Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
Mijn blog is gestart op 27/3/2008 en bestaat vandaag 6215 dagen!
J. BREL
C'est plein d'Uylenspiegel Et de ses cousins Et d'arrière-cousins De Breughel l'Ancien
Le plat pays qui est le mien.
Tous les chemins qui mènent à Rome Portent les amours des amants déçus et les mensonges des anges déchus.
Pelgrim
Wat zich gaande voltrekt in de ziel van de pelgrim is niet een toenemend verlangen naar het bereiken van zijn reisdoel, niet het vinden van het heilige aan het einde van zijn bedevaart, maar zijn overgave aan de ruimte, aan de kiezels op zijn pad, zijn besef van niet-weten, zijn afdalen in de leegte.
Zijn benen worden zijn vrienden, de regen zijn lijden, zijn angst wordt gericht naar de honden langs de weg, het vele legt hij af en hij rust in het Ene. Al trekkend komt hij nergens, voortgaande bereikt hij niets, maar zijn vreugde neemt toe om een bloem en een krekel, om een groet en een onderdak.
Zijn reisdoel en zijn thuis vloeien samen aan de horizon, hemel en aarde vinden elkaar op het kruispunt van zijn hart. Het heilige verdicht zich in de dieren en de dingen. Zijn aankomst ligt verborgen in de wijsheid van het Zijn.
Catharina Visser
De Weg.
In de verte gaat een pelgrim, eenzaam over het pad. Met een blik voorwaarts, eindeloos turen naar het pad. Het pad dat hem leidt, de wind die hem begeleidt. Samen èèn met de natuur, de geur,het geluid en omgeving. Daar toont de schepping hem, nederig dat het pad van zand zo hard als steen is. Soms ook warm,koud en nat. De pelgrim stapt over het harde pad, met als enige vriend zijn schaduw. Samen op hun weg.
When we got to the sea at the end of the world We sat down on the beach at sunset We knew why we had done it To know our lives less important than just one grain of sand.
En camino de Santiago Sur le chemin de St Jacques Iba una alma peregrina Allait une âme pérégrine Una noca tan obscura Une nuit si obscure Que ni una estrella lucia ; Que ne brillait aucune étoile ;
Le patron de toutes les filles C'est le saint Jacques des Bourdons; Le patron de tous les garçons C'est le saint Jacques des Coquilles. Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet, Coquilles et bourdons exigent que l'on troque; Cet échange affermit l'amitié réciproque, Et cela vaut mieux qu'un œillet.
Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.
Betrouw geen pelgrim met een baard Die met een schooikroes geld vergaart Al beed'lend langs de wegen sjokt En met een deerne samenhokt.
Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.
Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
Ik had het eerst niet in de gaten, en opeens zàg ik het spoor dat jij voor mij hebt nagelaten.
Mon père .
Assis dans un vieux fauteuil Recouvert d'un plaid usé, Il rêve de son passé, En attendant le sommeil.
La fumée d'un cigare Flottant au-dessus de lui, D'une auréole, pare, Sa tête grise, de nuit.
Vêtu d'un pantalon gris, Chemise de flanelle Sous le tablier bleu sali. Sa casquette est belle.
Il sait déjà que demain, Sera le grand jour pour lui. Mais il ne regrette rien, Et partira seul sans bruit .
***
La mort .
Le jour où tu viendras, A l'aube d'un matin, Me tendre les bras Me chercher par la main, Entre comme moi Par le fond du jardin.
Tu essuyeras tes pieds Sur le grand paillasson, Pour ne pas marquer Tes pas dans le salon, Et n'oublie pas d'ôter Ton noir capuchon.
La table sera mise Et le vin bien chambré, Quand tu sera assise Nous pourrons le goûter, Avant que je ne suive Ton ombre décharnée .
Mais si tu préfères Par surprise me faucher, Au début de l'hiver Ou au soir d'un été, Pousse la barrière Elle n'est jamais fermée.
Avant de m'emporter, De rendre ma valise, Laisse-moi griffonner Une dernière poésie Où je ferai chanter La beauté de la vie.
Ce n'est pas ce matin Que je quitterai le port, Puisque de mes mains J'ai caressé si fort Ses lèvres de satin Que je t'oublie, la mort.
+++
SEUL SUR LE CHEMIN .
J'ai traversé des villes, J'ai longé des cours d'eau J'ai rencontré des îles J'ai cotoyé le beau !
Tout au long du voyage Rien ne m'a retenu Même pas un signe de croix Tracé d'une main tremblante.
Le vent, la mer, la pluie M'ont façonné le coeur. Je suis leur propre image, Immuable douleur.
Je fais signe aux oiseaux, Seuls amis de ce monde, Qui m'entraînent dans une ronde A m'en crever la peau.
J'ai traversé des coeurs, J'ai rencontré des bras, J'ai caressé des fleurs, J'en ai ceuilli pour toi.
TENNIS DE TABLE MESATENISTA PING PANG QIU TISCHTENNIS TABLE TENNIS
photos courtesy ITTF
乒乓球 Stolni tenis Tenis Stolowy
ITTF TABLE TENNIS Classement mondial 26 - 08 - 2012 World Ranking Weltrangliste Ranking Mundial Värlen Rangordning Classifica Mondiale MESSIEURS : 1. ZHANG Jike - CHN 2. MA Long - CHN 3. XU Xin - CHN 4. WANG Hao - CHN 5. MIZUTANI Jun - JPN 6. MA Lin - CHN 7. BOLL Timo - GER 8. CHUANG Chih-Yuan - TPE 9. OVTCHAROV Dim - GER 10. WANG Liqin - CHN 11. JOO Se Hyuk - KOR 12. OH Sang Eun - KOR
-- DAMES : 1. DING Ning - CHN 2. LI Xiaoxia - CHN 3. LIU Shiwen - CHN 4. GUO Yan - CHN 5. ISHIKAWA Kasu - JPN 6. FUKUHARA Ai - JPN 7. FENG Tianwei - SIN 8. KIM Kyung - KOR 9. GUO Yue - CHN 10. WANG Yuegu - SIN 11. WU Yang - CHN 12. TIE Yana - HKG
De noodklok belt slechts éénmaal Komt weldra de ultieme speeltijd Ademen voor de laatste maal Gelukkig geen haat noch nijd Toch af en toe een flater Een zorg is dit voor later Lopen van os naar ezel Toch af en toe een flater Niet knikkers tellen, wel het spel Lopen van os naar ezel Dagelijks goed aan de kost Niet knikkers tellen, wel het spel Verwachtingen zelden ingelost Dagelijks goed aan de kost De beste blijft mijn moeder Verwachtingen zelden ingelost Water is het kostelijkste voeder De beste blijft mijn moeder Om bestwil een toontje lager zingen Water is het kostelijkste voeder Op zoek naar de diepte der dingen Om bestwil een toontje lager zingen Komt het varksken met de lange snuit Op zoek naar de diepte der dingen Nu is dit pantoumeke bijna uit Komt het varksken met de lange snuit Ademen voor de laatste maal Nu is dit pantoumeke bijna uit De noodklok belt slechts éénmaal.
Tibertyn. ***
Kleine mensenhand strooit op winterse dag kruimels voor de mus.
Schelpen op het strand die worden door de branding voor ons kind gebracht.
Molens in de wind draaien, draaien, en draaien in het vlakke land.
Kerstman in de straat borstelt met grote bezem sneeuw weg van de stoep.
De dode takken breken af bij felle wind van de avondstorm.
Kreten in de nacht van kikkers in de vijver lokken de reiger.
Hulpeloos jong lam verloren tussen struiken waar de wolf vertoeft.
De werkzame bij zoekt in de roze bloesems lekker naar honing.
The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”
De pelgrim.
Hij is op de weg alleen al weet hij nog niet waarheen maar ergens stond geschreven dat hij die richting moest gaan en aarzelt hij soms even langs de eindeloze baan terwijl hij in zijn hart voelt dat velen eerder gingen mijmerend over dingen terwijl een windje afkoelt .
Verder dan Rome loopt de weg.
Ervaringen van een pelgrim.
05-11-2010
Landen - Santiago de Compostela 1999 -(7).
40. Vrijdag 18 juni.
Met het Bijbels getal 40 voor de ogen sta ik op deze dag op in de Albergue Santa Irene te Arca El Pino. Het barst daar van vrouwelijkheid en ik vraag me af of ik een weinig hormonaal gestoord ben na zo'n lange tijd als eenzame man in de woestijn van Santiago. Wanneer ik echter in de eetzaal van Esther Calvo kom en daar een paar dames zie zitten met nogal een mannelijk uiterlijk, wordt het mij duidelijk ' dit is hier een adres voor lesbische signorita's ' ! Er zijn echter ook drie kinderen. De dames zonder vent die deze zaak uitbaten zijn dus wel moeders. Ik word door hen opgediend als een prins. Uitstekend ontbijt aan een prachtig gedekte tafel met een schone koffiepot en met zeer kostbaar bestek. Ik kan alleen maar tevreden zijn over dit adres. De rekening is zelfs laag te noemen voor half-pension. Op het briefje staat 3.900 pesetas en ik geef 5.000 pesetas. Wil ik bewijzen dat ik hun lesbische gevoelswereld niet afkeur of denk ik dat het beter is dat ik hier wat achterlaat in plaats van het straks in een offerblok van de kathedraal te duwen. Ik slurp verder aan mijn koffie terwijl ik door de open deur op straat dozijnen en dozijnen slecht geschoren mannen, met behaarde benen, stinkende onderbroek, en vuile kleren , met hoeden, stokken, rugzakken, als het ware in een stormloop naar Santiago zie vorderen, de eindstreep van hun lange voettocht die daar ginds na de volgende heuvelrug misschien zal te zien zijn. Die lelijke vieze kerels zijn helemaal anders dan de twee lesbische vrouwen die engelachtig artistiek zijn aangelegd, hetgeen overal te zien is in hun propere en gastvrije Albergue San Irene. Ik probeer wat met mijn grijze cellen te filosoferen over ' le sexe des anges' maar dat lukt me niet. Gracias signoritas . Adios !
Nu komen de laatste loodjes, maar ik vind dat zij niet zwaar zijn. Ik bereik Lavacolla, waar ik me in een beekje tussen het groen toch wat ritueel ga wassen. Ik verzeil er tussen een zwerm indrukwekkende Brazilianen op een camping, allemaal lezers van Paolo Coelho. Daarna rijd ik naar de campus en naar de Monte del Gozo, de Berg van de Vreugde, waar overal in de omgeving vuil wordt opgeraapt op het slagveld waar de 40.000 fans van The Rolling Stones wild te keer waren gegaan. Dan verken ik daar goedkope slaapgelegenheden, maar ik vind dat toch maar niets, en ik denk dat ik om mijn tocht te eindigen toch wel een goede kamer mag nemen.Zeer langzaam met emotie in mijn hart en vochtige ogen geef ik de laatste duwtjes op mijn pedalen. Een telebanco in een muur maakt van mij terug een materialist die zijn zakken vol pesetas propt alvorens de eindlijn te bereiken in de Rua de Vilar bij Suso.
Mijn aankomst op de Monte del Gozo enkele uren nadat de Rolling Stones daar waren opgetreden.
MOMENTO MAGICO. Sommige dingen die een pelgrim onderweg voelt of meemaakt moet hij voor eeuwig voor zichzelf houden. Wat belangrijk schijnt te zijn, en om het even wat van onderweg mag hij niet aanzien als een exploot, een avontuur, of een mirakel, want alzo wil de traditie het. Zulke kleine dingen zijn een knipoogje, een groet, van de apostel en ... ' l'essentiel vous ne sauriez le dire ' ... ' et ne le dites surtout pas aux enfants ni aux femmes des Wisigoths qui vous écoutent' heb ik wijselijk onthouden uit een oud boek. Lembranzo do Suso is een bekend man te Santiago de Compostela, een hedendaagse heilige V.I.P. . In 1984 logeerde ik op de kamers boven zijn restaurantje in het hart van de oude stad. Daar kwamen altijd de eerste dapperen die de tocht maakten per fiets uit Antwerpen. Hun namen staan er op de tientallen zichtkaarten die zij naar Suso hadden gestuurd nadat zij veilig, gezond en happy weer thuis waren geraakt. Op 14-6-1984 kreeg ik van Suso een gesigneerde schelp et dat gaf hij toen slechts aan zij die zouden terugkomem naar zijn goede stad. Op 18-6-1999 kwam ik terug. Door het vele volk sprong ik 100 m voor Hostal Suso van mijn fiets; Ik legde de laatste meters te voet af. Ik had niet geschreven, niet getelefoneerd, niet gezegd dat ik terug naar Santiago aan het rijden was. Het ongelooflijke gebeurde. De heer Suso grootvader van alle pelgrims, met twee krukken kon hij zich nog wat bewegen, maar precies toen ik nog tien stappen van zijn hostal was, kwam hij door zijn deur naar buiten. Hij ziet hoe ontroerd ik ben, en zelf wordt hij dat ook wanneer ik hem de schelp uit 1984 terug geef. Hij beaamt volledig dat de eerste echte ciclistas peregrinos uit Amberes een onbeschrijfelijke verdienste hebben gehad om de Weg naar Compostela terug in de belangstelling te brengen. Terstond moet ik wijn drinken en churro's eten. Suso moet dan wel worden weggebracht want hij gaat ergens naar een concert wat klassieke muziek beluisteren. Onvoorstelbaar ! Hoe kon dat toch gebeuren ! Wat een weerziens na 15 jaren !
In Entremurellas 9 vind ik plaats in Hostal Residencia NOSA CASA, voor 4 dagen wordt 3500 pesetas gerekend. Ik ga wat onder de douche staan, en neem wat rust. Ik ben aangekomen. Bravo ! Daarna loop ik wat rond in de stad waar ik verschillende pelgrims weer tegenkom met wie ik contact had tijdens de voorbij week, zoals Julien en de Hollanders, zoals het koppel uit Finland, zoals de marathonman uit Vittoria, en ik vind ook op de Informacion het kantoor waar ik mijn belangrijk document van bewijs van pelgrimage kan bekomen La Compostelana . Ik word daar wel wat ondervraagd nadat mijn stempels van onderweg eventjes werden bekeken. Veertig dagen vinden zij prachtig, en ik word genoteerd als AVENTURERO SPIRITUAL. Met mijn diploma op zak ga ik terug naar Hostal Suso, waar ik amper nog nabij de deur één plaatsje kan krijgen. Ik drink een hele fles Ribeiro met hesp en brood. Daarna is het tijd voor siesta, plat te bed. Om wat meer versleten schoenen te hebben zoals dat bij een gearriveerde pelgrim past, maak ik een zeer lange wandeling doorheen het nieuw gedeelte van de stad, COMPOSTELA NUEVA. Wanneer ik doodmoe ben van al dat vele stappen op mijn rennersbenen kies ik een restaurant waar ik ' Merluza a la Gallego ' eet en dat was lekker.
41. Zaterdag 19 juni.
Ik ben een langslaper. Dat mag wel nadat de Weg werd afgelegd in eer en deugd. Na de desayuno moet ik op zoek gaan naar tickets voor vliegtuig, bus of trein, want mijn terugreis naar huis komt thans op het programma. De huisbaas Antonio Fraga helpt me en huurt voor mij een wagen voor de maandag nadien. Ik loop wat rond in het spoorwegstation, maar vind daar mijn goesting niet. Een lichte bestelwagen huren om mijn fiets in te plaatsen, om in te slapen, en om nog een week mee te zwerven tot Madrid waar ik die zou kunnen inleveren, lijkt me een leuk en avontuurlijk idee. Maar bij Iberia gekomen aan de balie maakt men me een speciale pelgrimsprijs voor 49.700 pesetas. Dat moet direct betaald worden. Ik besluit van geen risico's te nemen, geen tijd meer te verkwisten, en op een gemakkelijke manier terug in Brussel te geraken met mijn fiets. Oef,... dat is dan reeds in orde, na het afgeven van mijn schone pesetas.
Het is warm. Er worden ijsblokjes in de wijn gedaan ... is dat wel veilig ... ? De foto's die ik de vorige dag liet ontwikkelen zijn al klaar . Hoe prachtig. gewoon met zo'n plastieken prulcamera. Allemaal gelukt ! Bravo . Ik telefoneer naar huis en zo weten ze daar dat ik weldra terug onder mijn eigen dak zal verschijnen , omringd door vrouw en dochters.
Op een terrasje zie ik ze zitten naast hun tandem. Zij nemen een aperitiefje . D + D noemen ze zich, zestigers, samenwonend, lange magere mensen . Ik had hun tandem al gezien onderweg, en zij hadden mij ook gezien eerder en toen ik een platte band had. Mevrouw was toen zelfs boos geweest op hem. Zij vond dat ik moest geholpen worden, maar hij verweet haar altijd maar redenen te zoeken om te stoppen. Ja, hij is zo sterk als een beest und ich bin nür eine Frau. Nu kan ik eindelijk kennis maken met deze twee. Vermits we daar in de Alameda zo goed zitten en we zagen dat naast ons lekkere maar dure schotels op de tafel kwamen, namen wij het besluit van samen te middagmalen met drie aan tafel. Zo verneem ik dat Franz Drechsler uit Lauda-Köningshofen een aannemer en uitvinder is, ondermeer van de dode-hoek-spiegel. Zij verkochten hun huis en zijn voor één jaar op reis, eerst naar Santiago de Compostela, daarna naar Santiago de Chili en later naar Santiago de Cuba. De tandem gaat echter niet mee naar Amerika, hij was al verkocht aan vrienden. Goede ontmoeting, maar helaas moeten wij van mekaar afscheid nemen . Dat is zo vaak het lot van pelgrims onderweg . Even kortstondig vrienden zijn en dan weer verder ... tot in finibus terrae. Tijd voor de siesta, maar het rommelt wat in mijn onderbuik en ik moet een paar keren naar de pot. In de koelte van de avond ga ik op zoek naar souvenirs, geschenken voor de thuisblijfers, nuttige dingen voor mezelf . In een winkel zijn de Mephisto's en de sportsloefen zeer goedkoop. Maar ik heb al zoveel bagage,... en kan er nog wat bij ? Heerlijke avond in de prachtige oude Spaanse stad Santiago de Compostela. Ik zocht naar de Vlaamse Herberg De Zwarte Duif , maar zoals elders zijn ook te Sint Jakob in Galissiën de toffe caféetjes van vroeger gesloten. Ik had graag nonnetjes tegen gekomen, maar die waren al vroeg naar bed met hun paternoster, en met een zonde eindigen mag niet van Sint Jacob de Meerdere.
42. Zondag 20 juni. Ik ga naar de hoogmis in de kathedraal , en ondanks mijn zondige ziel slik ik een hostie zoals tijdens mijn jeugd. Meer dan twee uren duurt de zondagdienst. Zeer veel volk, geen kerkstoelen genoeg. Ik zag het zwaaien met de BOTAFUMEIRO. Voor de kathedraal is er op het middaguur de start van een autorally voor kleine Seat's. Omdat mijn spijsvertering moeilijk deed heb ik immodium geslikt . Ik besluit van niets te eten en wel veel water te drinken want mijn maag is nogal wat ontsteld . Lange zondagse siesta. Tijdens de avonduren wandel ik lang door de drukke straten van de stad en ergens in een goedkoop eethuis betaal ik me gewoon een menu del dia.
Winterse beelden in de Rua de Vilar waar Suso heeft gewoond .
Portico de la Gloria Wilfredo sacratissum Templum pietatis causa devote visitasse.
43. Maandag 21 juni 1999.
Santiago de Compostela - Bij AUTOTUR , General Pardinas, n°3, heb ik een blauwe Seat Ibiza gehuurd voor 9000 Pesetas want vandaag zal ik noch voetganger noch wielertoerist zijn. Na weinig formaliteiten ben ik al op weg naar Padron, het zeer oude Iria Flavia uit Romeinse tijden, en uit zelfs nog veel oudere tijden van Kelten en heidense nomadevolkeren. Dit is waar ik rijd de slagader van het drukke en actieve Galicia, één van de 17 autonome regio's van Spanje. Noia - Muros - Concubion- Cabo Fistera- ergens heb ik bijgetankt voor 2500 pesetas. .
Ik ben nu aangekomen op een zeer speciale plaats in Europa, een granietheuvel van 600 m hoogte die gedurende duizenden jaren werd beschouwd als het Einde van de Wereld door onze voorouders die met hun voeten op de vaste rotsen stonden, en voor zij die zeevaarders waren in alle soorten en alle tijden, was deze hoek van het Iberische Schiereiland de Kust des Doods, want de wateren zijn hier zeer verraderlijk. Vele schepen vergingen in deze verschrikkelijke omgeving.
Het wordt een autotocht van 285 km doorheen Galicia, langs mooie wegen, langs de prachtige rio's, en door van dit groene land , waar de heerlijke zeelucht voelbaar blijft. Rustig autovarend in de wind langs de Oceaan haal ik een totaal leeggereden Hollandse fietster in. Haar schone Koga Miyata liet mij niet twijfelen over haar herkomst en haar taal, en ik had ook reeds de andere fietser gezien, die haar met minstens 200 m vooraf reed. Omdat ik een rood lint met een tinnen schelp rond mijn hals draag, neemt zij me niet voor een struikrover of een strandjutter. Zij is verwonderd en blij van op weg naar Finisterra een glimlachende man met baard te ontmoeten, ene rare die haar met verstaanbare woorden glimlachend toespreekt, een soigneur die haar een blikje frisdrank schenkt. Zij schuimt, hijgt, is bezig met hoesten, en is de ineenstorting nabij. - Wie is die sadist die jou hier zo afpeigert ? , sprak ik haar toe. - Ik ben al dertig jaren met hem getrouwd ! , antwoordt zij. - Blijf maar even rusten ! , zeg ik haar. Met mijn Seatje zal ik hem inhalen, aan zijn koersbroek vasthouden, en hem in naam van Santiago verplichten te stoppen en naar de zee te kijken tot jij rustig met normale hartslag hem kunt inhalen. Zo doe ik ook. - Stop kerel ! Ik ben van de Orde van Sint Jacob ! Ik verplicht je van hier en nu te wachten op je edele tochtgenote en levensgezellin, die met haar benen de pedalen niet meer rond krijgt ! Hij, ook op een dure Koga Miyata, ziet er inderdaad uit als een beul. Maar nu staat hij daar toch met beide voeten eindelijk kalm op de grond nabij het einde van de wereld. Ik geef hem ook frisdrank, en maak een praatje tot wanneer het vrouwtje blijmoedig komt aangereden. Dan heb ik nogmaals mijn goede daad als pelegrijn zonder pijn weer volbracht en rijd ik verder, op zoek naar de kapel van Nuestra Senora in Finibus Terrae, op de aloude Franse pelgrimsroute bekend als la Chapelle de Notre Dame de la Route au bout du Chemin.
Santiago de Compostela ligt niet aan de zee. De echte klassieke eindstreep van de Camino bevindt zich voorbij de grote stad van Saint Jacques. Het is een groot raadsel waarom dit zo is. Aan het eindpunt van de wereld ga ik even rustig zitten. Ik heb geen hoed en geen laarzen, geen pelgrimsstaf en geen kalebas, geen geloofsbrieven van de Benedictijnen, alhoewel mijn credencial del peregrino en mijn carnet de pélerin vol mooie stempels staan. Op mijn kop staat de speciale, in de zon afgeschoten, lichtgroene pet met lange klip vooraan en een afdak dat mijn oren en nek beschermt achteraan. Verder loop ik op afgesleten Mephisto's wandelschoenen en in een verfrommelde zomerbroek. Maar een nog nieuw T-shirt met ' all the colours of Fortis ' maakt me toch wat mooier en zo wil mijn terugkeer uit Santiago beleven.
Nabij in Finibus Terrae blijf ik een niet gechronometreerde maar wel lange en belangrijke tijd zitten. Neen , ik kan niets zeggen, en neen, ik kan niet denken, en neen, ik kan niet bidden. Voor de primer apostol martir Santiago en voor mezelf, is deze pelgrimstocht nu voorbij. Maar als laatste punt moet ik toch nog een rite volbrengen. Ik heb namelijk een klein beetje grond meegebracht uit Sinte Gitter te Landen, uit het landgoed van Pepijn de Oudere, een beetje stof waar we naar terug zullen keren , een beetje klei uit Haspengouw. Als ware het de asse van een overledene ledig ik in de wind van Galicië dit poederige goedje dat al 42 dagen in een linnen zakje stak, onderaan in de fietstas aan mijn stuur. Daarna leg ik een steen in dat nog niet lege zakje en met een wijde boog, al mijn krachten gebruikend, gooi ik dit van de rotsen af. De grond van mijn Landen valt in de woeste golven van Cabo Fisterra. Nu mag ik weer naar huis terugkeren, mijn leven is geslaagd.
Ik weet nu dat ik in het heelal minder dan een zandkorrel ben. Iedere dag en al wat nog bijkomt in mijn leven zal een geschenk zijn, een bonus die alle Goden mij toekennen. Ik verlaat de zeer heilige plaats van Keltische cultus, waar de Wisigothen arriveerden, waar volgens het Roelandslied Karel de Grote zijn lans in de grond stak om te bepalen dat onze Westerse beschaving toen tot daar kwam, verder gaan was onmogelijk, en dat de Moren en de heidenen de rest van de wereld mochten behouden. Naar de oneindige diepte waar iedere avond de zon in de zee ondergaat glijden mijn ogen. De oermensen waren vreselijk bang omdat die zon hier verdween en misschien toch niet zou weerkeren voor het nieuwe begin van de volgende dag. Langsheen de fjorden, waar eb en vloed mekaar afwisselen, waar water en land met mekaar goed omgaan, waar de vieiras en de mejillones groeien, waar vissen, chipirones, pulpo, santiaguinos, zeevogels en krabben gelukkig zijn, waar de onrust de kop en de ziel van de pelgrim verlaat, waar de terugweg begint naar een nieuw en ander leven met een propere lei, langs bossen gevormd door de eucalyptus en de den, door de dorpen, de akkers, de wijngaarden, van het sappige en groene Galicia, keer ik terug naar Santiago. Zelfs Maestro Mateo vindt van mij dat ik een toffe pelgrim ben.
Ik wandelde de hele avond en een stuk van de nacht rond in de oude straten en over de pleinen, de Plaza del Obradoiro, de Plaza de la Quintana, de Plaza de la Platerias. In een kleine bar at ik heerlijke rationes en empanadas, en omdat het daar goed was ging ik er drie uren later nogmaals eten, want een triomferende pelgrim mag na volbrachte taak zijn buik vol eten en meer dan een fles rode wijn kraken, zeker als hij nog een reserve pesetas heeft.
44. Dinsdag 22 juni 1999.
Ik word vroeg wakker in mijn bed van Nosa Casa bij Antonio Fraga-Martinez, door de wijn heb ik trouwens niet zoveel geslapen, maar ik voel me toch geweldig fit door de intense zuurstofkuur van de vorige dag en door mijn goede gezondheid en conditie van geest en lichaam. Alvorens ik mijn wagen wilde terug afleveren, had ik vervelende parkingproblemen. De Rent-a-Car Firma van Noelia Juegen-Diz vond dat ik een chauffeur met manieren was geweest, en ik beweerde van mijn kant tevreden te zijn geweest over ons deal, zodat ik in de toekomst zeker hun adres aan Belgische pelgrims zou aanbevelen. Mijn pakken en mijn fiets zijn in orde om te vertrekken, maar mijn vliegtuig vertrekt pas om 13u45. Ik wandel in de ochtend naar de overdekte markt, de Mercato nabij San Fix, waar ik een hele serranohesp en manchego kaas koop voor 10.665 pesetas. Mijn rugzak is helemaal vol. In een sportwinkel koop ik een gele regenjas om er proper uit te zien tijdens mijn terugreis. Daarna vertrek ik met veel overschot van tijd naar de vlieghaven van Labacolla op een rustige manier om niet te zweten.
Iberia telt mij 48.700 pesetas + Taxe 2000 en dat is een beetje meer dan bij de boeking in het reisagentschap. De reden is omdat vanaf 21/6 de hoogseizoenprijzen worden aangerekend. Maar op 1000 pesetas komt het nu niet meer, en ik ben blij dat mijn fiets, fietstassen, en ikzelf naar België kunnen vliegen. Op mijn rug draag ik de zware hesp die ik op de markt heb gekocht, hoe langer ik ze draag, hoe zwaarder zij wordt, het is alsof ik er mee getrouwd ben.
Alles vlot goed, en zo vliegen we weldra richting Barcelona, waar we zullen moeten overstappen, waarvoor één uur tijd. Na landing te Barcelona, verneem ik dat het tweede gedeelte Barcelona- Brussel met twee uren vertraging zal plaatsvinden. Ik loop rond, maar word slaperig, en de drukte op de vlieghaven wurgt me, ik die zolang in de open lucht aan het fietsen was. Ik zoek dan ook de gang die ik zal moeten nemen voor de vlucht naar Brussel. Ik vind die, doch hij is nog afgesperd voor de reizigers. Ik zet me pardoes daar op de grond neer, met de Spaanse hesp in mijn armen, en ik begin aan een slaapje, hopende wakker te worden wanneer de gate open gaat. Totale black out tot ik terug wakker ben en stap naar de wachtzaal voor de vertrekkers met boarding pass . Daar ga ik op een bank zitten en kijk slapering nog wat rond.
Hé, maar wie zit daar op tien meters van mij ? Kan dat waar zijn ? Ik sta op en ga zitten naast een jonge kerel . -' Goedendag, vergis ik mij of ben jij echt de wielerkampioen Jeroen Blijlevens van TVM, de man die zo snel kan sprinten ? Dat klopt, ik ben Blijlevens. Inderdaad. Sportieve handdruk. - Zeg, Jeroen, we kunnen misschien wat babbelen dan gaat de wachttijd vlugger voorbij. Jij was onlangs nog roze trui in de Giro , proficiat, ... ! . -Ja, maar ik gaf daarna wel op, en gisteren , hier in Spanje, moest ik ook al opgeven, en ik wil het binnenkort ook opgeven bij TVM. Het gaat niet goed met mij. - We zullen over iets anders praten, niet over wielrennen, ... ik weet dat als je de vriend van een profwielrenner wilt zijn, je eigenlijk nooit over koers mag praten, ...! Geloof me, ik weet veel over wielrennen, ik won zelfs de nationale Tourkwis op de radio in België, in de tijd van Rooks en Van Poppel ! Maar we gaan niet over de Tour praten . - Over wat dan wel ? Over de vrouwen ? - Neen, keurige jongens zoals wij doen dat niet. Ik ben een fietsende pelgrim , ik reed gedurende 42 dagen op de fiets van België naar Compostela, en voel me nu erg lekker, in superforme, maar ik moet wel terug naar huis, bij vrouw, dochters, hond, schoonmama, ... . - Ja, zo gaat dat , na een grote Ronde moet elke wielerheld weer naar huis ... ! - Ik kom uit Walshoutem. Daar kennen de wielerfans Jeroen Blijlevens, maar kent Jerommeke ook nog de Walhostraat van Walshoutem ? ( ... nu, bewijst Blijlevens me dat hij ook kan kwissen !) - Ja, Walshoutem, Montenaken, Trognée, Cras-Avernas, ... dat zijn zo mijn eerste reisjes naar het buitenland geweest om te gaan koersen bij de jongeren. - Te Walshoutem had je gewonnen ! De mannen van de wielerclub hebben daar nog foto's van je. Ik kan je die bezorgen, geef maar uw huidig adres en dan zal ik ze jou opsturen. - Niet nodig. Ik heb nog dozen met oude foto's , krantenknipsels en andere rommel. - Ik weet het nog, Walshoutem, bij de nieuwelingen. Ik won er de sprint. Het was mijn eerste buitenlandse overwinning. Er was daar veel volk. - De wielerclub bloeide er toen, tijdens zo'n koers voor nieuwelingen of juniors , werden alle flesjes, alle tonnen bier, alle frieten, alle braadworsten, verkocht ... Altijd veel renners , van overal ! - Daarna, is het misgelopen met Wielerclub Sint Lambertus? Maar, dit verhaal bespaar ik je. - Zeg, man, jij lijkt me een eerbaar persoon, uit Walshoutem dan nog wel, mag ik je wat vragen ? - Natuurlijk, Jeroen, ... moet ik voor jou de sprint aantrekken ? - Neen, ik moet nog enkele telefoontjes geven , en dat ging niet van op deze plaats. Ik kan ook mijn bagage niet onbeschermd achterlaten. Maar nu zag ik dat anderen via een open venster, op een terras geraakten, vanwaar zij wel telefonische contacten kunnen maken. - Natuurlijk wil ik even op je dingen letten, maar ik mag je toch vertrouwen hé. Zitten in uw reistassen geen drugs, geen epo-pilletjes ? - Neen, zo iets slik ik niet ! - De heer Blijlevens heeft verschillende telefoongesprekken en van op afstand zie ik dat het gaat over ernstige en belangrijke onderwerpen.
Opeens verschijnt een veeltalige en lieftallige juffrouw van Iberia, en mogen wij naar het vliegtuig . Blijlevens stopt met telefoneren en volgt ook. Ik heb in mijn rugzak een hele hesp, een daar verboden product, en hij heeft geen enkel verdacht spul of voedingsupplement in zijn bagage. We zitten in het vliegtuig veel te ver van mekaar om nog verder te babbelen.Te Brussel aangekomen, neem ik de trein naar Landen en een uur later ben ik weer thuis. Mijn hond besnuffelt me lang en vraagt zich af of ik wel nog zijn baasje ben die zo lang was verdwenen. Maar hij kwispelt weldra fel met zijn staart. We vertekken direct voor een lange wandeling. De rest van de avond zal de welsh-terriër steeds dicht bij me blijven.
45. Diverse sprokkelingen uit de diepe reistas van een oude pelgrim, geschreven door mij of door een andere.
Mijn eerste interesses voor Santiago groeiden toen de sneeuwklokjes uitkwamen in het voorjaar van 1983. Zij liepen door toch op dit ogenblik wanneer ik deze woorden op mijn blog breng, met stille momenten en met hevige momenten. Gedurende meer dan 27 jaren had ' het Santiago virus' me te pakken.
Op het middaguur, ergens tussen Fromista en Villalcazar de Sirga vordert een eenzame fietser. Hij is op weg naar St-Jakob in Galicië. De felle Spaanse zon staat hoog aan de blauwe hemel en de weg, afgebakend met rode, gele en paarse bloemen, slingert zich licht heuvelend tot aan de horizon. De pelgrim op twee wielen volgt het aloude spoor van de Camino, steeds rechtdoor naar het westen, naar Santiago. Zestien dagen geleden reeds verliet hij huis en goed, en vanuit Haspengouw, over de vlakten en de bergen, in alle weer, toerde hij dwars door Frankrijk en Navarra. Om zijn dorst te lessen dronk hij wijnen uit Bourgondië, Guyenne en Gascogne. Hij at gerechten uit Champagne, Baskenland en Castilliê. Hij koelde af tussen de frisse kathedraalmuren in Vezelay, Saint-Léonard, Limoges, en Périgueux. Hij groette Jeanne d'Arc, Vercingetorix, Raymond Poulidor, pastoor Joseph Massie, en de peregrino van Puenta la Reina. Hij dwaalde tussen de antieke muren van Roncesvalles, Irache en Castrogerix. Hij overschreed de Loire, de Gave, de Rio Oja en vele andere watertjes. En nu, plots, springt er voor zijn wiel een klein konijntje de weg op zodat hij stopt om het naar veiliger oorden te verjagen. Zo bracht elk ogenblik op de lange weg hem steeds nieuwe sensaties, nieuwe ervaringen op deze fantastische tocht in de richting die door de beweging van de zon wordt aangeduid bij dag en door de sterren van de melkweg bij nacht. Wilfried, bankbediende, op de leeftijd van 40 jaar gekomen, wou er eens op uittrekken om zichzelf te bezinnen en ook om mensen, natuur, kunst, geschiedenis, en godsdienst te bestuderen. Daarom nam hij zijn fiets en vertrok. Vroeger zijn zovelen op weg gegaan. Met duizenden, met miljoenen, zijn in de middeleeuwen de bedevaarders naar Compostela vertrokken, alleen of in groep, maanden stappend in zon, regen, sneeuw, biddend en zingend, met brede hoed op het hoofd, met staf en knapzak, met een brede mantel getooid, met de Sint-Jakobschelp. Zij gingen zo ver en wisten dat zij misschien nooit zouden terugkeren wegens de gevaren, omdat hun geloof sterk was, om vergeving van hun zonden en misdaden te bekomen bij goddelijke en burgerlijke rechtbanken, om het avontuur te beleven, om hun grauwe leven te ontvluchten, om geluk en fortuin van geest en lichaam te bekomen. Gedurende ruim duizend jaren vloeide er een mensenstroom door Frankrijk en door het Noorden van Spanje, en wie vandaag nog op ontdekkingstocht gaat langs de pelgrimsroute zal met verbazing worden gadegeslagen. Het verleden zal herrijzen voor wie echt zijn stappen plaatst in het spoor van de voetgangers van God, zoals de pelgrims werden genoemd. De eenzame fietser op zoek naar Villalcazar de Sirga, waar Pablo Perez-Payo de beroemde mesonero voor een onvergetelijk onthaal zorgt, is dan ook nooit alleen. Gisteren, vandaag, en morgen, verder naar Astorga, El Cebreiro, Puertomarin ! Tranen van ontroering op de Monte del Gozo, verstomming bij het aanschouwen van de wondermooie gebouwen van de stad Santiago, ervaringen waarvan niemand ooit nog los kan ! Reeds in 1130 , in een zeer oude reisgids beschreef Aymeri Picaud de stad Santiago de Compostela als de voortreffelijkste en gelukkigste van alle Spaanse steden. Na een ontdekkingsreis en na een grondige studie over Compostela stelt zich de vraag : Sint Jacob, U die zoveel eer werd aangedaan door onze voorouders, waarom zijn we U vergeten ?
Par milliers, par millions, la besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays ils partaient le coeur brûlant, faire leur salut au bout des terres d'Occident , là où la mer un jour avait livré le corps de l'apôtre Jacques.
L'essentiel, vous ne savez pas le dire. Parfois, immobile dans votre lit, les yeux grands ouverts sur la nuit il vous semble encore marcher, comme ces chiens endormis devant l'âtre et qui font en rêvant le simulacre de poursuivre quelque gibier superbe. A ces moments-là quand le chemin vous reprend dans sa houle, quelque chose vous étreint le coeur .
En camino de Santiago iba una alma peregrina una noche tan oscura que ni una estrella lucia ; por donde el alma paseba le tierra se estremacia .
Na Aymeri Picaud, na Herman Künig von Vach, na Barret en Gurgand, na Wilfried Wijn, ... kwam Renaat Grandry , en zijn boekje zou ingepakt moeten worden in plastiek en alumiumfolie, en ergens worden ingemetseld in een schoon Jakobsoord opdat in de XXVIste eeuw het zeker nog zou worden gelezen.
Desde los Pirineos hasta Compostela, la via jacobea recorre el norte peninsular por la senda que trazaron los peregrinos medievales, llegados de todos los rincones de Europa. Historia y magia, arte y turismo, fe y deporte se dan la mano en un viaje que mantiene su atractivo desde hace once siglos.
Vous nous voyez marcher sur cette route droite tout poudrés , tout crottés, la pluie entre les dents sur ce large éventail ouvert à tous les vents la route nationale est notre porte étroite.
Les mille et mille pas qui mènent à Compostelle, humbles fatigues, fringales indicibles, blessures sans gloire, le salut de l'âme est au bout de tout cela.
Reacties op bericht (1)
16-11-2010
dag collega
Dag Wilfried,
met veel plezier ben ik begonnen aan je reisperikelen over je pelgrimstocht.
Het doet deugd om je verhaal te lezen.
Ik ben aanbeland in Parijs!
Ik ga er elke dag een beetje van snoepen, en hoop op evenleuke teksjes als totnutoe.
HEb wel wat moeten zoeken naar de eerste blogentry, maar 't is gelukt!
het zou misschien fijn zijn als je al je Compostela-verhalen ergens samen zet, of er een globale (of gedetailleerde) link naar maakt.
Fietsen en tennis en dergelijke interesseren mij niet zo zie je.
Het doet deugd om te lezen over je wel en wee, bedankt voor de tip!
tot schrijfs
Isabelle
16-11-2010 om 14:08
geschreven door Isabelle De Ryck
April 2025
Zo,
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
EINDE VAN DEZE BLOG 26 08 2012
Hoe sterk is de eenzame fietser Die krom gebogen over z'n stuur tegen de wind Zichzelf een weg baant
Zoeken in blog
Een bescheiden blik in de geschiedenis van de wielersport is vaak al voldoende om de fascinatie te proeven.
Quand on partait de bon matin Quand on partait sur les chemins A bicyclette Nous étions quelques bons copains Y avait Fernand y avait Firmin Y avait Francis et Sébastien Et puis Paulette
On était tous amoureux d'elle On se sentait pousser des ailes A bicyclette Sur les petits chemins de terre On a souvent vécu l'enfer Pour ne pas mettre pied à terre Devant Paulette Faut dire qu'elle y mettait du cœur C'était la fille du facteur A bicyclette Et depuis qu'elle avait huit ans Elle avait fait en le suivant Tous les chemins environnants A bicyclette
NATHALIE.
La place Rouge était vide Devant moi marchait Nathalie Il avait un joli nom, mon guide Nathalie... La place Rouge était blanche La neige faisait un tapis Et je suivais par ce froid dimanche Nathalie... Elle parlait en phrases sobres De la révolution d'octobre Je pensais déjà Qu'après le tombeau de Lénine On irait au café Pouchkine Boire un chocolat... La place Rouge était vide Je lui pris son bras, elle a souri Il avait des cheveux blonds, mon guide Nathalie... Nathalie Dans sa chambre à l'université Une bande d'étudiants L'attendait impatiemment On a ri, on a beaucoup parlé Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait Moscou, les plaines d'Ukraine Et les Champs-Élysées On a tout mélangé et on a chanté Et puis ils ont débouché En riant à l'avance Du champagne de France Et on a dansé... La, la la... Et quand la chambre fut vide Tous les amis étaient partis Je suis resté seul avec mon guide Nathalie... Plus question de phrases sobres Ni de révolution d'octobre On n'en était plus là Fini le tombeau de Lénine Le chocolat de chez Pouchkine C'était loin déjà... Que ma vie me semble vide Mais je sais qu'un jour à Paris C'est moi qui lui servirai de guide Nathalie... Nathalie
Marianne de ma jeunesse Ton manoir se dressait Sur la pauvre richesses De mon rêve enchanté
Les sapins sous le vent Sifflent un air étrange Où les voix se mélangent De nains et de géants
Marianne de ma jeunesse Tu as ressuscité Des démons des princesses Qui dans moi sommeillaient
Car ton nom fait partie Marianne de ma jeunesse Du dérisoire livre Où tout enfant voudrait vivre
Marianne de ma jeunesse Nos deux ombres enfuies Se donnèrent promesse Par-delà leurs joies et leur vie
Marianne de ma jeunesse J'ai serré sur mon cœur Presque avec maladresse Ton mouchoir de pluie et de pleurs
Il avait poussé par hasard Dans notre cour sans le savoir Comme un aveugle dans le noir Mon arbre Il était si petit Que c'était mon ami Car j'étais tout petit Comme lui J'attendais de lui le printemps Avec deux ou trois fleurs d'argent Un peu de vert, un peu de blanc Mon arbre Et ma vie s'accrochait A cet arbre léger Qui grandissait Comme je grandissais
Chanson de GILBERT BECAUD
Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde Quand tu n'es pas là S'arrètent de chanter Et se mettent à pleurer Larmes de pluie au ciel d'été Quand tu n'es pas là Le silence qui gronde Me donne si froid Qu'un jour ensolleillé Me fait presque pleurer Larmes d'ennui malgré l'été La ville fait de grâces La lune des grimaces Qui me laissent sans joie Les cantiques d'églises Malgré tout ce qu'ils disent Me font perdre la foi Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde La nuit sur mon toit Viennent se rassembler Et pour me consoler Chantent tout bas ' Elle reviendra ' Quand tu reviendras De l'autre bout du monde Quand tu reviendras Les oiseaux dans le ciel Pourront battre des ailes Chanter de joie Lorsque tu reviendras !
Le Pianiste de Varsovie Gilbert Bécaud
Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Chopin Je l`aime bien, Chopin Je jouais bien Chopin Chez moi à Varsovie Où j`ai grandi à l`ombre A l`ombre de la gloire de Chopin Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur Plus de sentiment Plus de mouvement Plus d`envolée Bien bien plus léger Joue mon garçon avec ton coeur Me disait-il pendant des heures Premier concert devant le noir Je suis seul avec mon piano Et ça finit par des bravos Des bravos, j`en cueille par millions A tous les coins de l`horizon Des pas qui claquent Des murs qui craquent Des pas qui foulent Des murs qui croulent Pourquoi? Des yeux qui pleurent Des mains qui meurent Des pas qui chassent Des pas qui glacent Pourquoi Le ciel est-il si loin de nous? Je ne sais pas pourquoi Mais tout cela me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur
What does not destroy us makes us stronger.
Rondvraag / Poll
Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
À la claire fontaine
M'en allant promener, J'ai trouvé l'eau si belle, Que je m'y suis baignée.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Sous les feuilles d'un chêne Je me suis fait sécher, Sur la plus haute branche, Un rossignol chantait.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Chante, rossignol, chante, Toi qui as le coeur gai, Tu as le coeur a rire, Moi, je l'ai à pleurer.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
J'ai perdu mon ami Sans l'avoir mérité, Pour un bouquet de roses, Que je lui refusai.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Je voudrais que la rose Fût encore au rosier, Et que mon doux ami Fût encore à m'aimer
Turning and turning, the world goes on We can't change it, my friend Let us go riding now through the days Together to the end Till the end
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Spinning and spinning, the dreams I know Rolling on through my head Let us enjoy them before they go Come the dawn, they all are dead Yes, they're dead
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Julia Tulkens .
Hebben wij elkaar gevonden in dit land van klei en mist waar tussen hemel en aarde ons leven wordt uitgewist ?
Ben ik nog schaduw, ben ik al licht, of is d'oneindigheid mijn aangezicht ?
Treed ik in wolken of in hemelgrond ? Er ruist een hooglied aan mijn lichte mond. In uw omarming hoe ik rijzend ril ... Mijn haren wuiven en de tijd valt stil .
Julia Tulkens.
SONNET POUR HELENE
Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle, Assise auprès du feu, dévidant et filant, Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant : Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.
Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle, Déjà sous le labeur à demi sommeillant, Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant, Bénissant votre nom de louange immortelle.
Je serai sous la terre et fantôme sans os : Par les ombres myrteux je prendrai mon repos : Vous serez au foyer une vieille accroupie,
Regrettant mon amour et votre fier dédain. Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain : Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.
Regretting my love, and regretting your disdain. Heed me, and live for now: this time won’t come again. Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.