Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
C'est plein d'Uylenspiegel Et de ses cousins Et d'arrière-cousins De Breughel l'Ancien
Le plat pays qui est le mien.
Tous les chemins qui mènent à Rome Portent les amours des amants déçus et les mensonges des anges déchus.
Pelgrim
Wat zich gaande voltrekt in de ziel van de pelgrim is niet een toenemend verlangen naar het bereiken van zijn reisdoel, niet het vinden van het heilige aan het einde van zijn bedevaart, maar zijn overgave aan de ruimte, aan de kiezels op zijn pad, zijn besef van niet-weten, zijn afdalen in de leegte.
Zijn benen worden zijn vrienden, de regen zijn lijden, zijn angst wordt gericht naar de honden langs de weg, het vele legt hij af en hij rust in het Ene. Al trekkend komt hij nergens, voortgaande bereikt hij niets, maar zijn vreugde neemt toe om een bloem en een krekel, om een groet en een onderdak.
Zijn reisdoel en zijn thuis vloeien samen aan de horizon, hemel en aarde vinden elkaar op het kruispunt van zijn hart. Het heilige verdicht zich in de dieren en de dingen. Zijn aankomst ligt verborgen in de wijsheid van het Zijn.
Catharina Visser
De Weg.
In de verte gaat een pelgrim, eenzaam over het pad. Met een blik voorwaarts, eindeloos turen naar het pad. Het pad dat hem leidt, de wind die hem begeleidt. Samen èèn met de natuur, de geur,het geluid en omgeving. Daar toont de schepping hem, nederig dat het pad van zand zo hard als steen is. Soms ook warm,koud en nat. De pelgrim stapt over het harde pad, met als enige vriend zijn schaduw. Samen op hun weg.
When we got to the sea at the end of the world We sat down on the beach at sunset We knew why we had done it To know our lives less important than just one grain of sand.
En camino de Santiago Sur le chemin de St Jacques Iba una alma peregrina Allait une âme pérégrine Una noca tan obscura Une nuit si obscure Que ni una estrella lucia ; Que ne brillait aucune étoile ;
Le patron de toutes les filles C'est le saint Jacques des Bourdons; Le patron de tous les garçons C'est le saint Jacques des Coquilles. Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet, Coquilles et bourdons exigent que l'on troque; Cet échange affermit l'amitié réciproque, Et cela vaut mieux qu'un œillet.
Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.
Betrouw geen pelgrim met een baard Die met een schooikroes geld vergaart Al beed'lend langs de wegen sjokt En met een deerne samenhokt.
Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.
Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
Ik had het eerst niet in de gaten, en opeens zàg ik het spoor dat jij voor mij hebt nagelaten.
Mon père .
Assis dans un vieux fauteuil Recouvert d'un plaid usé, Il rêve de son passé, En attendant le sommeil.
La fumée d'un cigare Flottant au-dessus de lui, D'une auréole, pare, Sa tête grise, de nuit.
Vêtu d'un pantalon gris, Chemise de flanelle Sous le tablier bleu sali. Sa casquette est belle.
Il sait déjà que demain, Sera le grand jour pour lui. Mais il ne regrette rien, Et partira seul sans bruit .
***
La mort .
Le jour où tu viendras, A l'aube d'un matin, Me tendre les bras Me chercher par la main, Entre comme moi Par le fond du jardin.
Tu essuyeras tes pieds Sur le grand paillasson, Pour ne pas marquer Tes pas dans le salon, Et n'oublie pas d'ôter Ton noir capuchon.
La table sera mise Et le vin bien chambré, Quand tu sera assise Nous pourrons le goûter, Avant que je ne suive Ton ombre décharnée .
Mais si tu préfères Par surprise me faucher, Au début de l'hiver Ou au soir d'un été, Pousse la barrière Elle n'est jamais fermée.
Avant de m'emporter, De rendre ma valise, Laisse-moi griffonner Une dernière poésie Où je ferai chanter La beauté de la vie.
Ce n'est pas ce matin Que je quitterai le port, Puisque de mes mains J'ai caressé si fort Ses lèvres de satin Que je t'oublie, la mort.
+++
SEUL SUR LE CHEMIN .
J'ai traversé des villes, J'ai longé des cours d'eau J'ai rencontré des îles J'ai cotoyé le beau !
Tout au long du voyage Rien ne m'a retenu Même pas un signe de croix Tracé d'une main tremblante.
Le vent, la mer, la pluie M'ont façonné le coeur. Je suis leur propre image, Immuable douleur.
Je fais signe aux oiseaux, Seuls amis de ce monde, Qui m'entraînent dans une ronde A m'en crever la peau.
J'ai traversé des coeurs, J'ai rencontré des bras, J'ai caressé des fleurs, J'en ai ceuilli pour toi.
TENNIS DE TABLE MESATENISTA PING PANG QIU TISCHTENNIS TABLE TENNIS
photos courtesy ITTF
乒乓球 Stolni tenis Tenis Stolowy
ITTF TABLE TENNIS Classement mondial 26 - 08 - 2012 World Ranking Weltrangliste Ranking Mundial Värlen Rangordning Classifica Mondiale MESSIEURS : 1. ZHANG Jike - CHN 2. MA Long - CHN 3. XU Xin - CHN 4. WANG Hao - CHN 5. MIZUTANI Jun - JPN 6. MA Lin - CHN 7. BOLL Timo - GER 8. CHUANG Chih-Yuan - TPE 9. OVTCHAROV Dim - GER 10. WANG Liqin - CHN 11. JOO Se Hyuk - KOR 12. OH Sang Eun - KOR
-- DAMES : 1. DING Ning - CHN 2. LI Xiaoxia - CHN 3. LIU Shiwen - CHN 4. GUO Yan - CHN 5. ISHIKAWA Kasu - JPN 6. FUKUHARA Ai - JPN 7. FENG Tianwei - SIN 8. KIM Kyung - KOR 9. GUO Yue - CHN 10. WANG Yuegu - SIN 11. WU Yang - CHN 12. TIE Yana - HKG
De noodklok belt slechts éénmaal Komt weldra de ultieme speeltijd Ademen voor de laatste maal Gelukkig geen haat noch nijd Toch af en toe een flater Een zorg is dit voor later Lopen van os naar ezel Toch af en toe een flater Niet knikkers tellen, wel het spel Lopen van os naar ezel Dagelijks goed aan de kost Niet knikkers tellen, wel het spel Verwachtingen zelden ingelost Dagelijks goed aan de kost De beste blijft mijn moeder Verwachtingen zelden ingelost Water is het kostelijkste voeder De beste blijft mijn moeder Om bestwil een toontje lager zingen Water is het kostelijkste voeder Op zoek naar de diepte der dingen Om bestwil een toontje lager zingen Komt het varksken met de lange snuit Op zoek naar de diepte der dingen Nu is dit pantoumeke bijna uit Komt het varksken met de lange snuit Ademen voor de laatste maal Nu is dit pantoumeke bijna uit De noodklok belt slechts éénmaal.
Tibertyn. ***
Kleine mensenhand strooit op winterse dag kruimels voor de mus.
Schelpen op het strand die worden door de branding voor ons kind gebracht.
Molens in de wind draaien, draaien, en draaien in het vlakke land.
Kerstman in de straat borstelt met grote bezem sneeuw weg van de stoep.
De dode takken breken af bij felle wind van de avondstorm.
Kreten in de nacht van kikkers in de vijver lokken de reiger.
Hulpeloos jong lam verloren tussen struiken waar de wolf vertoeft.
De werkzame bij zoekt in de roze bloesems lekker naar honing.
The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”
De pelgrim.
Hij is op de weg alleen al weet hij nog niet waarheen maar ergens stond geschreven dat hij die richting moest gaan en aarzelt hij soms even langs de eindeloze baan terwijl hij in zijn hart voelt dat velen eerder gingen mijmerend over dingen terwijl een windje afkoelt .
Verder dan Rome loopt de weg.
Ervaringen van een pelgrim.
30-06-2010
De baas van De Drie Koningen is overleden.
blz.14-15-16- van Zondagsvriend Sportmagazine van 3 oktober 1956 die het ganse sportgebeuren in beeld bracht en bovendien voor slechts 7 frank per week haar geaboneerden liet in aanmerking komen voor een uitgebreide ongevallenverzekering.
STAN OCKERS. We vragen ons terecht af dat er wel een meer volksgeliefde figuur is geweest in de wielersport dan Stan Ockers, de bescheiden, eenvoudige volksjongen, die met bescheiden middelen de hoogste trap bereikte in deze sport, die toch uren van toewijding, uren van volharding, uren van opoffering vergt. Tot de meest eenvoudige mens vindt zich in Ockers weer, die steeds streefde naar iets beter en iets hoger. Daaraan moet hij wellicht. zijn reusachtige populariteit te danken hebben gehad. Och, we zouden duizend en één bewijzen kunnen aanhalen van de sympathie, die hij in zowat alle lagen van de bevolking genoot. We hebben dit voor de eerste maal vastgesteld in een stampvolle cinema ' Roma' na zijn eerste Ronde van Frankrijk, wanneer hij gehuldigd werd. Hoevele van zijn vrienden en bewonderaars, maar ook hoevele die hem niet eens kenden, hebben toen niet uren en uren gewacht op zijn aankomst in het Oost-station ? Toen reeds had hij het hart van het Antwerpse volk gewonnen ... .
Amsterdam 1954- Départ du Tour de France, papa neemt afscheid van vrouw en kind.
De uitbundige rondtocht, welke hij vorig jaar maakte, wanneer hij als wereldkampioen uit Italië naar zijn stad terugkeerde, overtrof echter alles. Een schrik van volk verdrong zich toen in de Gemeentestraat, klein en groot, oud en jong, zodat zelfs de trams dienden omgeleid. Maar Stan Ockers was niet alleen in Borgerhout populair, ook ver daarbuiten droeg men hem een goed hart toe. Dat hebben we zelf best ondervonden toen hij in 1953 niet aangeduid was in de Belgische ploeg voor de Ronde van Frankrijk. Dit veroorzaakte een golf van protest die ons land overspoelde. Reeds dagen voor het vertrek van de Tour riep men ons zelfs op de Franse wegen toe : ' Qu'est-ce que vous avez fait d'Ockers, bande de saligauds ! ...' , hetgeen vrij vertaald kan worden door ' Waar is Ockers gebleven, ... lafaarden ! ...'. Want de boer uit Normandië, de stadsmens van Bordeaux, de zonneklopper van de Azurenkust, de bewoners aan de voet van het hooggeberte, en wie weet ik al, de vogels in de lucht, vroegen het ons allemaal : ' Waar is Ockers gebleven ... ? Maar wat ons vooral heeft getroffen, dat was in de derde rit Luik-Rijsel, wanneer op de Waalse wegen in koeienletters geschreven stond : OCKERS, OCKERS, OCKERS, OCKERS ....! Het was de stem van het volk, die op de stenen geschreven stond. Vox popumi, vox Dei .
De laatste koers van Stan Ockers. Festival der wegrenners . Grote prijs van de Antwerpse Sportpers. Het prestigieus deelnemersveld met de koningen van het wegseizoen 1956 bestond volgens de affiche uit : Van Steenbergen, Van Looy, De Bruyne, Ockers, Walkowiak, Gauthier, Darrigade, Gaul, Vannitsen, Derycke, Adriaenssens, Vlayen, Janssens, Bover, Robinson, Schulte, Voorting, Van Est, Lauwers,Wagtmans, ... .
De bange uren en de tragische ontknoping.
Zaterdag 29 september 1956 21u10 : Het hoofdnummer van de meeting in het Antwerps Sportpaleis tijdens de glansrijke opening van het winterseizoen is begonnen. Het betreft een koers op eigen kracht over 50 km en voor Stan Ockers is het zijn 116de optreden op de 250 m lange wielerbaan. 21u30 : De snelheid is opgedreven tot nagenoeg 50 km per uur tijdens de vierde klassementsprint. Renner Nest Sterckx , die wegens defect even was afgestapt, werd door zijn verzorger op de cementband terug op de piste geduwd, op het ogenblik dat het peleton kwam aangesnord. 21u31 : Ockers reed aan de kop van dit aanstormend peleton en bij het uitkomen van de bocht kon Stan niet zien dat er zich voor hem iemand op het ovaal bevond. Hij reed dan ook naar boven , hierbij omkijkend om alzo de leiding af te staan. 21u32 : En toen gebeurde het ongeluk. Ockers reed keihard tegen Nest Sterckx aan en beiden ploften zwaar tegen de planken, terwijl ook Gerrit Voorting en Rik Van Looy over hen heengingen. 21u35 : Van Looy en Ockers werden dadelijk op draagberries naar de hulppost van het Rode Kruis gebracht in het Sportpaleis, waar even later ook Nest Sterckx werd binnengeleid. 21u40 : Van Looy kwam terug tot bewustzijn, terwijl Nest Sterckx slechts oppervlakkige armwonden had. Ook bij Ockers scheen geen onmiddellijk gevaar te zijn. Volgens de eerste vaststellingen zou hij een sleutelbeenbreuk en een lichte hersenschudding hebben opgelopen. 21u50 : Ockers scheen even terug tot het volle bewustzijn te komen, zodat de meest hoopvolle berichten werden geuit. De dokter van dienst hield echter een nauwkeurig consult en stelde vast dat Ockers uit het oor bloedde. Hij gaf dan ook order tot een radiografisch onderzoek. 23u30 : Stan Ockers werd naar het Sint Bartholomeus-gasthuis te Merksem overgebracht voor een ernstig onderzoek. Inmiddels was ook dokter Augusteynen , de private dokter van Stan, gealarmeerd en die stelde met zijn collega's zware verwondingen vast.
Zondag 30 september 1956. Voormiddag : De radiografie had uitgewezen dat Stan Ockers een schedelbreuk had opgelopen en dat tevens vier ribben werden gebroken. De toestand was dus slechter dan eerst werd verondersteld. In de nacht van zaterdag op zondag bleek hij bij tussenpozen wel even tot het bewustzijn te komen, maar viel dadelijk daarop terug in het coma. Andere verwikkeling : de schedelbreuk compliceerde zich met hersenbloedingen. Namiddag : De toestand bleef steeds kritiek. Broer Jos, gangmaker Van den Broeck, en manager Van Buggenhout, die samen met zijn echtgenote steeds in de buurt bleven, zagen Stan Ockers bestendig achteruitgaan. Rond 14u00 kwam een priester voor de laatste sacramenten. 23u00 : Twee specialisten waren aan het ziekbed opgeroepen : de zenuwarts De Raedemaecker uit Brugge, en de chirurg Hachlisch uit Brussel. Na overleg met de dokters Augusteynen en Van Kerckhoven werd besloten tot een schedelboring over te gaan, als ultiem redmiddel tegen de hersenbloeding.
Maandag 1 oktober 1956 . 02u00 : 's ochends . Er waren vier schedelboringen uitgevoerd, doch men was er niet in geslaagd de bloedklonters in de hersenen te verwijderen. De onheilspellende berichten werden door dokter Van Kerckhoven bevestigd : ' Slechts een mirakel kan onze vriend Stan er nog doorhalen ... ' . 07u00 : Terwijl de familieleden, vooral zijn echtgenote en zijn moederke die maar steeds weenden, in angstige spanning het verdere verloop afwachtten, samen met broers en zusters, terwijl intussen zuurstofflessen waren geplaatst, omdat de ademhaling vrij onregelmatig was, kwam er een glimp van verbetering , maar de toestand bleef nog steeds bedenkelijk. 9u40 : De zware doodstrijd van Stan Ockers is ten einde ... Stan Ockers is overleden. In de witte ziekenhuiskamer van het St Bartholomeus-hospitaal is hij bezweken. Met hem ging niet alleen een van de meest volksgeliefde wielerkampioenen, maar ook een groot sportman heen, een goede mens en een trouwe vriend van velen. Rust zacht, arme Stan.
Antwerpen verloor haar geliefde zoon. De stem van het volk was sprakeloos. In en rond ' De Drie Koningen' bij Stan Ockers was alles stil en verlaten, doods. Men passeerde, stond stil en ging verder. Maandag en dinsdag gingen duizend en nog duizend paar voeten over de drempel van de rouwkapel. Iedereen wilde in het St Batholomeushospitaal, een laatste groet brengen aan de kleine, volksgeliefde Stan Ockers, de laatste hulde aan de overledene. Stan lag tussen de bloemen, rustig en vredig ... .
Op donderdag 4 oktober 1956 volgt een koninklijke begrafenis. Stan Ockers kreeg zijn laatste rustplaats op het Borgehoutse kerkhof Silsburg.
Rik 1 won op die dag, Rik 2 en Nest Sterckx overleefden de valpartij.
Bronzen beeld van sportheld Stan Ockers uit het Sportpaleis.
blz.12/13 - De mens Stan Ockers- ( Zondagsvriend 3-10-1956 )
Geschreven op een dag toen de zon boven Antwerpen niet meer scheen.
Stan Ockers die steeds heeft gestreefd het hoogste te bereiken als wielrenner en daarin volkomen is geslaagd, heeft ook altijd getracht om als mens op de voorgrond te treden. Met mens bedoelen wij niet slechts de wijze waarop de vroegere wereldkampioen zich kleedde, hoe hij zich gedroeg aan tafel of in het gezelschap van hooggeplaatste personaliteiten, maar de manier waarop hij reageerde tegenover mensen en dingen. Dit laatste heeft er ontegenzegelijk zeer veel toe bijgedragen dat hij in alle lagen der bevolking een populaire figuur was en ook bleef. Hij werd gevraagd om voor de ouden van dagen in zijn gemeente iets bijzonder te doen en aanvaardde aanstonds, ook al had hij zijn kostbare tijd nodig. Een renner ging het niet voor de wind en kende financiële moeilijkheden. Ockers wist er raad mee en zorgde in de mate van het mogelijke dat de nood werd gelenigd.Nooit werd tevergeefs beroep op hem gedaan. Altijd was hij bereid om iets mee te helpen verwezenlijken wanneer hij overtuigd was dat het gebeurde om iets goed te doen. Zo was hij de eerste om als wielrenner, wedstrijden te organiseren van voetballende wielrenners, waarvan de opbrengst ten goede kwam aan een of ander liefdadig werk.
" U kunt op mij rekenen ! " . Het ware enkele woorden welke hij uitsprak wanneer hem iets werd gevraagd en men kon overtuigd zijn dat de steun volledig was. Hetgeen Ockers vrijwillig en spontaan aanvaardde, volbracht hij. Zo vergeten wij niet zijn medewerking aan de wielerschool welke Sporta in het leven had geroepen voor jonge renners en waar de medewerking van Ockers werd gevraagd. Stan Ockers zou de Sporta-leiders gemakkelijk hebben kunnen antwoorden ' dat het voor hem uiterst moeilijk was, aangezien de vergaderingen doorgaans zondagmorgen in de Kempen of Oost-Vlaanderen plaats hadden en hij zaterdagavond meestal ergens een contract moest vervullen ' . Geen mens had hem dit ten kwade kunnen duiden. Ockers deed het niet. Hij aanvaardde spontaan en belangloos omdat hij overtuigd was van het werk dat de sportpater zaliger voor een vijftien jaren in het leven had geroepen. Stan Ockers wilde ook zijn steentje bijdragen voor dit grootse werk en de jongeren met het woord ten dienste staan.
Tijdens de talrijke vergaderingen voerde hij, samen met de leiders van Sporta en met enkele wielerjournalisten het woord. Hij vertelde de jongere generatie op aanschouwelijke wijze wat zij te doen had om het eenmaal tot renners van formaat te brengen die niet alleen als wegrenners konden presteren, maar ook als mens de hoogste sport van de ladder bereiken. Stan Ockers voelde dit aan als een plicht welke hij diende te vervullen ten opzichte van Sporta, het werk dat hij waardeerde, en als dank ten opzichte van de stichter, pater Van Clé.
De vroegere wereldkampioen had een zeer grote waardering voor de sportpater. Was hij het met hem niet altijd eens, werd er soms openhartig gediscussieerd over punten waar men het niet over eens was, er bleef immer de waardering voor een man die het goede beoogde, hetgeen eveneens de bedoeling en de opzet was bij Stan Ockers. Het verwonderde ons dan ook helemaal niet , in tegenstelling tot sommige mensen, Stan Ockers te zien opstappen achter het lijk van de sportpater. " Het was toch mijn plicht, niet ? " zei hij tot enkele journalisten. ' Pater Van Clé heeft zoveel gedaan voor de wegrenners, zodat het uiteindelijk niet meer dan billijk is om deze dankbaarheid te betuigen door aanwezig te zijn op zijn laatste tocht . " Deze woorden hebben ons getroffen, zijn ons altijd bijgebleven omdat zij de mens Ockers typeerden.
Hij was groot in zijn volharding om een groot wielrenner te worden, doch hij was naar onze mening zeker zo groot als mens die het goede nastreefde en overal bereid was om dit goede te verspreiden onder al de mensen, zonder onderscheid van stand of overtuiging. Ook hij zocht naar de mens, net zoals de overleden sportpater waarvoor hij zulke waardering had. Dit was zeker een van de redenen , misschien wel dé reden, waarom hij zich in zulke populariteit mocht verheugen en zich zo sympathiek maakte. Het is stellig ook de reden waarom zijn verscheiden in gans het land zulke beroering heeft verwekt en zijn laatste tocht door tienduizenden werd gevolgd. ------------------------------------------------------------------------------------------------- Onder enkele foto's kwamen volgende zinnen :
Wenende Impanis en Ockers : medevoelen met vrienden-renners welke werden getroffen door het noodlot. Stan Ockers, die zijn tranen niet meer kon bedwingen in Zwitserland (1948) nadat bekend was dat Depoorter op tragische wijze om het leven was gekomen tijdens een bergrit op de Sustenpas.
Op rustig beheerste wijze zette Stan Ockers aan de jonge renners uiteen welke weg zij moeten bewandelen indien zij ooit het hoogste willen bereiken en hoe zij zich als mens hebben te gedragen.
Ockers was een ware ambassadeur van de wielersport in het bijzonder en van de sport in het algemeen. Hij werd door Mgr. Van Wayenbergh gelukgewenst om een behaalde onderscheiding waardoor hij zijn sporttak en tevens zichzelf in het middelpunt van de belangstelling had geplaatst.
Ook op de opschik was Ockers steeds gesteld. Reinheid op zichzelf en kleding was een van de parolen van de wereldkampioen.
Stan Ockers kon zich in ieder gezelschap aanpassen. Maar uiteraard voelde hij zich best thuis in gezelschap van andere wielerkampioenen zoals Poeske Scherens en Dolf Verschueren. Op receptie in de bureau's van de Belgische Wielerbond genoten deze mannen echt van elkaars gezelchap.
De heer M. Van Bergen animeerde dikwijls de interviews op de vele sportavonden waarop Stan Ockers te gast was in de wielermilieu's en waar hij dicht bij zijn supporters kwam die hem zo graag zagen.
De strijd voor de Belgische driekleur op de weg voor elites met contract wordt komende zondag gereden te Leuven op een lastig traject waarop ook de Grote Prijs Jef Scherens Rondom Leuven zich jaarlijks afspeelt op het einde van de zomer. Zondag staan echter niet 13 ronden op het menu maar wel 17 ronden en dat betekent een koers over 240 km waarin poppemiekes niet lang in de spits van het gebeuren zullen kunnen blijven. Het wordt een topdag voor de Belgische wielersport zoals dat bestaat op de dagen van de voorjaarsklassiekers Ronde Van Vlaanderen en Luik-Bastenaken-Luik. Alhoewel het wielrennen te Leuven reeds werd beoefend in de XIXe eeuw ten tijde van de Hoge Bicycles, en alhoewel De Leuvense Stoempersclub nu al méér dan 100 jaar oud is, en alhoewel in het Leuvense straatbeeld zoveel fietsende studenten opvallen, heeft het toch lang geduurd alvorens Burgemeester Louis Tobback met de hulp van Stella Artois voor het eerst de titelstrijd voor profrenners te Leuven kan zien en laten gebeuren.
Vanaf 10u in de voormiddag zullen de wielerliefhebbers Leuven binnenstromen. Er worden 35.000 toeschouwers verwacht, zeker nu het weer warm wordt. De renners zullen voorgesteld worden en de start zal plaatsvinden in het decor van Grote Markt, Sint Pieterskerk en Stadhuis. Behalve in de laatste kilometer op weg naar het Fochplein zijn de 14,1 km golvend, draaiend en wringend, met ook twee nijdige hellingen : de Keizersberg en de Wijnpers. Er wordt een vroege vlucht verwacht met dappere kerels die op de loodzware omloop zullen zorgen voor een schitterende koers.
Terwijl thans in alle andere grote wegwedstrijden steeds méér dan honderdtwintig buitenlandse hardrijders meerijden en de Belgen al blij zijn na het behalen van een ereplaats, dan is dat één keer per jaar helemaal anders, want in een Belgisch Kampioenschap rijden alléén maar Belgen mee, en ook àlle Belgen van eigen volk met een licentie van de hoogste categorie. De ploegen zijn niet beperkt qua aantal renners die in de wedstrijd mogen aantreden. Bovendien zijn er de groepjes, de éénlingen en de veldrijders, die als ze tactisch slim zijn toch wel zullen samenspannen.
Er zullen 111 vertrekkers zijn die rijden in 24 verschillende truitjes waarop de namen van de vele sponsors die zorgen voor de maandlonen van deze beroepsrenners. Het deelnemersveld is eigenlijk verdeeld in vier soorten renners: 1. De leden de Belgische Pro Tour Teams : Quickstep (12) en Omega Pharma Lotto (17). 2. De Belgische renners uit buitenlandse teams : Cofidis (4), RadioShack ( 3),Vacansoleil Pro Cycling (3), HTC Columbia (3), Team Katusha (2), Team Milram (2), Skil Shimano (2), Garmin Transitions (1), AG2R La Mondiale (1), Liquigas Domo (1), Française des Jeux (1), en Rabobank (2). 3. De renners van de twee Belgische Pro Continentals : Topsport Vlaanderen Mercator (20), en Landbouwkrediet (16). 4. De renners uit Continentals en uit ploegen voor veldrijders : Verandas Willems (4), An Post Kelly (3), Qin Cycling Team (2), Jong Vlaanderen Bauknecht (1), Telenet Fidea (4), Sunweb Pro Job CT (3), BKCP Power Plus (2), AA Drink Team (1).
Reeds in 1894 in het Limburgse Smeermaas-Maaseik, op de weg en met gangmakers, werd het eerste nationale wegkampioenschap en dat werd toen in die heroïsche tijd gewonnen door de Luikenaar Léon Houa. De vraag die allen zich in het België van vandaag stellen, is van nu tot zondagavond niet meer ' Wie zal onze Eerste Minister worden ? ' maar wel 'Wie zal Eerst worden in ons Belgisch Kampioenschap 2010 voor wielrijders worden ?' .
De concurrentie tussen de blokken zal bikkelhard zijn, ook indien de afschaffing van 'de oortjes' de rol van de sportbestuurders zou beperken. Na een moeilijk te controleren koers, komt er wellicht na km 200 een verschrikkelijke finale. De renners die dan nog een hoofdrol willen spelen zullen absoluut zeer sterk moeten wezen. Als favorieten worden Stijn Devolder, Bjorn Leukemans, Greg Van Avermaet, en Philippe Gilbert, naar voren geschoven. Iedereen zal deze namen wel aanvaarden op de podiumplaatsen. Maar ' la glorieuse incertitude du sport' vraagt uiteraard om ook anderen te citeren. Wie dan ?
Me baserend op voorbije uitslagen op hetzelfde parkoers, maar dan met minder kilometers en met een groter peleton, in de Grote Prijs Jef Scherens, dan geef ik Stijn Vandenbergh, Nick Nuyens, Fréderic Amorison, Kurt Hovelijnck, en zelfs de goede oude Nico Eeckhout ook een kans. Me baserend op de op dit moment reeds gekende selecties voor de Tour de France 2010, dan zie ik als gemotiveerde kampioenschapsrijders die fit en in goede forme zijn : Serge Pauwels, Maxime Monfort, Jurgen Van den Broeck, Jurgen Roelandts, Jurgen Van de Walle, Francis Degreef, Mario Aerts, Kevin Seeldraeyers, Maarten Wynants, Dries Devenyns, Kevin Deweert, en Johan Vansummeren. Tenslotte hoop ik op iemand die niet verwacht wordt, maar die toch wel de man van de dag kan worden en die schoon zou staan in onze nationale kleuren. Mijn oog heeft wel gezien dat Johan Coenen weer goed bezig is. Hij mag winnen van mij na een verwarde koers. Een tweede outsider is Frederik Veuchelen, een regionaal die nu voor eigen resultaat mag vechten en zou kunnen overleven na een lange ontsnapping in een zware koers. Moge echter ook eventueel het volgende mirakel gebeuren, waarvoor ik een kaars zal laten branden in de Sint Pieterskerk, niet voor het paterke van Hasselt, maar wel voor Gert Steegmans die op de goede manier hopelijk zal reageren omdat hij niet mee mag met Lance Armstrong naar de Tour. Na 239 km onzichtbaar te zijn geweest, zie ik hoe Gert aan het station van Leuven een linkse draai neemt op groot verzet richting eindmeet waar de schone driekleurige trui wacht ( Gert, nog ne keer winnen, zoals Poeske Scherens ... , voor uw supporters en voor de centen ! ).
Ik schrijf niets over Niels Albert, Sven Nijs, en Bart Wellens, dat zijn de cracks voor de winter, maar ook zij zullen door vele toeschouwers worden aangemoedigd, mannen die naar Leuven komen voor een goede koers, voor enkele lekkere Stella's , of gewoon omdat het te Leuven plezant is.
Niels zal zeker zijn best doen ! - Jules Van Hevel legendarische kampioen 1920
Philippe Gilbert zou te Leuven ook graag het grote N.K. lot winnen !
STAN OCKERS - ( vervolg - Speciale Uitgave Zondagsvriend 3 october 1956)
blz 11 - In het leven van een beroepssportman treden meerdere figuren, zo niet op de voorgrond, dan alleszins op een fel geïnteresseerd zijplan. Het zijn die figuren welke eng met de verrichtingen van de de renner vergroeid zijn en welke omzeggens mede de grootheid en voor de sportbeoefenaar in de beroepsrangen ook mede de belangen van de vedette helpen verzorgen. Stan Ockers was een wielrenner die jaren onverdroten gewerkt heeft, lang op eigen houtje of slechts gesteund door zijn vrienden, zijn clubleiders en zijn trouwe omgeving, om de doorbraak te forceren en om de weg naar het succes en de roem in een sportloopbaan te vinden. Die mensen rond zo'n renner zijn, om een vertrouwde zinsspeling te maken op de gekende film, als de ' Schipper naast Ockers' geweest in diens drang naar de hoogste toppen en bij zijn gestadig pogen om zijn maatschappelijke toestand te verhogen. Al deze figuren die naast Stan stonden en met hem een lange tocht hadden afgelegd tot wanneer alles zo plots en zo dramatisch werd afgebroken voor de gewezen wereldkampioen, blijven nu in een verschrikkelijke eenzaamheid achter. We citeren enige van deze rouwende mensen. Oud-renner MARTIN VAN DEN BROECK die de trouwe gangmaker en oefenpartner was waarop Stan nooit vergeefs beroep deed. Broer JOS OCKERS die ondanks een mindere gezondheidstoestand in het begin met een buitengewone offervaardigheid zijn broer is blijven bijstaan in moeilijke jaren. JAN VAN BUGGENHOUT, de manager, die Ockers beroepsbelangen verdedigde en hem terzijde stond op de weg van zijn internationale vermaardheid. LEON VAN DER HULST, de baas van het rijwielmerk Elvé-Peugeot, welke voor Stan Ockers een buitengewone waardering en tevens hechte vriendschap koesterde.
Op deze foto blijkt duidelijk dat Stan Ockers geen wieltjeszuiger was die geen meter kop deed . Tour 1952.
Verwijzing naar vroegere stukjes over Stan Ockers.
Op deze blog kwamen al eerder stukjes over Stan Ockers.
28/8/2008 - Stan Ockers 1955
5/9/2008 - De grote prijs van de Molenbeek. De laatste zomer van Stan Ockers.
17/12/2009 - Zondag 28/8/1955 18/12/2009 - Oersterke Stan Ockers wordt wereldkampioen. 19/12/2009 - De pelgrim te Frascarti.
Deze stukjes kunnen bereikt worden via google, of door in de linkerkolom te gaan naar ' Archief per Maand' en daar te klikken op 8-2008 , 9-2008, 12-2009 .
blz.8/9/10- De Belgische en internationale wielerwereld werd in diepe rouw gedompeld met het heengaan van Stan Ockers. Voor de familie van de ex-wereldkampioen : de ouders van Stan, mevrouw Ockers, zoontje Eddy en de talrijke broers, zusters en familieleden. Want wie weet hoezeer mevrouw Ockers haar man in het hart droeg en niemand weet hoe erg de kleine Eddy van zijn papa hield. Niemand weet wat broer Jos voor Stan heeft gedaan en niemand weet wat de ouders van de overledene voor hun kinderen en voor Stan in het bijzonder hebben ontbeerd ; hoe fier en gelukkig ze later waren toen ze hun Stan zagen opklimmen in de maatschappij. Het was dan ook telkens verdiend als mevrouw en gans de familie in de vele huldebetuigingen die Ockers mocht ontvangen, betrokken werden.
STAN OCKERS BOUWDE EEN WERELD VOOR ZIJN HUISGEZIN.
Er waren jaren en tijdstippen dat Stan Ockers niet dikwijls de rust en de gezelligheid van de huiskring kon opzoeken omdat zijn taak, vooral zijn zware taak, van wereldkampioen hem voortdurend in het geweer stuurde, maar die weinige ogenblikken van gelukkig gezinsleven nam Stan Ockers telkens te baat om lichamelijk zowel als moreel herop te knappen. Op een sportavond hebben we iemand aan de micro Stan eens horen vragen hoe het toch kwam dat hij die dan toch jaar in jaar uit op de koersfiets zat, nooit lichamelijk ontredderd werd en telkens zo fris als een bliek aan de startlijn kwam.Toen vertelde Stan Ockers dat hij " het van zijn moedertje had". " Enkele ogenblikken van volkomen rust knapten haar volledig op", zei de wereldkampioen, " ... en zo is het ook met mij. Het volstaat dat ik enkele uren ga zitten of rusten om mij weer gans fit te voelen.". Moedertje Ockers, die dikwijls haar laatste centen gebruikte om voor de kleine Stan een koerstube of een trui te kopen ondanks het feit dat ze zeven monden te stoppen had, werd later wanneer Ockers een groot renner werd nooit vergeten. Zijn eerste verdiensten als jonge wielrenner in de oorlog gingen zelfs op de eerste plaats naar haar die in de moeilijke jaren voor de bevrijding een goede kop "echte koffie" best kon gebruiken. Na moedertje Ockers kwam mevrouw Ockers (Rosa Desmet, vijf jaren jonger dan Stan) ) die tot aan zijn lijdensbed haar man trouw terzijde stond, hem dikwijls volgde en verzorgde, en dikwijls deelachtig was in de behaalde successen. Net als zijn broer Jos die als eerste verzorger Stan onschatbare diensten bewees. Last but not least vernoemen we Eddy, supporter nummer één van zijn papa. De jongste jaren waren Eddy en Stan onafscheidbare vrienden geworden. De liefde was wederkerig. Voor zijn Eddy, geboren in 1950, zou Stan door een vuur hebben gelopen. Daar leefde en streefde hij voor. Daar wou hij voor werken en lijden opdat Eddy niet diezelfde lange en harde levensweg zou te bewandelen krijgen als zijn vader die bijna twintig jaar met een verbeten wilskracht hardnekkig moest volhouden om het opperste te bereiken wat voor een wielrenner bereikbaar is. Dat zoontje Eddy, zo fier en gelukkig wanneer hij ergens mee naartoe mocht, heeft nu geen vader meer. Op een ogenblik dat hij zijn afgod die zijn vader was voorgoed bij hem zou hebben, sloeg het noodlot toe in al zijn naakte werkelijkheid. Op een ogenblik dat Eddy Ockers zijn vader meer dan ooit nodig had om de harde werkelijkheid van het leven te leren kennen staat deze kleine jongen plots alleen. Alleen en onbegrijpend naast een wenende moeder en naast treurende familieleden. Te weten dat zovele duizenden mensen in het land medevoelen in de diepe rouw moge voor hen allen een kleine troost zijn. Een troost is het voorzeker ook te weten dat Stan niet alleen als een groot kampioen heeft geleefd maar ook als een groot mens, een voorbeeldig huisvader die het geluk en de voorspoed van de zijnen nastreefde.
DE KLEINE STAN. Toen hij zestien was en reeds afwisselend als helper-stoofsmid en kolendrager zijn eerste wedden in moeders schoot had neergelegd, kwam hij aan de tweesprong-van-zijn-leven. Hij moest kiezen en wist niet wat te doen: voetballer blijven of wielrenner worden. Alhoewel hij als "half" in het scholieren-team van Tubantia zeer voortreffelijke partijen ten beste gaf, hakte Stanneke Ockers toch kordaat de knoop, door : hij zou het maar als "coureur" proberen. En hij werd coureur. 1936. Dit was zijn proefjaar. Het waren de maanden van de aanloop.Het volgende jaar moet beschouwd worden als de definitieve start. Om eerlijk te zijn, alle supporters weten nog dat in die eerste koersen er niets overrompelends of ophefmakends gebeurde. Toch was er al vlug zichtbaar die koppigheid, verbetenheid, moed en wilskracht bij de jonge "Stanneman". Hij wist wat hij wou en waar hij heen wilde. Want eens gestart als wielrenner was hij als een stormwind : zeker, sterk en onvermoeibaar.Vreugdevolle dagen in het rennersleven van de junior Ockers waren er vooreerst niet veelvuldig, behalve dan die eerste zege te St-Amands-Puurs. Het verbeterde niet toen hij soldaat moest worden en ook nadien nog door de mobilisatie werd vastgehouden. Niettemin volhardde hij, boekte hij enige overwinningen en ereplaatsen. Zijn intense arbeid op training werd in de eerste oorlogsjaren beloond met overwinningen te Sint-Niklaas, Stekene, en Schoten. Door als neo-prof in 1941 de Grote Schelde Prijs winnen en ook door Kampioen van Antwerpen te worden, bewees hij een goede nieuwkomer te zijn in het vak van beroepsrenner. Er waren in die periode heel wat betere renners dan Ockers: renners met meer naam en faam ; renners met blijkbaar meer klas en talenten. Omdat Kobe, Robbe en Senne, mijn drie kleinzoontjes, de familienaam Meerschaut dragen, citeer ik hier graag Odiel Van den Meerschaut . De ' witte' kende toen gloriejaren en was toen Koning der Kermiskoersen en Kampioen van België.
En toch, toch was die kleine Stan al vlug meer volksgeliefd dan de meeste vedetten. Hoe kwam dat ? Was het door zijn kleine gestalte ? Was het door dat hij, die pas veel later de geheimen van de snelheid en de eindsprint in zijn macht kreeg, in de spurt meestal met een ere-plaats moest vrede nemen? Of was het omdat hij steeds rondliep en fietste met een lach in de ogen en om zijn mond ? Het ene en het andere hebben daar zeker toe bijgedragen. Zoals zijn taaiheid, zijn steeds maar doorzetten, zijn kranigheid, hem later sport na sport hoger, immer hoger brachten op de ladder van het succes en de roem.
1943. Het was nog niet te voorzien hoe ver die kleine pittige, vinnige, olijke Sinjoor, zou kunnen geraken in de wielersport, ook al verzamelde hij als broodrenner vele goede resultaten met zijn koersfiets. Tijdens de volgende jaren werd hij terug opgeroepen in het leger bij het ontmijningsbataljon te Nieuwpoort. Het was in 1946 dat voor hem de zon terug begon te schijnen. Hij mocht starten in de Course du Tour de France, tussen Monaco en Parijs, waar hij op de Galibier liet zien dat hij kon klimmen. Een valpartij schakelde hem uit, maar hij werd daar een toprenner. Terug uit het Zuiden werd hij weer Kampioen van Antwerpen, en hij won terug de Grote Schelde Prijs te Schoten, alsook primus in Brussel - SintTruiden ( waar hij met 30" voorsprong solo de meet bereikt), en in een reeks andere koersen.
1947. Stan Ockers ging deelnemen aan de Ronde van Zwitserland, waar hij sterk presteert tegen Bartali en Bresci, Coppi, Kubler en Koblet ! Het gevolg daarvan was dat men van dan af eindelijk niet meer ging twijfelen aan de ronde-talenten van de kleine Ockers, want eigenlijk was het schandelijk en onrechtvaardig geweest dat Stan door de selectieheren van de wielerbond was thuisgelaten voor de eerste na-oorlogse Ronde van Frankrijk.
1948. Op het einde van de Ronde van België, in een laatste rit gekenmerkt door regen, valpartijen, bandbreuken die de sterksten deden sneuvelen, fietst Stanneke Ockers op 23 mei met de koplopers het grote Heyselstadion binnen. Stan steekt zijn armen omhoog, groet glimlachend de twintigduizend sportmannen die daar zijn samengekomen voor de bokswedstrijd van Cyriel Delannoit tegen Marcel Cerdan, die er vlak na de koers zou beginnen. Zonder nog te sprinten voor de dagzege wint Ockers op dat moment het totaalklassement van onze nationale wielerronde. Onvoorstelbaar ! Slechts 1m61 hoog en 62 kgr zwaar, en toch werd deze wielrenner toen de 'grote Stan Ockers' , daverend toegejuicht door alle sportliefbebbers die het Heyselstadion vulden.
DE EEUWIGE GLIMLACH VAN STAN OCKERS.
Sportbeoefenaars, vooral dan in de beroepssport, tonen zich dikwijls al te enggeestige specialisten. Zij beoefenen hun eigen sport maar kunnen slechts matig interesse betonen voor de andere sporttakken en zoeken nog veel minder de gelegenheid om zich ook aan andere sportbeoefening te wagen. Stan Ockers behoorde niet tot deze laatste categorie, maar was integendeel een omni-sport-man in de volle zin van het woord. Hij betoonde daarenboven niet enkel een verregaande belangstelling voor andere sporttakken, maar hield er ook aan, in die andere sporten, iets te presteren. Zo wisten we dat Stan Ockers - het zou moeilijk anders zijn geweest voor een jongen die te Borgerhout geboren werd ! - heel en al verhangen was aan de duivensport en zelfs in het begin van zijn loopbaan als beroepsrenner nog altijd ijverig ' meespeelde' in de vluchten van de Borgerhoutse Duivenbond. Nadien hield Stan nogwel van een duifke ... maar dan was het eerder bedoeld als een smakelijke hap voor een grote inspanning ! Wie echter tijdens de wintermaanden een kijkje ging nemen bij de mededingers in de Antwerpse wintersporten, moest zich dikwijls verwonderen over zijn aanwezigheid bij deze proeven. Was Stan Ockers niet in de gelegenheid om zich in die competitiete mengen, hij betoonde toch een zekere belangstelling voor deze zo sportieve en nog zo echt amateuristische sportbeoefening. Een hartstochtelijk voetballer was Stan, dat weten we wellicht allemaal ! Vurige supporter van Berchem Sport als hij was, ging er geen vrije zondag voorbij zonder dat hij zijn favorieten ging aanmoedigen, en dit vaak op verplaatsing, ver van huis. Maar niet enkel als supporter liet Stan zich gelden, nog veel meer als beoefenaar van de voetbalsport. Hij was immers aangesloten geweest bij Tubantia Borgerhout, zou nadien ook aansluiten en een heel actief lid worden van het rennerselftal welke tijdens de oorlogsjaren dikwijls uitkwam in liefdadigsheidswedstrijden die werden ingericht ten voordele van ongelukkige renners. Er kon steeds beroep worden gedaan op Ockers die toch zo graag de linkervleugel van die voetbalploeg vormde met Van Steenbergen. Een andere sport waarin Stan Ockers met voorliefde uitkwam en waarin hij een behoorlijke graad van verfijndheid had verkregen, was de biljartsport. Als lid van de biljart vereniging welke in zijn eigen sportlokaal was gevestigd zou hij er nooit aan denken een vergadering of een speelavond te missen. Zelfs tijdens de winteravonden speelde hij graag een partijtje, louter voor het genoegen.
We zouden nog verder kunnen gaan en ook zijn belangstelling kunnen aanhalen voor het boksen, de worstelsport, eveneens voor het turnen dat hij de meest gezonde van alle sporten noemde, maar in het bijzonder had hij toch de snelheidsmicroob in het lichaam. Als piloot van zijn eigen wagen was Stan een ware virtuoos van de weg en hij zou zonder twijfel een flink figuur hebben geslagen in open autokoersen. Al deze vaststellingen tonen voldoende aan dat Stan Ockers begrip had voor meerdere sporten en een omni-sport-man was, die in alle kringen van de sportwereld vrienden telde . Het kon moeilijk anders !
blz. 6/7/8 - Frascarti: onder een brandende hemel kwam Ockers, de kleine Belg, vanuit een verloren stelling opzetten om schitterend te winnen. Op het podium, met zijn echtgenote en zijn zoontje voor zich, met de regenboogtrui om de lenden en de bloemen in de handen, beleefde hij ongetwijfeld het schoonste en gelukkigste ogenblik uit zijn zo lange en schitterende wielerloopbaan.
Reeds wereldrecordman achter tandems ( 25.12.48 : 56km100 ) verbeterde hij op 14.1.56 in het Antwerpse Sportpaleis ook het werelduurrecord. Dat gebeurde achter de derny van zijn trouwe vriend en gangmaker Martin Van den Broeck. Hij bracht dit record op 61km 745. Met Dolf Verschueren leverde Stan Ockers achter de derny en de kleine motor onsterfelijke duels. Hij was ook een groot specialist achter de grotere mechanische tuigen, waar men hem nog had verwacht, aan het einde van zijn ' carrière' als stayer, specialiteit welke hem nochtans afschrikte.
Hij richtte zijn pijlen hoog, omdat ze ver zouden vliegen. Zo was het met Stan Ockers, de weg-,piste-,en ronde-renner, de koning van de derny en tandem. Hij richtte zijn pijlen hoog, opdat ze ver zouden zouden vliegen ... . Lang en naarstig heeft hij moeten werken om de richting, de goede richting en de goede baan te vinden waarin hij zijn pijlen afzenden moest. Eens dat hij die richting en die baan had gevonden, schoot hij meermaals, steeds maar roos, keer op keer. En met elk schot dat hij (vooral) de laatste seizoenen afschoot bereikte hij een hoogtepunt. Het allereerste hoogtepunt behaalde hij in 1948 toen hij het bijna 13 jaar oude wereldrecord van Georges Ronsse achter tandems neerhaalde op die Kerstnamiddag voor zovele Antwerpse supporters. Een nieuw hoogtepunt, ditmaal van grote internationale weg-waarde, behaalde hij in de Ronde van Frankrijk 1950, met tweede te worden- prestatie die hij twee jaren later hernieuwde. Andere hoogtepunten op de weg verzamelde hij met schone ritoverwinningen te Rouen in 1949 en te Pau in 1954, met zijn solo in de Waalse Pijl 1953 en zijn tweede plaats in Parijs-Roubaix 1954. Grote momenten waren ook voor hem weggelegd op de velodrooms met diverse ploegmakkers en vooral in de Zesdagen van Brussel 1951, Gent 1954, en Antwerpen 1955, aan de zijde van Rik Van Steenbergen. Ja, dat waren allemaal hoogtepunten, kleinere en grotere, van alle maten en soorten.
De meest waardevolle, de schoonste, moesten echter nog komen. Zij kwamen in 1955 en 1956, met formidabele triomfen te Luik, in de Vurige Stede, in de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik, het Wereldkampioenschap te Frascarti, de Wisselbeker Desgrange-Colombo, en Rome-Napels-Rome, waarin hij in 1956 zijn meest overtuigende van alle overwinnigen thuishaalde tegen Coppi en Bobet.
Ondertussen had hij opnieuw de Antwerpse Zesdaagse gewonnen en het werelduurrecord achter derny op zijn naam geplaatst. En thans, was hij op weg naar een nieuw hoogtepunt. Een tweede achtereenvolgende zege in de Challenge Desgrange-Colombo was nog steeds mogelijk, maar Stan kon zijn seizoen niet afwerken. Aanstaande zondag, tussen Parijs en Tours, en daarna in de Ronde van Lombardije, en daarna nergens meer zal hij nog koersen, noch op de weg noch in de sportpaleizen, want de plaats van Stan Ockers zal voor eeuwig open blijven, én dat zal zijn in de Belgische én in de internationale wielersport.
In zijn broer Jos vond Stan Ockers altijd een zeer trouwe helper en een steun. Toen Stan wereldkampioen werd was de vreugde van de Jos die zijn broer op de schouders droeg niet minder groot dan deze van de wereldkampioen zelf.
Mevrouw Ockers deelde veelal mee in het succes van haar echtgenoot die voor zijn gezin leefde en streed. Gelukkig als geen andere mensenkinderen waren beiden toen ze te Brussel in het Paleis voor Schone Kunsten ontvangen werden na de eindoverwinnig van Stan in de Desgrange-Colombo competitie. In de gezellige huiselijke kring vond Stan Ockers altijd de morele steun van zijn vrouwtje dat hem zowel in voor- als in tegenspoed trouw ter zijde stond. Daar werden banden gesmeed die slechts door de tragische dood verbroken werden.
Eén in het succes ! Stan, Eddy, mevrouw, moeder en broer Ockers, en ook ploegmaat Marcel Janssens waren allen dicht bij elkaar midden de duizendkoppige menigte bij de huldiging van de nieuwe wereldkampioen op het vliegtuig te Melsbroek. Het volk stond toch zo dicht bij ' de Stan' .
Zijn schoonste successen behaalde Ockers op piste met Rik Van Staanbergen met dewelke hij o.a. meerdere Zesdaagse-overwinningen verzamelde.
Eerst miskend,daarna gevierd als beste ronderenner.
blz 4/5 - Stan Ockers was ongetwijfeld een uitstekenden alzijdig piste-vedette. Hij was eveneens een hele kei op de weg, in de klassiekers. Voor alles was de Antwerpse selfmademan echter een uitmuntend en vooraanstaand ronderenner : ' De beste die België in de na-oorlogse periode naar het buitenland kon afvaardigen". Ockers, die het in zijn leven als doodgewoon werkmanskind nooit op een gouden schoteltje kreeg opgediend - uitzondering gemaakt voor zijn laatste glorievolle seizoenen- had het aanvankelijk ook niet gemakkelijk als ronde-man. Daarvoor werd hij vooreerst te veel tegengewerkt en te lang miskend. Bewijzen ?
In 1946 betwistte hij de kleine miniatuur Ronde van Frankrijk die liep van Monaco naar Grenoble. Niettegenstaande hij in de derde rit, te St Jean-de-Maurienne over een hond viel en uitgeschakeld werd - zonder dat hij het zelf wist en wilde- was iedereen er over eens om te zeggen en te schrijven , in Frankrijk : ' Ziedaar een nieuwe Belgische Ronde-hoop ! ' Daarna startte hij in 1947 in de Ronde van Zwitserland. In het eerste gedeeelte van de eerste rit, welke in drie stukken was gesneden, had hij heel wat pech, verloor hierbij 13'12" op de ritwinnaar Gino Bartali, en werd na die Zürich- Siebnen slechts 59e op 61. Niettegenstaande werd hij in de eindstand toch derde achter Bartali en Bresci, en tweede in de bergprijs. En, ' il campionissimo Bartali' zegde van Ockers : ' Een groot kampioen, een uitmuntend ronde-specialist ' . Niettemin vond men geen plaatsje voor Ockers in de Belgische ploeg voor de eerste na-oorlogse Ronde van Frankrijk, waarin hij daarna achtmaal zou aanzetten. Alleen in 1953 liet men hem (weer) thuis, omdat hij zogezegd te oud was geworden. Dit nadat hij tweemaal tweede eindigde : in 1950 achter Kubler en in 1952 achter Coppi. Dit alles ten spijt, de vele tegenkantingen en de vele tegenslagen (zoals in 1948 een ongestelde maag en in 1949 een gebroken pink), is Ockers opperste werkterrein dit der rittenkoersen geweest. Zijn vele ereplaatsen in de Tour de France, waarin hij zesmaal winnaar op punten werd (1949,50,51,52,55,56), zijn triomfen, performaties, en accessits in de Ronden van Luxemburg, Argentinië (2e in 1952), Italië, Zwitserland en België ( 1e in 1948) zijn daar de schoonste en zuiverste voorbeelden en bewijsnummers van.
Dat Stan zich in dit specifiek werk van hard labeur, van regelmaat en van-zich-steeds-herhalende-inspanningen zo goed thuis voelde ? Komt omdat hij alles had dat een Ronde-renner hebben moet. Hij zag alles. Hij voelde alles. Hij wist alles. Daarbij kon hij haarfijn rekenen en cijferen, wikken en wegen, had hij een stalen karakter, een goede gezondheid en een uitmuntend humeur. Bijzonderste van al : hij kon klimmen en tijdrijden. Vandaar dat hij alleen voor diegenen, die niet zien noch horen wilden, niet het echte ' Ronde-type' was dat razendsnel recupereerde en van alle markten thuis was. Het is daarom erg, zeer erg, spijtig, dat de naam van die Stan Ockers op geen enkele buitenlandse Ronde-erelijst vermeld staat als triomfator. Het is daarom dat het zo erg spijtig is dat Stan Ockers niet de Ronde van Frankrijk heeft gewonnen waarin hij de beste was, de sterkste en de kompleetste en waarin hij zijn beste Ronde reed, namelijk deze van 1956, waarin iedereen de Sinjoor als overwinnaar en opvolger van Louison Bobet verwachtte. Geklopt in de Tour 1956 zei men : ' Dat is niets. Er komen nog Ronden van Frankrijk voor Stan Ockers, die verre van versleten is.' Niemand wist toen immers dat die Ronde van Frankrijk, waaraan Ockers een deel van zijn leven verpand had, de laatste zou zijn waarin hij vertrokken was.
Een zeer goed renner op alle terreinen.
Met zijn vriend en ploegmaat Richard Depoorter reed Stan Ockers de Sustenpass op in de Ronde van Zwitserland 1948. De Westvlaming vond in een donkere tunnel de dood, terwijl dat ook het lot werd van de Antwerpenaar 8 jaren later.
In tal van internationale ronden behaalde Stan Ockers rit-overwinningen en werd hij met bloemen beladen.
Dansend op de pedalen, het wezen getekend door de inspanningen kon Stanneman uit Antwerpen jaar na jaar op de flanken van de Franse Alpen en Pyreneeën in het wiel blijven van de grootste kampioenen zoals Louison Bobet , en anderen.
Als klimmer vooral was de kleine pittige Stan te duchten op de steilste cols, ook nog in 1956 was hij de gelijke van Bahamontes en Walkowiak.
Soms was hij de ware kopman van de Belgische ploeg, maar ook vaak was hij nog meer de vriend en de helper die meeleefde met het lief en het leed van zijn ploegmaats, aan wie hij ook succes gunde, zoals toen hij spontaan in regenboogtrui de jonge Jan Adriaenssens ging feliciteren die te Luchon de gele trui had veroverd.
Tijdens de achtmaal dat hij de Ronde reed, werd hij zesmaal de beste met de punten. De eerste vier keren dienden de punten slechts om renners die gelijk stonden te klasseren in de rangschikkingin per tijd, maar in 1955 en 1956 was er reeds de groene trui met de extra vergoedingen. Het puntenklassement telde de plaatsen en ging toen om het minste punten. Door zijn regelmaat was Ockers onklopbaar. Hij scoorde in alle soorten ritten , en in het wiel van de spurters deed hij steeds zijn best bij het naderen van de meet. Vooral deze uitslagen bewijzen dat Stan Ockers onze beste na-oorlogse rondeman is geweest, en slechts Eddy Merckx en Lucien Van Impe zouden vele jaren later beter kunnen doen.
Op de zesde dag van de zesde maand van 2010 kreeg ik van onze oudste dochter Anne MEERSCHAUT-JOURNEE een tof geschenk tijdens de barbecue die bij ons thuis werd gehouden ter gelegenheid van mijn zesenzestigste verjaardag. Anne, moeder van onze drie kleinzonen, had voor mij op e-bay de Speciale Uitgave van ZondagsVriend gekocht die op zestien bladzijden verslag bracht over het leven en de dood van Stan Ockers, de toen zeer geliefde wielerkampioen van wie ik vanaf het tweede studiejaar toen ik nog maar pas kon lezen een grote supporter was, ondanks mijn jeugdige leeftijd. In 1956 betaalde men 5 Fr voor zo'n magazine en 35 cent in Nederland. Ik mocht niet weten voor hoeveel het bijna 54 jaren oud sportblad nu wordt verhandeld. Na mijn dood zullen mijn kleinzonen wel eens samen met mijn buurman Renson mijn boeken, knipsels, magazines, varia en foto's over de wielersport verkopen op een van de wielerruilbeurzen, waar het om big business gaat, of een wielerkwis inrichten met al mijn documentatie als prijzen.
Met zijn zoontje toen hij wereldkampioen werd, een volksjongen werd een goed geklede heer .
Ik breng op deze blog hetgeen wat over het idool van mijn kwajongensjaren werd geschreven op deze 16 blz. alsook een aantal foto's welke al of niet staan in dit geillustreerd weekblad.
Voorpagina: Dit bijzonder nummer wil een afscheid en een aandenken zijn aan een goed mens, een eerlijk sportman en een goede vriend. STAN OCKERS .
blz 2/3 . Stan Ockers op zijn doodsbed. Stan Ockers heeft ons verlaten. Zij die zaterdag na die brute val in het Antwerps Sportpaleis kwamen toegesneld om de eerste gevolgen ervan na te gaan, zij die de ganse zondag in bange verwachting die lange uren van vertwijfeling hebben doorgemaakt in het Ziekenhuis Sint Bartholomeus te Merksem, de miljoenen welke met hun hoop het in gevaar verkerende leven van hun vriend of favoriet wilden redden, zij allen kunnen zich nog steeds niet voorstellen dat Stan voor goed uit hun midden, uit het leven is getreden. De werkelijkheid ontneemt ons echter alle schijnbeelden en laat ons niets anders dan een dodelijke zekerheid. Dit is geen lofartikel meer aan het adres van de gulhartige, naarstige en hardwerkende wielrenner Stan Ockers, welke lange jaren alles heeft veil gehad om zich een ruimschoots verdiende plaats te bevechten in de sportwereld, in de wielerwereld in het bijzonder. Het is geen bijdrage meer om diezelfde Stan Ockers een helpende hand te reiken in de strijd die hij in de eerste stadia van zijn loopbaan had te leveren tegen mensen die niet in hem wilden geloven en waaraan Ockers, zoals honderden anderen, zou ten onder gegaan zijn zo hij niet méér had gehad dan die vele anderen die twijfelden bij de eerste grote tegenkanting en zich gewonnen gaven bij een nieuwe aanval : Stan is blijven voortijveren en heeft juist in de vele tegenkantingen de titanische kracht gevonden en aangekweekt welke hem in latere jaren mede naar het toppunt van de roem, de sporteer en de fortuin zou voeren. Dat alles werd met één slag verpletterd door de harde werkelijkheid van een noodlot dat van de meest energieke sportbeoefenaar welke we ooit hebben gekend de grootste vergoeding eiste welke hij kon afdragen : het leven.
Wielerbaan te Geel 1947
Het leven van de mens Ockers is schoon geweest, zoals het leven van de renner Ockers na een kille lente, een prachtig openbloeiende zomer en een buitengewoon schitterende herfst heeft gekend. Aan dat leven heeft hij gehouden zoals weinigen er aan gehouden hebben, want niemand beter dan Stan Ockers zelf kon, in zijn trage en lange opgang van klein miskend renner naar groot en gevierd kampioen, meer en beter meepraten van het eindeloos geduld, de nooit wegblijvende spanning en de zware opeenvolgende inspanningen, welke van hem geëist werden eer hij voor zichzelf, voor zijn familie en voor de zijnen wat vreugde in dat leven had kunnen brengen en zich een zekere toekomst had kunnen verzekeren. Alles, dat alles werd met één slag vernield, vergruizeld. Tegen de hellingen van de hoogste bergtoppen heeft Ockers steeds gestreden zonder ten onder te gaan, in het wiel van de meest gewaardeerde kampioenen heeft Stan zich geweerd en verdedigd om het levensdoel dat hij zich gesteld had traag maar zeker werkelijkheid te maken, in de hoogste internationale competities van de laatste tien jaren heeft Stan Ockers zich een naam en faam van alzijdig wielerkampioen vergaderd welke niemand hem nog durfde of mocht benijden: maar tegen de onmeedogende rechter welke de Dood is, moest diezelfde hardvechtende en zich tot het uiterst verwerende Ockers het onderspit delven. Het is zonder overdrijven dat we de loopbaan, de verdiensten, de rijke gaven en de diep menselijke deugden van Stan Ockers hier kunnen samenbundelen in een enkel volzinnetje: een parel is aan de Belgische sportwereld, aan de internationale wielerwereld ontvallen.
AFSCHEID AAN EEN VRIEND.
Zelden was er te Antwerpen zoveel volk op een begrafenis .
Door zijn overwinningen in de Waalse klassiekers was hij ook een held in het Luikse. Op de helling van Les Forges kreeg hij een standbeeld .
Stan Ockers, de vaak miskende kleine man, die met een voorbeeldige iever en een nooit falende geestdrift is blijven timmeren aan een reuzegebouw dat hij, trots een schijnbaar tekort aan athletische krachten en een dikwijls besproken gemis aan intrinsieke klasse, toch heeft opgetrokken, is van ons weggegaan. Weggemaaid door het lot dat hem enkele jaren alles scheen te hebben gegund om dan plots met des te meer afgrijzen te komen toeslaan en afbreken. Het is een afgrijselijke waarheid die zich onder onze ogen heeft afgespeeld ! Het afscheid aan een trouwe vriend valt steeds zwaar. Het brengt U opnieuw de lange keten van de diepst aangevoelde taferelen uit zijn voorbeeldige loopbaan voor de ogen : zijn strijd tegen de oneerlijkheid in de Ronde van Zwitserland 1947, de aan zijn lot overgelaten zieke Rondeman in de Crauvlakte tijdens de Ronde van Frankrijk 1948, de volharding in het jaar 1949, de laster die over hem kwam toen hij buiten verwachting tweede werd in de Tour 1950, de strijd die hij verder zette in 1951, de tweede plaats na Fausto Coppi in de Ronde van 1952, de ganse evolutie die zich in hem voltrok in de daaropvolgende jaren en welke een toppunt kendde op de hoogte van Frascarti waar hij wereldkampioen werd. Dat zijn grote, imponerende data voor een vriend. Er zijn er ook andere, ongekende, intieme voorvalletjes welke de band tussen vrienden - daarom niet steeds akkoord op alle punten -smeden en die een wederzijdse waardering doen ontstaan : tranen bij een zege of een nederlaag, de fierheid van de vader voor de zoon, de eenvoudige vriendensfeer bij een sportavond, het samen voelen en samen betrachten bij meerdere aangelegenheden en zovele voorvalletjes waarmede een vriendenband wordt aangesnoerd. Ons blijft thans nog slechts een sterke herinnering aan hem die steeds dol was op een trouwe vriendschap, die zich diep getroffen kon voelen bij een ongelijk hem aangedaan en steeds zo hard kon willen om zich waardig te tonen van de mensen die in hem geloofden en waartoe hij zich verplicht gevoelde.
Stan Ockers, de kleine man, is een gans aparte figuur in de wielersport geweest omdat nooit iemand met zoveel drang en ondanks zoveel tegenkantingen en miskende eigenschappen, heeft blijven voortijveren en werken om zich toch vooraan te plaatsen en zich een paleis bouwde! Het is de werkman die zich een paleis bouwde !
In het aanschijn van de dood buigen we ons hoofd voor de wil van Onze Lieve Heer, wiens plannen dikwijls ondoorgrondelijk zijn maar die het steeds om den goede doet. Hij heeft de veelbesproken Stan Ockers uit ons midden weggehaald, moge Hij echter de herinnering aan die grote sportman en vooral die goede mens levendig houden in de harten van de talrijke sportbeoefenaars welke aan wijlen Stanneke Ockers een voorbeeld op alle gebied kunnen nemen. In die geest van diepe genegenheid voor een karakter en een eerlijke sportbeoefenaar, de vader die zijn enig zoontje streng aanbad en een echtgenote die in lief en leed aan de zijde van haar man heeft meegestreden voor het schone doel dat Stan Ockers zich gesteld had, nemen we hier afscheid. Een afscheid dat zwaar valt.
( zonder naam - Dit proza uit 1956 was van een groot sportjournalist)
recordman achter de derny
STAN OCKERS was de vriend van de Koning bij wie hij ontvangen werd na zijn zege in het wereldkampioenschap, hij was een vriend van de burgemeester die de prestaties van zijn stadsgenoot volgde, hij was een vriend van de sportredakties waar hij herhaalde malen zijn belevenissen vertelde, en hij was een vriend van het volk dat hem langs alle zijden bestormde.
Quand on partait de bon matin Quand on partait sur les chemins A bicyclette Nous étions quelques bons copains Y avait Fernand y avait Firmin Y avait Francis et Sébastien Et puis Paulette
On était tous amoureux d'elle On se sentait pousser des ailes A bicyclette Sur les petits chemins de terre On a souvent vécu l'enfer Pour ne pas mettre pied à terre Devant Paulette Faut dire qu'elle y mettait du cœur C'était la fille du facteur A bicyclette Et depuis qu'elle avait huit ans Elle avait fait en le suivant Tous les chemins environnants A bicyclette
NATHALIE.
La place Rouge était vide Devant moi marchait Nathalie Il avait un joli nom, mon guide Nathalie... La place Rouge était blanche La neige faisait un tapis Et je suivais par ce froid dimanche Nathalie... Elle parlait en phrases sobres De la révolution d'octobre Je pensais déjà Qu'après le tombeau de Lénine On irait au café Pouchkine Boire un chocolat... La place Rouge était vide Je lui pris son bras, elle a souri Il avait des cheveux blonds, mon guide Nathalie... Nathalie Dans sa chambre à l'université Une bande d'étudiants L'attendait impatiemment On a ri, on a beaucoup parlé Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait Moscou, les plaines d'Ukraine Et les Champs-Élysées On a tout mélangé et on a chanté Et puis ils ont débouché En riant à l'avance Du champagne de France Et on a dansé... La, la la... Et quand la chambre fut vide Tous les amis étaient partis Je suis resté seul avec mon guide Nathalie... Plus question de phrases sobres Ni de révolution d'octobre On n'en était plus là Fini le tombeau de Lénine Le chocolat de chez Pouchkine C'était loin déjà... Que ma vie me semble vide Mais je sais qu'un jour à Paris C'est moi qui lui servirai de guide Nathalie... Nathalie
Marianne de ma jeunesse Ton manoir se dressait Sur la pauvre richesses De mon rêve enchanté
Les sapins sous le vent Sifflent un air étrange Où les voix se mélangent De nains et de géants
Marianne de ma jeunesse Tu as ressuscité Des démons des princesses Qui dans moi sommeillaient
Car ton nom fait partie Marianne de ma jeunesse Du dérisoire livre Où tout enfant voudrait vivre
Marianne de ma jeunesse Nos deux ombres enfuies Se donnèrent promesse Par-delà leurs joies et leur vie
Marianne de ma jeunesse J'ai serré sur mon cœur Presque avec maladresse Ton mouchoir de pluie et de pleurs
Il avait poussé par hasard Dans notre cour sans le savoir Comme un aveugle dans le noir Mon arbre Il était si petit Que c'était mon ami Car j'étais tout petit Comme lui J'attendais de lui le printemps Avec deux ou trois fleurs d'argent Un peu de vert, un peu de blanc Mon arbre Et ma vie s'accrochait A cet arbre léger Qui grandissait Comme je grandissais
Chanson de GILBERT BECAUD
Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde Quand tu n'es pas là S'arrètent de chanter Et se mettent à pleurer Larmes de pluie au ciel d'été Quand tu n'es pas là Le silence qui gronde Me donne si froid Qu'un jour ensolleillé Me fait presque pleurer Larmes d'ennui malgré l'été La ville fait de grâces La lune des grimaces Qui me laissent sans joie Les cantiques d'églises Malgré tout ce qu'ils disent Me font perdre la foi Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde La nuit sur mon toit Viennent se rassembler Et pour me consoler Chantent tout bas ' Elle reviendra ' Quand tu reviendras De l'autre bout du monde Quand tu reviendras Les oiseaux dans le ciel Pourront battre des ailes Chanter de joie Lorsque tu reviendras !
Le Pianiste de Varsovie Gilbert Bécaud
Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Chopin Je l`aime bien, Chopin Je jouais bien Chopin Chez moi à Varsovie Où j`ai grandi à l`ombre A l`ombre de la gloire de Chopin Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur Plus de sentiment Plus de mouvement Plus d`envolée Bien bien plus léger Joue mon garçon avec ton coeur Me disait-il pendant des heures Premier concert devant le noir Je suis seul avec mon piano Et ça finit par des bravos Des bravos, j`en cueille par millions A tous les coins de l`horizon Des pas qui claquent Des murs qui craquent Des pas qui foulent Des murs qui croulent Pourquoi? Des yeux qui pleurent Des mains qui meurent Des pas qui chassent Des pas qui glacent Pourquoi Le ciel est-il si loin de nous? Je ne sais pas pourquoi Mais tout cela me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur
What does not destroy us makes us stronger.
Rondvraag / Poll
Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
À la claire fontaine
M'en allant promener, J'ai trouvé l'eau si belle, Que je m'y suis baignée.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Sous les feuilles d'un chêne Je me suis fait sécher, Sur la plus haute branche, Un rossignol chantait.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Chante, rossignol, chante, Toi qui as le coeur gai, Tu as le coeur a rire, Moi, je l'ai à pleurer.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
J'ai perdu mon ami Sans l'avoir mérité, Pour un bouquet de roses, Que je lui refusai.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Je voudrais que la rose Fût encore au rosier, Et que mon doux ami Fût encore à m'aimer
Turning and turning, the world goes on We can't change it, my friend Let us go riding now through the days Together to the end Till the end
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Spinning and spinning, the dreams I know Rolling on through my head Let us enjoy them before they go Come the dawn, they all are dead Yes, they're dead
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Julia Tulkens .
Hebben wij elkaar gevonden in dit land van klei en mist waar tussen hemel en aarde ons leven wordt uitgewist ?
Ben ik nog schaduw, ben ik al licht, of is d'oneindigheid mijn aangezicht ?
Treed ik in wolken of in hemelgrond ? Er ruist een hooglied aan mijn lichte mond. In uw omarming hoe ik rijzend ril ... Mijn haren wuiven en de tijd valt stil .
Julia Tulkens.
SONNET POUR HELENE
Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle, Assise auprès du feu, dévidant et filant, Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant : Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.
Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle, Déjà sous le labeur à demi sommeillant, Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant, Bénissant votre nom de louange immortelle.
Je serai sous la terre et fantôme sans os : Par les ombres myrteux je prendrai mon repos : Vous serez au foyer une vieille accroupie,
Regrettant mon amour et votre fier dédain. Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain : Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.
Regretting my love, and regretting your disdain. Heed me, and live for now: this time won’t come again. Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.