Zoeken in blog

Foto
Foto
Over mijzelf
Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
Inhoud blog
  • EINDE
  • Adieu l'Ami - Au Revoir.
  • De Flandriens uit Limburg.
  • Les soldats russes venus en France en 1916 .
  • HISTOIRE DU TENNIS DE TABLE - FP.
    Foto
      EINDE
     VAN DEZE BLOG

      26 08 2012
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto

    J. BREL

    C'est plein d'Uylenspiegel
    Et de ses cousins
    Et d'arrière-cousins
    De Breughel l'Ancien

    Le plat pays qui est le mien.

    Tous les chemins qui mènent à Rome
    Portent les amours des amants déçus
    et les mensonges des anges déchus.

    Foto
    Foto
    Foto
    Pelgrim

    Wat zich gaande voltrekt
    in de ziel van de pelgrim
    is niet een toenemend verlangen
    naar het bereiken van zijn reisdoel,
    niet het vinden van het heilige
    aan het einde van zijn bedevaart,
    maar zijn overgave aan de ruimte,
    aan de kiezels op zijn pad,
    zijn besef van niet-weten,
    zijn afdalen in de leegte.

    Zijn benen worden zijn vrienden,
    de regen zijn lijden,
    zijn angst wordt gericht
    naar de honden langs de weg,
    het vele legt hij af en hij rust in het Ene.
    Al trekkend komt hij nergens,
    voortgaande bereikt hij niets,
    maar zijn vreugde neemt toe
    om een bloem en een krekel,
    om een groet en een onderdak.

    Zijn reisdoel en zijn thuis
    vloeien samen aan de horizon,
    hemel en aarde vinden elkaar
    op het kruispunt van zijn hart.
    Het heilige verdicht zich
    in de dieren en de dingen.
    Zijn aankomst ligt verborgen
    in de wijsheid van het Zijn.

    Catharina Visser

    Foto
    De Weg.

    In de verte gaat een pelgrim,
    eenzaam over het pad.
    Met een blik voorwaarts,
    eindeloos turen naar het pad.
    Het pad dat hem leidt,
    de wind die hem begeleidt.
    Samen èèn met de natuur,
    de geur,het geluid en omgeving.
    Daar toont de schepping hem,
    nederig dat het pad van zand
    zo hard als steen is.
    Soms ook warm,koud en nat.
    De pelgrim stapt over
    het harde pad,
    met als enige vriend
    zijn schaduw.
    Samen op hun weg.
    When we got to the sea at the end of the world
    We sat down on the beach at sunset
    We knew why we had done it
    To know our lives less important than just one grain of sand.
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    En camino de Santiago
    Sur le chemin de St Jacques
    Iba una alma peregrina
    Allait une âme pérégrine
    Una noca tan obscura
    Une nuit si obscure
    Que ni una estrella lucia ;
    Que ne brillait aucune étoile ;

    Foto
    Foto

    Le patron de toutes les filles
    C'est le saint Jacques des Bourdons;
    Le patron de tous les garçons
    C'est le saint Jacques des Coquilles.
    Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet,
    Coquilles et bourdons exigent que l'on troque;
    Cet échange affermit l'amitié réciproque,
    Et cela vaut mieux qu'un œillet.

    Foto

    Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Betrouw geen pelgrim met een baard
    Die met een schooikroes geld vergaart
    Al beed'lend langs de wegen sjokt
    En met een deerne samenhokt.



    Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.

    Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
     
    Foto
    Foto
    Ik had het eerst
    niet in de gaten,
    en opeens
    zàg ik het spoor
    dat jij voor mij
    hebt nagelaten.
    Mon père .

    Assis dans un vieux fauteuil
    Recouvert d'un plaid usé,
    Il rêve de son passé,
    En attendant le sommeil.

    La fumée d'un cigare
    Flottant au-dessus de lui,
    D'une auréole, pare,
    Sa tête grise, de nuit.

    Vêtu d'un pantalon gris,
    Chemise de flanelle
    Sous le tablier bleu sali.
    Sa casquette est belle.

    Il sait déjà que demain,
    Sera le grand jour pour lui.
    Mais il ne regrette rien,
    Et partira seul sans bruit .

             
              ***
    Foto
    La mort .

    Le jour où tu viendras,
    A l'aube d'un matin,
    Me tendre les bras
    Me chercher par la main,
    Entre comme moi
    Par le fond du jardin.

    Tu essuyeras tes pieds
    Sur le grand paillasson,
    Pour ne pas marquer
    Tes pas dans le salon,
    Et n'oublie pas d'ôter
    Ton noir capuchon.

    La table sera mise
    Et le vin bien chambré,
    Quand tu sera assise
    Nous pourrons le goûter,
    Avant que je ne suive
    Ton ombre décharnée .

    Mais si tu préfères
    Par surprise me faucher,
    Au début de l'hiver
    Ou au soir d'un été,
    Pousse la barrière
    Elle n'est jamais fermée.

    Avant de m'emporter,
    De rendre ma valise,
    Laisse-moi griffonner
    Une dernière poésie
    Où je ferai chanter
    La beauté de la vie.

    Ce n'est pas ce matin
    Que je quitterai le port,
    Puisque de mes mains
    J'ai caressé si fort
    Ses lèvres de satin
    Que je t'oublie, la mort.


              +++
    Foto
    Foto
    Foto
    SEUL  SUR  LE  CHEMIN .

    J'ai traversé des villes,
    J'ai longé des cours d'eau
    J'ai rencontré des îles
    J'ai cotoyé le beau !

    Tout au long du voyage
    Rien ne m'a retenu
    Même pas un signe de croix
    Tracé d'une main tremblante.

    Le vent, la mer, la pluie
    M'ont façonné le coeur.
    Je suis leur propre image,
    Immuable douleur.

    Je fais signe aux oiseaux,
    Seuls amis de ce monde,
    Qui m'entraînent dans une ronde
    A m'en crever la peau.

    J'ai traversé des coeurs,
    J'ai rencontré des bras,
    J'ai caressé des fleurs,
    J'en ai ceuilli pour toi.
    Foto
    Foto
    Foto
    卓球
    Настольный теннис
    टेबल टेनिस
    Стони тенис
    เทนนิสโต๊ะ
    Bóng bàn
    탁구
    تنس الطاولة

    TENNIS DE TABLE
     MESATENISTA
    PING PANG QIU
     TISCHTENNIS
    TABLE  TENNIS


      photos courtesy  ITTF 


    乒乓球
    Stolni tenis
    Tenis Stolowy

    ITTF    TABLE   TENNIS 
        Classement mondial 
         26 - 08 - 2012  
    World  Ranking
    Weltrangliste
    Ranking Mundial
    Värlen Rangordning
    Classifica Mondiale 

    MESSIEURS :

    1. ZHANG Jike - CHN
    2. MA Long - CHN
    3. XU  Xin - CHN
    4. WANG  Hao -
    CHN
    5. MIZUTANI Jun - JPN
    6. MA  Lin  - CHN
    7.  BOLL Timo -  GER
    8. CHUANG Chih-Yuan - TPE
    9. OVTCHAROV Dim - GER
    10. WANG  Liqin - CHN
    11.  JOO Se Hyuk - KOR
    12. OH Sang Eun - KOR

    --    DAMES :
    1. DING Ning - CHN
    2. LI Xiaoxia - CHN
    3. LIU Shiwen - CHN
    4. GUO Yan - CHN
    5
    . ISHIKAWA Kasu - JPN
    6. FUKUHARA Ai - JPN
    7. FENG Tianwei - SIN
    8. KIM Kyung - KOR
    9. GUO Yue - CHN
    10. WANG Yuegu - SIN
    11. WU Yang  -  CHN
    12. TIE Yana - HKG

     

    Info  =  www.ittf.com 
    ( anglais,allemand,chinois).

    http://www.ittf.com/_front_page/itTV.asp?category=ittv_New

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    December 1990 - Pantoum.

    De noodklok belt slechts éénmaal
    Komt weldra de ultieme speeltijd
    Ademen voor de laatste maal
    Gelukkig geen haat noch nijd
    Toch af en toe een flater
    Een zorg is dit voor later
    Lopen van os naar ezel
    Toch af en toe een flater
    Niet knikkers tellen, wel het spel
    Lopen van os naar ezel
    Dagelijks goed aan de kost
    Niet knikkers tellen, wel het spel
    Verwachtingen zelden ingelost
    Dagelijks goed aan de kost
    De beste blijft mijn moeder
    Verwachtingen zelden ingelost
    Water is het kostelijkste voeder
    De beste blijft mijn moeder
    Om bestwil een toontje lager zingen
    Water is het kostelijkste voeder
    Op zoek naar de diepte der dingen
    Om bestwil een toontje lager zingen
    Komt het varksken met de lange snuit
    Op zoek naar de diepte der dingen
    Nu is dit pantoumeke bijna uit
    Komt het varksken met de lange snuit
    Ademen voor de laatste maal
    Nu is dit pantoumeke bijna uit
    De noodklok belt slechts éénmaal.

    Tibertyn.    ***
    Foto
    Kleine mensenhand
    strooit op winterse dag
    kruimels voor de mus.

    Schelpen op het strand
    die worden door de branding
    voor ons kind gebracht.

    Molens in de wind
    draaien, draaien, en draaien
    in het vlakke land.

    Kerstman in de straat
    borstelt met grote bezem
    sneeuw weg van de stoep.

    De dode takken
    breken af bij felle wind
    van de avondstorm.

    Kreten in de nacht
    van kikkers in de vijver
    lokken de reiger.

    Hulpeloos jong lam
    verloren tussen struiken
    waar de wolf vertoeft.

    De werkzame bij
    zoekt in de roze bloesems
    lekker naar honing.
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    De pelgrim.

    Hij is op de weg alleen 
    al weet hij nog niet waarheen
    maar ergens stond geschreven
    dat hij die richting moest gaan
    en aarzelt hij soms even
    langs de eindeloze baan
    terwijl hij in zijn hart voelt
    dat velen eerder gingen
    mijmerend over dingen
    terwijl een windje afkoelt .
    Verder dan Rome loopt de weg.
    Ervaringen van een pelgrim.
    24-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herinneringen uit de Oorlog (18 + tot het bittere einde. )
    Klik op de afbeelding om de link te volgen




    Maandag 27 mei .


    Ik verwittig mijn sergeanten alsook luitenant Duvivier , mijn buurman van rechts met wie ik verbinding houden moest, doch ik laat mijn mannen rusten tot  3 uur ’s maandags ochtend.

    Dan met geweld maak ik ze wakker door ze persoonlijk en met eigen handen dooreen te schudden.  En de versteviging der stellingen in de weide wordt doorgezet met elk vindbaar materiaal.  Tegen 6 uur verschijnt de commandant. : ‘ Staakt de werken ! , de stellingen worden nogmaals vooruitgeschoven, nu tot bij de weg !  Hier in de greppel, onder de bomen en zelf geplante boshagen liggen we lekker en veilig voor aanval van land en lucht !  Verdubbelt waakzaamheid in afwachting !‘

    De commandant bezocht ons nogmaals tegen 11 uur.

    De opstelling van de groep rechts was foutief. Hij moest de Mi van luitenant Heynen  omsluiten in plaats van er  40 m  achter te blijven langs de weg.  Luitenant Heynen en ik hadden elkaar links laten liggen. Terwijl we praatten, komt een burger ons loensch voorbijgevaren en roept tot de mannen  ‘ Zij zijn daar  achter het spoor, wat weiter  … ! ‘  en hij rijdt weer snel terug.

    Ik beloof de commandant met moeite de 2de groep  vooruit te zullen brengen, zodra mogelijk.

    Nu signaleert korporaal Cruyskens me het voorval van de burger en zijn wantrouwen.

    Met sergeant Colson trok ik op patrouille, en op 100 m van het huis waar de burger binnengegaan was, bleven wij loeren.  Ik meende aan de deurpost soms een weifelende geweerloop te zien op en neer gaan. Dan kwam een man de luiken sluiten. Een vrouw kwam voor de deur staan, wellicht gedwongen door wie binnenin was, om  ons alle argwaan te ontnemen.  Ik riep tot de burger ; ‘ Als je een vriend zijt, kom dan vooruit ‘

    Hij aarzelde, kwam dan 5 passen vooruit.

    ‘ ’t Is goed ‘ .  Ik meende de zaak in orde te mogen beschouwen, waarschijnlijk ten onrechte want later werd uit dit huis op ons gevuurd.

    Sergeant Vanderweyden  ging alleen voor de commandant op patrouille en kwam terug na Duitsers gezien te hebben opgesteld op afstand in een boomgaard.  Hij meldde  ; ‘ de vijand is op 700m , in de richting van het verdacht huis, hij koopt de melk van de boeren, betaalt met gepaste munt en geeft de hand aan de burgers …. ‘ 

    Sergeant Vanderweyden laat nog steeds zijn groep op zijde liggen en gaat persoonlijk bij de commandant Eindelijk komt hij weer in zijn verweesde terug, daarna loopt hij naar het PC.

    Een soldaat van de Waalse 5de Cie komt aangelopen en meldt  ‘ Zijn peloton heeft de witte zakdoek opgestoken toen de Duitsers nabij waren. Hijzelf is onder de kogels van de Duitsers gaan lopen om niet gevangen genomen te worden ‘

    Dus was de vijand ook links op 600 à 700 m. Ik meld zulks aan luitenant Duvivier rechts van mij. Mitrailleurs van de 8ste Cie die ons voorbij vluchtten  bevestigen de nadering van de vijand. Plots fluit de lucht, wij ploffen neer en daar brult de aarde.  5,6 obussen van eigen artillerie slaan in op de weide waar onze stellingen van vorige nacht nog waren. Diep in mijn kuil bad ik tot God, machteloos en nietig. :  ‘Uw wil geschiede, maar spaar de vaders en de echtgenoten. Neem mij liever dan een van hen. Ik behoor U toe. Doe met mij wat U wil .

    Neemt U me heden of laat U me leven om U te dienen aan het  altaar, zoals U wilt ‘ .

     

    Poos.  De commandant verschijnt.  Hij heeft de verlenging van het vuur gevraagd aan de bataljonoverste.  Doch weer zoeft de lucht,  en baaf, baaf , nabij ons ploffen onze eigen obussen neer !

    Allen zijn gaaf gebleven, doch de indruk was zeer slecht op mijn mannen.  Zullen wij nu gaan sneuvelen door eigen artillerie ?

    Nu heeft het bericht van onze commandant waarschijnlijk bataljon en batterij bereikt, want de buien die nu inslaan, vallen verder voor ons.  Herademing  !

    Poos.  De commandant is reeds lang weg.

    Geweerschoten knallen links op de weg. Renaers, mijn verbindingsman bij de commandant, brengt het laatste bevel van de commandant      (ook dit briefje bestaat vandaag nog ) :

     

    6 /II /44   Le Cdt de la 6e Cie

                Au Lt du  3e Pton

    Licht me in .  Wat gebeurt er ?

    Houd stand.  De Kie wijkt niet .

                           Debruyne

     

    Geen uur. Het kon middag zijn.

    Ik doe Renaers aan de commandant zeggen   ‘ De vijand valt aan naar uw PC en ook van over de spoorlijn.  Kracht  = 30 cyclisten.

    Ook de Cie  rechts  wordt verwittigd. Trouwens ook rechts werd reeds geschoten door de vijand en door die Cie. Op dat ogenblik ontstaat een geweldige wind. Regen en stormvlagen, alsof ook de winden en de regen in de Duitse rangen dienden.  Hij maakt  in  ieder geval de waarneming moeilijker . Ondertussen had  ik sergeant  Driessens  met twee of drie soldaten van de 4de groep en twee man van de 3de groep opgesteld front naar de vijand op de rand van een korenveld op 20 m van mijn PC , doch uit mijn zicht. Ongeveer rond 14 uur zien wij de Duitsers op het zwijgende 2de Peloton inlopen, de mannen uit hun kuilen opjagen, ze ontwapenen en achteruit schuiven naar het veroverd terrein. Libotte vat het geweer en schiet naar de rechtstaande Duitsers op 200m. Ook ik vlam erop met den wil te doden.  Geen repliek door de Duitsers. Op dat moment is sergeant Driessens handen omhoog naar de vijand toegelopen. Ik moest luitenant Heynen dekken met mijn Mi . De 2de en de 1ste groep had hem laten staan alleen. Colson, Crabs, en De Brandt bleven op hun stellingen. Mijn grote fout was luitenant Heynen niet te verwittigen.

    Ondertussen rapen mijn soldaten zich achter mij samen bij de velos, heimelijk als op kattenpootjes.

    ‘ Rap terug in uw kuilen  ! ‘  roep ik .

    ‘ Wij moeten toch een stukje eten …  ‘

    ‘ Nu is het geen moment om te eten ! ‘

    Hun plan was duidelijk. Zij wilden hun velos nemen en achteruit trekken naar de hoeve waar we spek gegeten hadden. Het geweer op hen gericht dwong ik hen te gaan naar de spoorlijn bij de 1ste Cie , en zonder velos.  Daar kwamen wij samen in een stelling bij de beek. Hier vervoegden ook Colson, Crabs, en De Brandt. Colson was zijn velo gaan halen. Libotte had er op geschoten denkende dat hij een Duitser was. Ik stelde mij onder bevel van luitenant Duvivier.  Nu kwam ook luitenant Heynen achteruit en stelde zich bij de spooroverweg aan de top der lijn van de 1ste Cie.

     

    Hier begon een pijnlijke woordenwisseling met Walravens, die niet wou schieten.

    ‘ Gij ziet uw ouders niet gaarne, anders zoudt gij niet schieten ! ‘

    -‘ Ik ken mijn plicht en dat alléén …! ‘

    ‘ Gijlie zijt ongetrouwd, gij luitenant en die Libotte daar,  wij hebben vrouw en kinderen. Waarom ons nutteloos overleveren … ! ‘

    -‘ Werkt allen samen om den vijand te weerhouden ginder, dan blijft hij verre !’

    ‘ Allez, vooruit, kom mee als gij durft, wij gaan naar ginder…. Gij wilt niet. Gijlie zijt lafaards ‘

    Walravens was razend. Ik was bang dat hij een domme streek zou uithalen .

    ‘Neen, Walravens, geen nutteloze offers. Hier zijt gij het beste en het sterkste,dat zijn katholieken. Ik ben geen katholiek. Ik ben kristen. Toen wij gebombardeerd werden, vroeg ik aan God dat hij mij zou nemen liever dan een van U .

    ‘ Luitenant, ik weet dat gij braaf zijt. Maar wat kunnen wij tegen een overmacht !

     

    Ondertussen fezelden de anderen  ‘ Kom laat ons lopen tot aan de hoeve  (de spekhoeve).

    Vandaar kunnen we nog weg achteruit. Meulenijzer, Dor, Van den Berghe, zijn er ook.

    Zij gingen mij ontglippen. Ik verwittigde luitenant Duvivier. Hij zei : ‘ Allez chez commandant Dineur, derrière cette maison …’

    En ik beval dadelijk : ‘ Allez !  Op  ! Naar dat huis bij de spoorlijn. Daar is geen gevaar ! ‘

     

    Bij dat huis liet ik ze eten. Daar zat een verpleger en een aalmoezenier in een stalleke. Achter het huis was de PC van commandant Dineur.  Ik meldde hem mijn moeilijke situatie : zestien man over van II /44. Het antwoord  van commandant Dineur was :

    ‘ Emmenez cette pourriture loin de mes hommes. Installez vous en réserve dans les trous derrière la ferme, pour remplacer mon peloton de réserve. ‘  Dat peloton was een tegenaanval begonnen om de bres van II/44 te stoppen, maar in de vlakke weide moesten zij weer achteruit en zich dadelijk op een goede plaats aan de grond plakken. Ik nam mijn hazen mede op 300m voor de spoorlijn in de bedoelde kuilen, om de twee toegangswegen, de vensters en de hagen te bewaken. De vijand dook weldra voor ons op, op 400 m.  Ik zag duidelijk door mijn kijker Duitse grijze helmen, vesten en botten in een kleine boshage opgesteld en een andere groep takken voor zich dragend, vooruitkomend in de richting van een huis dat nader bij ons lag en waarvan de vensters voor hen zeer goede schietplaatsen zouden zijn.  Ik zag die grote kerels onbeweeglijk rechtstaan op 300 m, terwijl zij hun gezichten door  de takken opduiken en weer intrekken. Ik beval aan mijn mannen van naar believen en overvloedig te vuren op 300 m.  Doch alléén Libotte schoot op het duidelijk aangewezen doel. De anderen doken diep in hun kuilen. Sergeant Colson kon waarschijnlijk die vijand nog niet zien van op zijn plaats. Ik stuurde hem naar commandant Dineur  om de aanwezigheid van de vijand voor ons te melden en de artillerie te vragen.  Antwoord: het is te kort bij U . Gebruikt uw geweren.  Ik loerde steeds door mijn kijker en schoot op duidelijk erkend doel met den wil te doden. Doch ook langs mijn oren kwamen kogels voorbij fluiten hoe langer hoe talrijker.  Zij kwamen van de vijand voor ons,  van de 1ste Cie achter ons die op de vijand schoot,  van de vijand voor de spoorlijn wiens verloren kogels nog hier eindigden en voorbij snorden.   Onze artillerie sloeg nu overvloedig en raak in op de huizen voor ons waar de vijand reeds nestelde in de stellingen van onze Cie en van ons peloton. De commandant Dineur trachtte door artillerie  de bres  van het II /44 te stoppen.   Ik vrees alzo dat de gevangenen der 6de Cie die in deze huizen geparkeerd werden in dit bombardement mede omgekomen zijn .  Zo Renaers, Vanderweyden, en sommigen van zijn groep die in die huizen zijn gevangen genomen en ook het 2de peloton. Vreselijk was de verwoesting der artillerie , en nu schenen mijn mannen de gevangenen niet meer te benijden zoals eerst bij de beek aan de spoorlijn. Doch in deze kuilen konden wij ons niet handhaven, zo ver van de onzen en zo na bij den vijand.  Terwijl de artillerie nog insloeg en wij dus de vuuroverhand hadden, trokken wij uit de kuilen links af achter een huis en vandaar naar de spoorlijn.  Hier vond ik onderluitenant Sevenans  van de 4de Cie /44  die kalm in een tuchtvolle lijn het vuur leidde  tegen de vijand van over de spoorlijn.  Weer zeurden mijn mannen van aftocht en vertrek.

    Tot plots  onderluitenant Sevenans riep  :  ‘  Verzameling  !  ‘

    ‘ Op wiens bevel  ? ‘  vroeg ik .

    ‘Commandant Dineur. ‘     God  zij  dank  !

     

    14.00 uur.  Wij trokken dan haastig achteruit, bukten ons voor verloren kogels; en borgen ons voor overtrekkende  vliegers. Wachten,  en verzameling langs B 7 baan Tielt- Deinze.  Daar vervoegt ons eindelijk commandant Dineur. Luitenant Heynen die zich ook had teruggetrokken op de 1ste Cie en de dikke luitenant der Mi bij de spooroverweg  waren afgesneden en gevangen genomen.

    Langs de aardewegen trokken we af richting Wingene  (14 km). Nergens geen Belgische troepen meer. In de verte voorons zagen we een Rode Kruis  vlag  en juist reden twee gewondenautos in volle snelheid voort,  voorbij gewonde  Ardense jagers, die wij zelf straks zouden vinden langs die weg. Zo schoof de colonne haastig voort.  De vijandelijk artillerie of hun vliegtuigen hadden lelijk huisgehouden. Wij vonden drie Ardense jagers, waarvan 1 dood, 1 dol, 1 zwaar doch niet hopeloos getroffen. Op een tentzeil droegen de twee verplegers van het stalleke , soldaat Michotte en ikzelf hun voort tot wij zelf niet meer konden.  Dan namen wij een kruiwagen en verder. Wij vragen hulp. Luitenant Duvivier moest met het pistool dwingen ons af te lossen . Doch plots vuurt verraderlijk een mitraillette uit een huis. Allen ontwijken het gevaar langs koren, hagen, en greppels. De gewonde blijft achter te midden van het veld op den kruiwagen. Jammer.  Hij was nog te redden, maar wij waren uitgeput en op hol geslagen door de Mi. Doch, voort naar Wingene, naar de hoeve Saros.  Op de weg Wingene-Ruiselede trok massaal artillerie achteruit, gemotoriseerde en voetvolk.  In de voormiddag  was de baan  gebombardeerd geworden door vliegers. Langs een veldweg  parallel  met de grote kassei trokken we naar hoeve Saros waar we eindelijk om 21 uur aanlandden. Wij waren welkom als helden na den veldslag . Wij kregen hesp en kieken. Na het avondmaal ging ik op zoek naar een hergroeperingscentrum mogelijk in Wingene gevestigd of  EM 44 RI .  Niets te zien.

    Langs  de aftrekkende artillerie bereikte ik met moeite de kleine ingang naar de goede hoeve, waar ik tot  23.30 uur moest vertellen voor hun gretige oren.

     

    In de verwarring hebben wij commandant  Dineur  verloren , en op eigen initiatief naar hoeve Saros onzen weg vervolgd.  Korporaal  Libotte ging dadelijk zoeken naar staf 44 RI.  De oude staf was achter de kerk.

     

    Kwamen met mij aan op maandagavond in de hoeve Saros (16 mannen) :

    Groep 1 =   Colson, Crabs, De Brandt.

    Groep 2 =   Libotte, Van Haesendonck, Dewin, Michotte, Mars,  Jean Notelaers

    Groep 3 =    Cruyskens, Standart, Janssens, Van Loon

    Groep 4 =    Walravens, Logist

    + oppasser  Berwaerts

    Waren reeds aanwezig in dezelfde hoeve :

    Colle  en Cleeren,  alsook  Paeps, DeVleeschouwer, VanLoon, oppasser Ronsmans, en  waarnemer korporaal  Cromphout  Deze soldaten verloren we te Tielt door het fietsavontuur.

     

    Op maandag avond 21u30 zocht korporaal Libotte op mijn suggestie naar de staf 44 RI. Hij vond achter de kerk een officier, die hem bevel gaf morgen dinsdagochtend te verzamelen voor de ingang. Toen wij dinsdag’s  morgens daar aankwamen , was er niemand van het 44 RI te zien. Trouwens reeds ’s avonds rond 22.00 uur vond ik de staf gesloten. Ik ontmoette wel twee soldaten van 44 RI die van de kolonel  De Louker  toelating hadden verkregen te rusten tot ’s anderendaags ’s morgens. Ik heb nog naar die kolonel gezocht, doch hem niet gevonden.

     

     

    OORZAKEN  VAN DE CAPITULATIE 

     

    ( volgens luitenant in hetzelfde notaboekje )

     

     1. De acht maanden  voor de 18 dagen hadden de ijver der soldaten verzwakt, alhoewel de officieren er bij gewonnen hadden ; het gaf aan de piot de tijd zich te ergeren over de kleine kanten van kazernesoldaten en   daardoor het groot  gedachte ‘ het land in gevaar ‘ verdedigen te vergeten. De boerenverloven, de mobilisatie per fasen, de demobilisatie van sommigen, de rekrutering voor de G.T.R. bracht de moraal op lager peil.

     

    2. Overmacht van Duits materiaal op het onze.  De Duitse vliegers  konden waarnemen,  bombarderen en mitrailleren, en zorgen voor transport van troepen en parachutisten.

    Daarbij waren er nog de tanks, motorisatie en de mitraillette.

    Het Belgisch afweergeschut en de jagers waren onvoldoende. Onvoldoende was ook de uitrusting  en  K 47  en perforerende kogels.

     Een  antitankcentrum zonder K 47 betekent niets.

    De tankgrachten en stalen muren waren ondoelmatig,

    zoals ook het geweer mod 89 , FM 15,  Mi Colt.

     

    3. De Duitse tactiek was ons te snel en te nieuw. De Duitsers voerden hun Blitzkrieg door vliegers en motorisatie, door paniek zaaien  via vliegers met sirenes en parachutisten. Zij waren uitgerust als stormtroepen in lichte uitrusting ( in trui).  Hun omsingelingsmethode en doordrijvendheid was goed.  Zij vielen de zwakke punten aan, zodat wij onze sterke punten als verdediging niet konden gebruiken in de strijd.

     

    Gevolgen voor de Belgische troepen in lijn :

    -         Wanordelijk verplaatsing en aftocht der troepen zonder veel gebruik gemaakt te hebben van de eerste en beste stelling aan grens, Albertkanaal en Maas.

    -         Verscheuring en verspreiding  der soldaten door de onvoorziene aftocht , contactbreuk van oversten en soldaten.

    -         Afmatting der soldaten door overhaaste aftocht.

    -         Desorganisatie der diensten zoals bevoorrading , bagage, gezondheidsdienst.

    -         Terugtocht der Franse voorhoeden.

     

    Gevolgen voor de troepen in het achterland :

    -         Door de vliegers waren ze van het eerste ogenblik af met de Duitsers in contact.

    -         Bevelen en tegenbevelen. Langs waar zal hij komen ? Hoe , waar, en welke troepen in stelling brengen ? Daardoor onzinnige verplaatsingen, afmatting der reservetroepen, onregelmatige bevoorrading, geen eten en geen rust.

    -         Demoralisatie. Door het slechte voorbeeld der jonge klassen en de ellendige zwerftocht der vluchtende burgers.

     

     4. De Duitse moraal was beter dan de onze. De Duitsers hadden het zelfvertrouwen van een herenvolk, de doodsverachting en zelfverloochening. Zij hadden durf, namen initiatief, waren vol voortvarendheid.  De Belgen toonden geen zelfverloochening voor de heilige taak. Er was bij hen egoïsme en streven naar zelfbehoud bij officieren en soldaten. De soldaten waren tuchteloos , gevolg van onze democratie. De soldaat had geen volstrekt  vertrouwen en onderworpenheid tegenover zijn officieren,  en de onderofficier trok zich gemakkelijk terug in de massa der soldaten, in plaats van als tussengestelde  chef op te treden. De kleine soldij van

    soldaten en onderofficieren , in vergelijking met de officieren, is hier gedeeltelijk de oorzaak van. Aan vee officieren ontbrak toewijding en initiatief, alsook de nodige hartelijkheid om het vertrouwen en de gehechtheid  der frontsoldaten te winnen. Vele officieren hebben bewezen lafaards te zijn in het gevaar. De kritiekgeest van de lagere officier tegenover de onbekwaamheid en veroudering van het hogere commando en de manifeste onbekwaamheid en veroudering van dat hogere commando hebben eveneens mede bijgedragen tot 

    DE ONVERMIJDELIJKE KAPITULATIE van de Koning op dinsdag 28 mei om 4 uur.

      

     

    Dinsdag 28 mei.

     

    Om 3u 30 word ik gewekt door gerammel van voorthollende artillerie op de kasseien der baan Ruiselede- Wingene en door Mi vuur in de nabijheid der hoev Burgers, bevestigen mij dat niet verre af geschoten wordt en later heb ik vernomen dat de Duitsers werkelijk op 300 m van ons af waren in de huizen. Ik verwittig de mannen :

    ‘ Wie niet wil gevangen zijn moet onmiddellijk met mij mede. Na 3 minuten was iedereen klaar en op weg naar Wingene, naar Zwevezele, en met de stroom mede naar Brugge. Langs de wegen hadden de Duitse vliegers vreselijk ingeslagen .Overal  lagen uitrustingen  van Belgische soldaten . Wij zochten de staf van het 44 RI dat volgens  geruchten rond Brugge verzamelde.  Langs den weg staat de vroeger zo dolle artillerie  gedijd en stil. Hier en daar kringetjes soldaten die druk praten. Men sprak over de capitulatie , die zou afgekondigd zijn. In Oostkamp doe ik mijn soldaten rusten, zoek achter inlichtingen over mijn 44 RI.  Ik ontmoet alzo een kolonel der Infanterie die mij verzekert :  DE KONING HEEFT GEKAPITULEERD.  Wij schieten niet meer op de Duitsers  en zij niet meer op ons. Straks zullen ze hier zijn. Maak orde , vooral orde om ze te ontvangen.

    Hij was nog trots deze kolonel. Ik verwittig mijn mannen over de capitulatie, stuur nogmaals Colson en Libotte op zoek naar 44 RI.  Vruchteloos.

     

    Toen kwam de witte vlag, gevoerd op de eerste van een groep van drie Duitse autos.  Op het gezicht der Duitse officieren voelde ik de onverdoken minachting , de spotlach. Nu konden wij eten en rusten. Wij vinden een hoeve en omwille van de blijde boodschap die wij er brachten, ontvangen wij gratis een keurige gedroogde hesp. Patatten worden gejast en terwijl ik slaap , wordt alles opgegeten. Wij kwamen rond 15 uur aan de staf 44 RI aan. Ik vond er nog Macherot en korporaal De Bie.  De keuken was in een tuin geloodst en door de burgers geplunderd, onder toezicht der Duitsers. Op de staf 44 RI werden de wapens neergelegd. De kolonel zou komen in de namiddag. Ik deed De Bie daar blijven.  Ik kom terug  op den staf rond 18.30 uur. De kolonel is juist vertrokken met een auto van het Rood Kruis samen met enkele soldaten die daar stonden. Dan vertrekken wij met alle middelen, velo, auto, en te voet naar Wingene , hoeve Saros, waar we steeds welkom waren.  Wat te doen ?

    Ik had geen orders ontvangen en kon zelfs niet voorzien dat er zouden gegeven worden. Men had ook niet laten voorzien dat er instructies zouden gegeven worden over de demobilisatie.

    Al de officieren, commandanten, majors, zeiden mij niets te weten en bekenden :

    ‘  On n’a pas même su faire la démobilisation …!’

    IK SPRAK DAN MET DE Duitsers in Wingene  aanwezig.

       ‘  Gehen  sie ruhig nach Hause . Melden  sie  sich  nur  an deine Ortskommandant  und sie werden dort bleiben durfen ‘   Dat zei me een Duitse sergeant, de hoogste Duitse gegradeerde , die ik daar in Wingene  kon spreken. Vanaf woensdag morgen beschouwde ik mijn rol als Belgische officier geëindigd . Ik gaf mijn mannen toelating, op eigen middelen naar huis te komen .

     

    Woensdag 29 mei.

     

    De volgende ochtend, toen ik ontwaakte waren er reeds verschillende op eigen initiatief vertrokken. Met Libotte, Michotte, Cruyskens, en Logist, trokken wij per camion door Tielt naar Deinze.  Halverwege Deinze werden wij in een kamp voor voetgangers geparkeerd. Doch Libotte en ik ontsnapten langs achter.  Dan gingen wij per camion en te voet tot Deinze waar we langs hovingen tot aan het kanaal  doorbraken. Het was onmogelijk , zelfs na uren wachten, een voet op de grote baan vooruit te geraken. Op Duitse rubberboten  passeerden wij het kanaal en de Leie verderop , langs een houten brug. Hier moest ik scheiden van Libotte. De officieren werden per autobus naar Gent gevoerd. Ik nam hem mede tot aan de bus, doch deze was bomvol, misschien nog plaats voor één man, maar niet voor twee. Ik gaf Libotte een welgemeende handdruk. Hij was voor mij een flinke kerel  geweest. Over zijn verleden werd veel kwaad verteld . Hij dronk  soms veel en vergat zijn dienst. Daardoor was hij van adjudant uit het actief leger eenvoudig korporaal geworden. Doch in mijn peloton heeft hij zich naar wens gedragen en zijn leven een begin van rehabilitatie gegeven.  Hij vroeg me toen een dienst ‘ Zohaast gij kunt, luitenant, schrijf naar huis bij mij en zeg of U over mij tevreden waart …’ Hij wou een troost bezorgen aan zijn ouders ….  Michel Libotte,  Drogerijhandelaar, 27, Maestrichterstraat , Tongeren  .  Dat beloofde ik hem van harte en wenste hem geluk in het leven.

     

    Met een volgende autobus vol officieren kwam ik in Gent. Na lang wachten voor de kazerne , moesten wij gaan slapen in het  Casino van het park.  Ik was met drie officieren der Ardense

    Jagers en een luitenant der artillerie. Dat waren de wapens die de oorlog hadden meegemaakt.

    De Ardenners verstopten het niet :

    ‘Toen zij de witte vlag zagen , hebben soldaten en officieren de tranen in de ogen gekregen om de nutteloze offers die ze hadden gebracht. Wij waren bereid en ieder soldaat bij ons was tot de nodige offers bereid. Doch de overige infanterie mocht niet gehandeld hebben, zoals gebeurd is …’

     

    Donderdag 30 mei.

     

    ’s Anderendaags zouden de passen gestempeld worden, en ik ging alleen in de stroom mede , om lang te wachten op hetzelfde kazerneplein.  In dichte drommen werden de soldaten opgeleid naar Lokeren.  Wij officieren bleven wachten , rekenend op een speciaal transport voor ons. Het bleek tenslotte dat wij ook te voet meemoesten in de walgelijke massa, in die drommen vernederde onteerde soldaten. Ik voelde mij als volk en als officier vernederd.

     Ik zag een camion die in den drom moeilijk vooruit kon en waar desnoods nog een man mede kon. Ik klauterde er op, en voort ging hij, eens dat hij ruimte kreeg, voort,  100 km per uur, en in de richting van Brussel … en naar Luik …  !

    De witte vlag wapperde voorop en hoog.  De burgers juichten ons toe  !

    Dendermond, Asse, Brussel, Leuven, Tienen…….  HALT  !

     

    Duitse controle op de markt doet ons stoppen, doet een Duitser opstijgen, en onder zijn geleide naar de kazerne varen.  Wij waren gevangen en gelijkgesteld met de krijgsgevangenen die in dit kamp opgesloten waren en nog ’s avonds zouden bijkomen. Wij waren er gedrieën van Walshoutem.  Laporte Lucien was in Brussel op onze wagen overgestapt, en in de kazerne vonden wij krijgsgevangene  Fernand  Noé.


    Vrijdag 31 mei.

     

    ’s Anderdaags in de ochtend komt Laporte de kamer opgestormd  met een  Urlaub  in de hand tot vrijdagavond. Ik storm de trappen af, klop me in houding voor de Duitse onderluitenant , commandant van het Gefangenenlager, en vraag ook een Urlaub.  Het ging en na 5 minuten waren wij de straat op, naar huis ….!

    Een melkboerke wordt langs de weg aangeklampt, en wat een geluk, hij ging juist tot Grimde, dan toch tot Neerheylissem en eindelijk naar Neerlanden. In Landen stapten we stralend af. In de kerk  kwam ik juist voor de prefatie en de consecratie .

    Ik dankte God en herhaalde diep de belofte gedaan in de kuil onder de inval van eigen obussen. Ik kwam thuis. Blijdschap.  s‘ Namiddags ging ik me aanmelden op het gemeentehuis en vandaar met Lucien Laporte  naar het Kommandatur in Borgworm., waar ons Urlaub werd vervangen door een blijvende toelating om in onze woning te vertoeven.

     

    Einde.    Geschreven op 10 juni 1940.    Theo Journée.

     


    24-05-2008 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herinneringen uit de Oorlog (Donderdag 23 -Zondag 26)

    Donderdag 23 mei.

     

    Tegen 23 uur woensdagnacht : verzameling. Voetvolk voor, cyclisten achteraan. Langs Gent naar ZWIJNAARDE. Dadelijk na de aankomst , zonder eten, moest opnieuw gegraven worden. Het viel de jongens hard.  De vliegers scheurden langs ons hoofd voorbij in groten getale.

    Wij voelden ons in hunne macht en dankbaar na hun doortocht omdat zij van die macht geen gebruik wilden maken. De schrik had de meeste te pakken. De stellingen van de 4de groep bleven de ganse dag quasi ledig.  De 1ste en 2de groep, die sinds Melle één groep hadden gevormd onder bevel van sergeant Colson en korporaal Libotte was zwak bewaakt. De 3de groep was tamelijk goed vertegenwoordigd.

     

    Situatie om 10 u: Appel.

    Afwezig :  . (1) Dirix,Lefevre,Houttekeer,Geerooms,Goetschalx,Groffis,Huybrechts,Hendrix,Dewitte,Wiels.

    (2) Mostien,Raes  + (vanaf zondag)Melis, Loyaerts,Lahaye,Mars, Raeds,+ (vanaf dinsdag)

    Dijckmans, Van Liefferinghe, Michotte, Notelaers

    (3)Mottie, Peeters, Hens

    (4) Walschaerts,VanHoydonk

    Aanwezig : de anderen

     

    De desertie vierde hoogtij. Wij stonden er machteloos tegenover.  Welke straf toepassen ?

     

    Het eerste peloton was later uit Melle vertrokken en begon ook later de grondwerken in Zwijnaarde. Zij werden onder de arbeid gemitrailleerd door vliegers en dat prachtige peloton dat zich tot dan toe prachtig had bewaard, werd zwaar beproefd. ’s Avonds liep het met de 5de Cie mede voor een onmogelijke opdracht. Het ging verloren voor een groot gedeelte.

    De vijand was voor de Scheldeboorden. Wij hoorden hun mitrailletten  keffen.  De nacht viel zwaar in. Gelukkig mochten we tegen 23 uur verzamelen om naar POESELE te vertrekken.

    De cyclisten der 6/44 dus meestal het 3de peloton // 6/44 met 15 verkenners van het 44 RI vormde de achterhoede en we moesten aldus getuige zijn van de wanorde in ons Regiment.

     

    Vrijdag 24 mei.

     

    Op den weg naar Poesele vinden wij een hopeloze versperring door den aftocht aller wapens. Terwijl de kadavers der paarden en de ruines der woningen toch waarschuwden voor het luchtgevaar. Wij dankten de Duitse vliegers  voor hun medelijden met ons. Wij kwamen allengs langs bekende wegen nabij VOSSELAERE. Langs de wegen lagen velos, ransels, auto’s en zelfs een stuk spek. De brug van Sint-Maartens  Deurne was klaar om opgeblazen te worden. Een genie generaal snauwde ons toe per vieren te marcheren. Wij stapten zonder  acht te geven voorbij. Ver achter ons hoorden wij de brug de lucht in vliegen.

    Wij stapten voorbij Vosselaere met zijn kunstige toren. Ook daar hadden obussen ingeslagen.

    De wegen en de brug van NEVELE  waren ondermijnd.  K 4.7 waren in de huizen door de afgebroken muren opgesteld. De genie wachtte op de laatste troepen om alles te doen springen. Een officier der genie vroeg zelfs aan mij een eenvoudig peloton overste  :

    ‘ Etes-vous les derniers …. ? ‘ .

    Wij kwamen ( na 18 km) rond 8 uur in het nederige Poesele voorbij Nevele aan en mochten rusten tot ’s avonds. Wij konden ons wassen, scheren, eten en slapen. Rond 20 uur vertrek naar WINGENE. Na ons vertrek bombardement van Poesele en Nevele.  Ik was slechts half uitgerust. Deze  mars zou zeer pijnlijk zijn. Ik sliep al gaande.  De 5de Cie was kwaad om den trekharmonica die de cyclisten der  6/44 bespeelden. Tegen 4 uur zaterdagmorgen  kwamen wij in den goeden  hoeve Saros  aan  in het gehucht  DE Beer bij Wingene.

     
    Zaterdag 25 mei .

     

    Hier woonden goede mensen in deze patriarchale winning.  Zeven dochters  (en drie zonen) allen gedienstig als nonnetjes en gastvrij  als ware wij van den huize . Het was een rustige dag die wij er doorbrachten, alhoewel wij nu en dan opgeschrikt werden door een luchtbombardement  in den omtrek.

    In de namiddag verzamelde ik mijn groepoversten en over ons die daar stonden , namens de 6L , sprak de priester zijn zegen uit.  Tegen de avond hoorden wij een Mi niet ver van ons af. Allen vluchtten in de schuur. Ik stuur Vanderweyden, Libotte en Driessens, in drie richtingen op verkenning uit.  De 8ste Cie was een nieuw stuk aan ’t proberen.

     

    Appel van 16 uur  ten hoeve Saros :

    (1) Aanwezig : sergeant Colson, en soldaten Groffils, Claes, Bervoets, De Brandt, Crabs.

    Afwezig : Dirix, Lefevren, Houttekeer,Geerooms, Goetschalx, Huybrechts, DeWitte, Wiels, Hendrix.

     

    (2) Aanwezig: Korporaals Dijckmans en Libotte, alsook de soldaten Dewin, Notelaers, Van Liefferinghe,Van Haesendonck, Michotte, Mars.

    Afwezig: Lahaye, Loyaerts, Raes, Mostien, Raedts, Melis.

     

    (3) Aanwezig: Sergeant Driessens,  en de soldaten Cruyskens, Van Loon, Janssens, Boekmans,Van den Berghe, Paeps, Renaers, Standart, Van Loo, De Vleeschouwer, D’Or.

    Afwezig : Mottie, Peeters, Hens.

     

    (4) Aanwezig: Sergeant Vanderweyden, Korporaals Van Geel  en  Meulenijzer, en de soldaten

    VanCauwenbergh, Logist, Colle,VanHoydonck, Walschaerts, Cleeren, Walravens, Marit, Severs, Leersnijder, Robijns, Deville

    Afwezig : Niemand

     

    Ook aanwezig:  De klaroen  Voets  bij de commandant  en  de ordonnans Ronsmans.

     

    Het derde Peloton der 6/ 44  ( vier groepen)

    onder bevel van  OLt  Journée bestond in totaal uit   61  militairen op oorlogspad.

     

     








    Zondag 26 mei .

     

    Op suggestie van een der dochter van  HOEVE  SAROS  ( eigenaar Fr Van Hulle-De Rammelaere  te Wingene) zou de H. Mis gelezen worden in hun keukenkamer. Alles werd voorbereid en een der  EH aalmoezeniers droeg de H..Mis op terwijl de vliegers ronkten boven het huis. Toch voelden wij ons veilig in Gods handen.

    Na de H.Mis moesten wij vertrekken langs  TIELT  naar AARSELE op de weg Tielt- Deinze.

    Het was een heldere morgen. De vliegers dreigden dikwijls boven onze hoofden. Waarom marscheren in den dag ?   ( 5 km te voet  +  18 km per velo )

    Aan de grote baan Zwevezele- Kortrijk mochten de cyclisten van het bataljon opstijgen  en onder de leiding van luitenant Deryck der 8ste Cie naar Aarsele vertrekken.  De voetgangers werden per camion vervoerd. Mijn peloton dat zo prachtig gehergroepeerd was, zou juist voor de slag uiteengescheurd worden omwille van volgende oorzaken :

    1. het overhaast vertrek van luitenant Derycke zonder mij te verwittigen.

    2. door de drukte en de versperring langs de wegen van voetvolk en auto’s

    3. door de overdreven snelheid van luitenant Derycke vooraan

    4. door het bombardement van Tielt waar vele huizen brandden en de straten vol glasscherven lagen. Daardoor is de cyclisten groep der 6 /44 , nochtans prachtig geëncadreerd  met vooraan ikzelf, Colson en Vanderweyden, middenin sergeant Driessens en sergeant Avonts, achteaan  sergeanten Cleymans, Poortmans, en Meynen, hopeloos verscheurd geraakt , en met deze gedunde rangen zijn wij daar aangekomen waar van de 6de Cie gevraagd werd in eerste linie te strijden. Jammerlijk was ook mijn optreden tegenover sergeant Driessens, die in Tielt niet verder mede wilde daar de grote hoop in de straten van Tielt was verloren gegaan en hij met mij alleen toch niets kon verrichten.  Ik dreigde hem door de benen te schieten. Ten slotte ging hij mede op een krachtige vloek van mij.  Na als een schepershond verschillende keren terug naar Tielt op klopjacht te zijn geweest , bracht ik ten slotte op de stellingen ongeveer de helft van de cyclisten  mede. Sergeanten  Cleymans, Poortmans, Meynen, Avonts, waren onvindbaar op de aankomstlijn. Tijdens deze verplaatsing per fiets was er een vliegende controle langs de colonne door een tandem, met  adjudant Bons en sergeant Heuvelmans.

     

    Wij hadden langs de weg Tielt - Deinze  hopen munitie en  auto’s in panne voorbijgereden.

    Wij vonden drie geweren mod 30 die we als trofeeën meenamen.

    Een 100m voor Born 6/0 op dezelfde weg stond onze commandant met het voetvolk. Hij wees ons de te volgen richting aan en kwam ons zelf daarna vervoegen. Hij gaf vlug en vaag de plaats van ons peloton aan. Ik begon dadelijk de verkenning met mijn groepsoversten en deed mijn stellingen achter een rij hagen ingraven, ging dan op zoek naar grote schoppen  en naar de PC van de commandant.  Binst mijn vertrek kwam de commandant zelf ter plaatse, was kwaad over mijn afwezigheid en over mijn opstelling die te ver van de commandant zijn lijn achteruit week. Hij duidde precies mijn nieuwe plaats aan , midden in een weide  100 m vooruit  in natte grond zonder dekking tegen land en lucht, wat ik juist had willen vermijden. Toch  herbegonnen ze dapper. Ondertussen werd er spek gebakken, koffie gemalen en brood gesmeerd in een nabije hoeve, en ieder ging op zijn beurt eens ruim eten en dan slapen. Ons eigen keuken was lucht. De wachtrol was in voege : 1/3 van wacht en 2/3 op rust in de hoeve .

     

    Appel van 18 uur:

    Voor de vier groepen =  5  +  6  +  8   +  9  =  29  mannen,

    zijnde 3 sergeanten, 3 korporaals,  22 soldaten en 1 verpleger.

    Ik had nogmaals geen enkel FM, geen enkel VB. De  eerste   bevoorraders FM hadden wel een geweer gevonden .  Om 23u 30  Bevel van Commandant  :

     

    (dit briefje geschreven in potlood is in 2008 nog steeds goed leesbaar ingeplakt in het oude schrijfboekje van wijlen luitenant Theo Journée )

     

                                                       Aan  Luitenant Journée, 

    Ons Kie , volgens orders v/d Major heeft een kleiner front. We zijn in 1ste lijn, en de vijand wordt verwacht tegen deze nacht ofwel morgen heel vroeg.

    Weerstand tot het uiterste. Ge kent uw plicht.

    26/8/40 . Handtekening  DEBRUYNE.

     

     








    24-05-2008 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herinneringen uit de Oorlog (Vrijdag 17 - Woensdag 22)

    Vrijdag 17de mei

     

     

    Rust tot den middag. Verzameling om 14 uur. Vertrek naar stelling NAZARETH (7km) , waar we de eerste dag der alerte geweest waren. Langs de weg lagen  Ardense  jagers op rust. De arme jongens ! ook zij hadden het niet gehouden. Met goede moed begonnen wij de  stelling Nazareth te organiseren tegen lage vliegers. Wij begonnen piketten te timmeren als voetstuk voor onze FM AAvi . Onze goede wil was onuitputtelijk. Na één uur, bevel te vertrekken naar De Pinte. (7km). Rust voorzien tot ’s nachts  2u 30 . Onderhandelingen met Mr Soie (De Pinte) over het vervoer der ransels der  6/44 , met instemming van de commandant die het duur vond en dadelijk met het geld der kantien wilde betalen, wat ik voor mijn peloton op eigen kosten wou doen. Doch daar de officieren  der andere pelotons niet mochten gestoord worden kon ik ze niet op de hoogte brengen. Mijn verbindingsman moest op het bureel blijven om mij te verwittigen.  Na een eerste mededeling aan de mannen bleef hij bij de mannen liggen.

    Rust gekregen tot 2 u 30 . Verwittiging van Mr Soie.  Vervoer der ransels 3de peloton.

     

      

    Zaterdag 18de mei.

     

    Ontijdig verwittigd vertrok ik geïsoleerd op aanduidingen van sergeant Seghers naar Gent Sint Jacobskerk  (12 km).  Wij troffen de Cie in Gentvoorstad reeds aan. Onze moraal in het 3de peloton was fris in vergelijking met de anderen. Wij voelden ons peloton superieur door de ontlasting van de ransels. Wachten op de PI  van sergeant Poortmans die letterlijk nog niets had gevonden. Dan maar zelf op zoek naar logement. Doch de commandant wilde eerst de verkenning der stellingen doen, zodat een heftige discussie ontstond met mij, die eerst logementen wou vinden voor de mannen. Op zijn streng bevel gaf ik toe en wij deden de verkenning. Het scheen mij alsof de commandant hetzelf niet ernstig opnam.

    1ste opstelling : van Pré d’Amour tot St-Joris brug volgens de commandant. Opstelling vlug gedaan.

    2de opstelling : De kolonel komt en vraagt naar majoor en commandant. De opstelling moet verkeerd zijn. Wij zoeken de commandant.  Onvindbaar. Hij was gaan slapen, naar hij later zei. Wij zoeken de majoor op zijn PC. Hij was daar, doch als hij ter plaatse, door de kolonel

    aangeduid aankomt, was de kolonel reeds weg.

     

    Incident met commandant Scharres.

    Terwijl ik de majoor zocht, valt cdt Scharres op mij, om mij te vermoorden van gramschap.

    Ik zou een opeising van een camion door de 8ste Cie tegengewerkt hebben. ‘ Sale gamin, je vous aurai ! ‘‘Je vous excuse, ce n’est pas moi.’  Jammer van commandant Scharres !

    Daar is iets in mij gebroken voor hem op dat moment. Ook hij had het hoofd verloren.

     

    Poos.  De majoor komt weer met nieuwe opstelling. Wij kopen een kaart van Gent en de majoor duidt eigenhandig de nieuwe stelling aan. Ik ga bij luitenant Neyns, die half dronken in het café zat, om hem mijn front te vragen voor het derde peloton. Ik raad hem aan ook zulke kaart te kopen, waarop hij antwoordt dat hij er zo maar een moet krijgen  en dat de troep rust heeft.  I  ga er dan drie bijkopen, voor de commandant en de twee andere peloton oversten, geef aan de luitenant de aanduidingen van de majoor en ga op zoek naar de commandant, of misschien zelf mijn front bepalen en bezetten. . Gelukkig was de commandant ontwaakt. De commandant maakt een schets voor het 3de peloton. Ik verwittig luitenant Neyns bij de commandant te komen. Als hij komt , wil hij mij voor mijn opdringerig optreden een sigaar geven.  Deze 2de opstelling was weer vlug gedaan.

    3de opstelling : De kolonel passeert nogmaals en geeft weer andere opdrachten. Nogmaals verander ik mijn 1ste, 2de en 3de groep, en meld zodra opgesteld aan de commandant dat ik klaar ben.  Doch, zie, ik vind de commandant, met de officieren, een deel van het onderofficieren kader en de bureaucraten , verzameld achter een glaasje bier. Daar was nu plots geen gevaar meer. De heksenketel was afgekoeld. ‘ Ieder heeft rust tot 23 uur ! ‘

    Ik  (en het 3de peloton) was niet verwittigd .  Rust.

     

    In iedere groep hadden we een koffiefeestje gehouden met peperkoek en twee flessen wijn.

    Gent was in Paniek. Iedereen ging vluchten. Een wildeman sloeg zelf sommige zaken in eigen huis stuk met de voorhamer.

     

    Ondertussen zochten alle soldaten zich fietsen, te requisitioneren.  Ik schreef voor mijn peloton enige blanco opeising bons  en toen ging het vlug.

    Het ging nog verder : Sergeant Verest en korporaal Peeters beweerden dat de commandant toelating had gegeven zelfs auto’s op te eisen, en dat luitenant Grandry daarmede reeds volop aan de gang was. Neyns was zat.  Zonder geschreven bevestiging van zulke belangrijke beslissing te vragen, begon ik systematisch , met een burger als gids, alle auto’s op te eisen die in de garages nog stonden. Ik bekwam aldus acht prachtige wagens, die wij in een FILATURE fabriek met essence vulden. Triomfantelijk schoof de gemotoriseerde colonne achter de St Jacobskerk aan, doch wij werden koud ontvangen door sergeant Seghers , helper van de commandant, en door luitenant Neyns die nog steeds zijn roes trachtte te neutraliseren.De commandant was onzichtbaar en luitenant Grandry ook. Luitenant Neyns ongeschikt. Tenslotte had sergeant Seghers gelijk in de discussie die wij voor de zoveelste maal hadden .

    ‘ Wie beveelt de Cie ? ‘ vroeg ik.

    ‘ Ik ‘ zei sergeant Seghers.

    Na lang aarzelen, begreep ik dat mijn zet met de auto’s te sterk was en besloot alles te likwideren. Het bevel van het peloton gaf ik aan sergeant Colson , en ik bracht de acht wagens terug naar de garages. Bont avondmaal bij een der auto eigenaars en dan te voet op zoek naar de rest van de Cie met de vage aanduiding Melle. Toch was de trieste karavaan gedwee en barmhartig tegenover mij. Ten einde Gentbrugge (6km)  logeerde ik ze in de bedden der burgers, die ik met den geweerkolf had gewekt. Daarna ging ik in ’t ronde zoeken naar de rest der 6/44. Eindelijk werden ze gesignaleerd door verloren soldaten der  7/44 in de richting van Melle verderop.

    Alleen op weg. Soldaten en burgers komen langs mij voorbij. Een man van 30 jaar stort met zijn gezicht ten gronde en snikt met den kop tegen den grond van uitputting.  Arm volk !

    Ach God zal zich in het zwakke laten gelden. Wilt U, O God , dan alles tot het uiterste laten komen , om U dan in onzen diepste nood als machtigen redder  te doen kennen ?

    Bescherm dit volk dat zwerft langs de straten om 2 uur zondagmorgen . Ze kwamen van Wetteren. Ze kwamen van Lier en de Kempen.

    Verder op zoek. Soldaten passeren gejaagd

    . ‘ Welke  Compagnie ? ‘  Carabiniers.

      ‘ D’ où venez-vous  ?  Des lignes près d’Alost.

    ‘ Que se passe-t-il là-bas ? ‘

    Zo vraag ik hen over hun ervaring, over de waarde van hun wapens, enz.

    Plots ;  ‘ Haut les mains  ! ‘  roept  hun sergeant.

    ‘ J’ai une arme dans la poche droite de ma capote. Prenez la ! ‘

    ‘ Ici mes papiers de nomination d’officier belge .’  Niets te doen.  ‘ En avant vers Gand ! ‘

    Op elk woord dat ik nog wou spreken dreigde de sergeant mij met mijn eigen pistool.

    Met de handen omhoog ging ik voor hun bajonetten voorop. Soms deden zij mij lopen.

    ‘ Mes hommes de ma Cie dorment ici dans les maisons ! ‘

    Passez vite, pas un signal, c’est un piège !

    Tot eindelijk een auto langs achter ons inhaalde en stopte. Het waren officieren der carabiniers. Een kalm, doch streng onderzoek stemde reeds gunstiger. Ik gaf zonder hun vraag: naam van mijn kolonel, mijn regiment, mijn militiejaar, mijn commandant der schoolcompagnie, kolonel van het 12 RI en de reden waarom ik daar rondliep. Mijn mannen slapen hier in de huizen.
    De officier ging kijken.

    ‘ Ou sont les hommes de Journée ? ‘ ‘ Par ici,  par ici … ! riep commandant Liégeois van de 7de Cie, die toevallig daar stond. Korte woorden. Alles in orde. Afkeuring van mijn nieuwsgierigheid. Mijn gelukwensen aan die sergeant. En weer ging ik op zoek naar de rest der  6/44 .

    Het Bataljon was om zeep. Alles in wanorde. Verloren. De 7de en 8ste Cie verstrooid en verscheurd. Commandant Liégeois zocht manschappen en officieren. De caissons der 8ste stonden alleen langs de weg. De rest der 6/44 vond ik eindelijk als wezen achtergelaten in de gracht langs de straat en tegen de huizen.  Na 10 minuten was ieder gelogeerd bij middel van een geweerkolf.

    Vanaf Gent, vanaf de opeising der fietsen, begon de wanorde en de desertie. Daar was iets gebroken in het hart der soldaten die lagen langs de straatstenen zonder officieren.

    De bezetting van Gent zou grote invloed uitoefenen op de moraal der manschappen.

     

    1) In Gent hadden de mannen gevoeld dat het hoger bevel het hoofd verloren had.

    Bewijs: 3 opstellingen op 3 uur en dan plots rust. Trouwens in de straten van Gent was verweer zonder K4.7 blijkbaar  ondoelmatig en onhoudbaar.

    2) Vele lagere officieren en de onderofficieren gaven de pijp aan Maarten als ze de onstandvastigheid en het weifelen van het hoger commando voelden. Daarbij hadden wij peloton oversten, enigszins het contact met onze mannen verloren, wat onvermijdelijk is door een opstelling in de huizen.

    3)

      

    4) De keuken had slecht geravitailleerd. Ik had zeer veel inspanning aan mijn mannen gevraagd.

    5) Rond 21 uur kon ik mijn peloton niet beheersen daar ik mijn handen vol had met de colonne luxe auto’s welke ik ten slotte verplicht was terug te voeren. Sergeant Colson was per fiets en niet in staat ook het voetvolk in handen te houden, dus niet in staat het bevel over het 3de peloton dat ik hem had overgedragen te voeren naar behoren.

    6) Rond 24 uur holde een RT artillerie door de straten van Gent voor de colonne der 6de Cie en sneed de Cie in tweeën. Alzo gingen sommige mannen verloren en gelukten er pas ’s anderendaags in ons te vervoegen.

     

    Besluit : ’s Avonds hadden officieren en soldaten duidelijk de indruk dat de vijand ons reeds van verre beheerste door de paniekstemming die hij ons injoeg.

    Hoe zou onze houding zijn bij het contact ?

     

     

    Zondag 19 mei.

     

    Om 3.00  uur kreeg commandant Liégeois der 7/44  de dringende raad van de officieren der carabiniers , waarschijnlijk stafofficieren, van een weerstandskern te vormen met wat van het II /44 nog overbleef  en de verwittiging dat rapport zou worden ingediend bij de DI  .

    Om 4u30 werden op bevel van cdt Liègeois mijn gemotoriseerde en de rest der 6de Cie gewekt, en samen met een tiental der 7de Cie gingen we naar stellingen II /44. Commandant Liègeois duidde mij ongeveer de plaats aan. Haveloze bende. Ik als enige officier der 6/44 aanwezig met driekwart van de manschappen. Grandry kwam voorbij per fiets met als opdracht vanwege de commandant iets te te gaan controleren in Gent met betrekking op ons logement aldaar.

    Waar waren de andere officieren ?

    Aalst brandde aan de horizont . De lucht was duister door de rookwalmen. Wij hadden niets gegeten en maar weinig gerust. Ik zelfs niets.

    Het eerste bataljon was reeds op zijn stellingen bezig met graven. Met de vage gegevens van cdt Liègeois wist ik alleen dat wij rechts van het I / 44 moesten aansluiten. Doch daarmede kon ik toch  de Cie niet opstellen.  Grandry had mij gezegd dat de commandant met luitenant Neyns en een deel van het 1ste peloton 6/44 op het kasteel hadden geslapen. Toen ik ging kijken waren er alleen achteruitgeslagen militairen van een ander regiment. Dus ben ik de enige officier der Cie, verantwoordelijk voor het strookje grond  dat commandant Liégeois op mijn kaart had aangeduid.  Het was ook dwaas de Cie nog langer op de heuveltop tussen beide spoorlijnen Melle-Gent aan luchtbombardementen bloot te stellen.  Daarom besloot ik de Cie voorlopig op te stellen en dan verder naar de commandant te zoeken. Ik vond tenslotte de commandant doch ontving een sigaar omdat ik de Cie te laat verzameld had en ten tweede omdat ik ze op eigen initiatief had opgesteld. De commandant beval mij de Cie te verzamelen bij de brug. Luitenant Neyns was ik voorbijgereden. Hij stond te dromen bij de keuken die het gedeelte der 6/44,  dat bij hem was, ravitailleerde.  Van de overige driekwart  die bij mij waren , hield hij geen rekening alhoewel er daarbij ook mannen van zijn peloton waren.

     

    Opstelling op zondag 19 mei.  We waren langs het spoor in reserve.

    Het station van MERELBEKE werd gebombardeerd.

    De vluchtende burgers kwamen ons zelfs langs de binnenwegen voorbij.

    De 1ste groep van het 3de peloton wordt op aanduiding van sergeant Seghers door de commandant weggezonden voor een karwei van het regiment. Zij hebben gedurende drie dagen bruggen getimmerd over de Schelde en eindelijk de vierde dag weer alles afgebroken. Onder een luchtbombardement wordt deze groep uiteengedreven . Allen sergeant Colson kwam met Crabs terug op 23 mei. Groffils nog twee dagen later . De anderen nooit.

    De Brandt en Claes waren in Gent verloren gereden door de artillerie die het 3de peloton had afgesneden.  Ze vervoegden het peloton na het vertrek voor die karwei. Bervoets kon niet mede daar hij de enige zonder velo was en trouwens niet kon fietsen. Deze drie laatste bleven  dus aanwezig, de anderen van de eerste groep waren op karwei.

    Om mijn peloton weer in de hand te hebben bracht ik het langs de boskant aan de weg naar Merelbeke.

     

    18u00.  Op zoek naar de commandant. Ik kon onderweg  juist de keuken op sleeptouw nemen en medebrengen naar het 3de peloton, anders hadden ze ons natuurlijk nooit gevonden. We bleven dan wachten langs het bos. Bij nieuwe opzoekingen bleef de commandant onvindbaar.

    20u30 . Beslissing.  Rust met Peeters en Colle als schildwacht. Sergeant Verest van het 2de peloton stelt zich ter mijner beschikking omdat hij geen vertrouwen heeft in zijn officier.  Samen doen wij een verkenning van terugtocht op de weg naar Merelbeke, en terloops brengen wij twee fietsen mee.

    23.30 ; Rustige nacht. De schildwachten worden ingetrokken. Sergeant Verest zal waken. Ik slaap in een verlaten villa.


     

    Maandag  20 mei.

    Om 4.00 uur  ’s morgens zet luitenant  Pirotton adjunct II / 44 alles op stelten  door langs de straten te roepen : “ Tout le monde dehors  !  …. Sur la position ! …. .

    Ik kwam  juist op tijd om een totale vlucht van het 3de peloton te voorkomen. Iedereen dacht dat vijandelijke tanks op korte afstand doorgebroken waren . Sommigen hadden de luitenant Pirotton slecht begrepen en dachten dat hij had bevolen achteruit te trekken op Merelbeke.

    Geïsoleerd van de rest van de Cie deed het hazenverstand zich dadelijk  gelden.

    Korporaal Cruyskens moest zijn ploeg gaan wekken . De deur stond open en dus waren zij weg. De luitenant permitteerde zich juist een paar uur rust. Men zag hem niet, dus was hij weg. De meeste sliepen nog. Zij die wakker waren , dachten  ‘ de anderen zijn reeds weg, laat ons ze rap volgen …’ 

    Allen naar Merelbeke !  Langs daar bleek de enige vlugge aftocht mogelijk !

    Sergeant Vander Weyden was dol. Met zijn  groep trok hij op Merelbeke af. Het was zijn tweede crisis. Daar tegen kon geen bevel meer baten . Pas als hij van mij de belofte had gehoord een velo voor hem en zijn mannen te zullen krijgen, bedaarde hij en begon zelf de velos van de voorbijrijdende burgers  desnoods met geweld  los te maken. Alzo kwam hij per fiets met zijn mannen van Merelbeke terug.  Ondertussen had ik de rest van het peloton in het bos doen verzamelen. Zo nabij voelden wij de vijandelijke gemotoriseerde.

    Eindelijk een bevel van de commandant. Verzameling voor nieuwe opstelling als anti tankcentrum in het bos bij het kasteel. Daar vonden wij onze commandant terug.  Waarschijnlijk had hij zijn PC aangeduid op de verzameling der peloton oversten van voorgaande dag  waarop ik in slaap gevallen was.

     a) Antitankcentrum  op de wegenknoop.  B) Antitankcentrum in het bos

    De commandant gaf dadelijk onze nieuwe opstelling op. We lagen veilig in reserve  tussen de bomen. Door de paniek van ’s morgens waren Melis en Notelaers afwezig, in de huizen achtergelaten. Dan  volgde de Pinard  stelling. Deze was zo genoemd omdat ik van de portier van het kasteel zeven flessen pinardwijn loskreeg voor mijn mannen en mij   ( 2 X 3  + 1 ).

    Na een paar uur, rond de middag  kwam een nieuwe opstelling . De 2de groep vooraan langs de weg, de 3de en 4de groep achteraan bij de artillerie. De 4de groep die eerst voor de stukken geplaatst was, trok zichzelf tot achter de stukken terug. Onze artillerie schoot taai de ganse namiddag. ’s Nachts zou de repliek komen in een hevig Duits bombardement  van een half uur (of was het langer … ?) waar de klaroen Jacobs  van het  1ste peloton zijn leven verloor en een ander soldaat in de rug gekwetst werd. Onder dit bombardement was het 2de peloton gevlucht.

     






    Dinsdag  21 mei. 08

     

    In de ochtend om 3 uur besloot ik mijn peloton op een lijn voor de artillerie in te graven om niet langer  de paaseieren welke voor de artillerie bestemd waren te ontvangen . Wij waren begonnen  betonnen platen bij te slepen toen  het bevel vanwege de commandant ons bereikt. We moesten de stelling van het gevluchte 2de peloton bezetten.  Dat was een pijnlijke taak. Het 2de peloton had de hele voorgaande dag geluierd en zonder kuilen  hadden ze zich in het bombardement niet ter plaatse kunnen handhaven. Hun kuilen moesten wij nu graven. Al mijn gezag kon er nauwelijks de mannen toe bewegen , vooral die van de 3de groep die heel die karwei voor zich  hadden. De 4de groep had zich vooraan links reeds ingenesteld in bestaande kuilen. De 3de groep moet zijn front verlengen naar rechts waar zo goed als niets gereed gegraven was. Gelukkig mochten we onze oude stellingen weer innemen tegen 7 uur toen het 2de peloton weer langzaam te voorschijn sijpelde.Omstreeks 8 uur kregen we nog een dessert van het nachtelijk bombardement. De stellingen van het 2de peloton  zouden aldus zo goed als ledig blijven  de ganse dag. Tegen de avond besloot de commandant  daarom opnieuw het 2de peloton  door het 3de peloton te laten bezetten.  Ik duid de 4de groep aan om met de rest van het 2de peloton  een front te vormen.

    De 2de en 3de groepen van het 3de peloton bleven op hun oude plaats .

    Ik koos mijn PC in een schuilplaats langs de weg. Onderluitenant Grandry  beval zijn overgebleven en mijn vierde groep. De desertie was sterk vermeerderd. Ik beschikte over geen enkel FM, 2 VB  granaatbussen. De VB van  de 4de groep  had zijn bus in een zak gelaten. De 4 FM schutters waren met het wapen gevlucht.

     

     
    Woensdag 22 mei. 08

     

    Appel 10 u.  3de peloton 6/44

    Op karwei  : Claes

    Afwezig: Lahaye,Loyaerts,Mostien,Raes, Raeds,  Maes, Melis,Dor, Van Berghen, Van Loon.

    Aanwezig: alle overigen.

    Rond 14 u. vertelden de vluchtelingen uit Melsen van de brutale plunderingen door Waalse soldaten bij Vlaamse burgers , aldaar gepleegd, zwijnen geslacht, half gebruikt, half laten liggen, winkels geplunderd. Op zelfden dag rond 18 uur werd in Merelbeke een wijnhandel geplunderd. Vaten wijn stukgeslagen, en de inhoud over de grond gestort. Vooral de artillerie heeft daarin uitgemunt. Ik kon 4 flessen voor mijn mannen loskrijgen uit hun handen.

    Soldaat Van Loon kwam rond 16u terug. Hij was schutter FM en met het wapen naar Merelbeke gevlucht.  Nu lag hij te boffen in ons midden over het lekker leventje dat hij genoten had in Merelbeke, terwijl wij geen eten en geen rust hadden. Dat kostte hem een strenge sigaar.

    24-05-2008 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herinneringen uit de Oorlog (Zondag 12- Donderdag 16)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Zondag 12  mei.  Sinxen.

     

    Ik had nog juist de tijd om me te wassen en een karig ontbijt te doen inpakken of reeds moesten wij verzamelen voor de wacht. Met het 3de peloton hadden we Post 2 Schelde te bezetten en we trokken die richting uit. 

    Doch daar komt  Bastin  de loper van het Bataljon II/44 ons tegenhouden.

    “ Halt !  Parachutisten zijn gevallen  ! “

    Na een kwartier weifelen op het Bataljon , waarbij het weer een loos alerte bleek te zijn , konden we terug naar onze post optrekken.

    Wacht op  Post 2 , Heusdense  Steenweg, Schelde , bij  MELLE 

    Drievoudige taak :  1) lage vliegers

                                  2) parachutisten

                                  3) mobiele reserve tegen alle verassingen

    Wij zagen de Franse colonnes naar Gent optrekken. Wij voelden ons sterk achter hen.

    DCA stond opgesteld  nabij onze post.  Hij schoot raak.

    Van 20u tot 21 u deed ik baancontrole op de Brusselse steenweg, van burgers en soldaten op de vlucht. Lastige karwei. Die wacht werd zeer ernstig opgevat. Wellicht meer dan nodig, want de moraal van de 2de reserve was toen zeer goed.  Vooral om 4 u ’s morgens was iedereen paraat . Wij hadden zelfs 4 eventuele stellingen met tafels voorbereid, en een velo stond langs ieder FM en bij de schildwacht.

    Tot 10 uur duurde dit.  Daarna rust in Gentbrugge.

     

    Maandag 13 mei .

     

    Rust vanaf 10 u.

    Herverdeling der patronen.

    Vervollediging  van de uitrusting.

    Bier, radio  en wat theorie over vliegers.


     

    Dinsdag  14 mei.

     

    Rust tot 20 u.    Theorie : wachtervaring.

    Piket vanaf 20 u . Verzameling om 21 u . Na lang wachten trekken we op ter bewaking der spoorlijn  Gentbrugge  tegen  parachutisten .

    Slapeloze nacht zonder parachutisten.

     

    Woensdag 15 mei.

     

    Piket tot 20 u. Veelvuldige wacht en patrouilles.  Theorie over parachutisten. Wacht op Post 2 Schelde vanaf 20u .

    Wij zagen de stille aftocht der Fransen, zonder te begrijpen.

    Onze soldaten trokken in wanorde achteruit en verhaalden gruwelen over de Slag aan het Albert kanaal, over de lafheid van officieren  en de toetrek der Duitsers. Ook verhaalden zij van schone uitzonderingen, zoals van een officier die de aftocht van zijn peloton had gedekt met de FM en tenslotte als bij wonder nog zijn mannen had kunnen vervoegen.

    De burgerlijke vluchtelingen versperden hoe langer hoe meer het verkeer. De Franse DCA was vertrokken.


     

    Donderdag  16 mei.

     

    ’s Morgens kwam de keuken pas om 9 u30, met één camionette voor het ganse peleton.

    Kalme wacht.  Incident met de baas van  Chalet Congolais die twee kruiken essence ging halen.  Waarschijnlijk een verdachte. Hij werd aan de gendarmerie gesignaleerd. Om 17 u bevel door commandant Scharres te verzamelen en naar Gentbrugge weer te keren ( 4km).

    Nauwelijks een uur aangekomen of we moesten verzamelen voor het vertrek naar De Pinte .

    Het 3de peloton verzamelde traag en ik trachtte door geforceerde mars de rest der Cie te hervoegen. Dat lukte. Nachtmars naar DE PINTE  (14 km). Aankomst om 2 u op die vrijdagochtend. Kantonnement in een verlaten villa.




     




     

    24-05-2008 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herinneringen uit de Oorlog (Vrijdag 10 - Zaterdag 11 mei)
    Vrijdag 10 mei

    De 16 Di was sinds zondag 5 Mei 1940 een opleidingscursus voor onderofficieren en officieren begonnen in EEKE langs de Schelde . Onze Kie de 6/44 bleef gekantonneerd in MELSEN onder Gent. Generaal Wibier was onze hoogste officier.  Ikzelf met sergeanten Avonts en Verest  waren voor de Cie als leerlingen naar Eeke gestuurd en ik had er mij met ganser harte op toegelegd om uit het vele kaf ook wat koren te ziften en te bewaren.Vrijdag morgen 6 uur werd ik wakker. Ongewone drukte, daar scheelt wat  ! De straat op !

    Daar komt  Luitenant Laime der 7de Kie in tamelijk goede orde aangestapt
    .
    ‘ Il y a alerte , l’Allemagne a attaqué la Belgique à  2 h30 ! ‘ 
    Ik rij verder en ontmoet  luitenant  Neyns  en  achter hem de horde der 6de Kie ,  afgemat en uiteengetrokken langs de afgelegde  weg.   …..  De commandant   ….   Aie  … !

    Sergeant Segers had alle patronen, ook der verlofgangers, medegegeven , de ransels van Schutter en 1ste bevoorrader  FM  doen mede dragen, en de soldaten in overhaaste mars  zonder ontbijt en zonder uitdeling van brood doen vertrekken. In die voorwaarden kwamen de soldaten der 6de Cie 44 Ri  op hun stelling NAZARETH niet om te strijden maar om te rusten.

    Met een minimum ontbijt nog in de keel, vervoegde ik mijn  peloton . Luitenant Neyns was commandant der Cie. Ik maakte kennis met mijn nieuwe sergeanten  Colson en Driessen, en reeds klonk het verrassend bevel   ‘Verzameling…’ van loopgracht tot loopgracht.

    “ Terug naar Melsen ! “ . Luitenant Neyns was onvindbaar. Ik deed verzamelen en hem opwachten. Ondertussen  beredderde ik het transport van mijn bagage uit Eeke naar Melsen.

    De commandant was er nog steeds niet en met luitenant Neyns trokken wij naar huis.

    Aangekomen in Melsen (8km) werd ik , met mijn peloton door de herrezen commandant aangeduid als piket van het kantonnement. Na contact  met de commandant Housiaux der 5de Cie  die de commandant van het kantonnement was, kreeg ik de noordelijke sector van Melsen te verdedigen.. Met mijn derde peloton deden we de verkenning van die sector.

    Toespraak.  ‘ Wij zullen, kameraden, broeders zijn  …! “

    Rust. Teruggave van de overtollige munitie en ransels.

    Om 15u  vertrek naar de stelling MUNTE . De eerste gevechten  tussen Duitse en Belgische vliegers doen ons aan de werkelijkheid van de oorlog geloven. De oversten van de pelotons  doen met de commandant de verkenning, doch nauwelijks hebben wij een paar schuilplaatsen bezichtigd of de eerste chef sergeant Seghers  komt het bevel vanwege de kolonel overbrengen : Verzameling !  Terug naar Melsen ( 6km).  Daar sliepen wij een laatste nacht bij Mr Louis Devos,  in een merceriewinkel.

     

    Rondom GENT was een prachtige gordel betonnen schuilplaatsen. Wij betrokken Munte en omgeving. Die schuilplaatsen waren huisjes in de trant van de streek.

     








    Zaterdag 11 mei

    Voor ons vertrek naar GENTBRUGGE hadden wij op de verzameling een heftige discussie met Mr Hebbelinck over stro dat als schadevergoeding moest afgestaan worden aan Mr Den Haese uit dezelfde straat , voor geleend stro.  Zo zijn de burgers  !

    Mijn soldaten droegen zelf het stro dat de man met zijn kruiwagen niet mocht afhalen.

    Terwijl de sirenen telkens opnieuw loeiden , kruisten Duitse vliegers en soms een Engelse het luchtruim.  Wij stapten langs de Franse troepen die naar het Oosten trokken , terwijl wij vol verwachting waren van hun hulp. Zo kwamen wij aan in de  Gestichtstraat Gentbrugge. Het kantonnement was weer te klein voor de Cie en dadelijk vonden wij door bemiddeling van de onderpastoor meer ruimte en autonomie in het patronaat der boyscouts. Wij hadden er aanstonds bier en weldra zelfs een radio. Daar was gelegenheid voor dagelijkse theorie over vliegers, parachutisten, en wacht.  De moraal kon herleven.

    Na aankomst waren wij van piket. Ikzelf moest op het bureel slapen tot zondag 7 uur.

    Loos alerte om  20 u .

    Onderluitenant Grandry nam het bevel van het 2de peloton.

    Om vijf minuten van het bureel af te zijn kreeg ik van de commandant een lange sigaar.

    Eveneens voor de wanordelijke vulling der matrassen in het 1ste en het 2de peloton, terwijl luitenant Neyns daar bij stond. Vinnige repliek van mij.  Belofte van de commandant mij alleen nog geschreven orders te geven waaraan ik mij niet meer zou kunnen onttrekken.

    De commandant had dus wantrouwen.

     





    24-05-2008 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.STAMKAART VAN EEN OFFICIER
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    STAMKAART VAN OFFICIER.

     

    41092  -   Journée,  Théophile, Augustin

    °Walshoutem 11-05-1916 

    zoon van Pierre-Joseph en van Maleux, Marie-Octavie

    moedertaal : nederlands

     

    moet 14 maanden dienst volbrengen

     

    MUTATIES  EN BEVORDERINGEN.

     


    14/10/1936  -  met werkelijke dienst bij het 11e Linieregiment

    15/12/1936  -  KORPORAAL benoemd

     

    10/06/1937 -   gelijkgesteld RESERVE  SERGEANT

    01/10/1937 -   met verlof zonder soldij

    01/12/1937 -   met onbepaald verlof

    01/12/1937 -   RESERVE SERGEANT benoemd

    01//12/1937 -  gelijkgesteld RESERVE ADJUDANT bij de Infanterie

     

    28/09/1938  -  weder opgeroepen onder de wapens

    03/10/1938  - met onbepaald verlof

     

    26/08/1939  -  weder opgeroepen onder de wapens RESERVE ONDERLUITENANT

    20/11/1938  - benoemd bij KB Nr 2810 van 20/11/1939  -

                        - Brevet de Sous-Lieutenant de réserve  désigné pour le  44e Linie Regiment

     

    29/05/1940 -  gevangene van de Duitsers

    31/05/1940 -  heeft terug zijn vrijheid hernomen

    01/06/1940 -  met verlof zonder soldij

     

    1942 - getuige in onderzoek  schadevergoeding aan burgers te Gent

     

    09/02/1945  - weder opgeroepen in actieve dienst en aangeduid voor het 5e Bataljon Fuseliers

    06/04/1945  - met verlof zonder soldij

     

    04/06/1946 - vrijgesproken van schuldige houding tijdens de bezetting

     

    11/06/1949 - weder opgeroepen onder de wapens

    26/06/1949 -  met verlof zonder soldij

     

    01/04/1950 - weder opgeroepen onder de wapens

    02/04/1950 - met verlof zonder soldij

    Tijdens het jaar 1950 nog   9 X  weder onder de wapens voor 2 dagen

     

     

    20/05/1952 -  weder opgeroepen onder de wapens

    19/06/1952 -  met verlof zonder soldij

    22/10/1952 -  RESERVE  LUITENANT  van de Infanterie bij KB Nr 1247 van 27/09/1952 benoemd tot de graad op datum van 26/09/1949 -  DC. 631.32     Nr APO/1C/9493

     

    08/04/1953 -  nommé  CHEVALIER DE L’ORDRE DE LA COURONNE pour les services rendus à l’armée -  par AR du 15/11/1953 – n°2329 -  Ministre de la Défense Nationale

    26/06/1953 -  weder opgeroepen onder de wapens

    29/06/1953 -  met verlof zonder soldij

    24/07/1953 -  weder opgeroepen onder de wapens

    27/07/1953 -  met verlof zonder soldij

    04/09/1953 -  weder opgeroepen onder de wapens

    07/09/1953 -  met verlof zonder soldij

    30/09/1953 -  weder opgeroepen onder de wapens

    25/10/1953 -  met verlof zonder soldij -  70e Wachtbataljon -

    23/12/1953 -  Besluit van Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins Regent -     Nr 1859 van 16/2/1946- Herinneringsmedaille van de Oorlog 1940- 1945- Eervolle onderscheiding  Provincie Limburg - Twee gekruisde bronzen sabels van 6mm lengten

     

    22/05/1954 -  weder opgeroepen onder de wapens

    24/05/1954 -  met verlof zonder soldij

    15/10/1954 -  weder opgeroepen onder de wapens

    18/10/1954 -  met verlof zonder soldij

    19/11/1954 -  weder opgeroepen onder de wapens

    22/11/1954 -  met verlof zonder soldij

     

    22/06/1955 -  weder opgeroepen onder de wapens

    01/07/1955 -  met verlof zonder soldij

    07/10/1955 -  weder opgeroepen onder de wapens

    10/10/1955 -  met verlof zonder soldij

    22/10/1955 -  weder opgeroepen onder de wapens

    24/10/1955 -  met verlof zonder soldij

    16/11/1955 – RESERVE  KAPITEIN van de Infanterie benoemd

    met anciënniteitsrang voor de bevordering op 26/06/1955

    bij KB Nr  4230 van 16/11/1955. – DC.631.22   -  Nr.10263

    10/12/1955 -  weder opgeroepen onder de wapens

    12/12/1955 -  met verlof zonder soldij

     

    In 1956 nog  3 X  weder opgeroepen voor telkens 4 dagen

     

    In 1957 nog  2 X  weder opgeroepen voor telkens 3 dagen

     

    22/02/1958  -  weder opgeroepen onder de wapens

    24/02/1958  -  met verlof zonder soldij

     

     

    08/07/1960  - RESERVE KAPITEIN-COMMANDANT  op  26/06/1960

    bij  KB  7801 bis  van 26/06/1960

     

    01/12/1969 -  KB van 19/12/1967 -  MEDAILLE van de Militair -

     Strijder van den oorlog  1940 – 1945

     

    18/08/1970  - bij KB van 16/06/13590  bericht dat hij wegens leeftijdsgrens ophoudt deel uit te maken van het reservekader – Dank voor de diensten bewezen aan het land en aan het Leger – De ERETITEL van de laatste graad mag worden gevoerd.

     

    MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING .

    21-05-2008 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brief van Boer Van Hulle uit Wingene.
    Wingene, 6 augustus 1940

    Geachte Heer,

    We waren heel benieuwd te vernemen of U reeds thuis waart, daar velen beweerden dat alle aftrekkende soldaten krijgsgevangen waren in Gent en onmiddelijk naar Duitsland gevoerd. We hadden vooral meelij met die dappere mannen van het 44ste die hun vaderland, ja, tot het uiterste verdedigd hadden. Wij ook hebben veel herinneringen van die nare oorlogsdagen in ons leven meegedragen. Nog horen wij U dien vrijdagnacht doodvermoeid, dorstig en hongerig binnenkomen ! ...  Andermaal en nu nog meer uitgeput wellicht zien wij U na die verschrikkelijke Slag van Tielt. We horen U en uw mannen met rechtmatige fierheid nog vertellen hoe U aan het dringend gevaar ontsnapte. We bewonderden uw moed waarmede U uw lijden vergetend, veroorzaakt door afgematheid, doortrapte voeten en nog, een onbekende weg opging in die bange maandagnacht. Dit zal volstaan om U te toonen hoe levendig onze herinnering aan U en uw manschappen is. Van sergeant Vanderweyden die vroeg zijn vrouw te laten weten hoe hij bij ons geweest was, vernamen we nog niets maar, niettegenstaande we op inlichting gingen. Weet U er soms meer over ?  We schreven reeds aan zijn vrouw en wachten tevergeefs op antwoord. We mochten reeds E.H. Professor Albert Heinkens ontvangen die in de overtuiging was dat U gesneuveld was evenals de kommandant van uw regiment die getroffen werd door Belgische Artillerie te Aarsele, en stierf na er drie uren in den hulppost van het Roode Kruis verbleven te hebben . Vooraleer dat slagveld als krijgsgevangene te verlaten, moesten die vier brancardiers die met U bij ons toekwamen, de gesneuvelden begraven. Daarna werden zij naar Willemstad overgebracht en waren ooggetuigen van die tragische scheepsramp waarover U wellicht heel wat gelezen hebt in de dagbladen. Die drie priesters en Pol hebben al het mogelijke gedaan om daar de talrijke gekwetsten te verzorgen en te troosten. Nadat allen hersteld waren zijn die priesters naar huis gekeerd en Pol, die jonge Jezuiet, werd naar Duitsland verscheept. Die priesters komen dit verlof eens allen samen goeden dag zeggen.
    Ons broer is 10 dagen na de capitulatie veilig thuis gekomen. Geachte Heer, we denken dat we nu reeds betere dagen beleven en zeggen U  'welkom' .
    De ganse familie groet U hartelijk en genegen, alsook al die kranige soldaten van het 44ste.

    Fr. Van Hulle,  ten Hoeve SAROS,  Beer,  
    WINGENE - Provincie West Vlaanderen.

    19-05-2008 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VOLKSWAGEN OPEN CHINA te Changchun
    Klik op de afbeelding om de link te volgen ALLE PRIJZENGELD NAAR DE SLACHTOFFERS.
    Van 14 tot 18 mei werden te Changchun de Open Kampioenschappen van China TAFELTENNIS gespeeld.  Dit is daar belangrijker dan  De Ronde van Vlaanderen in ons wielerminnend landje.
    Dit sportief treffen van het hoogste niveau  werd echter volledig in de schaduw gesteld door de AARDBEVING  die China deze week trof.  Op deze zondag  14.00 u  lokale tijd werd het bilan van deze natuurramp gemeld op gebied van lichamelijke schade bij de mensen.
    De officiële cijfers zijn verschrikkelijk :  32.476 doden   en  220.109  gewonden.
    De materiele schade is onnoembaar.  Van overal ter wereld komt er hulp opdagen.

    Op dit Open Kampioenschap van China werd duidelijk een signaal gegeven aan alle sporters ter wereld die enige ambitie hebben om te presteren op de komende Spelen.  Zij die een medaille willen winnen zullen zeer sterk moeten zijn.  We vermoeden dat de Chinezen zich in alle sporten maximaal voorbereiden.  Te Changchun was het duidelijk. Alle topspelers uit China staan reeds op 110 % van wat zij ooit eerder hebben gekund.   

    Tijdens de prijsuitdeling van dit door VOLKSWAGEN  gesponsord  pingpongtornooi werd bekend gemaakt dat  uit solidariteit alle spelers van het Chinese Team hun prijzengeld  ( 143.000 $ ) afstaan aan de slachtoffers van de aardbeving en in het bijzonder aan de zwaar getroffen familie van hun jonge ploegmate   Ding  Ning (foto).

    18-05-2008 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    16-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VOORUIT - Duitsland valt aan !

             V O O R U I T

    ORGAAN DER BELGISCHE WERKLIEDENPARTIJ

     

       Leve België  !

     

        Het fatale uur is gekomen !

        Niet als een bliksemende verrassing, maar als de verwezenlijking van een bange nachtmerrie, die sedert maanden ons hart en onzen  geest martelde.

        Het is gekomen vanwaar het komen moest, van den kant der moordenaars van Europa, die aan hun dierlijke radeloosheid geen andere uitkomst meer zien, dan toe te slaan naar alle kanten, en liefst de zwakste en de onschuldigste  eerst.

        De aanval is voor de dagklaarte op België, en gelijktijdig op Nederland en Luxemburg ingezet, en dat zichtbaar naar sedert lang beraamde plannen.

        Het is wellicht daarom maar beter dat nieuwe leugentaal van de nazi’s , dezen aanval is voorafgegaan met de onzinnigste voorwendsels. Dat hij aldus gekomen is zonder een andere reden dan de brutale wil van de gevaarlijkste gek, die ooit heeft bestaan : het monster Hitler, wordt er des te duidelijker door !

        Want hieraan kan men des te dieper de onmetelijke schending, die ons wordt, aangedaan , peilen.  Niets heeft geteld en niets heeft gebaat, noch onze onberispelijke neutraliteit, noch onze onaantastbare rechtspositie, noch onze afzijdigheid van alle conflicten.

        Ziedaar de nazi barbaren op hun schoonst, zoals zij zijn  en zoals wij ze steeds hebben afgeschilderd. Zoo ook,  zoals het Belgische  volk  ze kende en wist dat zij waren.

        En daarom treft deze schending zonder reden en zonder verwittiging, dat  Belgische Volk aan in staat van zelfbeheersing  en vastberadenheid. Men moet hedenmorgen onze soldaten en onze mensen hebben gezien en gesproken, om zich  rekenschap te geven.  Niemand is verrast geworden, maar allen  – terwijl zij uit het diepste van hun hart de nazistische geweldenaars vervloeken - staan koel en ferm paraat om het onheil het hoofd te bieden. Van den eenvoudige soldaat aan zijn stelling, tot den arbeider op zijn werk, tot de moeder aan den haard, allen zijn slagvaardig.

        België en zijn volk hebben zich niets te verwijten. En dat maakt ons tienmaal  zoo sterk. Onze grond kan geschonden worden, maar hij kan niet vergaan. Op dezen grond staat onze vrijheid  pal en het is nu voor haar dat we vechten en offeren gaan. Tot het uiterste als het moet. Doch zeker van den  zege en van de onsterfelijkheid van België ’s onafhankelijkheid.

         Leve België .

                                                               ''  VOORUIT  "   -  11/5/1940

    16-05-2008 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.EXODUS 1940 VLUCHTELINGEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De uittocht der Belgen

    tijdens de eerste weken van de oorlog.

     

    Vanaf de eerste uren na de Duitse inval sloegen  vele  landgenoten op de vlucht voor de Duitse oorlogsmachine. De herinnering aan het barbaarse optreden van de  meedogenloze vijand in 1914 was nog aanwezig. Verantwoordelijk voor de angst was ook de Belgische regering. Toen deze een oproep deed tot alle 16- tot 35-jarigen rekruten om zich snel te begeven eerst naar West-Vlaanderen en naar Frankrijk om het vaderland te verdedigen, sloegen velen op de vlucht.  Zeven duizend burgers met Duitse of Oostenrijkse nationaliteit die in België verbleven en andere personen die verdacht waren volgens de Staatsveiligheid werden aangehouden en weggevoerd naar kampen in Frankrijk. Talrijke politieke, sociale en economische leiders verlieten hun woonplaats. Dat veroorzaakte paniek en een exodus begon. In de chaos werden alle mogelijke vervoermiddelen ingezet. 
    De stoffige wegen waren overvol met grote zwaar geladen auto’s, maar ook met autobussen, vrachtwagens, brandweerwagens, ziekenwagens, boerenkarren, stootkarren , fietsen, alsook met ontelbare mensen met valies en rugzak die gewoon te voet gingen. Terwijl zowat twee miljoen Belgen met tonnen bezittingen als bagage naar het Westen of het Zuiden wilden, moesten de militaire voertuigen naar het Oosten waar het front was.
    De Duitse vliegtuigen namen regelmatig dit onontwarbaar kluwen onder vuur. Niemand voelde zich veilig omdat berichten over de zogenaamde vijfde colonne een heksenjacht ontketende. Er zouden immers spionnen, Duitse parachutisten verkleed als priesters en nonnen, zich stiekem laten meedrijven binnen de vluchtelingenstroom.  Deze massa mensen dreef moeizaam naar de grens toe.

    In Frankrijk was het al even erg. Alleen ‘les petits Belges’ die Franstalig waren konden er eerst wat sympathie voelen , soms werden Vlamingen  afgemaakt omdat zij verdacht waren van Duitsers te zijn. De overlast die de tienduizenden vluchtelingen bezorgden was groot. Anderzijds werd hen woekerprijzen gevraagd voor eten en drinken of werden deuren en vensters gesloten toen zij voorbij kwamen. Te Bordeaux, tot waar duizenden met de auto waren geraakt , viel een voor de Belgen hatelijke beslissing .  Zij moesten hun wagens gaan parkeren op een groot veld en kregen een papiertje.  Zo moesten duizenden automobilisten hun schone Amerikaanse wagens afstaan aan  militairen of ambtenaren die voordien met lelijke Franse  karretjes rondtoerden.

    Op 7 juni 1940, nadat België zich had overgegeven werd de Belgische frank  met 1/3 gedevalueerd.  Plots kregen de vluchtelingen die wekenlang in dezelfde kleren rondliepen veel minder Franse franken  wanneer zij  hun biljetten wisselden.  Zo’n anderhalf miljoen Belgen verbleef die zomer op Frans grondgebied. Toen er terug zekerheid kwam in hun vaderland, besloten zij van weer naar huis te reizen. Het enige alternatief was de trein. Militair treinvervoer kreeg toen volledige voorrang. De repatriëring op grote schaal vanuit Bordeaux, Toulouse, Marseille,  met volle treinkonvooien duurde lang.  Pas in de herfst belandden de meeste vluchtelingen  terug waar zij waren vertrokken, na een vaak pijnlijk en lang avontuur in een zuur land. Alles kwam weer min of meer in normale plooi, doch ongeveer één procent van de vluchtelingen kwam nooit meer terug naar huis, en meestal waren hun huizen bezocht geworden door dieven .

     

    15-05-2008 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET RIJKE WAALSCHE WIELERLEVEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    ALBERT PERIKEL.

    Het is mij een genoegen hier enkele lijnen te brengen die voor de volgende generaties de naam van wielrenner Albert Perikel verder naar de legende en de onsterfelijkheid moeten dragen. In 1973 kocht ik van deze Albert Perikel een racefiets Bertin waarmee ik er enkele jaren later in slaagde, als modale wielertoerist goede prestaties te leveren. Vooral had ik het voorrecht enige tijd, in speciën de pensioenen te mogen uitbetalen van een aantal stokoude mannen, supporters van wijlen Albert Perikel. Meer dan de supporters en tifosi van alle gekende wielerkampioenen, waren de supporters van Albert Perikel de absolute top in hun specificiteit. Zij luisterden naar de voornamen Adhémar , Marius , Marcel , Edmond , Albert,  Maurice  ... en waren arbeidersjongens die in de crisisjaren rond 1930 niet de middelen hadden gehad om hogere studies te voltooien , maar die door  taalkennis,  wiskundig vermogen, en zelfs schoonschrift, in een publiek examen met vele deelnemers, zich in de toptien hadden geplaatst voor een goed betaalde plaats in een Brusselse parastatale instelling. Het toeval heeft gewild dat zij uit dezelfde streek kwamen, graag bier dronken en sedert hun jeugd aanbidders waren van de vele sterke Waalse wielrenners van toen uit het land van Maas ( niet Maes) en Samber, en in het bijzonder van Louis Mottiat en Omer Taverne. Zij kwamen op het idee, een uitstekend idee trouwens, van de Perikel's Club te stichten. Na de Orde van het Gulden Vlies, de Rotary Club, de Grote Loge, Sporting Anderlecht, kwam in dit land van groot verenigingsleven een clubje bij , die als humanitaire en sportieve oogmerken had steun te brengen aan twee  rennertjes Albert en Alexander Perikel, wezen zonder familie. Was niet zomaar lid van deze club wie dat wilde. Er was een streng ingangsexamen. Op kantoor moest men in staat zijn 60 % te halen van de productie die het wiskundig genie Marius kon bereiken tijdens intrestberekening van spaarboekjes. In het stamcafé moest de kandidaat zeven pinten kunnen drinken in zes minuten . In het maanlicht op het Martelarenplein moest de aanstaande perikel een prestatie leveren van grote ‘ éloquence’.     Gekleed in de verplichte kledij van een perikel en dat was zwart kostuum, wit hemd met groene stropdas, en zwarte hoge hoed, moest een perikel op weg naar, tijdens, of komende van iedere plaats er uitzien als een diplomaat of een minister. De perikel mocht niet dagelijks naar de hoofdstad komen, maar moest op kamers wonen in het Brussels uitgangskwartier, waar de onvermoeibare leden van de Club ' de mannen van de nacht waren' . Tijdens alle activiteiten werd er geld ingezameld om renner  Perikel te steunen. Zijn broer was ondertussen gestopt om het huishouden van de twee jongens te doen en valiesdrager te zijn , zodat Albert zich totaal kon toeleggen op de wielersport. Stilaan van zwoegbeest in kleine koersen, klauterde hij omhoog tot in het wiel der kampioenen.  De kantoren van de Belgische Wielerbond waren op slechts een boogscheut, of een schot komende van een wegspringende kurk van champagne of geuze, en de vooraanstaande leden van de Perikel's Club zorgden regelmatig dat in de keuken van wielerbond een frisse bak bier stond. Dit bracht faciliteiten aan Albert Perikel, meer en meer groeiend tot een echte locomotief op zijn fiets. De Waalse renner werd weldra geselecteerd in Belgische ploegen. Albert Perikel, van wie iedere selectie kritiek uitlokte, ontgoochelde echter in de buitenlandse koersen nooit , en zeker zijn supporters niet. Hij was ook zo'n beleefde, brave en werkzame jongen.

     Het Perikelverhaal zou niet volledig zijn zonder de twee volgende episodes : 1. Het Criterium van Bosvoorde 1938 en 2. De Ronde van Frankrijk 1939. Toelatingen waren bekomen, in het ernstige 'Le Soir' hadden meerdere aankondigingen gestaan over een extra-Tour-criterium dat zou worden betwist te Bosvoorde. Op de bewuste vooravond stond de politie gereed, stroomden enkele honderden toeschouwers toe, waren er : afsluitingen en publiciteitspanelen, 'Vertrek en Aankomst', bloemen en meisjes om kussen uit te delen , geen officials maar wel een aankomstrechter die Poeske Scherens heette, extra personeel in de nabije kroegen en kwamen de Burgemeester en de Schepenen. Een grote fanfare liep door de straten, terwijl trams en auto's stilstonden in een gigantische chaos. Echte sensatie op het uur van de start : er was maar één enkele beroepsrenner aanwezig en die kwam er om het startschot te geven : Albert  Perikel. Toen verschenen plots in bonte rennerstenues op hun rammelende sportfietsen alle leden supporters van de Perikels Club in gezelschap van de oude wielercrack Louis Mottiat. De koers liep op die dag niet voor renners, maar wel voor supporters, mannen die op de meest onwaarschijnlijke wijze waren uitgedost en van wie de afkeer voor hard benenwerk ruimschoots werd vergoed door hun liefde voor het bier. Nooit was er meer volks plezier op een koers dan op die dag.

    De volgende ochtend stond trouwens de uitslag van dit criterium ' Premier Grand Prix Albert Perikel' niet alleen in  Le Soir, maar ook in alle regionale kranten Wallonië , met  Tourrenners die nooit  koers reden.
    Toen deze studentengrap, deze Thyl Uylenspiegel- farce, nog vers in het collectief geheugen was van het Brusselse wielermilieu, volgde iets wat eerst bekend werd als een nieuwe grap : de selectie van Albert Perikel voor de Tour de France 1939 in de ploeg België-B. Nu alles verjaard is, mag worden verklapt, dat in de weken die voorafgingen aan deze selectie van Albert Perikel, kostbare sigaren zijn verdwenen uit kistjes die stonden in het kantoor van de Directeur van de Spaarkas, havanna's die werden gestopt in het bovenzakje van kostuums van heren van de wielerbond en dat er een kelner was die iedere dag een bak Chimay bracht naar het eerbiedwaardig gebouw op de Martelarenplaats, zetel van de BWB.
    Een man uit het land van Chimay, maar met het Zuiders temperament van Pagnol, Marius, grote roerganger van de Perikels Club zorgde daarvoor.
    Hij stond ( zat ... na vele trappisten) en heeft toen gesproken, gezegd recht van op zijn stoel, dat alles kon met de nodige psychologische aanpak en dat de Perikels Club het ' Bleib Jung durch Freud ' zou gebruiken om Albert Perikel tot grote prestaties te brengen in de Grote Tour . ‘Blijf jong door fruit ...’ zo wilde hij het, geïnspireerd als hij was door Freud en Jung, boegbeelden uit de psychologie. De toepassing van dit was dat tijdens de Tour de France 1939, iedere avond een supporter van de Perikel's Club het hotel van de renners (Meulenberg, Disseaux,Vlaemynck, Perikel, Ritservelde,VanOverberghe,..) van het team B ging bezoeken en er een korf fruit bracht voor deze jongens en hun ploegleider, alsook een goede fles wijn voor de mekaniekers. Tijdens de rustperiodes tussen de vele halve ritten van deze Tour 1939 verschenen, al dan niet in vrouwelijk gezelschap, ook weer de supporters met hun troostende woorden, maar zeker ook met hun humor en hun raadgevingen. Dit hielp mee tot een prachtige vriendschappelijke sfeer, een ontspannende houding die zich ook liet ervaren tijdens de koers zelf. Weldra waren deze B-renners nog slechts met 5, maar zij overbluften iedereen door te Parijs de ploegenrangschikking te winnen, en individueel te eindigen op plaatsen 3, 7, 9,10, en last but not least op 1u 26' 59", Albert Perikel 21-ste, die beter deed dan de 31 renners die opgaven, en beter dan de 28 die hij voorafging in de eindafrekening.
    Toen kwam het krijgsrumoer een einde maken aan de pretmakerij van de Perikel's Club. De perikels , meestal als reserve-officieren werden onder de wapens geroepen. Krijgsgevangenschap volgde . De wielrennerij zou nooit meer zijn zoals in die jaren van voor de oorlog. - Papoum -
    Foto = Albert , Roger en Wilfried - Attenhoven 1973 .

    14-05-2008 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OORLOGSKRONIEK
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    OORLOGSKRONIEK

     

    De vernedering van Duitsland was een van de oorzaken dat de tweede wereldoorlog is ontstaan. Het gaf een voedingsbodem voor haat en ontevredenheid. In de periode tot de tweede wereldoorlog kwamen Hitler en Mussolini aan de macht. In deze periode begon Duitsland zich voor te bereiden op een oorlog. Het startsein voor de oorlog was de aanval op Polen op 1 september 1939. Maar voor deze aanval plaats vond was al het e.a. gebeurd.


     31/01/33 - Hitler wordt tot rijkskanselier verkozen.

    14/10/33 - Duitsland verlaat de Volkenbond en de ontwapeningsgesprekken te Genève

     

     2/08/34 - Hitler volgt Hindenburg op als president en laat zich voortaan Führer noemen.

     

     16/03/35 - Hitler voert de algemene dienstplicht in.

     15/09/35 - Door de Neurenberger wetten worden joden tot minderwaardig  gedegradeerd, gemengde huwelijken worden verboden. Het hakenkruis is voortaan de nationale vlag.

     

     6/03/36 - België kiest voor een neutraliteitspolitiek door het Frans-Belgisch militair akkoord op te zeggen..

     7/03/36 - Duitse troepen trekken het gedemilitariseerde Rijnland binnen.

     17/07/36 - Begin van de Spaanse burgeroorlog.

     

    13/03/38 - Door de Anschluss behoort Oostenrijk voortaan tot het Duitse rijk

     29/09/38 - Hitler en Mussolini sluiten samen Chamberlain en Daladier het verdrag van München , waardoor het Sudetenland naar het Derde Rijk wordt overgeheveld.

     

    15/03/39 -  Heel Tjsechoslovakije wordt  Duits  protectoraat . Hitler te Praag.

     23/08/39 -  Ondertekening  van het Duits-Russisch niet-aanvalspact.

     26/08/39 - De  Duitse ambassadeur te Brussel bevestigt de neutraliteit  van België.

     26/08/39 - Algemene  mobilisatie van het Belgische leger.

     1/09/39 - Duitsland valt Polen binnen.

     3/09/39 - Frankrijk en Engeland verklaren Duitsland de oorlog.

     6/10/39 -  Hitler beweert een vriend van België te zijn/

     8/11/39 -  In een bierkelder te München wordt een aanslag op Hitler gepleegd.

     9/11/39 - De Belgische militaire attaché te Berlijn waarschuwt voor een aanval.

     

     2/01/40 -  Mussolini waarschuwt België voor een dreigende Duitse aanval.

     10/01/40 - Noodlanding van vliegtuig onthult aanvalsplannen tegen België .

     13/01/40 – Alarm -  Het Belgisch Leger staat  paraat.

     9/01/40 -  Duitsland valt Denemarken en Noorwegen aan.

     10/05/40 – De premier Chamberlain treedt af.  Churchill vormt oorlogskabinet.

     10/05/40 – Duitse troepen vallen België, Nederland, Luxemburg binnen.    

             OORLOG

     

     

    14-05-2008 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1940 18-Daagse Veldtocht.

    Achttien dagen in mei.

     

    Met de Achttiendaagse veldtocht wordt de campagne van ons Belgisch Leger in mei 1940 bedoeld, wanneer ons vaderland onder de voet gelopen werd door het leger van Hitler. De veldtocht liep van 10 mei 1940, de dag van de Duitse inval, tot 28 mei 1940, toen de Belgen de strijd staakten en capituleerden .  Theofiel de vader van  Papoum  was oudstrijder .

    Belgisch leger - Samenstelling op 10 mei 1940

    Op 10 mei 1940 bestond het Belgische leger uit 22 divisies van ongeveer elk 17.000 manschappen.  In totaal was het Belgisch leger ongeveer 600.000 manschappen groot, en was daarmee in verhouding tot het totaal aantal inwoners één van de grootste Europese legers van dat moment (8% van de Belgische bevolking). Onze Strijdkrachten  bestonden uit beroepsmilitairen en de veertien militieklassen (tussen 1926 en 1939). Elke militieklas telde ongeveer 47.000 manschappen. Een gedetailleerd overzicht:

    • 4.929 beroepsmilitairen, 16.614 reserveofficieren ,12.000 beroepsonderofficieren
    • 46.000 reserveonderofficieren ,10.000 beroepskorporaals en beroepssoldaten
    • De overige manschappen waren  gemobiliseerde soldaten

    Brief van J.Timmermans .

    (geschreven te Kapellen op 8 januari 1941)

     

    Aan Mijnheer Theo Journée,  O.Luit 44e Regt,

    De E.H.Van Mechelen, pastoor van Hoogboom overhandigde ons uw vereerend schrijven.   Met groote vreugde vernamen wij dan dat U nog gaaf en gezond zijt.

    Wij hebben heel dien tijd in den waan verkeerd dat U ofwel krijgsgevangene waart of dat U zoudt gesneuveld zijn. Gode dank !  ’t Is op zijn best afgeloopen.

    Bij ons is het ook nog betrekkelijk goed afgeloopen, alhoewel wij veel geleden hebben. In de nacht van 15 op 16 Mei werden wij uit ons huis verdreven door de Fransche soldaten.

    Den 12 Mei begonnen onze soldaten van het 32e Regt. te drinken en te rooven, en de meeste dorpelingen waren van schrik den 14 Mei vertrokken. Wij bleven, omdat er nog geen order was gekomen.’s Nachts om 11 uur braken de Marokanen bij ons binnen langs eene verbrijzelde venster. Vier man kwamen dan in de keuken en vroegen ons  : “ Que faites-vous, ici ? “

    Wij antwoordden te blijven. “ Et il faut partir ! ”  Wij moesten dan de groote poort openen en 35 manschappen kwamen binnen.  Wij moesten seffens sargien,  kussens en slaapgerief geven.

    En in de verandak  en aanpalende plaatsen begaven zich een 30 tal man ter rust.

    Om 12 uur ‘s nachts moesten wij onder geleide van zes soldaten naar de kommandatur gaan, dicht bij de kazerne. De kommandant, na ons uitgehoord te hebben, stuurde ons naar huis. Heel den nacht hebben wij,  onder de bewaking van zes soldaten gezeten in de keuken.

    ’s Morgens om 8 uur naar den luitenant in Villa Pax, die na van ons gehoord  te hebben , ons naar de stad zond. Na vier dagen kwamen wij terug naar huis.Maar  hoe was het daar gesteld !   Alle kasten opengebroken, alles geroofd in den winkel, uit de slaapkamers, alle  ondergoed, sargies, enz. enz.Wij zeggen dan ook nog , Gode  dank !  Ons huis staat nog recht  en wij zijn nog in leven.Laat ons hopen dat het ergste voorbij is, en zeggen ook gelijk U zoo goed zegdet :  ‘ Dat Gods wil geschiede !  Om te eindigen danken wij U voor uwe woorden van dank voor hetgene wij voor onze soldaten gedaan hebben. ‘t Was toch maar plicht. Wij zullen als voorheen op God betrouwen en steeds zullen wij de beste herinnering van U en uwe soldaten bewaren. Ook beloven wij voor U te bidden., opdat God U spare en U een schoone toekomst voorbereide.  

    Aanvaard met den meesten eerbied de welgemeende wenschen van mijne zusters Cornelie en Josephine en van mij.    J.  Timmermans .

     

    MIJN ANALYSE  VAN DEZE BRIEF  UIT OORLOGSTIJD.

    Na 67 jaren ligt deze epistel nog tussen de archieven van onze familie.  Op goed papier en alléén recto beschreven, lezen we een prachtig en elegant handschrift. De gekrulde letters , de kwaliteit van de inkt,  de evenwichtige uitbouw van het geheel,  de inhoud, de met vaste hand aangebrachte signatuur , laat ons besluiten dat deze twee bladzijden werden geschreven door iemand die tot ver in de adolescentie en zelfs daarna  scholing en goede opvoeding, heeft genoten.

    De pastoor , toen voorbereider van het sacrament van het huwelijk,  overhandigde eerder  een andere brief  die was geschreven door de militair. Deze brief is daar op het antwoord. De meerdere aanhalingen  naar God,  de beschrijvingen , het woord ondergoed  (misschien een timide aanwakkering van erotische aard) ,  het aantal soldaten dat in hun huis kon slapen, het woord winkel,  laten mij vermoeden dat het een schrijfster was die deze brief stuurde. Het is een tip voor de onderluitenant  die daar  ten huize  337, Hoogboomstraat , Kapellen,  drie jonge dames  kan vinden.’ Kom maar eens  terug is de roep van het vrouwke …’, want naast de eeuwige Eva , aanwezig als  J .  zijn er ook nog  Cornelie  en Josephine , in totaal dus drie huwbare dochters  in die katholieke  middenstanders familie. Om deze keurig van de straat te krijgen  is er dus een ernstige tussenpersoon nodig, de   E.H.  Van Mechelen.Omdat die brief zolang werd bewaard door de onderluitenant, is onze conclusie  dat hij ook wel vond dat er voor hem daar nog een schone kans op toekomst  open lag . Het was daar misschien wel  ‘ in de saccoche’ voor hem . Fotomateriaal uit die tijd laat echter zien hoe prachtig de boerendochter Alina  uit Waasmont  er toen wel uitzag. De kansen van  J  waren  dan ook maar klein.

     ---  Wie is echter  de Hector Pointu  onder ons  ( of de inspectrice  Colombe ) die op onderzoek gaat  naar de oude relatie van deze onderluitenant  (wijlen  Fille van  Lenkes )  met die mysterieuze onbekende  J . Timmermans  ? ---

     Een andere optie is  de volgende :  We vergeten de eventuele privé aantrekkingskracht man-vrouw,  en we  vragen ons af wat deze brief doet tussen andere documenten van een dossier uit 1942  waarin dezelfde onderluitenant optreedt  in een breed militair onderzoek naar gebeurde feiten tijdens de tweede helft van Mei 1940.  Timmermans zou  in dat geval iemand kunnen zijn, die indien nodig,  als getuige ten voordele kan optreden en beschrijven hoe eerlijk en correct  het verblijf te Kapellen is verlopen van de manschappen die onder bevel van de onderluitenant op oorlogspad waren.

     

    Sedert de televisie de huiskamers vult wordt er bijna nooit nog verteld over  de nare oorlogstijd  die de vorige generaties hebben meegemaakt.  Nu we weer tussen 10 en 28 mei zijn is het een goede periode om even 1940  onder ons vergrootglas te brengen.  We doken eens in het dunne oorlogsarchief dat wij bijhouden en  blijven koesteren.

    TANKS -   DE SLAG NABIJ HANNUIT .
    Op 12 mei 1940 kwam het zo bij Hannuit tot de verwachte tankslag, met zo'n 1.600 deelnemende pantservoertuigen de grootste die de wereld tot op die dag gezien had. De eerste dag werd de Duitse aanval afgeslagen. Op 13 mei 1940 gelukte het door een concentratie van beide Duitse divisies tegen 3DLM uiteindelijk door het dekkingsscherm van Franse tanks heen te breken, die op de 14e succesvol werden teruggenomen achter de nu ingegraven troepen; ze hadden ongeveer 105 tanks verloren, de Duitsers zo'n 160.

    Dat die Slag daar zo groot is geweest was me tot vandaag onbekend. Ik ben vaak als wielertoerist voorbijgereden aan het kleine oorlogsmonument. Soms gewoon maar om te plassen, ben ik er ook even gestopt. Tussen Hannuit en Jodoigne waar we in de toekomst toch allen vaak zullen komen, moeten we zeker een bezoekje brengen aan dat bepaalde punt langs de weg. Papoum en Kobe zagen precies daar al eens Tom Boonen tijdens een rit van de Ronde van België. 





    13-05-2008 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ANTWERPEN- VEZELAY- ANTWERPEN 1983

    DE TOCHT NAAR VEZELAY.

     

    Ter gelegenheid van het zestigjarig bestaan van de Koninklijke Antwerp Wieler- en Supportersclub  besloten de dynamische wielertoeristen Achiel Malfait en Wilfried Wijn  een officiële permanente proef van 1100 km in te richten tellend voor de klassementen van alle aangesloten rijders bij de Belgische Wielerbond Afdeling Wielertoerisme.

     

    Roger Hoskens uit Attenhoven en Wilfried Journée, toen samen verenigd in de Wielerclub Black Diamond Association, de kleinste club (slechts twee leden) met het grootste programma (zij verslonden bergen, kasseien, afstanden , potten bier en grote steaks) twijfelden geen ogenblik en op een vroege ochtend van de lente 1983 stonden beide kameraden klaar om ook deze afstand aan hun toen reeds groot palmares bij te voegen.

     

    Toen voor de jaren 1000 de Pelgrimstocht naar Santiago de Compostela ontstond, was de kathedraal van ‘ La Sainte Madeleine’ te VEZELAY het belangrijkste vertrekpunt van de pelgrims die uit het Oosten van Frankrijk, België, en Duitsland kwamen.

    Met hun tocht  wilden Wijn en Malfait, de aloude verbinding naar Vezelay en Santiago terug in de belangstelling brengen.  Zij zijn daar op een wonderbare manier in geslaagd, vermits  25 jaren later het aantal fietsende pelgrims naar Galicia ongelooflijk groot is geworden.

    De  KAWS  hoopte begin 1983 nederig dat  ‘ deze fietstocht enkele fietsers er toe zou aanzetten de bedevaart  te ondernemen die door hun club in ere werd hersteld …’ .

     

    De kundig uitgestippelde wegwijzer  was voor toeristen  die vlot kleine versnellingen konden draaien en liep over secundaire wegen door de Ardennen, les Montagnes de Reims, de Bourgogne, de Morvan en de Argonne.  De deelnemers moesten  in totaal elfmaal hun controlekaart laten afstempelen.   De inschrijvingskosten bedroegen  120,- fr  en mits bijkomende storting van 200,- fr kon ook een herinneringstrofee worden bekomen.

     

    Antwerpen-Vezelay-Antwerpen

     

    We hadden een speciaal akkoord bekomen.   We mochten van woensdag tot  woensdag Landen-Vezelay-Landen rijden  en dan in een tweede schuifje de ontbrekende Landen-Antwerpen-Landen  er de volgende zaterdag aan toevoegen, op voorwaarde dat wij dan verslag zouden uitbrengen over onze avonturen in Frankrijk.   Dit vooral om de gegevens op het parkoersblad eventueel te verbeteren voor fietsers die dat jaar ook dezelfde tocht zouden ondernemen.  Ons start- en eindpunt om beide delen aan mekaar te knopen was  Le Cheval Blanc  aan het kruispunt te Jodoigne.

      

    Er bestaat een beknopt verslag voor  KAWS.   Misschien volgt dit later nog wel.  Vandaag hier een reportage over de eerste dag van deze fietstocht, geschreven op 5 juni 1983.

     

    167 km tot Signy l’Abbaye.

     

    Na afscheid van moeder en kindjes vertokken wij in gezelschap van Romain. Deze bekende sportman, die een tijdje goede vriend was van John Massis, ondernam een jaar eerder een poging voor het wereldrecord drieband biljart.  Hij speelde 80 uren non-stop om in het Guiness Book of Records te geraken. Wij bekeerden hem zopas tot  gezondere bezigheden op de fiets en hoopten dat hij daar ook niet zou willen beginnen met krachtpatserij. Die man was zo gelukkig als een kind omdat hij met ons mee mocht .  Hij zou voor het eerst rijden op zijn nieuwe Raleigh tweewieler.

    Hij had zich als gangmaker aangeboden, zou meerijden tot Namen, maar eigenlijk nestelde hij zich voortdurend in onze wielen , tot  Champion waar hij dan plots versnelde in een bergop om te tonen dat hij sterke kuiten had.

    Wij reden eerst links en dan rechts van de Maas naar Dinant , waar wij onze eetzakjes leegmaakten.  Nadien hinderde een felle tegenwind onze vooruitgang. Een hevige regenbui deed ons schuilen te Waulsort, doch wind en zon droogden ons vlug op . Te Givet waren de banken tot 14.00 u. gesloten zodat wij onze wisselverrichting uitstelden en in een drankgelegenheid achter een stempel zochten. Er was veel verkeer op de weg tot Revin  in de Maasvallei, een voor ons bekend terrein van vroegere ritten.  De  stevige klim van Les Masures deed ons herleven, en tot in Signy l’Abbaye bereden wij kleine wegen doorheen bossen en weiden, zoals wij graag zien.

    Het beste hotel van Signy is echter op woensdag en donderdag gesloten, zodat wij onze intrek moeten nemen in het hotelletje met balkon. Het jonge meisje en de man zijn er onwetend en stuntelig.  Zij kunnen niet zeggen of er plaats is.  Dat kan alléén ‘de patronne’ , maar die is afwezig en zal terugkomen volgens haar gewoonte, ofwel binnen vijf minuten ofwel binnen twee uren, want zij heeft tijd noch regel.

    Wij drinken twee pinten bier. Alles gaat hier mislopen ; wij zullen nog een uur langer moeten fietsen is onze indruk.  De man aan de bar vindt zijn kurkentrekker niet meer en kan ook zijn toogklanten niet helpen voor een glas simpele ‘rouge van het huis’ .

    Wilfried die  zoals dat moet voor een doorwinterde randonneur alle materiaal bij heeft , zoekt  zijn  ‘Swiss knife’ die alles opent.  Hij redt de situatie voor de  Franse dorstlijders.  Een nieuwe fles rode landwijn wordt vlug  ‘soldaat gemaakt’ .

    Eindelijk komt   ‘la patronne’ binnen.  Nadat zij vernomen heeft dat wij veel bier drinken, een kurkentrekker bij hebben, felle eters zijn, beslist zij van ons een kamer toe te kennen.  Na dit twijfelend onthaal worden wij in de familie opgenomen,  we eten er goed  (boeuf braisé),  en we praten er heel lang.  Die ‘patronne’ heeft haar carrière als topverpleegster gemist.  Zij praat toch zo graag over ziektes, dokters, hospitalen, operaties, geneeskrachtige kruiden, en astma.

     

    Signy-l'Abbaye est une commune située dans le département des Ardennes (région de Champagne-Ardenne). La ville de Signy-l'Abbaye est le chef lieu de canton de Signy-l'Abbaye et appartient à l'arrondissement de Charleville-Mézières. Les habitants de Signy-l'Abbaye s'appellent les Signaciens et étaient au nombre de 1340 au recensement de 1999. La superficie est de 62.2 km². Elle se situe géographiquement à une altitude de 140 mètres environ.

     

    Auberge de L'Abbaye

    Signy L'Abbaye, Champagne-Ardenne, France

    To the west and set in the pretty village of Signy l’Abbaye is this ancient posting inn where rustic stone and a grandfather clock add to the atmosphere. The Auberge has been managed by members of the same family for over a century and the welcome is warm, the cuisine delicious and the surroundings full of character. Each of the charming, en suite bedrooms is individual


     

     
    VERVOLG

    Antwerpen-Vezelay-Antwerpen   -  VERSLAG.

     

    Door de vele regen werd deze poging zeer zwaar. Toch bleven die dagen voor altijd in ons geheugen gebeiteld, want het was een prachtig avontuur op mooie Franse wegen.

     

    1. Landen  - Signy- l’Abbaye  167 km -  18 mei 1983

     

    Felle tegenwind, wolkbreuk voorbij Dinant, lange en steile klim naar Les Masures, maar de landelijke wegen brengen het ware genot voor de fietsers.

    Roger en Wilfried hadden enige moeilijkheid om logement te vinden.

     

    2. Signy l’Abbaye  - Oigny sur Marne 105 km –

     

    Onze brede lichamen strijden tegen de felle wind die in onze oren fluit en dat  werkt negatief in op onze zenuwen.  Wegvergissing, we reden naar Chaumont-Porcien in plaats van naar Chateau-Porcien . Dat betekende 10 km meer. Gelukkig waren we nadien  meer aandachtig zodat we te Wassigny wel  links naar Hauteville namen. Grote drukte te in de stad Reims,   waar we geen boerenkinkels mogen zijn die bier boven champagne verkiezen.

    In Caisse d’Epargne l’Ecureuil  lopen de Spaarkas bedienden binnen voor een stempel.

    Niemand  kent Varsovie ,  een wijk die we moeten zoeken om ons parkoersblad trouw te volgen.  ‘ Mais …. c’est en Pologne,  is het leuke antwoord dat we krijgen… .

    De zon brengt de oplossing. Zij toont ons waar het Zuid Oosten ligt.

    We aten slechts koekjes die middag en daarom krijgt vooral Hoskens, die met te groot verzet toert, een zware klop van de hamer tijdens de beklimming naar Luddes. Weldra begrijpen we wat  ‘ Montagnes de Reims’  wil zeggen.

    Twee verschrikkelijke stortbuien verplichten ons te schuilen. De wegen zijn vol modder en water. We hebben lege magen, slappe benen, en het is koud.  Er liggen grote plassen, de vrachtwagens kletsen ons nat. We steken de brug van Marne over, we stoppen te Oigny aan de spoorweg, even voor Avizé .  We zijn doornat en gelukkig op de droge kamer, terwijl het buiten giet en de goederentreinen (misschien volgeladen met champagne flessen) onze nachtelijke rust bemoeilijken.

     

    3. Oigny-sur-Marne  - Chablis  173 km

     

    Doorheen de wijnakkers van ‘blanc des blancs’ op lange rechte stukken vliegen wij vooruit tot Fère Champenoise, waar er wegwerken zijn  en we vrezen de mogelijke bandbreuk.

    Te Coursemain  krijgt  Wilfried  iets aan de  hand,  en nog drie volle dagen zal hij dat blijven voelen.  Omdat hij al rijdend  steentjes van zijn buitenband wilde wrijven is zijn hand tegen de kader geslingerd geworden, zodat hij een felle hobbel op de bovenkant van zijn hand krijgt. Ergens aan een waterbak  kan hij de pijn verminderen met koud water. Vele wegomleidingen negerend om toch op de voorgeschreven route te blijven  rijden zij naar Méry sur Seine, ondanks een waarschuwende  plaat  ‘ Innondations’.

    De rivier Aube is buiten haar oevers getreden. Eerst zien beide kameraden wat plassen en slijk. Zij rijden doorheen een gebied van natte weiden en weldra ook  staat er 10 cm water op de weg.  Maar plots  200 m verder is er geen weg meer, wel een brede snelstromende rivier.  Hun leuze is  ‘ steeds vooruit !’ .

    Wilfried, wiens vader eens de felste zwemmer was tussen Maas en Schelde , neemt zijn fiets met bagage op de schouder en stapt de 50 m door het water dat weldra tot boven zijn knie komt.  Vermits hij een lange vent is van 1m91  kan men begrijpen dat het  water van de Aube, aangedikt door de regens,  daar  60 cm  hoog  boven de weg komt.

    Roger kan niet zwemmen ; hij is een korte dikke jongen met gespierde beentjes  en daarom  roept  hij   ‘Laten we terug gaan …!’

    Neen,  Hoskens …, dit is een historisch moment uit onze loopbaan van wielertoerist  … kom  toch mee …   en  avant   …  ik red U wel voor dat gij verdrinkt    !

    Met de moed der grote  flandriens,  met het vuile ijskoude water dat zijn fluitje doet krimpen,  schuift deze Attenhovenaar ook naar de overkant terwijl zijn  fiets-radio muziek speelt.

    Zij steken hun voeten in lekkere sokken , en dan verder tot deze grote wielerdag afgesloten wordt te Chablis, in Hotel Relais de l’Etoile , zeker een goede plaats om aan te bevelen.

    De kamers zijn er oud, maar de antieke rijke hotelsfeer ( in 1931 logeerde de koning van Spanje daar ) en de uitmuntende tafel maken alles goed.   Er is een grote keuze van Chablis wijnen , en die vermaarde flessen  staan  op de kaart  tussen  95 FF  en  150 FF.

     

    4.  Chablis -  Vezelay  52  km

     

    Wanneer we onze ogen openen is het al aan het regenen , zonder ophouden, zodat wij pas om 10u vertrekken, terwijl het nog steeds druppelt.  De waterstralen geselen onze gezichten, en we fietsen keihard verder onder een zwaar wolkendek.  De bomen langs de sprookjesachtige loop van de Cure  zijn dakgoten die de fijne regens verzamelen om ze door spuigaten over onze lijven te gieten wanneer we voorbij fietsen.  De laatste klim tot aan het pleintje voor de Basiliek van Maria Magdalena is zoals opstaan uit een badkuip. We zijn aangekomen op de startplaats van de Tweede en van de Derde de Kruistocht naar Jeruzalem.

    Wij logeren in Relais du Morvan .  We zijn daar  kort na de middags  en dat is goed, want  bijna zijn alle hotels bezet te Vezelay,  want we zijn op zaterdag voor Pinksteren.

    Druipnatte koude fietstocht , maar we zijn blij en wij vieren onze aankomst.

    Journée  kruipt onder de douche, maar die is nogal heet,  zelfs verschroeiend voor koude voeten.  De reactie is rode uitslag want zijn huid verdraagt het niet. 

    Wat is het heerlijk tafelen in  Le Relais du Morvan .  De kamer met twee grote bedden kost 75  FF, een menu 40 FF -  en  een fles ‘ vin du  patron ‘  18 FF  .

    Bezoek aan de indrukwekkende kerk, wandeling ,  relax,  aankoop van een  fantasie landkaart  ‘ Les Chemins de St- Jacques de Compostelle’ , welverdiend  na 3 ½ dag  afzien.

    Er is een speciale gebeurtenis, een rally voor oldtimers, die daar wat  animatie brengt.

     

    5. Circuit du Morvan  85 km

     

    Het Syndicat d’Initiative gelegen naast het hotel bezorgt ons informatie over de streek, vooral een brochure met toeristische  routes. Hieruit kiezen wij nummer 6.  Het is mooi weer op deze hoogdag van Pinksteren. Tijdens ons ontbijt verschijnen kleine groepjes wielertoeristen te Vezelay, die een brevet  randonneur  600km non-stop rijden, vertrokken te Clermont-Ferrand.   De volgende dag worden daar ook kerels  verwacht die  1000 km rijden in drie dagen.  Zo vertrekken we dan voor een tocht doorheen de Morvan.  Niets is mooier voor een wielertoerist dan te kunnen  rijden helling op en helling af, in natuurpracht en langs historische plaatsen, het neusje van de zalm  kan daar in het diepe Frankrijk worden gevonden op een zonnige zondag ,  een prachtrit.   We doen dit met fietsen ontdaan van zware bagage. Onze conditie is prima en met lichte tred beleven wij grote fietsgenoegens.  Op het einde van de rit verliezen we mekaar, doch op onze hotelkamer zijn we weer samen. 

    Nog een detail : we tafelden goed in een auberge te St-Aignan, en in de bezochte abdij , waar geen bier wordt gebrouwen, vonden we wel wat kaas.

     

    6.  Vezelay  -    Montier- en -Der  190 km   (terug  naar huis )

     

    Op mooi parkoers leveren wij een goede prestatie,  met pak en zak op onze goede fietsen.

    We ontdekken een fout op ons parkoersblad,  waarop Praslin  moet staan en niet  Preslin.

    Dat zullen we dan maar  aan KAWS  melden.  Ook wat betreft   St-Pierre   dat moet worden  Mesnil St-Père .  Bovendien is route forestière  geen simpele bosweg, want Route Forestière is een bewegwijzerde toeristische route.  Brienne  is een leuke plaats om al te stoppen, maar we bollen nog wat vlot verder tot  Montier-en-Der bij Gerard de vriendelijke baas van Auberge de Puisie.  We ontmoetten  er  Hollanders die voor het jeugdweekblad Kuifje werken,  en voeren die avond een  lang gesprek.

     

     

    7. Montier-en-Der  - Vouziers    155 km

     

    Een ongelukkige dag, regen, nattigheid, regen, nattigheid.

    Een wiel van Journée geeft problemen. Ook op deze dag zien wij het voordeel en nut van een flinke warme maaltijd en van een lange middagpauze in een restaurant- routier. Wij peppen ons op met de gedachte dat zij die hier in 1914-1918  oorlog voerden in bloed, modder  en water, het toch nog slechter hadden dan wij in de Argonne.  Nat bereiken we Varennes, daarna  snel rechtdoor naar Vouziers om zeker een droog hotel te vinden en een fietsenmaker.

    Wij logeren in Hotel des Deux  Ponts, door ons gekend van een vorige tocht.  De bazin kent ons nog, wij dronken al veel pilsjes bij haar. Vijf  hotelkamers worden daar verhuurd in de eerste vijf minuten dat wij daar arriveerden, gelukkig is er plaats genoeg.  Hoskens heeft moeten vaststellen dat hij op amper 100 m voor de meet nog een platte band kreeg.

     

    8.  Vouziers  -  Landen  200 km

     

    Weer de hele dag  regen.  We vervloeken die situatie. Al onze kleren zijn nu nat.

    We smeren onze blote benen goed in,  met verwarmende zalf  en marmottenvet, en onder ons regenjasje dragen we zo weinig mogelijk kledij.  We stoppen zo weinig mogelijk, rijden rechtdoor naar Sedan.  Journée heeft een nieuw achterwiel gekocht voor 1400 BF,  want zijn velg en spaken waren niet meer te herstellen.  De grenspost  Fleigneux  blijkt een verlaten gebouw te zijn, waar nog slechts af en toe wat controle gebeurt door de douanes.  Te Vresse vinden we daarom ons controlestempeltje.  In ons natte vaderland  wordt de regen nog kouder. Het is warempel hagel op een heuveltop.  Al onze papieren en wegkaarten zijn nu  natte vodjes geworden, we zijn trouwens te moe om naar wegwijzers te kijken, en  bijna razend en nat doch gelukkig met de wind in ’t voordeel zwalpen wij kilometers en kilometers verder. 

    Eén grote gedachte  is onze doping : op ons wachten te Jodoigne in  HetWitte Paard  enkele schuimende potten witbier van  Hoegaerden.

    Bij valavond belanden wij terug in onze heimat, doch om absoluut 200 km te scoren op ons tellertje , rijden wij nog even  een bijkomend rondje om. Nog altijd valt de regen .

    Weldra,  staan we voor onze eigen huisdeur. Vermits we geen sleutel hebben, moeten we nog wat wachten alvorens binnen te mogen,  en even nog steken we onze tong uit om te proeven hoe hemels zoet die regendruppels toch wel zijn.


    ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

    Aiguirande  (Limousin)

    1 juni 1984.

     

    / Een jaar na de kletsnatte fietstocht naar Vezelay durfde Wilfried Journée het aan om de tocht van méér dan tweeduizend kilometers te maken naar het Noord Westen van Spanje. Hij volgde zeer precies de route die werd voorgeschreven in het boekje  ‘ Naar Sinte Jakob fietsen ‘ van de Antwerpenaar Wilfried Wijn , de grote pionier der Renaissance van de grote middeleeuwse  pelgrimstocht. Wegens gezondheidsproblemen was zijn compagnon Roger Hoskens  toen niet in de mogelijkheid van dit ook te doen. Beide werknemers van de  ASLK hadden ondertussen hun clubje van twee rijders opgedoekt na drie mooie jaren. Journée kreeg tijdens de eerste dagen gezelschap eerst van vijf, daarna van vier, daarna van drie tochtgenoten.

    Vanaf Bourbonne-les-Bains  en zijn bezoek aan de bronnen van de Maas reed hij op zijn eentje verder met het boekje van Wijn op zijn stuurtas  en zonder te weten dat met ongeveer 300 km achterstand er toen een andere fietser uit Antwerpen was gestart , Renaat Grandry , eveneens een lange kerel met een baard die ook het boekje van Wijn nauwkeurig volgde. /

     

    Liefste mama, liefste zusjes,

    Al 900 km heb ik gefietst in 7 dagen. Gisteren was het een moeilijke dag . Slecht geslapen bij Marie-Claude en slecht gegeten onderweg, waardoor ik geen benen had. Ik eet ‘s avonds veel te veel en te weinig gedurende de dag. Dat zal ik veranderen. Tafelen ’s middags moet ik, en met kleinere porties in mijn maag moet ik naar bed.  Bij deze lijnen  voeg ik enkele papieren die ik niet onnodig wil meeslepen, doch wel wil bewaren.

    Altijd maar bossen en weiden met haagjes, bergop en bergaf, armzalige dorpjes, oude kasteelhoeven, vullen mijn route. Vele malen zag ik van dichtbij roofvogels zoals sperwers, buizerds, valken. Zij zijn beschermde dieren , nog in groot aantal hier, terwijl zij bij ons praktisch zijn uitgestorven. Het geeft toch wel wat angst als op een stille weg plots zo een grote vogel , met bek en klauwen, twee meters boven uw hoofd uit een boom weg fladdert.

    Ik kocht 500 gr zwarte gedroogde pruimen  ‘pruneaux d’Agen’ om tijdens het fietsen op te knabbelen. Maar rapper kon ik niet rijden. Wel moest ik rap lopen naar een bosje om daar een rappe te deponeren.  Alles heb ik bij, zacht WC-papier en zelfs papiertjes met eau de cologne om keurig de verrichting te voltooien.

    Aiguirande is niet precies op mijn voorziene weg. Gisterenavond ben ik aan een kruispunt rechts in plaats van links gereden. Toen ik dit besefte had ik juist goed genoten van een kilometerslange afdaling en omkeren was op dat ogenblik niets meer voor mij. Via een omweg kwam ik dan toch vlug aan een goed hotel en  ik heb al gezien dat ik terug de pelgrimsroute kan bereiken na het volgen van wegen die ook mooi zuidwaarts lopen.

     

    Ik deed mijn wasje met poeder uit de winkel van Marie-Claude.  Het was nog niet droog vanochtend, behalve de zakdoeken. Wit met wit in de bidet, blauw met blauw in de wasbak, en ikzelf in mijn blootje in de badkuip. Zo moest ik het toch doen volgens moeders richtlijnen. Terwijl ik voor mijn start een platte band op mijn gemak herstelde,  droogde alles nog een tijd lang  in de zon. Op mijn weg heb ik al het een en het ander achtergelaten : vuile oude sokken, het uitgerafeld onderlijfje, en ook mijn zwarte pull waarvan ik eerst nog met mijn mes de mouwen had afgesneden. Eens voorbij de  Loire  is het toch altijd warmer .

     

    Quid met die  Marie-Paule ?  Mijn brief  is met haar gevuld. Zij is te vergelijken  - door haar  ‘moustache’ en afhangende kousen - met de oude Flore, huisbazin uit mijn tijd van het agentschap te Hannuit. Toch is zij erg vriendelijk. Ik kon hier bijna voor niks een kamer huren, doch een niet te frisse met zelfs nog een veeg van een voorganger op de lakens. Haar echtgenoot was niet thuis. Die was met een trein vijftien stieren gaan leveren in Griekenland.  Hij was reeds twee dagen te laat voor zijn geplande terugkeer.  Marie-Paule  was ongerust.

    In dat dorp was er op die dag een dansfeest en de oude vrouw was ook bang dat zatte jonge kerels in haar ‘ Café-Magasin-Hotel  du Commerce’  amok en kabaal  zouden maken.  Dat durfde niemand wanneer haar man er zou geweest zijn.  Zij  vroeg mij dan ook van in het café  te blijven tot sluitingstijd.  Ik werd alzo daar als buitenwipper benoemd. De jongeren kwamen er, maar niemand werd zat genoeg om te worden buiten gewipt.  Het was me duidelijk dat de plaatselijke jonge boerenkerels geen geld hadden om veel te drinken. Tijdens die nacht was er veel lawaai op het plein voor mijn logement. Men reed daar rodeo meende ik. Ik kon niet slapen, moest vaak gaan pissen, maar dat was ook omdat ik een grote fles rode wijn had gedronken  uit ‘le commerce de Marie-Paule’ die zij me rekende aan winkelprijs en niet aan de prijs van haar restaurant .

     

    Op tocht met Hoskens, die vroeg uit de veren was en er dan al eentje rookte, begon ik altijd ten laatste om 9u00  aan het pedaalwerk van de dag.  Maar nu op mijn eentje is het altijd veel later wanneer ik op mijn tweewieler kruip. Dat is eigenlijk niet zoals het hoort.  Nu moet ik meestal  tot  aan het avondmaal fietsen om toch de nodige kilometers  af te leggen die mij  toelaten mijn doel te bereiken  :  Santiago de Compostela.


    +++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

    05-05-2008 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In de richting van Vungtau (Cap St-Jacques) 2000.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Opa schrijft uit Haiphong (Vietnam)

    Cat Ba Hotel, maandag 28/11/2000.

    Haiphong is een havenstad met weinig toeristen. Die rijden er met zwermen voorbij zonder te stoppen, want tussen Hanoï en Halong Bay hebben zij geen tijd. Ik ben dus weer buitenmaats, uit het spoor, maar nog niet ontspoord, want ik gedraag me hier fatsoenlijk alhoewel de 'boumboum' voorstellen talrijk zijn.Eergisteren werd ik aangeklampt door twee mannetjes, die ik trakteerde. Misschien waren het wel jonge communisten.  Zij seinden mijn aanwezigheid naar ergens door, en zopas kwam ik tot de vaststelling dat mijn boekje met adressen is verdwenen uit mijn kamer. Iemand heeft immers vandaag mijn kamer doorzocht.  Dit is werkelijkheid en geen film. De partij of de staatsveiligheid houdt mij dus in het oog. Zo'n olifant als ik, valt op bij die mensen, zeker als hij per fiets rondsnuffelend zich door Haiphong beweegt. Gelieve mij te verontschuldigen bij de mensen thuis die nog geen kaartje van me kregen : ik ben al mijn adressen kwijt  en ken ze niet van buiten.  Maar aan mijn vriend  Renaat Grandry wil ik wel een mooie brief als afscheid sturen, want hij is nu stervende. Zoek in mijn ABC-boekje met adressen en nummers zijn gegevens en post de enveloppe die bij dit schrijven werd toegevoegd.Vandaag nam ik de snelboot op zee naar Cat Ba. Dat is een eiland met veel troeven, waar ik wel rustig drie maanden zou willen verblijven om van daar te varen door de baaien die verder liggen. Zoals het altijd was en nog is, moet ook hier ik komen, zien, weggaan , geweest zijn, tegen hoog tempo.De dienstmeisjes in lichtblauwe ao-daï kijken naar mijn behaarde hand terwijl ik deze letters naar jullie schrijf. Onbeleefd zou je denken. Maar zij verstaan toch niets van wat ik schrijf.  Zuiver schoonschrift is een duizendjarige kunst hier in het verre Oosten. Een wijs man met een baard die met kalligrafische kwaliteit papier vlot beschrijft  zonder enige correctie te maken, wordt eerbiedig bewonderd door deze knappe vrouwen.Het hotel is groot, maar ik ben zowat de enige klant en laat dus door mijn aanwezigheid, mijn maaltijden, de boel dus draaien.Overnachten kost hier  15 $ . Een maandloon voor de Vietnamezen in staatsdienst is  40 $ .  Hoe rijk is dan wel die dikke oude man die onder dit dak eet en slaapt ? Stukjes kip zwemmend in een bouillion van limoenen. Ik heb de meisjes met mijn gebarentaal uitgelegd dat zij zelf mijn menu mochten samen stellen, ...  en lekker dat het is !

    - Wat betreft deze jonge meisjes, opa, ... met je versleten hormonensysteem moet je toch passen, dat weet je toch ... (ja, oma ...) -  Ik zal hen goed drinkgeld geven, vanavond, alvorens ik dit hotel verlaat, want daarom is hun lieve smile toch bedoeld.  

    Ik vond vandaag het FEDEX-agentschap en de Post van Haiphong.Mijn geld smelt weg. Morgen moet ik naar de bank. Nadien wacht me een lange treinreis naar de bergen toe, waar mijn fietslabeur zeer zwaar zal worden. Dit bevestigden de fietsende Hollanders die ik vandaag ontmoette. Mijn eigen toerfiets was vastgesnoerd op het dek van de boot. Wat een mooi zicht, vliegend over de schuimende golven van de Tonkin ! Voor 53.000 dongs, prijs van een goede maaltijd, is het mogelijk van één minuut naar huis te bellen. Het wordt nu tijd om mijn pakken te maken, om te verhuizen, 500 km naar het Westen te  Sa Pa  waar alles armer en kleiner is, wat betreft de mensen, doch waar de grootse natuur heerst in enorme pracht .Mooie muziek ondertussen, roze tafelkleedjes, lege banketzaal, met vier verschillende kolonnen. Er is hier waar ik schrijf ook een ronde bar, met zilveren blinkende metalen bekleding.  Ik ben  de man van  'Room 108' en ik ben graag gezien. Tot morgen, als ik vertrek.De deuren staan wijd open. Zij geven achteraan het gebouw uit op een tuin,  met bad en massagesalon.  Op zijn Thaïs ?  Zal ik dat eens gaan  uitproberen ?

    Mijn motor loopt vlot op vocht uit mijn drinkbussen. Dit is thee met Vietnamese vodka, een gezonde mengeling, voor een matroos die vandaag twee mooie boottochten maakte. Tiger Beer is hier echter het beste sap. De prijs voor fris bier kan hier zeer varieren : volgens zeezicht, op het trottoir, in een hotel, of volgens de meisjes die het uitschenken. Er draaien veel oude Franse films op T.V., zonder ondertitels.  Een Vietnamees vertelt de kijkers over wat het gaat en soms wijkt hij sterk af van wat er eigenlijk gebeurt. Voetbal is in Vietnam zeer geliefd.  Zij kennen zelfs onze Luc Nilis. Op een landweg ontmoette ik gisteren een jongen en een meisje, een verliefd koppeltje vorderend op één oude damesfiets. Het was hun laatste zondag samen, want het meisje zou de volgende dag vertrekken naar het Oosten van Duitsland. De jongen zou haar wellicht nooit meer terug zien.  Romeo en Julia, tussen de rijstvelden. Zij had reeds een paar jaren de Duitse taal geleerd en was toch zo blij dat zij met mij mocht praten, en vooral dat ik haar begreep. Het was een wondermooi meisje, met een lange zwarte staart als haartooi.  Ik gaf mijn adres en telefoon. Indien het voor haar zou misgaan in Duitsland, beloofde ik van haar te helpen.Zij wist niet waar zij naar toe ging, alléén maar dat zij wel zou weg kunnen uit de armoede waarin zij nu leeft.Als zij telefoneert alvorens ik terug thuis ben, weten jullie waarover het gaat.  Gelieve haar dan te helpen, zo mogelijk.    

    OPA.    Nog steeds in blakende forme.

    03-05-2008 om 16:01 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Philippe Noiret

    Tijdens de jaren tachtig werd ik aanzien als een dubbelganger van Philippe Noiret.  Eerst kon ik dat niet geloven, tot ik eens een hoed opzette, een lange bleke regenjas aantrok, een sigaartje tussen de lippen nam en enkele grimassen maakte voor de spiegel. Sedert die dag moest ik  aanvaarden dat het wel zo was. Dit was niet lachwekkend.  Ik kon er mee leven.

    DE ACTEUR PHILIPPE  NOIRET.

    Philippe Noiret  heeft in theater, film, cabaret, en ook op de radio  prestaties gebracht die van hem een topper in zijn vak maakten.  Hij werd gelauwerd met Oscars en met La Légion d’Honneur. Deze acteur had een Belgische moeder. Zijn vader was verkoper van  mannenkledij. Te Rijsel, in de meest Vlaamse stad van Frankrijk, werd hij geboren. Door vaders beroep moest hij vaak verhuizen en zo kon de jonge Philippe  nooit goed zijn op school. Wel werd daar ontdekt dat hij een prachtige stem had. Bij ‘ Les Petits Chanteurs à la Croix de Bois’ en  in de toneelgroep van zijn college ontwaakte de toekomstige acteur. Met een kameraad schuimt hij eerst de cabarets af van Parijs. Op het podium als komiek drijft  hij de spot met alles en nog wat.  ‘ Zondagnamiddag met de radio in een luie zetel ’ maakt  van  hem een  bekende Fransman. Hij kan weldra solliciteren bij  het  nationaal theater te Parijs waar hij groeide van rol tot rol. Gedurende de fifties heeft hij gespeeld in wel veertig  klassieke stukken van Molière, Corneille,  Shakespeare,  Hugo,  Brecht,  Claudel,  e.a. … .   

    Als kanjer uit het theater maakt hij in 1956  plots een sprong naar de filmwereld  voor ‘ La Pointe Courte’  van  Agnes Varda . Dit is de eerste  film van ‘ La Nouvelle Vague’.  Noiret is een beetje te dik om ‘jeune premier’ te spelen. Maar omwille van zijn ‘nonchalance’,  van zijn vleugje humor en van zijn ‘elegance’, aanvaarden grote actrices hem graag als medespeler. Hij komt op het witte doek naast godinnen als Romy Schneider,  Simone Signoret  en  Catherine Deneuve.  Philippe  Noiret  scoorde hoog in  ongeveer 125 films .

    Enkele titels van deze films :

     

    ALEXANDRE LE BIENHEUREUX    -   ZAZIE DANS LE METRO   -   LA GRANDE  BOUFFE  - L’HORLOGER DE SAINT PAUL  -   LE VIEUX FUSIL   -    NUOVO CINEMA PARADISO -IL DESERTE DEI TARTARI -      IL POSTINO   -    COUP DE TORCHON   -   LES RIPOUX -LE ROI DE PARIS     -     QUE LA FETE COMMENCE -

     

    Het verhaal van  ‘Que la Fête commence’ uit 1975 '  speelt  zich af  tijdens de periode tussen Louis XIV  en Louis XV,  tussen  22 en  30  jaar verder in de tijd  na  de eerste Slag van Neerwinden  die in de geschiedenis staat gebeiteld  op   29 juli 1693.  

    Voor Philippe Noiret waren liefde, vriendschap, genegenheid  zeer belangrijk.  Hij werkte hard om er als acteur te komen,  en nog meer om vijftig jaar lang één van de meest populaire topacteurs te blijven.   Gedurende 44 jaren was hij getrouwd met de actrice Monique Chaumette.  Zij hadden één dochter Fréderique en twee kleinkinderen , Deborah en Samuel.. Hij hield van honden en van paarden.  Hij rookte iedere dag van zijn leven twee sigaren. Hij woonde in een landhuis te Montréal (Frankrijk)   ten Westen van  Carcassonne. Van hem zijn de woorden :  ‘ Het leven is een enkele reis ; de reis is kort, laten wij  dan maar onze weg afleggen in eerste klasse ‘  en  met zijn  prachtige stem  zei hij ook nog  eens  dit :   ‘ Het opperste geluk ervaar ik wanneer ik met mijn kont goed ben gezeten op mijn  paard, met mijn neus in de ochtendfrisheid , met in de verte de besneeuwde toppen van de Pyreneeën, en met mijn labrador die glimlacht en zijn tong laat hangen ‘ .

    Deze charismatische figuur uit de international filmwereld  werd begraven in  Le Cimetière de Montparnasse   te Parijs. Hij rust er naast  Jean Poiret, een ander groot acteur, en naast vele artiesten en vrienden .  Hij stierf op 23 november 2006.







    03-05-2008 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (1)



    EINDE
    VAN DEZE BLOG
    26 08 2012

    Foto

    Foto

    Hoe sterk is de eenzame fietser
    Die krom gebogen over z'n stuur tegen de wind
    Zichzelf een weg baant


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Zoeken in blog


    Foto

    Foto

    Foto

    Een bescheiden blik in de geschiedenis van de wielersport is vaak al voldoende om de fascinatie te proeven.
    OLYMPIA 1981 YVES MONTANT   A BICYCLETTE
    http://www.youtube.com/watch?v=lOZPWpiNUWQ&feature=related



    La bicyclette

    Quand on partait de bon matin
    Quand on partait sur les chemins
    A bicyclette
    Nous étions quelques bons copains
    Y avait Fernand y avait Firmin
    Y avait Francis et Sébastien
    Et puis Paulette

    On était tous amoureux d'elle
    On se sentait pousser des ailes
    A bicyclette
    Sur les petits chemins de terre
    On a souvent vécu l'enfer
    Pour ne pas mettre pied à terre
    Devant Paulette
    Faut dire qu'elle y mettait du cœur
    C'était la fille du facteur
    A bicyclette
    Et depuis qu'elle avait huit ans
    Elle avait fait en le suivant
    Tous les chemins environnants
    A bicyclette


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    NATHALIE.

    La place Rouge était vide
    Devant moi marchait Nathalie
    Il avait un joli nom, mon guide
    Nathalie...
    La place Rouge était blanche
    La neige faisait un tapis
    Et je suivais par ce froid dimanche
    Nathalie...
    Elle parlait en phrases sobres
    De la révolution d'octobre
    Je pensais déjà
    Qu'après le tombeau de Lénine
    On irait au café Pouchkine
    Boire un chocolat...
    La place Rouge était vide
    Je lui pris son bras, elle a souri
    Il avait des cheveux blonds, mon guide
    Nathalie... Nathalie
    Dans sa chambre à l'université
    Une bande d'étudiants
    L'attendait impatiemment
    On a ri, on a beaucoup parlé
    Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait
    Moscou, les plaines d'Ukraine
    Et les Champs-Élysées
    On a tout mélangé et on a chanté
    Et puis ils ont débouché
    En riant à l'avance
    Du champagne de France
    Et on a dansé...
    La, la la...
    Et quand la chambre fut vide
    Tous les amis étaient partis
    Je suis resté seul avec mon guide
    Nathalie...
    Plus question de phrases sobres
    Ni de révolution d'octobre
    On n'en était plus là
    Fini le tombeau de Lénine
    Le chocolat de chez Pouchkine
    C'était loin déjà...
    Que ma vie me semble vide
    Mais je sais qu'un jour à Paris
    C'est moi qui lui servirai de guide
    Nathalie... Nathalie


    Foto

    Foto

    Foto

    Marianne de ma jeunesse
    Ton manoir se dressait
    Sur la pauvre richesses
    De mon rêve enchanté

    Les sapins sous le vent
    Sifflent un air étrange
    Où les voix se mélangent
    De nains et de géants

    Marianne de ma jeunesse
    Tu as ressuscité
    Des démons des princesses
    Qui dans moi sommeillaient

    Car ton nom fait partie
    Marianne de ma jeunesse
    Du dérisoire livre
    Où tout enfant voudrait vivre

    Marianne de ma jeunesse
    Nos deux ombres enfuies
    Se donnèrent promesse
    Par-delà leurs joies et leur vie

    Marianne de ma jeunesse
    J'ai serré sur mon cœur
    Presque avec maladresse
    Ton mouchoir de pluie et de pleurs

    Foto

    http://nl.youtube.com/watch?v=lgUrlO6hku8
    Les Baladins
    http://nl.youtube.com/watch?v=75lFwcGucOA&feature=related
    Marie Marie
    http://nl.youtube.com/watch?v=AaXY59mg9QE
    Nathalie   - Spaanse versie

    http://fr.youtube.com/watch?v=27eWewocQm4&feature=related
    Nathalie mon guide avait des cheveux blonds

    Foto

    MON ARBRE
    Louis Amade 1964

    Il avait poussé par hasard
    Dans notre cour sans le savoir
    Comme un aveugle dans le noir
    Mon arbre
    Il était si petit
    Que c'était mon ami
    Car j'étais tout petit
    Comme lui
    J'attendais de lui le printemps
    Avec deux ou trois fleurs d'argent
    Un peu de vert, un peu de blanc
    Mon arbre
    Et ma vie s'accrochait
    A cet arbre léger
    Qui grandissait
    Comme je grandissais


    Foto

    Chanson de
    GILBERT BECAUD

    Quand tu n'es pas là
    Tous les oiseaux du monde
    Quand tu n'es pas là
    S'arrètent de chanter
    Et se mettent à pleurer
    Larmes de pluie au ciel d'été
    Quand tu n'es pas là
    Le silence qui gronde
    Me donne si froid
    Qu'un jour ensolleillé
    Me fait presque pleurer
    Larmes d'ennui malgré l'été
    La ville fait de grâces 
    La lune des grimaces
    Qui me laissent sans joie
    Les cantiques d'églises
    Malgré tout ce qu'ils disent
    Me font perdre la foi
    Quand tu n'es pas là
    Tous les oiseaux du monde
    La nuit sur mon toit
    Viennent se rassembler
    Et pour me consoler
    Chantent tout bas
    ' Elle reviendra ' 
    Quand tu reviendras
    De l'autre bout du monde
    Quand tu reviendras
    Les oiseaux dans le ciel
    Pourront battre des ailes
    Chanter de joie
    Lorsque tu reviendras !


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Le Pianiste de Varsovie
    Gilbert Bécaud

    Je ne sais pas pourquoi
    Cette mélodie me fait penser à Chopin
    Je l`aime bien, Chopin
    Je jouais bien Chopin
    Chez moi à Varsovie
    Où j`ai grandi à l`ombre
    A l`ombre de la gloire de Chopin
    Je ne sais pas pourquoi
    Cette mélodie me fait penser à Varsovie
    Une place peuplée de pigeons
    Une vieille demeure avec pignon
    Un escalier en colimaçon
    Et tout en haut mon professeur
    Plus de sentiment
    Plus de mouvement
    Plus d`envolée
    Bien bien plus léger
    Joue mon garçon avec ton coeur
    Me disait-il pendant des heures
    Premier concert devant le noir
    Je suis seul avec mon piano
    Et ça finit par des bravos
    Des bravos, j`en cueille par millions
    A tous les coins de l`horizon
    Des pas qui claquent
    Des murs qui craquent
    Des pas qui foulent
    Des murs qui croulent
    Pourquoi?
    Des yeux qui pleurent
    Des mains qui meurent
    Des pas qui chassent
    Des pas qui glacent
    Pourquoi
    Le ciel est-il si loin de nous?
    Je ne sais pas pourquoi
    Mais tout cela me fait penser à Varsovie
    Une place peuplée de pigeons
    Une vieille demeure avec pignon
    Un escalier en colimaçon
    Et tout en haut mon professeur
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    What does not destroy us makes us stronger.
    Foto

    Foto

    Rondvraag / Poll
    Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
    Philippe Gilbert
    Greg Van Avermaet
    Ryder Hesjedal
    Johan Vansummeren
    Giovanni Visconti
    Alejandro Valverde
    Samuel Sanchez
    Joaquin Rodriguez
    Maxime Monfort
    Roman Kreuziger
    Vincenzo Nibali
    Peter Sagan
    Damiano Cunego
    Diego Ulissi
    Bradley Wiggins
    Rigoberto Uran
    Edvald Boasson Hagen
    Chris Froome
    Thomas Voeckler
    een andere renner ....
    Bekijk resultaat


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    À la claire fontaine

    M'en allant promener,
    J'ai trouvé l'eau si belle,
    Que je m'y suis baignée.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    Sous les feuilles d'un chêne
    Je me suis fait sécher,
    Sur la plus haute branche,
    Un rossignol chantait.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    Chante, rossignol, chante,
    Toi qui as le coeur gai,
    Tu as le coeur a rire,
    Moi, je l'ai à pleurer.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    J'ai perdu mon ami
    Sans l'avoir mérité,
    Pour un bouquet de roses,
    Que je lui refusai.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    Je voudrais que la rose
    Fût encore au rosier,
    Et que mon doux ami
    Fût encore à m'aimer


    Foto

    Archief per jaar
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008

    Foto

    Foto

    Engelbert Humperdinck
    Les Bicyclettes De Belsize

    Turning and turning, the world goes on
    We can't change it, my friend
    Let us go riding now through the days
    Together to the end
    Till the end

    Les bicyclettes de Belsize
    Carry us side by side
    And hand in hand, we will ride
    Over Belsize
    Turn your magical eyes
    Round and around
    Looking at all we found
    Carry us through the skies
    Les bicyclettes de Belsize

    Spinning and spinning, the dreams I know
    Rolling on through my head
    Let us enjoy them before they go
    Come the dawn, they all are dead
    Yes, they're dead

    Les bicyclettes de Belsize
    Carry us side by side
    And hand in hand, we will ride
    Over Belsize
    Turn your magical eyes
    Round and around
    Looking at all we found
    Carry us through the skies
    Les bicyclettes de Belsize


    Foto

    Foto

    Julia Tulkens .

    Hebben wij elkaar
    gevonden in dit land
    van klei en mist
    waar tussen hemel
    en aarde ons leven
    wordt uitgewist  ?

    Ben ik nog schaduw,
    ben ik al licht,
    of is d'oneindigheid
    mijn aangezicht ?

    Treed ik in wolken of
    in hemelgrond ?
    Er ruist een hooglied aan
    mijn lichte mond.
    In uw omarming hoe
    ik rijzend ril ...
    Mijn haren wuiven en
    de tijd valt stil .
     
                                Julia Tulkens.

    Foto

    Foto

    SONNET POUR HELENE

    Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle,
    Assise auprès du feu, dévidant et filant,
    Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant :
    Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.

    Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle,
    Déjà sous le labeur à demi sommeillant,
    Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant,
    Bénissant votre nom de louange immortelle.

    Je serai sous la terre et fantôme sans os :
    Par les ombres myrteux je prendrai mon repos :
    Vous serez au foyer une vieille accroupie,

    Regrettant mon amour et votre fier dédain.
    Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain :
    Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.

    Regretting my love, and regretting your disdain.
    Heed me, and live for now: this time won’t come again.
    Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Laatste commentaren
  • Coach Factory Outlet (Holder)
        op De teloorgang van de kleine waterhoek.
  • Nike Air Force 1 (Barbara)
        op De teloorgang van de kleine waterhoek.
  • Na een drukkende en zwoele nacht kom ik u een fijne nieuwe week wensen (Jeske )
        op De Flandriens uit Limburg.
  • Wens je een fijne zaterdag (Nikki)
        op De Wielersport in Denemarken.
  • Lieve midweekgroetjes . (bompa harry)
        op Charles Aznavour.
  • SPORTIEF HOOR MIJN TANDARTS RACED OOK (Ton)
        op Een eeuw geleden werd de Primavera 1911 gereden.
  • Maar dat is leuk (Ton)
        op Fietstocht naar Itzehoe - ( Week 1 ) .
  • Norbert Vande Walle (JP VANSTEENKISTE)
        op Une page d'histoire - Le tennis de table d'il y a 40 ans.
  • Lieve zaterdaggroetjes (Nikki )
        op Een stukje Zwembad Olympia nostalgie .
  • De beste wensen voor 2011 (Nikki )
        op Exode des forces russes de Sebastopol -  Bizerte 1920.
  • Foto

    Archief per maand
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Gastenboek
  • Wandelgroetjes uit Borgloon
  • Genieten!!!!!
  • Genieten!!!!!
  • Verder dan Rome
  • Hier ben ik weer gr. van Koos mengelmoes

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Foto

    Foto

    Will Tura:
    Eenzaam Zonder Jou songtekst

    Ik ben zo eenzaam zonder jou
    Niets kan mij binden bij mijn vrienden
    Bij hen kan ik het niet meer vinden
    Het liefste ben ik dicht bij jou

    Ik ben zo eenzaam zonder jou
    Ook als het dansorkest gaat spelen
    Want dansen gaat mij gauw vervelen
    Als ik jou niet in m'n armen hou

    Ik ben zo eenzaam zonder jou
    Jij weet dat ik op jou zou wachten
    Maar leef ik ook nog in jouw gedachten
    En ben je mij nog altijd trouw

    Ik kan niet verder zonder jou
    Mijn leven zou ik voor jou geven
    In al mijn brieven staat geschreven
    Ik ben zo eenzaam zonder jou

    Ik ben zo eenzaam zonder jou



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!