour kon slechts Andresen tot Parijs geraken. Ook in 1959 en 1960 werden Denen via die Internationale Ploeg toegelaten in de Tour. Maar het professionalisme kon toch niet doordringen in Denemarken toen de extra-sportieven vooral vanaf 1962 zorgden voor gestructureerde profteams. Twintig jaren nog gaan er voorbij alvorens Kim Andersen bij Mercier een contract kan tekenen die van hem de eerste echte Tour de France-rijder uit Denemarken maakt. Kim draagt 10 dagen de gele trui ( 1983 en 1985) en hij wint één rit te Roquefort tijdens zijn zes deelnames. Hij kondigt de goede prestaties jongere landgenoten aan. De ritwinst van Johnny Weltz op de Puy de Dome 1988, de ritwinst van Skibby te Evreux in 1993, de ritwinst van Bo Hamburger te Trélissac in 1994, de dubbelslag rit en gele trui van Jorgen Vang Pedersen te Pontarlier 1985, zijn topmomenten voor de Deense wielersport. Nadien kwamen Bjarne Riis en Michael Rasmussen met veel betere prestaties, maar ik denk dat het nog te vroeg is om deze heren al op hun juiste plaats vast te leggen in de geschiedenis van hun sport.
De Arend van Herning in volle actie - De wijze Bjarne die in Alberto Contador blijft geloven - Sorensen de grote pechvogel uit 1991.
DE LANGE EN BONTE AANWEZIGHEID IN DE WEGKOERSEN VAN DE DENEN BIJ DE NIET-BEROEPSRENNERS : De renners die niet snel genoeg waren om een rol van betekenis te spelen op de wielerbaan zochten al spoedig hun heil op de weg. Zij oefenden het temporijden om in de teams te geraken die deelnamen aan interlandenwedstrijden en kampioenschappen in het Noorden, en aan de Olympische Spelen of de Wereldkampioenschappen. Zeer afwisselend bekomen kleine kernen grote middelen voor deze doelwitten, en deelname aan andere koersen in het buitenland vinden plaats in het kader van training en voorbereiding. Vastgehaakt in de verplichtingen van het amateurwielrennen in Skandinavië, waar in ontelbare vormen van tijdrijden , individueel of per ploeg , werd gekoerst ontwikkelden de wegkoersen zich minder, alhoewel het Deense landschap licht heuvelachtig wel ideaal was voor wielersport. Een klassieke Deense wegkoers verdient hier een plaats. De Fyen Rundt werd vanaf 1894 reeds betwist en dat tot vandaag want er waren 101 edities. Deze topwedstrijd loopt over alle soorten wegen, over klimmetjes, in de wind en zelfs over kasseien. Het is duidelijk dat de buitenlanders zich daar nooit genoeg hebben getoond. Een merkwaardige ontwikkeling vond plaats tussen 1950 en 1954 toen een met goede fietsen uitgeruste Deense ploeg reeds vroeg de start nam in de befaamde Vredeskoers. Even voor dat de Oostblok landen sterke teams hadden kunnen organiseren , en tegen andere renners die nog koersten in de vorm van ' sport na de arbeid' en sport voor de socialistische jongeren, toen domineerden de Denen in de Zavod Miru ( the Peace Race) met gespierde kerels als Willy Emborg, Kaj Allan Olsen,Christian Pedersen, Hans Andresen en Eluf Dalgaard. Dat gebeurde dan een halve eeuw voor Jakob Piil die de Friedensfahrt in 2001 nog kon winnen. In de Milk Race, die andere bekende rittenkoers voor internationale amateurs, toonden de Denen zich maar weinig, behalve in de nineties toen Christian Andersen, Larsen en Hoj daar ritten wonnen, maar dan was die koers al van mindere betekenis.
Leif Mortensen Eluf Dalgaard
STERKER DAN CAMPIONISSIMOS EN FLANDRIENS WAS HENRY- PETER HANSEN.
Ik mag niet over de jaren twintig stappen zonder de temporijder HANSEN duidelijk in het licht te plaatsen. Die man bleef als lustige pedaalridder lekker tussen de amateurs zitten waar een superman als hij niet meer sportief op zijn plaats was en te gemakkelijk met de scepter mocht zwaaien. Henry-Peter (°Kopenhagen 1902) eigende zich vanaf 1921 de Deense kroon toe. Het wegkampioenschap van zijn land bestond reeds sedert 1905, doch werd niet ieder jaar georganiseerd. HPH won 7 X dit kampioenschap. Met zijn motor met veel PK won hij 8 X de Sternlobet van Roskilde, 6 X de Skandiloppet in Uppsala -Zweden, 2X de Rudersdallobet van Kopenhagen, allemaal klassiekers van toen. Hij boekte ook twee overwinningen in de Fyen Rundt en in de Ronde van Zweden Wegzesdaagse. Hij werd schitterend Regionaal Kampioen van Skandinavië. Dat gebeurde in tijdritten (1925-Trondheim 175 km), (1926-Kopenhagen 155 km), (1927 Stockholm 180 km) en (1929 Helsinki 175 km). In de noordelijk gelegen landen , vooral in Denemarken werden in de jaren twintig en dertig wegwedstrijden hoofdzakelijk tegen het uurwerk betwist. In 1928 werd Henry-Peter HANSEN met 8 minuten voorsprong te Veluwe (Amsterdam) Olympisch Kampioen in een 168 km lange tijdrit voor vredelievende sportmannen die toen eindigde met ruzie tussen de Engelsen en de Denen. Ik zal niet schrijven dat die Hansen speciaal ongezond spul in zijn bidonnetjes meevoerde want hij heeft toch geleefd tot na zijn 83ste verjaardag . In 1931 leverde Henry-Peter HANSEN zijn allerhoogste prestatie af. Te Kopenhagen reed hij 172 km tijdrit tegen 35 km 478. Hij klopte toen de nog jonge Giuseppe Olmo met zes minuten in de afzonderlijke rangschikking voor amateurs uit 17 landen, doch wat meer betekende was dat hij op die dag over dezelfde afstand en op hetzelfde parcours in die slopende chronorit ook veel beter was dan 17 profs waaronder Learco Guerra, Max Bulla, Alfredo Binda, Gaston Rebry, Jules Van Hevel, en Maurice Dewaele . Dit uitzonderlijk en uniek wereldkampioenschap vond plaats op woensdag 26 augustus 1931 te Damhuskroen 7km noord-west van Kopenhagen. Er was één grote ronde uitgestippeld. De profs vertrokken vanaf 07u00 in de ochtend met twee minuten tussenpauze. Eén uur na hen namen 41 amateurs de start ook om de twee minuten. De ervaren regionaal Hansen wist uiteraard hoe hij in het open Deense landschap moest strijden tegen de nadelige wind .
INDIVIDUEEL DENEMARKEN OP DE WERELDKAMPIOENSCHAPPEN .
Regenboogtruien waren er voor Henrik Djernis in het veldrijden (één) en in het mountainbiken ( 1993-94-95) . Deze Djernis kon ook aardig op de weg rijden. Bij de amateurs wonnen goud zoals hoger vermeld Hansen (1931), maar ook Leif Mortensen (1969), Jorgen Schmidt (1970), en Alex Pedersen (1994). Deze laatste was eerder reeds vier jaren prof geweest bij RMO en ONCE , en daalde daarna terug af tussen de amateurs. Bij de jongens juniors won Soren Lilholt in 1983 de wegkoers in lijn . Bij de dames-juniores in het tijdrijden wonnen Gitte Hjortflod Jensen in 1988 en Mie Bekker Lacota in 2005. Tweede op een wereldkampioenschap werden Willum Nielsen (1921), Frode Sorensen (1937), Hans Andresen ( 1954), Ole Ritter (1962), Johnny Weltz (1985) bij de amateurs. Bij de juniors werd dit gerealiseerd door Jacob Nielsen (1996), Anders Lund (2003), en Niki Ostergaard (2006). Rasmus-Christian Quaade toonde in 2011 in de tijdrit bij de beloften dat hij een man met toekomst is in de wielersport. Dat zou ook Sebastian Lander moeten zijn, de Beloftenkampioen 2012, die brons behaalde in de wegrit bij de juniors 2008. Veertien keren konden Deense wegrenners derde, vierde, of vijfde, worden op een wereldkampioenschap, hetgeen toch steeds een schone uitslag was.
DAMES OP DE FIETS .
In Denemarken wilden de vrouwen altijd ook sportief meedoen en fietsen, maar Kerk en Staat zagen toch niet graag dat zij zich in korte en spannende kledij op straat vertoonden. Vrouwenwielrennen bleef onbelangrijk, maar toch konden sportieve meisjes bij de juniores brons veroveren . Dat waren Lotte Schmidt (1987), Lisbeth Simper (1995), en Christina Siggaard (2011), terwijl de wat oudere Linda Villimsen in 2009 een derde plaats behaalde in het tijdrijden. Persoonlijk heb ik nooit de evolutie van ' le cyclisme au féminin ' goed gevolgd en daarmee verschil ik maar weinig met de tienduizenden wielerfanaten die in Vlaanderen leven. Geloof me echter, heren, we waren verkeerd bezig ! De dames hebben ondertussen ook een aparte wielerwereld. Die is anno 2012 groot, internationaal, en spannend , met heroîsme, conflicten, atletisch dynamisme, waaghalzerij, maar ook met vriendschap en met een familiaal sfeertje dat verschilt van die koers waar bier, zever en sigaretten voor de aanwezige sportmannen nog belangrijk zijn. In Denemarken rijden de dames veel in ploegverband, tegen het uurwerk, op de golvende wegen in de wind. Zij brengen spektakel op de velodroom , in bossen en velden, in straten, dorpen en steden waar een wielerkoers als een evenement de bevolking wakker maakt en boeit. Wie zijn of waren de beste wielrensters uit Denemarken ?. Ik ga er drie speciaal citeren en alle andere stop ik als lieve jonge katten in een grote wissen mand. Karina SKIBBY ( °Frederiksberg 1965) dochter , zuster, echtgenote, van bekende renners, was viermaal nationaal kampioene op de weg. Met grote koppigheid en veel werk, en zeker niet door talent dat zij van bij haar geboorte had meegekregen, manifesteerde deze atlete zich vanaf 1985 tot aan de internationale top. Zes maal reed zij het wereldkampioenschap en tweemaal koerste zij mee op de Olympische Spelen. Toen stopte Karina plots abrupt na een meningsverschil met de wielerbond. Zij opende een winkel in aardewerk, kunst en ambacht , en al haar aandacht kreeg een ander doel, terwijl zij toch zoveel kennis en ervaring bezat om jongeren te begeleiden en dat was spijtig . Linda Melanie VILLUMSEN SERUP ( °Herning 1985) bokste zich omhoog in 2006 /2007 tot een wielrenster van wereldklasse. Zij fietste in vele landen en ontdekte dat het leven nergens mooier kan zijn dan in Nieuw-Zeeland. Zij besloot van de nationaliteit van dat land aan te vragen. De vroegere Deense werd een Kiwi kampioene vanaf begin 2010. Ongetwijfeld is de toprenster van Orica-GreenEdge een podiumkandidate voor de komende Olympische Spelen. De nog altijd maar negentienjarige Julie LETH werd ook profwielrenster bij Team Ibis Cycles uit Engeland, hetgeen duidt dat ook zij lonkt naar die Spelen en wat daarna nog volgt. Julie heeft veelzijdige talenten, was al wereldkampioene in de puntenkoers bij de juniors op de wielerbaan. Zij mag gerust nu reeds beschouwd worden als de nummer één voor morgen ook al moet zij nog veel trainen om dat ook waar te maken. De volgende Deense wielrensters scoorden wel ergens in een kort of wat langer verleden. Zij bewezen duidelijk van snel te kunnen rijden op een koersfiets, rapper dan de mannen die hun gespierde benen scheren om indruk te maken : Cathrine Grage, Iben Bohé, Michelle Jensen, Rikke Sandhoj, Mie Bekker Lacota, Mette Fischer Andresen, Dorte Lohse Rasmussen, Helle Sorensen, Trine Schmidt, Lana Munck, Pernille Jorgensen, Hanne Malmberg, Fie Degn Larsen, Margriet Kloppenburg, Kamila Ahrensbach, Jette Fuglsang, Annika Langvad, Christina Siggaard, Maria Grandt Petersen, Karina Hegelund, Nina Schultz Nielsen , en dan nog enkele die ik vergeet maar toch ook graag zie.
DE WEGRENNERS VAN DENEMARKEN IN DE PLOEGENTIJDRITTEN OP HET W.K.
Door de langdurige concurrentie met Zweden, en door de sterkte van de teams uit de grote wielernaties van het West en van Oost werd iedere medaille behaald met een ploeg zeer sterk toegejuicht, voornamelijk in de sixties. Ondanks de dood van Knud Enemark in 1960 stonden sterke Deense viertallen aan de start. Te Brescia in 1962 over 112 km was Ole Ritter met zijn ploegmaten tweede. Te Keulen in 1966 over 100km kon Denemarken goud winnen tegen Holland en Italië, met Werner Blaudzun, Per Norup Hansen,Ole Hojlund, en Fleming Wisborg. Te Heerlen in 1967 over 96 km waren zij tweede op amper 16" en dat met Werner Blaudzun,Jorgen Emil Hansen,Leif Mortensen, en Henning Pedersen. Te Brno in 1969 over 96 km verdienden volgende renners opnieuw de zilveren medaille : Mogens Frey, Jorgen Emil Hansen, Bjorn Lund, en Leif Mortensen. In 1983 bij de juniors in het verre Wanganui (Nieuw-Zeeland) over 70 km reden Alex Pedersen, Rolf Sorensen, Soren Lilholt, Kim Olsen, tegen 47,261 km per uur. Zij verwezen Rusland en de USA naar plaats twee en drie. Wat een prestatie ! Zij bevestigden de derde plaats van Denemarken één jaar vroeger, hetzij dan wel met vier andere jonge tijdrijders.
DENEMARKEN OP DE OLYMPISCHE SPELEN Het valt op dat de grote wielernatie België ( met onze wegen vol wielertoeristen 's zondags en onze winters vol triomfen in cyclo-cross) met 24 medailles maar nipt Denemarken voorafgaat in een overzicht van de Olympische disciplines in de wielersport door de tijden heen sedert 1896. ZES GOUDEN MEDAILLES : 1928- Willy Falck Hansen - 1000 m staande start . 1928 - Henry Hansen - individuele wegrit . 1928 - Hansen,Nielsen,Jorgensen,Sorensen, ploegenklassement wegrit. 1968 - Asmussen, Olsen, Mogens Frey, Lyngemark, Pedersen, achtervolging per ploeg . 1972 - Niels Fredborg - 1000 m snelheid staande start. 1988 - Dan Frost - Puntenkoers op de wielerbaan -
ACHT BRONZEN MEDAILLES . 1928 - Willy Falck Hansen - sprint mannen op de wielerbaan . 1932 - Harald Christensen en Willy Gervin . Tandemkoers. 1948 - Axel Schandorf - sprint mannen op de wielerbaan. 1964 - Preben Isaksson - 4000 m - Individuele achtervolging 1976 - W. Blaudzun, Gert Frank, J.E. Hansen, J. Lund, 100 km ploegentijdrit op de weg. 1976 - Niels Fedborg - 1000 m staande start . 1980 - Hans Henryk Oersted - 4000m - Individuele achtervolging. 1992 - K.Frost, J.Madsen, J.B.Petersen,M. Sanstod, K.K.Nielsen, achtervolging per ploeg.
HET WAS OP DE WIELERBANEN DAT DE WIELERSPORT BELANGRIJK WERD :
Reeds eerder dan 1890 bestonden er in Groot-Brittanië wielerbanen en in 2012 op de Olympische Spelen te Londen zullen wij misschien toch beseffen hoe zwak België is geworden in de aloude vormen van wielrennen op het hoogste niveau. Onze flandriens zijn slechts kermiskoersers in de zomer, tijdelijke pedaalhelden in Oost-Vlaanderen van de maand april, en showrijders in zand, mist en modder tijdens winters namiddagen, en hopelijk bakken zijn wat beters in de komende Tour de France.
De wielersport toen georganiseerd door de International Cyclist Association ( voorloper van de hedendaagse U.C.I.) opende een groot hoofdstuk op de Ordrup Wielerbaan van Kopenhagen op 15-16-17 augustus 1896. Er werd gereden bij de profs en bij de amateurs voor de titels van wereldkampioen snelheid over 1 mijl. De tweede wereldtitel was die in de 100 km met gangmakers. Dit waren drie en ook vier renners die samen triplet-tandems of quadriplet-tandems reden en mekaar aflosten om de snelheid van hun 100km-rijder hoog te houden. Verder waren er tandemkoersen, handicaps, interlandenkampen over 10 km, om tussen de officiële krachtmetingen voor het wereldkampioenschap de toeschouwers bezig te houden. Sport voor profs zowel als voor amateurs zou moeten synoniem zijn van ridderlijkheid werd toen nog gedacht. Maar op dat WK van Kopenhagen liep veel mis. Vechtpartijen, twist, verkeerde beslissingen van de scheidsrechters, verstoorden de pret van zij die daar aanwezig waren. De amateurs Edwin Schraeder ( zilver in de sprint) en Anton Hansen ( brons op de 100 km) bewezen toen reeds dat de Deense baanwielrenners goed waren. Schraeder zou trouwens één jaar later te Glasgow wereldkampioen worden. Als finale van dit wereldkampioenschap 1896 kregen de toeschouwers als bijkomend dessert Paul Bourillon de wereldkampioen van de profs werd uitgedaagd door de wereldkampioen van de amateurs Harry Reynolds
Tijdens de volgende jaren was de populariteit van de aristocraat Ellegaard geweldig en werd de bedrijvigheid op de Deense wielerbaan nog groter. Terwijl in Duitsland de renners achter gemotoriseerde tuigen voor veel geld begonnen te stayeren ontelbare meetings waar regelmatig dodelijke ongevallen kampioenen in de doodskist brachten, weigerden de Deense organisatoren dat na te volgen. Ook duurde het lang alvorens gedacht werd aan Zesdaagsen. Dat kwam omdat een nieuwe baankampioen de sportliefhebbers gelukkig maakte. Zijn naam was Willy Falck Hansen en zijn specialiteit was de zuivere sprint. Ondertussen koos de UCI tot vijfmaal Kopenhagen uit om de wereldkampioenschappen op de wielerbaan te organiseren ( 1903-1909-1921-1931-1937) . Ordrup werd het Mekka voor topsporters die een koersvelo gebruikten. Op eigen veld in de sprint amateurs stonden in 1921 en 1931 drie Denen op het podium en in die vrolijke jaren van sport en muziek ontpopte der Willy zich bij de amateurs. In de dertiger jaren zorgden grote zakken geld en de altijd aanwezige massa wielersupporters dat op Ordrup sportmomenten kwamen die nu niet meer bestaan. Welke was immers de intensiteit van het gebeuren wanneer ter gelegenheid van de jaarlijkse hoogmis van de Grand Prix de Vitesse van Kopenhagen fantastische kerels als Willy Falck Hansen, Louis Gérardin, Lucien Michard, Arie Van Vliet, Albert Richter, en vooral die Jef Scherens van bij ons er hun ruggen kromden. Eén banddikte was voldoende om op Ordrup eeuwige sportroem te verwerven. Rondom die velodrom reed Poeske Scherens als winnaar vijfmaal zijn ereronde, terwijl duizenden Denen recht gingen staan omdat zij hem graag zagen. Jef was daar ook nog zes keren tweede .Wat een kampioen ! Zijn rondom Leuven de sportliefhebbers dat vandaag vergeten ? De uiterst populaire vorm van wielersport overgewaaid uit de USA, die de 6-daagsen waren, bereikte in 1934 ook Denemarken. In de tentoonstellingszaal Forum te Kopenhagen werd een overdekte verplaatsbare piste gebouwd van 180 m lengte per ronde. Tijdens de oorlog verdween deze piste, maar in 1951 was zij terug daar met 190 m lengte. Gebeurde alzo wat gebeuren moest . In 1934 werd er te Kopenhagen een 6-Dagen gelopen in de Forum. Die zo schone stad kon toch niet minder doen dan New-York, Chicago, vele andere Cities in de States, en dan ook nog Montreal, Toronto, Vancouver, en Berlijn, Dortmund, Brussel, Antwerpen, Amsterdam, Parijs, en London ! Want de grote sportzalen met een velodroom vulden zich toen bijna overal zeer goed . Op de eerste vijf edities van voor de oorlog zouden er vierenveertig volgen vanaf 1951 en het gaat in de 21ste eeuw verder in de prachtige 250 m baan van de Arena van Ballarat. Wie zou denken dat de Deense renners van 1934 niet veel voorstelden is verkeerd, want pistiers waren geen wegrenners en te Kopenhagen hadden die snelle mannen hun stiel goed geleerd op Ordrup. Hier even de namen van de Deense zesdagenrenners uit die jaren :Willy Falck Hansen, Mogens Danholt,Richard Knudsen, Ander Meyer Andersen, Gunnar Harboe, Erland Christensen, Werner Grundahl Hansen, Henry Jorgensen, Osvald Falck Hermansen, Knud Aage Jacobsen, Arne Petersen, Karl Auguste Magnussen, Bjorn Stieler. Al die mannen verdienden genoeg om jarenlang op de wielerbaan professional te zijn. Te Aarhus, voor een volgende generatie, kwamen er negen edities van 1954 tot 1961. De lokale renners waren te Aarhus vooral Kaj Werner Nielsen, Keld Leveau, Palle Lykke Jensen, Evan Klamer, Otto Olsen, Knut Lynge, Freddy Eugen, en van zestien anderen bespaar ik U de namen. Te Herning kwamen tien (1974-1983) plus vier ( 1995-1998) zesdaagsen waarvan Gert Frank er vijf won. Die talentrijke wielrenner was te vlug uitgeblust want op te korte tijd reed hij 143 zesdaagsen waarvan hij er 20 heeft gewonnen. Palle Lykke-Jensen, de schoonzoon van niemand minder dan Rik Van Steenbergen, die won zelfs 21 zesdaagsen van de 122 die hij heeft betwist. Bij de nog aktieve renners wonnen Alex Rasmussen ( 8x) en Michael Morkov ( 5x).
Lars Bak is klaar om in Tour 2012 voor Lotto-Belisol te werken Het is spijtig dat een kampioen als Henrik Djernis niet meer op de weg heeft gereden.
DE GROTE JAGERS OP WERELDRECORDS .
Zoals in andere sporten was het vestigen van wereldrecords steeds een moeilijk domein waarin enkel specialisten zich durfden begeven. Vele reglementen bakenen precies af wat zo een wereldrecord inhoudt . De renner omringd door een groot aantal medewerkers moet zich zeer lang afpeigeren om een kans te hebben te slagen in zo'n onderneming. De U.C.I. stelt de hoogste eisen op gebied van medische begeleiding, van gebruik van wat een recordfiets en een record moet zijn, en hoe, waar, wanneer, haar scheidsrechters het hele zaakje zullen opmeten en in goede banen leiden. Anno 2012 is de eventuele kostprijs van zo'n recordpoging nog amper te betalen, tenzij vele televisie-uren het wereldwijd interessant zouden maken voor kijkers en sponsors. Ole Ritter was de bekendste wereldrecordman uit Denemarken, maar bij nader toezien moet Hans-Henrik Oersted toch even hoog worden geplaatst. Verder kenden ook Jorgen Lund, Mogens Frey, en Peder Pedersen zo'n uniek moment van geluk en glorie in hun leven waarop zij een wereldrecord konden verbeteren. Overzicht : 19/9:1965 - Roma Olimpico - Ole Ritter - 100 km in 2u19'01" voor amateurs. 30/10/1966 - Hallenstadion Zurich - Ole Ritter - 10 km en 20km voor amateurs. 4/10:1968 - Mexico Olimpico - Ole Ritter - profs 5km,10km,20km, 48,654 km in één uur. ( In 1974 bereikte Ritter te Mexico 48,739 km en 48,879 km maar Eddy Merckx bleef zijn uurrecord behouden) 5/10/1969 - Mexico Olimpico - Mogens Frey- amateurs 5km,10km,20km,47,514 km in één uur. 19/9/1971 - Roma Olimpico- Jorgen Lund- 100km in 2u18'43" voor amateurs. 16/11/1971 - Mexico Olimpico- Ole Ritter- 100 km in 2u14'02" voor profs. 30/9/ 1972 - Mexico Olimpico- Jorgen Lund - amateurs 4km, 5 km, 10 km. 27/6/1974- Roma Olimpico - Peder Pedersen - profs - 1 km zonder aanloop in open lucht. 31/1/ 1978 - Forum Kopenhagen - Hans-Henrik Oersted - amateurs 4km, 5km. 28/11/1978 - Forum Kopenhagen- Hans-Henrik Oersted - 10 km voor amateurs in 12'06". 1/11/1978 - Mexico CEDOM - Oersted (am) - 4km, 5km, 10km, 20 km, 48,200 km in één uur . 22/7/1980 - Moscou Kryatskaya- Oersted (am) - 4 km in 4' 39" 8 . 28/10/1980 - Forum Kopenhagen - Oersted (prof) - 5 km in 5'59" 1. 3/11/1980 - Mexico Olimpico - Hans-Henrik Oersted - 5km in 5'50" 7 voor profs. 19/7/1985 - Bassano del Grappa - Hans-Henrik Oersted - 5km in 5'45" 646 voor profs. 9/9/1985 - Bassano del Grappa - Oersted (prof)- 48,144 km in één uur op max. 600m hoogte. 21/9/1987- Forum Kopenhagen- Oersted (prof) - 5 km in 5' 54"344 - overdekte houten baan van 190 m.
HET RIJKE WIELERLEVEN VAN DE DENEN OP DE WIELERBANEN.
Wie nostalgisch aan het geronk van de derny's terugdenkt , zal graag terugzien welke Deense renners in die discipline uitblonken op de Europese Kampionschappen dernykoers op de wielerbaan. Goud : Ole Ritter (1976) - Gert Frank (1984) - Jimmi Madsen (2000) Zilver : Palle Lykke (1967) - Gert Frank (1982) Brons : Palle Lykke (1963) -Palle Lykke (1964) - Ole Ritter (1977)- Jimmi Madsen (2001) en daarbij mag nog de titel van wereldkampioen worden geplaatst van Gert Frank in 1983.
Uitslagen op het WK in de achtervolging beroepsrenners 5 km. Arne Werner Pedersen ( 1946) , Kaj Werner Nielsen ( 1951 + 1956), Jesper Worre(1988) veroverden de derde plaats. Ole Ritter ( 1968) en Jesper Worre (1987) veroverden een tweede plaats . Vanaf 1980 tot 1987 stond Hans-Henrik Oersted ieder jaar op het podium, en hij was driemaal wereldkampioen. Bij de amateurs was Knud Andersen wereldkampioen achtervolging 4 km in 1949, na een derde plaats in 1947. Kaj Erik Jensen was wereldkampioen in 1962. Mogens Frey was tweede in 1967. Preben Isaksson (1965) en Jan Bo Petersen (1991) waren derde.Vanaf 1993 werd de achtervolging Open en bleef er slechts één jaarlijkse wereldkampioen in de achtervolging.
Op het WK. in de achtervolging voor ploegen werden de Denen tweede in 1962 en 2008. Zij werden derde in 1963,1993,2007. Grote vreugde echter in 2009 toen het team met de sterke Alex Rasmussen wereldkampioen werd. Dezelfde Alex Rasmussen was in 2005 en 2010 wereldkampioen scratch. In de puntenkoers bij de dames werden Mie Bekker Lacota (2007) en Trine Schmidt (2008) wereldkampioen. In 2009 te Moscou werd de junior Sebastian Lander wereldkampioen in de puntenkoers.
Een aparte figuur was Niels Fredborg . Hij was een specialist van de 1 km tijdrit bij de amateurs . Driemaal wereldkampioen ( 1967-1968-1970) en Olympisch kampioen in 1972. Toen zijn jeugd voorbij was probeerde Niels het nog in de Keirin die overkwam uit Japan. In 1980 werd hij alzo derde op het WK Keirin achter Clark en Morelon.
Zo'n studie als deze zal altijd wel iets vergeten , maar dit toch niet . Tijdens het interbellum bestonden er op de wielerbanen ook echte klassiekers buiten de officiële kampioenschappen en de zesdaagsen. Het volk stroomde te Parijs samen in de Vel d'Hiv voor zulk een 'américaine ' over 100 km die de ronkende naam Grand Prix Goullet-Fogler droeg. Op 6/12/1936 wonnen Willy Falck Hansen en Erland Christensen deze koppelrit . Dat betekende een enorme prestatie en een grote zak met geld, want zij klopten Antonin Magne en Charles Pélissier. Terug naar het begin van die eeuw vinden we Axel Hansen . Hij werd kampioen van Denemarken achter de motoren, hij probeerde Ordrup wakker te maken voor dit soort koersen. Zijn tijdsgenoot Niels Marius Andersen , geboren in 1877, reisde de wereld rond als beroepsrenner. Hij was voor Denemarken een wielerpionier die in de USA elf zesdaagsen heeft gereden in de periode van 1900 tot 1920. In 1908 won hij te Boston met Ivar Lawson als ploegmaat en zo werd hij daar goed bekend .
DOPING . Dit is een moeilijke materie waar ik me nooit in heb willen verdiepen, ondanks dat ik over zovele domeinen uit de wielersport een goede kennis heb. De voorbije twintig jaren kwamen de namen van de belangrijkste wielrenners uit Denemarken inderdaad op de lijsten van de onderzochten, van de verdachten, van zij die bekenden, van zij die werden geschorst, gestraft, beboet, en van zij die nog steeds beweren van onschuldig te zijn, of van zij die menen dat de reglementen of de wetten niet voor hen van toepassing waren of te onduidelijk waren, of van zij die in een boekje de waarheid beweerden te verklappen over competitievervalsing door het slikken van peppillen of over verboden medische begeleiding. Uiteraard komt, gesitueerd vlak na de dood van Tom Simpson, ook steeds de bewering dat een Deense wielrenner op de Olympische Spelen 1960 te Rome ook reeds de dood vond. KNUD ENEMARK JENSEN ( °Aarhus 1936) was eerder door twee valpartijen lange tijd buiten competitie, maar in 1960 had hij de grote conditie te pakken. Hij won de klassieke Fyen Rundt over 225 km te Odense en hij werd wegkampioen van Skandinavië. Zo verdiende deze Knud zijn plaats in het viertal van Denemarken dat op 26 augustus 1960 op het Cristoforo Colombo Circuit de Olympische 100 km ploegentijdrit reed. De teams reden in een loodzware hitte van 42°C . Aan km 70 viel Knud Enemark door een zonneslag als een dode vogel neer en vermits hij geen beschermende helm droeg , betekende dat een schedelbreuk. Hij kwam niet meer tot het bewustzijn. Er kwamen veel vragen en er was een onderzoek. De Deense trainer bekende dat hij aan zijn renners een middel had gegeven om de bloedsomloop te stimuleren. Het wetenschappelijk rapport van de sportdokters vermeldde niet dat de dood door doping was veroorzaakt. De jagers op dopingzondaars schreven dit echter wel en te dikwijls.
TOEKOMST .
Een jonge wielerkampioen van een in Denemarken nooit eerder gezien kaliber meldt zich sedert zowat één jaar. Hij liet zijn kwaliteiten al zien in Denemarken, Duitsland, Nederland, Tsjechië, en daarna deed hij nog beter want hij werd WERELDKAMPIOEN JUNIORS 2011 in het tijdrijden en hij won PARIJS-ROUBAIX JUNIORS 2012. Te onthouden is zijn naam : Mads Würtz Schmidt ( geboren op 3 maart 1994 ). Ook een jonge ambitieuze wielrenster wordt gesignaleerd. Deze veertienjarige met veel talent heet Pernille Mathiesenuit Holstebro en zij zit op een strenge sportschool om binnen enkele jaren internationaal goed te presteren. Jongeren zijn van plan om de komende bladzijden van deze geschiedenis verder mooi in te vullen.
Quand on partait de bon matin Quand on partait sur les chemins A bicyclette Nous étions quelques bons copains Y avait Fernand y avait Firmin Y avait Francis et Sébastien Et puis Paulette
On était tous amoureux d'elle On se sentait pousser des ailes A bicyclette Sur les petits chemins de terre On a souvent vécu l'enfer Pour ne pas mettre pied à terre Devant Paulette Faut dire qu'elle y mettait du cœur C'était la fille du facteur A bicyclette Et depuis qu'elle avait huit ans Elle avait fait en le suivant Tous les chemins environnants A bicyclette
NATHALIE.
La place Rouge était vide Devant moi marchait Nathalie Il avait un joli nom, mon guide Nathalie... La place Rouge était blanche La neige faisait un tapis Et je suivais par ce froid dimanche Nathalie... Elle parlait en phrases sobres De la révolution d'octobre Je pensais déjà Qu'après le tombeau de Lénine On irait au café Pouchkine Boire un chocolat... La place Rouge était vide Je lui pris son bras, elle a souri Il avait des cheveux blonds, mon guide Nathalie... Nathalie Dans sa chambre à l'université Une bande d'étudiants L'attendait impatiemment On a ri, on a beaucoup parlé Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait Moscou, les plaines d'Ukraine Et les Champs-Élysées On a tout mélangé et on a chanté Et puis ils ont débouché En riant à l'avance Du champagne de France Et on a dansé... La, la la... Et quand la chambre fut vide Tous les amis étaient partis Je suis resté seul avec mon guide Nathalie... Plus question de phrases sobres Ni de révolution d'octobre On n'en était plus là Fini le tombeau de Lénine Le chocolat de chez Pouchkine C'était loin déjà... Que ma vie me semble vide Mais je sais qu'un jour à Paris C'est moi qui lui servirai de guide Nathalie... Nathalie
Marianne de ma jeunesse Ton manoir se dressait Sur la pauvre richesses De mon rêve enchanté
Les sapins sous le vent Sifflent un air étrange Où les voix se mélangent De nains et de géants
Marianne de ma jeunesse Tu as ressuscité Des démons des princesses Qui dans moi sommeillaient
Car ton nom fait partie Marianne de ma jeunesse Du dérisoire livre Où tout enfant voudrait vivre
Marianne de ma jeunesse Nos deux ombres enfuies Se donnèrent promesse Par-delà leurs joies et leur vie
Marianne de ma jeunesse J'ai serré sur mon cœur Presque avec maladresse Ton mouchoir de pluie et de pleurs
Il avait poussé par hasard Dans notre cour sans le savoir Comme un aveugle dans le noir Mon arbre Il était si petit Que c'était mon ami Car j'étais tout petit Comme lui J'attendais de lui le printemps Avec deux ou trois fleurs d'argent Un peu de vert, un peu de blanc Mon arbre Et ma vie s'accrochait A cet arbre léger Qui grandissait Comme je grandissais
Chanson de GILBERT BECAUD
Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde Quand tu n'es pas là S'arrètent de chanter Et se mettent à pleurer Larmes de pluie au ciel d'été Quand tu n'es pas là Le silence qui gronde Me donne si froid Qu'un jour ensolleillé Me fait presque pleurer Larmes d'ennui malgré l'été La ville fait de grâces La lune des grimaces Qui me laissent sans joie Les cantiques d'églises Malgré tout ce qu'ils disent Me font perdre la foi Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde La nuit sur mon toit Viennent se rassembler Et pour me consoler Chantent tout bas ' Elle reviendra ' Quand tu reviendras De l'autre bout du monde Quand tu reviendras Les oiseaux dans le ciel Pourront battre des ailes Chanter de joie Lorsque tu reviendras !
Le Pianiste de Varsovie Gilbert Bécaud
Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Chopin Je l`aime bien, Chopin Je jouais bien Chopin Chez moi à Varsovie Où j`ai grandi à l`ombre A l`ombre de la gloire de Chopin Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur Plus de sentiment Plus de mouvement Plus d`envolée Bien bien plus léger Joue mon garçon avec ton coeur Me disait-il pendant des heures Premier concert devant le noir Je suis seul avec mon piano Et ça finit par des bravos Des bravos, j`en cueille par millions A tous les coins de l`horizon Des pas qui claquent Des murs qui craquent Des pas qui foulent Des murs qui croulent Pourquoi? Des yeux qui pleurent Des mains qui meurent Des pas qui chassent Des pas qui glacent Pourquoi Le ciel est-il si loin de nous? Je ne sais pas pourquoi Mais tout cela me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur
What does not destroy us makes us stronger.
Rondvraag / Poll
Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
À la claire fontaine
M'en allant promener, J'ai trouvé l'eau si belle, Que je m'y suis baignée.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Sous les feuilles d'un chêne Je me suis fait sécher, Sur la plus haute branche, Un rossignol chantait.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Chante, rossignol, chante, Toi qui as le coeur gai, Tu as le coeur a rire, Moi, je l'ai à pleurer.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
J'ai perdu mon ami Sans l'avoir mérité, Pour un bouquet de roses, Que je lui refusai.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Je voudrais que la rose Fût encore au rosier, Et que mon doux ami Fût encore à m'aimer
Turning and turning, the world goes on We can't change it, my friend Let us go riding now through the days Together to the end Till the end
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Spinning and spinning, the dreams I know Rolling on through my head Let us enjoy them before they go Come the dawn, they all are dead Yes, they're dead
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Julia Tulkens .
Hebben wij elkaar gevonden in dit land van klei en mist waar tussen hemel en aarde ons leven wordt uitgewist ?
Ben ik nog schaduw, ben ik al licht, of is d'oneindigheid mijn aangezicht ?
Treed ik in wolken of in hemelgrond ? Er ruist een hooglied aan mijn lichte mond. In uw omarming hoe ik rijzend ril ... Mijn haren wuiven en de tijd valt stil .
Julia Tulkens.
SONNET POUR HELENE
Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle, Assise auprès du feu, dévidant et filant, Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant : Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.
Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle, Déjà sous le labeur à demi sommeillant, Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant, Bénissant votre nom de louange immortelle.
Je serai sous la terre et fantôme sans os : Par les ombres myrteux je prendrai mon repos : Vous serez au foyer une vieille accroupie,
Regrettant mon amour et votre fier dédain. Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain : Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.
Regretting my love, and regretting your disdain. Heed me, and live for now: this time won’t come again. Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.