Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
C'est plein d'Uylenspiegel Et de ses cousins Et d'arrière-cousins De Breughel l'Ancien
Le plat pays qui est le mien.
Tous les chemins qui mènent à Rome Portent les amours des amants déçus et les mensonges des anges déchus.
Pelgrim
Wat zich gaande voltrekt in de ziel van de pelgrim is niet een toenemend verlangen naar het bereiken van zijn reisdoel, niet het vinden van het heilige aan het einde van zijn bedevaart, maar zijn overgave aan de ruimte, aan de kiezels op zijn pad, zijn besef van niet-weten, zijn afdalen in de leegte.
Zijn benen worden zijn vrienden, de regen zijn lijden, zijn angst wordt gericht naar de honden langs de weg, het vele legt hij af en hij rust in het Ene. Al trekkend komt hij nergens, voortgaande bereikt hij niets, maar zijn vreugde neemt toe om een bloem en een krekel, om een groet en een onderdak.
Zijn reisdoel en zijn thuis vloeien samen aan de horizon, hemel en aarde vinden elkaar op het kruispunt van zijn hart. Het heilige verdicht zich in de dieren en de dingen. Zijn aankomst ligt verborgen in de wijsheid van het Zijn.
Catharina Visser
De Weg.
In de verte gaat een pelgrim, eenzaam over het pad. Met een blik voorwaarts, eindeloos turen naar het pad. Het pad dat hem leidt, de wind die hem begeleidt. Samen èèn met de natuur, de geur,het geluid en omgeving. Daar toont de schepping hem, nederig dat het pad van zand zo hard als steen is. Soms ook warm,koud en nat. De pelgrim stapt over het harde pad, met als enige vriend zijn schaduw. Samen op hun weg.
When we got to the sea at the end of the world We sat down on the beach at sunset We knew why we had done it To know our lives less important than just one grain of sand.
En camino de Santiago Sur le chemin de St Jacques Iba una alma peregrina Allait une âme pérégrine Una noca tan obscura Une nuit si obscure Que ni una estrella lucia ; Que ne brillait aucune étoile ;
Le patron de toutes les filles C'est le saint Jacques des Bourdons; Le patron de tous les garçons C'est le saint Jacques des Coquilles. Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet, Coquilles et bourdons exigent que l'on troque; Cet échange affermit l'amitié réciproque, Et cela vaut mieux qu'un œillet.
Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.
Betrouw geen pelgrim met een baard Die met een schooikroes geld vergaart Al beed'lend langs de wegen sjokt En met een deerne samenhokt.
Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.
Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
Ik had het eerst niet in de gaten, en opeens zàg ik het spoor dat jij voor mij hebt nagelaten.
Mon père .
Assis dans un vieux fauteuil Recouvert d'un plaid usé, Il rêve de son passé, En attendant le sommeil.
La fumée d'un cigare Flottant au-dessus de lui, D'une auréole, pare, Sa tête grise, de nuit.
Vêtu d'un pantalon gris, Chemise de flanelle Sous le tablier bleu sali. Sa casquette est belle.
Il sait déjà que demain, Sera le grand jour pour lui. Mais il ne regrette rien, Et partira seul sans bruit .
***
La mort .
Le jour où tu viendras, A l'aube d'un matin, Me tendre les bras Me chercher par la main, Entre comme moi Par le fond du jardin.
Tu essuyeras tes pieds Sur le grand paillasson, Pour ne pas marquer Tes pas dans le salon, Et n'oublie pas d'ôter Ton noir capuchon.
La table sera mise Et le vin bien chambré, Quand tu sera assise Nous pourrons le goûter, Avant que je ne suive Ton ombre décharnée .
Mais si tu préfères Par surprise me faucher, Au début de l'hiver Ou au soir d'un été, Pousse la barrière Elle n'est jamais fermée.
Avant de m'emporter, De rendre ma valise, Laisse-moi griffonner Une dernière poésie Où je ferai chanter La beauté de la vie.
Ce n'est pas ce matin Que je quitterai le port, Puisque de mes mains J'ai caressé si fort Ses lèvres de satin Que je t'oublie, la mort.
+++
SEUL SUR LE CHEMIN .
J'ai traversé des villes, J'ai longé des cours d'eau J'ai rencontré des îles J'ai cotoyé le beau !
Tout au long du voyage Rien ne m'a retenu Même pas un signe de croix Tracé d'une main tremblante.
Le vent, la mer, la pluie M'ont façonné le coeur. Je suis leur propre image, Immuable douleur.
Je fais signe aux oiseaux, Seuls amis de ce monde, Qui m'entraînent dans une ronde A m'en crever la peau.
J'ai traversé des coeurs, J'ai rencontré des bras, J'ai caressé des fleurs, J'en ai ceuilli pour toi.
TENNIS DE TABLE MESATENISTA PING PANG QIU TISCHTENNIS TABLE TENNIS
photos courtesy ITTF
乒乓球 Stolni tenis Tenis Stolowy
ITTF TABLE TENNIS Classement mondial 26 - 08 - 2012 World Ranking Weltrangliste Ranking Mundial Värlen Rangordning Classifica Mondiale MESSIEURS : 1. ZHANG Jike - CHN 2. MA Long - CHN 3. XU Xin - CHN 4. WANG Hao - CHN 5. MIZUTANI Jun - JPN 6. MA Lin - CHN 7. BOLL Timo - GER 8. CHUANG Chih-Yuan - TPE 9. OVTCHAROV Dim - GER 10. WANG Liqin - CHN 11. JOO Se Hyuk - KOR 12. OH Sang Eun - KOR
-- DAMES : 1. DING Ning - CHN 2. LI Xiaoxia - CHN 3. LIU Shiwen - CHN 4. GUO Yan - CHN 5. ISHIKAWA Kasu - JPN 6. FUKUHARA Ai - JPN 7. FENG Tianwei - SIN 8. KIM Kyung - KOR 9. GUO Yue - CHN 10. WANG Yuegu - SIN 11. WU Yang - CHN 12. TIE Yana - HKG
De noodklok belt slechts éénmaal Komt weldra de ultieme speeltijd Ademen voor de laatste maal Gelukkig geen haat noch nijd Toch af en toe een flater Een zorg is dit voor later Lopen van os naar ezel Toch af en toe een flater Niet knikkers tellen, wel het spel Lopen van os naar ezel Dagelijks goed aan de kost Niet knikkers tellen, wel het spel Verwachtingen zelden ingelost Dagelijks goed aan de kost De beste blijft mijn moeder Verwachtingen zelden ingelost Water is het kostelijkste voeder De beste blijft mijn moeder Om bestwil een toontje lager zingen Water is het kostelijkste voeder Op zoek naar de diepte der dingen Om bestwil een toontje lager zingen Komt het varksken met de lange snuit Op zoek naar de diepte der dingen Nu is dit pantoumeke bijna uit Komt het varksken met de lange snuit Ademen voor de laatste maal Nu is dit pantoumeke bijna uit De noodklok belt slechts éénmaal.
Tibertyn. ***
Kleine mensenhand strooit op winterse dag kruimels voor de mus.
Schelpen op het strand die worden door de branding voor ons kind gebracht.
Molens in de wind draaien, draaien, en draaien in het vlakke land.
Kerstman in de straat borstelt met grote bezem sneeuw weg van de stoep.
De dode takken breken af bij felle wind van de avondstorm.
Kreten in de nacht van kikkers in de vijver lokken de reiger.
Hulpeloos jong lam verloren tussen struiken waar de wolf vertoeft.
De werkzame bij zoekt in de roze bloesems lekker naar honing.
The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”
De pelgrim.
Hij is op de weg alleen al weet hij nog niet waarheen maar ergens stond geschreven dat hij die richting moest gaan en aarzelt hij soms even langs de eindeloze baan terwijl hij in zijn hart voelt dat velen eerder gingen mijmerend over dingen terwijl een windje afkoelt .
Verder dan Rome loopt de weg.
Ervaringen van een pelgrim.
24-05-2008
Herinneringen uit de Oorlog (18 + tot het bittere einde. )
Maandag 27 mei .
Ik verwittig mijn sergeanten alsook luitenant Duvivier , mijn buurman van rechts met wie ik verbinding houden moest, doch ik laat mijn mannen rusten tot3 uur s maandags ochtend.
Dan met geweld maak ik ze wakker door ze persoonlijk en met eigen handen dooreen te schudden.En de versteviging der stellingen in de weide wordt doorgezet met elk vindbaar materiaal.Tegen 6 uur verschijnt de commandant. : Staakt de werken ! , de stellingen worden nogmaals vooruitgeschoven, nu tot bij de weg !Hier in de greppel, onder de bomen en zelf geplante boshagen liggen we lekker en veilig voor aanval van land en lucht !Verdubbelt waakzaamheid in afwachting !
De commandant bezocht ons nogmaals tegen 11 uur.
De opstelling van de groep rechts was foutief. Hij moest de Mi van luitenant Heynenomsluiten in plaats van er40 machter te blijven langs de weg.Luitenant Heynen en ik hadden elkaar links laten liggen. Terwijl we praatten, komt een burger ons loensch voorbijgevaren en roept tot de mannen Zij zijn daarachter het spoor, wat weiter ! en hij rijdt weer snel terug.
Ik beloof de commandant met moeite de 2de groepvooruit te zullen brengen, zodra mogelijk.
Nu signaleert korporaal Cruyskens me het voorval van de burger en zijn wantrouwen.
Met sergeant Colson trok ik op patrouille, en op 100 m van het huis waar de burger binnengegaan was, bleven wij loeren.Ik meende aan de deurpost soms een weifelende geweerloop te zien op en neer gaan. Dan kwam een man de luiken sluiten. Een vrouw kwam voor de deur staan, wellicht gedwongen door wie binnenin was, omons alle argwaan te ontnemen.Ik riep tot de burger ; Als je een vriend zijt, kom dan vooruit
Hij aarzelde, kwam dan 5 passen vooruit.
t Is goed .Ik meende de zaak in orde te mogen beschouwen, waarschijnlijk ten onrechte want later werd uit dit huis op ons gevuurd.
Sergeant Vanderweydenging alleen voor de commandant op patrouille en kwam terug na Duitsers gezien te hebben opgesteld op afstand in een boomgaard.Hij meldde; de vijand is op 700m , in de richting van het verdacht huis, hij koopt de melk van de boeren, betaalt met gepaste munt en geeft de hand aan de burgers .
Sergeant Vanderweyden laat nog steeds zijn groep op zijde liggen en gaat persoonlijk bij de commandant Eindelijk komt hij weer in zijn verweesde terug, daarna loopt hij naar het PC.
Een soldaat van de Waalse 5de Cie komt aangelopen en meldt Zijn peloton heeft de witte zakdoek opgestoken toen de Duitsers nabij waren. Hijzelf is onder de kogels van de Duitsers gaan lopen om niet gevangen genomen te worden
Dus was de vijand ook links op 600 à 700 m. Ik meld zulks aan luitenant Duvivier rechts van mij. Mitrailleurs van de 8ste Cie die ons voorbij vluchttenbevestigen de nadering van de vijand. Plots fluit de lucht, wij ploffen neer en daar brult de aarde.5,6 obussen van eigen artillerie slaan in op de weide waar onze stellingen van vorige nacht nog waren. Diep in mijn kuil bad ik tot God, machteloos en nietig. :Uw wil geschiede, maar spaar de vaders en de echtgenoten. Neem mij liever dan een van hen. Ik behoor U toe. Doe met mij wat U wil .
Neemt U me heden of laat U me leven om U te dienen aan hetaltaar, zoals U wilt .
Poos.De commandant verschijnt.Hij heeft de verlenging van het vuur gevraagd aan de bataljonoverste.Doch weer zoeft de lucht,en baaf, baaf , nabij ons ploffen onze eigen obussen neer !
Allen zijn gaaf gebleven, doch de indruk was zeer slecht op mijn mannen.Zullen wij nu gaan sneuvelen door eigen artillerie ?
Nu heeft het bericht van onze commandant waarschijnlijk bataljon en batterij bereikt, want de buien die nu inslaan, vallen verder voor ons.Herademing!
Poos.De commandant is reeds lang weg.
Geweerschoten knallen links op de weg. Renaers, mijn verbindingsman bij de commandant, brengt het laatste bevel van de commandant(ook dit briefje bestaat vandaag nog ) :
6 /II /44Le Cdt de la 6e Cie
Au Lt du3e Pton
Licht me in .Wat gebeurt er ?
Houd stand.De Kie wijkt niet .
Debruyne
Geen uur. Het kon middag zijn.
Ik doe Renaers aan de commandant zeggen De vijand valt aan naar uw PC en ook van over de spoorlijn.Kracht= 30 cyclisten.
Ook de Cie rechts wordt verwittigd. Trouwens ook rechts werd reeds geschoten door de vijand en door die Cie. Op dat ogenblik ontstaat een geweldige wind. Regen en stormvlagen, alsof ook de winden en de regen in de Duitse rangen dienden.Hij maakt in ieder geval de waarneming moeilijker . Ondertussen hadik sergeantDriessensmet twee of drie soldaten van de 4de groep en twee man van de 3de groep opgesteld front naar de vijand op de rand van een korenveld op 20 m van mijn PC , doch uit mijn zicht. Ongeveer rond 14 uur zien wijde Duitsers op het zwijgende 2de Peloton inlopen, de mannen uit hun kuilen opjagen, ze ontwapenen en achteruit schuiven naar het veroverd terrein. Libotte vat het geweer en schiet naar de rechtstaande Duitsers op 200m. Ook ik vlam erop met den wil te doden.Geen repliek door de Duitsers. Op dat moment is sergeant Driessens handen omhoog naar de vijand toegelopen. Ik moest luitenant Heynen dekken met mijn Mi . De 2de en de 1ste groep had hem laten staan alleen. Colson, Crabs, en De Brandt bleven op hun stellingen. Mijn grote fout was luitenant Heynen niet te verwittigen.
Ondertussen rapen mijn soldaten zich achter mij samen bij de velos, heimelijk als op kattenpootjes.
Rap terug in uw kuilen! roep ik .
Wij moeten toch een stukje eten
Nu is het geen moment om te eten !
Hun plan was duidelijk. Zij wilden hun velos nemen en achteruit trekken naar de hoeve waar we spek gegeten hadden. Het geweer op hen gericht dwong ik hen te gaan naar de spoorlijn bij de 1ste Cie , en zonder velos. Daar kwamen wij samen in een stelling bij de beek. Hier vervoegden ook Colson, Crabs, en De Brandt. Colson was zijn velo gaan halen. Libotte had er op geschoten denkende dat hij een Duitser was. Ik stelde mij onder bevel van luitenant Duvivier.Nu kwam ook luitenant Heynen achteruit en stelde zich bij de spooroverweg aan de top der lijn van de 1ste Cie.
Hier begon een pijnlijke woordenwisseling met Walravens, die niet wou schieten.
Gij ziet uw ouders niet gaarne, anders zoudt gij niet schieten !
- Ik ken mijn plicht en dat alléén !
Gijlie zijt ongetrouwd, gij luitenant en die Libotte daar,wij hebben vrouw en kinderen. Waarom ons nutteloos overleveren !
- Werkt allen samen om den vijand te weerhouden ginder, dan blijft hij verre !
Allez, vooruit, kom mee als gij durft, wij gaan naar ginder . Gij wilt niet. Gijlie zijt lafaards
Walravens was razend. Ik was bang dat hij een domme streek zou uithalen .
Neen, Walravens, geen nutteloze offers. Hier zijt gij het beste en het sterkste,dat zijn katholieken. Ik ben geen katholiek. Ik ben kristen. Toen wij gebombardeerd werden, vroeg ik aan God dat hij mij zou nemen liever dan een van U .
Luitenant, ik weet dat gij braaf zijt. Maar wat kunnen wij tegen een overmacht !
Ondertussen fezelden de anderen Kom laat ons lopen tot aan de hoeve(de spekhoeve).
Vandaar kunnen we nog weg achteruit. Meulenijzer, Dor, Van den Berghe, zijn er ook.
Zij gingen mij ontglippen. Ik verwittigde luitenant Duvivier. Hij zei : Allez chez commandant Dineur, derrière cette maison
En ik beval dadelijk : Allez !Op! Naar dat huis bij de spoorlijn. Daar is geen gevaar !
Bij dat huis liet ik ze eten. Daar zat een verpleger en een aalmoezenier in een stalleke. Achter het huis was de PC van commandant Dineur.Ik meldde hem mijn moeilijke situatie : zestien man over van II /44. Het antwoordvan commandant Dineur was :
Emmenez cette pourriture loin de mes hommes. Installez vous en réserve dans les trous derrière la ferme, pour remplacer mon peloton de réserve. Dat peloton was een tegenaanval begonnen om de bres van II/44 te stoppen, maar in de vlakke weide moesten zij weer achteruit en zich dadelijk op een goede plaats aan de grond plakken. Ik nam mijn hazen mede op 300m voor de spoorlijn in de bedoelde kuilen, om de twee toegangswegen, de vensters en de hagen te bewaken. De vijand dook weldra voor ons op, op 400 m.Ik zag duidelijk door mijn kijker Duitse grijze helmen, vesten en botten in een kleine boshage opgesteld en een andere groep takken voor zich dragend, vooruitkomend in de richting van een huis dat nader bij ons lag en waarvan de vensters voor hen zeer goede schietplaatsen zouden zijn.Ik zag die grote kerels onbeweeglijk rechtstaan op 300 m, terwijl zij hun gezichten door de takken opduiken en weer intrekken. Ik beval aan mijn mannen van naar believen en overvloedig te vuren op 300 m.Doch alléén Libotte schoot op het duidelijk aangewezen doel. De anderen doken diep in hun kuilen. Sergeant Colson kon waarschijnlijk die vijand nog niet zien van op zijn plaats. Ik stuurde hem naar commandant Dineurom de aanwezigheid van de vijand voor ons te melden en de artillerie te vragen.Antwoord: het is te kort bij U . Gebruikt uw geweren.Ik loerde steeds door mijn kijker en schoot op duidelijk erkend doel met den wil te doden. Doch ook langs mijn oren kwamen kogels voorbij fluiten hoe langer hoe talrijker.Zij kwamen van de vijand voor ons,van de 1ste Cie achter ons die op de vijand schoot,van de vijand voor de spoorlijn wiens verloren kogels nog hier eindigden en voorbij snorden.Onze artillerie sloeg nu overvloedig en raak in op de huizen voor ons waar de vijand reeds nestelde in de stellingen van onze Cie en van ons peloton. De commandant Dineur trachtte door artilleriede bresvan het II /44 te stoppen.Ik vrees alzo dat de gevangenen der 6de Cie die in deze huizen geparkeerd werden in dit bombardement mede omgekomen zijn .Zo Renaers, Vanderweyden, en sommigen van zijn groep die in die huizen zijn gevangen genomen en ook het 2de peloton. Vreselijk was de verwoesting der artillerie , en nu schenen mijn mannen de gevangenen niet meer te benijden zoals eerst bij de beek aan de spoorlijn. Doch in deze kuilen konden wij ons niet handhaven, zo ver van de onzen en zo na bij den vijand.Terwijl de artillerie nog insloeg en wij dus de vuuroverhand hadden, trokken wij uit de kuilen links af achter een huis en vandaar naar de spoorlijn.Hier vond ik onderluitenant Sevenansvan de 4de Cie /44die kalm in een tuchtvolle lijn het vuur leiddetegen de vijand van over de spoorlijn.Weer zeurden mijn mannen van aftocht en vertrek.
Tot plotsonderluitenant Sevenans riep:Verzameling!
Op wiens bevel? vroeg ik .
Commandant Dineur. Godzijdank!
14.00 uur.Wij trokken dan haastig achteruit, bukten ons voor verloren kogels; en borgen ons voor overtrekkendevliegers. Wachten,en verzameling langs B 7 baan Tielt- Deinze.Daar vervoegt ons eindelijk commandant Dineur. Luitenant Heynen die zich ook had teruggetrokken op de 1ste Cie en de dikke luitenant der Mi bij de spooroverwegwaren afgesneden en gevangen genomen.
Langs de aardewegen trokken we af richting Wingene(14 km). Nergens geen Belgische troepen meer. In de verte voorons zagen we een Rode Kruisvlagen juist reden twee gewondenautos in volle snelheid voort,voorbij gewondeArdense jagers, die wij zelf straks zouden vinden langs die weg. Zo schoof de colonne haastig voort.De vijandelijk artillerie of hun vliegtuigen hadden lelijk huisgehouden. Wij vonden drie Ardense jagers, waarvan 1 dood, 1 dol, 1 zwaar doch niet hopeloos getroffen. Op een tentzeil droegen de twee verplegers van het stalleke , soldaat Michotte en ikzelf hun voort tot wij zelf niet meer konden.Dan namen wij een kruiwagen en verder. Wij vragen hulp. Luitenant Duvivier moest met het pistool dwingen ons af te lossen . Doch plots vuurt verraderlijk een mitraillette uit een huis. Allen ontwijken het gevaar langs koren, hagen, en greppels. De gewonde blijft achter te midden van het veld op den kruiwagen. Jammer.Hij was nog te redden, maar wij waren uitgeput en op hol geslagen door de Mi. Doch, voort naar Wingene, naar de hoeve Saros.Op de weg Wingene-Ruiselede trok massaal artillerie achteruit, gemotoriseerde en voetvolk.In de voormiddagwas de baangebombardeerd geworden door vliegers. Langs een veldwegparallel met de grote kassei trokken we naar hoeve Saros waar we eindelijk om 21 uur aanlandden. Wij waren welkom als helden na den veldslag . Wij kregen hesp en kieken. Na het avondmaal ging ik op zoek naar een hergroeperingscentrum mogelijk in Wingene gevestigd ofEM 44 RI .Niets te zien.
Langsde aftrekkende artillerie bereikte ik met moeite de kleine ingang naar de goede hoeve, waar ik tot23.30 uur moest vertellen voor hun gretige oren.
In de verwarring hebben wij commandant Dineurverloren , en op eigen initiatief naar hoeve Saros onzen weg vervolgd.Korporaal Libotte ging dadelijk zoeken naar staf 44 RI.De oude staf was achter de kerk.
Kwamen met mij aan op maandagavond in de hoeve Saros (16 mannen) :
Groep 1 =Colson, Crabs, De Brandt.
Groep 2 =Libotte, Van Haesendonck, Dewin, Michotte, Mars,Jean Notelaers
Groep 3 =Cruyskens, Standart, Janssens, Van Loon
Groep 4 =Walravens, Logist
+ oppasser Berwaerts
Waren reeds aanwezig in dezelfde hoeve :
Colleen Cleeren,alsook Paeps, DeVleeschouwer, VanLoon, oppasser Ronsmans, enwaarnemer korporaal CromphoutDeze soldaten verloren we te Tielt door het fietsavontuur.
Op maandag avond 21u30 zocht korporaal Libotte op mijn suggestie naar de staf 44 RI. Hij vond achter de kerk een officier, die hem bevel gaf morgen dinsdagochtend te verzamelen voor de ingang. Toen wij dinsdagsmorgens daar aankwamen , was er niemand van het 44 RI te zien. Trouwens reeds s avonds rond 22.00 uur vond ik de staf gesloten. Ik ontmoette wel twee soldaten van 44 RI die van de kolonelDe Loukertoelating hadden verkregen te rusten tot s anderendaags s morgens. Ik heb nog naar die kolonel gezocht, doch hem niet gevonden.
OORZAKENVAN DE CAPITULATIE
( volgens luitenant in hetzelfde notaboekje )
1. De acht maandenvoor de 18 dagen hadden de ijver der soldaten verzwakt, alhoewel de officieren er bij gewonnen hadden ; het gaf aan de piot de tijd zich te ergeren over de kleine kanten van kazernesoldaten endaardoor het grootgedachte het land in gevaar verdedigen te vergeten. De boerenverloven, de mobilisatie per fasen, de demobilisatie van sommigen, de rekrutering voor de G.T.R. bracht de moraal op lager peil.
2. Overmacht van Duits materiaal op het onze.De Duitse vliegerskonden waarnemen,bombarderen en mitrailleren, en zorgen voor transport van troepen en parachutisten.
Daarbij waren er nog de tanks, motorisatie en de mitraillette.
Het Belgisch afweergeschut en de jagers waren onvoldoende. Onvoldoende was ook de uitrustingenK 47en perforerende kogels.
Eenantitankcentrum zonder K 47 betekent niets.
De tankgrachten en stalen muren waren ondoelmatig,
zoals ook het geweer mod 89 , FM 15, Mi Colt.
3. De Duitse tactiek was ons te snel en te nieuw. De Duitsers voerden hun Blitzkrieg door vliegers en motorisatie, door paniek zaaienvia vliegers met sirenes en parachutisten. Zij waren uitgerust als stormtroepen in lichte uitrusting ( in trui).Hun omsingelingsmethode en doordrijvendheid was goed.Zij vielen de zwakke punten aan, zodat wij onze sterke punten als verdediging niet konden gebruiken in de strijd.
Gevolgen voor de Belgische troepen in lijn :
-Wanordelijk verplaatsing en aftocht der troepen zonder veel gebruik gemaakt te hebben van de eerste en beste stelling aan grens, Albertkanaal en Maas.
-Verscheuring en verspreidingder soldaten door de onvoorziene aftocht , contactbreuk van oversten en soldaten.
-Afmatting der soldaten door overhaaste aftocht.
-Desorganisatie der diensten zoals bevoorrading , bagage, gezondheidsdienst.
-Terugtocht der Franse voorhoeden.
Gevolgen voor de troepen in het achterland :
-Door de vliegers waren ze van het eerste ogenblik af met de Duitsers in contact.
-Bevelen en tegenbevelen. Langs waar zal hij komen ? Hoe , waar, en welke troepen in stelling brengen ? Daardoor onzinnige verplaatsingen, afmatting der reservetroepen, onregelmatige bevoorrading, geen eten en geen rust.
-Demoralisatie. Door het slechte voorbeeld der jonge klassen en de ellendige zwerftocht der vluchtende burgers.
4. De Duitse moraal was beter dan de onze. De Duitsers hadden het zelfvertrouwen van een herenvolk, de doodsverachting en zelfverloochening. Zij hadden durf, namen initiatief, waren vol voortvarendheid.De Belgen toonden geen zelfverloochening voor de heilige taak. Er was bij hen egoïsme en streven naar zelfbehoud bij officieren en soldaten. De soldaten waren tuchteloos , gevolg van onze democratie. De soldaat had geen volstrektvertrouwen en onderworpenheid tegenover zijn officieren,en de onderofficier trok zich gemakkelijk terug in de massa der soldaten, in plaats van als tussengesteldechef op te treden. De kleine soldij van
soldaten en onderofficieren , in vergelijking met de officieren, is hier gedeeltelijk de oorzaak van. Aan vee officieren ontbrak toewijding en initiatief, alsook de nodige hartelijkheid om het vertrouwen en de gehechtheidder frontsoldaten te winnen. Vele officieren hebben bewezen lafaards te zijn in het gevaar. De kritiekgeest van de lagere officier tegenover de onbekwaamheid en veroudering van het hogere commando en de manifeste onbekwaamheid en veroudering van dat hogere commando hebben eveneens mede bijgedragen tot
DE ONVERMIJDELIJKE KAPITULATIE van de Koning op dinsdag 28 mei om 4 uur.
Dinsdag 28 mei.
Om 3u 30 word ik gewekt door gerammel van voorthollende artillerie op de kasseien der baan Ruiselede- Wingene en door Mi vuur in de nabijheid der hoev Burgers, bevestigen mij dat niet verre af geschoten wordt en later heb ik vernomen dat de Duitsers werkelijk op 300 m van ons af waren in de huizen. Ik verwittig de mannen :
Wie niet wil gevangen zijn moet onmiddellijk met mij mede. Na 3 minuten was iedereen klaar en op weg naar Wingene, naar Zwevezele, en met de stroom mede naar Brugge. Langs de wegen hadden de Duitse vliegers vreselijk ingeslagen .Overallagen uitrustingenvan Belgische soldaten . Wij zochten de staf van het 44 RI dat volgensgeruchten rond Brugge verzamelde.Langs den weg staat de vroeger zo dolle artilleriegedijd en stil. Hier en daar kringetjes soldaten die druk praten. Men sprak over de capitulatie , die zou afgekondigd zijn. In Oostkamp doe ik mijn soldaten rusten, zoek achter inlichtingen over mijn 44 RI. Ik ontmoet alzo een kolonel der Infanterie die mij verzekert :DE KONING HEEFT GEKAPITULEERD.Wij schieten niet meer op de Duitsersen zij niet meer op ons. Straks zullen ze hier zijn. Maak orde , vooral orde om ze te ontvangen.
Hij was nog trots deze kolonel. Ikverwittig mijn mannen over de capitulatie, stuur nogmaals Colson en Libotte op zoek naar 44 RI.Vruchteloos.
Toen kwam de witte vlag, gevoerd op de eerste van een groep van drie Duitse autos.Op het gezicht der Duitse officieren voelde ik de onverdoken minachting , de spotlach. Nu konden wij eten en rusten. Wij vinden een hoeve en omwille van de blijde boodschap die wij er brachten, ontvangen wij gratis een keurige gedroogde hesp. Patatten worden gejast en terwijl ik slaap , wordt alles opgegeten. Wij kwamen rond 15 uur aan de staf 44 RI aan. Ik vond er nog Macherot en korporaal De Bie.De keuken was in een tuin geloodst en door de burgers geplunderd, onder toezicht der Duitsers. Op de staf 44 RI werden de wapens neergelegd. De kolonel zou komen in de namiddag. Ik deed De Bie daar blijven.Ik kom terugop den staf rond 18.30 uur. De kolonel is juist vertrokken met een auto van het Rood Kruis samen met enkele soldaten die daar stonden. Dan vertrekken wij met alle middelen, velo, auto, en te voet naar Wingene , hoeve Saros, waar we steeds welkom waren. Wat te doen ?
Ik had geen orders ontvangen en kon zelfs niet voorzien dat er zouden gegeven worden. Men had ook niet laten voorzien dat er instructies zouden gegeven worden over de demobilisatie.
Al de officieren, commandanten, majors, zeiden mij niets te weten en bekenden :
On na pas même su faire la démobilisation !
IK SPRAK DAN MET DE Duitsers in Wingeneaanwezig.
Gehensie ruhig nach Hause . Meldensiesichnuran deine Ortskommandantund sie werden dort bleiben durfen Dat zei me een Duitse sergeant, de hoogste Duitse gegradeerde , die ik daar in Wingenekon spreken. Vanaf woensdag morgen beschouwde ik mijn rol als Belgische officier geëindigd . Ik gaf mijn mannen toelating, op eigen middelen naar huis te komen .
Woensdag 29 mei.
De volgende ochtend, toen ik ontwaakte waren er reeds verschillende op eigen initiatief vertrokken. Met Libotte, Michotte, Cruyskens, en Logist, trokken wij per camion door Tielt naar Deinze.Halverwege Deinze werden wij in een kamp voor voetgangers geparkeerd. Doch Libotte en ik ontsnapten langs achter.Dan gingen wij per camion en te voet tot Deinze waar we langs hovingen tot aan het kanaaldoorbraken. Het was onmogelijk , zelfs na uren wachten, een voet op de grote baan vooruit te geraken. Op Duitse rubberbotenpasseerden wij het kanaal en de Leie verderop , langs een houten brug. Hier moest ik scheiden van Libotte. De officieren werden per autobus naar Gent gevoerd. Ik nam hem mede tot aan de bus, doch deze was bomvol, misschien nog plaats voor één man, maar niet voor twee. Ik gaf Libotte een welgemeende handdruk. Hij was voor mij een flinke kerelgeweest. Over zijn verleden werd veel kwaad verteld . Hij dronksoms veel en vergat zijn dienst. Daardoor was hij van adjudant uit het actief leger eenvoudig korporaal geworden. Doch in mijn peloton heeft hij zich naar wens gedragen en zijn leven een begin van rehabilitatie gegeven.Hij vroeg me toen een dienst Zohaast gij kunt, luitenant, schrijf naar huis bij mij en zeg of U over mij tevreden waart Hij wou een troost bezorgen aan zijn ouders .Michel Libotte,Drogerijhandelaar, 27, Maestrichterstraat , Tongeren.Dat beloofde ik hem van harte en wenste hem geluk in het leven.
Met een volgende autobus vol officieren kwam ik in Gent. Na lang wachten voor de kazerne , moesten wij gaan slapen in hetCasino van het park.Ik was met drie officieren der Ardense
Jagers en een luitenant der artillerie. Dat waren de wapens die de oorlog hadden meegemaakt.
De Ardenners verstopten het niet :
Toen zij de witte vlag zagen , hebben soldaten en officieren de tranen in de ogen gekregen om de nutteloze offers die ze hadden gebracht. Wij waren bereid en ieder soldaat bij ons was tot de nodige offers bereid. Doch de overige infanterie mocht niet gehandeld hebben, zoals gebeurd is
Donderdag 30 mei.
s Anderendaags zouden de passen gestempeld worden, en ik ging alleen in de stroom mede , om lang te wachten op hetzelfde kazerneplein.In dichte drommen werden de soldaten opgeleid naar Lokeren.Wij officieren bleven wachten , rekenend op een speciaal transport voor ons. Het bleek tenslotte dat wij ook te voet meemoesten in de walgelijke massa, in die drommen vernederde onteerde soldaten. Ik voelde mij als volk en als officier vernederd.
Ik zag een camion die in den drom moeilijk vooruit kon en waar desnoods nog een man mede kon. Ik klauterde er op, en voort ging hij, eens dat hij ruimte kreeg, voort,100 km per uur, en in de richting van Brussel en naar Luik !
De witte vlag wapperde voorop en hoog.De burgers juichten ons toe!
Dendermond, Asse, Brussel, Leuven, Tienen .HALT!
Duitse controle op de markt doet ons stoppen, doet een Duitser opstijgen, en onder zijn geleide naar de kazerne varen.Wij waren gevangen en gelijkgesteld met de krijgsgevangenen die in dit kamp opgesloten waren en nog s avonds zouden bijkomen. Wij waren er gedrieën van Walshoutem.Laporte Lucien was in Brussel op onze wagen overgestapt, en in de kazerne vonden wij krijgsgevangeneFernandNoé.
Vrijdag 31 mei.
s Anderdaags in de ochtend komt Laporte de kamer opgestormdmet eenUrlaubin de hand tot vrijdagavond. Ik storm de trappen af, klop me in houding voor de Duitse onderluitenant , commandant van het Gefangenenlager, en vraag ook een Urlaub.Het ging en na 5 minuten waren wij de straat op, naar huis .!
Een melkboerke wordt langs de weg aangeklampt, en wat een geluk, hij ging juist tot Grimde, dan toch tot Neerheylissem en eindelijk naar Neerlanden. In Landen stapten we stralend af. In de kerkkwam ik juist voor de prefatie en de consecratie .
Ik dankte God en herhaalde diep de belofte gedaan in de kuil onder de inval van eigen obussen. Ik kwam thuis. Blijdschap.s Namiddags ging ik me aanmelden op het gemeentehuis en vandaar met Lucien Laportenaar het Kommandatur in Borgworm., waar ons Urlaub werd vervangen door een blijvende toelating om in onze woning te vertoeven.
Herinneringen uit de Oorlog (Donderdag 23 -Zondag 26)
Donderdag 23 mei.
Tegen 23 uur woensdagnacht : verzameling. Voetvolk voor, cyclisten achteraan. Langs Gent naar ZWIJNAARDE. Dadelijk na de aankomst , zonder eten, moest opnieuw gegraven worden. Het viel de jongens hard.De vliegers scheurden langs ons hoofd voorbij in groten getale.
Wij voelden ons in hunne macht en dankbaar na hun doortocht omdat zij van die macht geen gebruik wilden maken. De schrik had de meeste te pakken. De stellingen van de 4de groep bleven de ganse dag quasi ledig.De 1ste en 2de groep, die sinds Melle één groep hadden gevormd onder bevel van sergeant Colson en korporaal Libotte was zwak bewaakt. De 3de groep was tamelijk goed vertegenwoordigd.
De desertie vierde hoogtij. Wij stonden er machteloos tegenover.Welke straf toepassen ?
Het eerste peloton was later uit Melle vertrokken en begon ook later de grondwerken in Zwijnaarde. Zij werden onder de arbeid gemitrailleerd door vliegers en dat prachtige peloton dat zich tot dan toe prachtig had bewaard, werd zwaar beproefd. s Avonds liep het met de 5de Cie mede voor een onmogelijke opdracht. Het ging verloren voor een groot gedeelte.
De vijand was voor de Scheldeboorden. Wij hoorden hun mitrailletten keffen.De nacht viel zwaar in. Gelukkig mochten we tegen 23 uur verzamelen om naar POESELE te vertrekken.
De cyclisten der 6/44 dus meestal het 3de peloton // 6/44 met 15 verkenners van het 44 RI vormde de achterhoede en we moesten aldus getuige zijn van de wanorde in ons Regiment.
Vrijdag 24 mei.
Op den weg naar Poesele vinden wij een hopeloze versperring door den aftocht aller wapens. Terwijl de kadavers der paarden en de ruines der woningen toch waarschuwden voor het luchtgevaar. Wij dankten de Duitse vliegersvoor hun medelijden met ons. Wij kwamen allengs langs bekende wegen nabij VOSSELAERE. Langs de wegen lagen velos, ransels, autos en zelfs een stuk spek. De brug van Sint-Maartens Deurne was klaar om opgeblazen te worden. Een genie generaal snauwde ons toe per vieren te marcheren. Wij stapten zonderacht te geven voorbij. Ver achter ons hoorden wij de brug de lucht in vliegen.
Wij stapten voorbij Vosselaere met zijn kunstige toren. Ook daar hadden obussen ingeslagen.
De wegen en de brug van NEVELEwaren ondermijnd.K 4.7 waren in de huizen door de afgebroken muren opgesteld. De genie wachtte op de laatste troepen om alles te doen springen. Een officier der genie vroeg zelfs aan mij een eenvoudig peloton overste:
Etes-vous les derniers . ? .
Wij kwamen ( na 18 km) rond 8 uur in het nederige Poesele voorbij Nevele aan en mochten rusten tot s avonds. Wij konden ons wassen, scheren, eten en slapen. Rond 20 uur vertrek naar WINGENE. Na ons vertrek bombardement van Poesele en Nevele.Ik was slechts half uitgerust. Dezemars zou zeer pijnlijk zijn. Ik sliep al gaande.De 5de Cie was kwaad om den trekharmonica die de cyclisten der6/44 bespeelden. Tegen 4 uur zaterdagmorgenkwamen wij in den goedenhoeve Sarosaanin het gehuchtDE Beer bij Wingene.
Zaterdag 25 mei .
Hier woonden goede mensen in deze patriarchale winning.Zeven dochters(en drie zonen) allen gedienstig als nonnetjes en gastvrijals ware wij van den huize . Het was een rustige dag die wij er doorbrachten, alhoewel wij nu en dan opgeschrikt werden door een luchtbombardementin den omtrek.
In de namiddag verzamelde ik mijn groepoversten en over ons die daar stonden , namens de 6L , sprak de priester zijn zegen uit.Tegen de avond hoorden wij een Mi niet ver van ons af. Allen vluchtten in de schuur. Ik stuur Vanderweyden, Libotte en Driessens, in drie richtingen op verkenning uit.De 8ste Cie was een nieuw stuk aan t proberen.
Appel van 16 uurten hoeve Saros :
(1) Aanwezig : sergeant Colson, en soldaten Groffils, Claes, Bervoets, De Brandt, Crabs.
(3) Aanwezig: Sergeant Driessens,en de soldaten Cruyskens, Van Loon, Janssens, Boekmans,Van den Berghe, Paeps, Renaers, Standart, Van Loo, De Vleeschouwer, DOr.
Afwezig : Mottie, Peeters, Hens.
(4) Aanwezig: Sergeant Vanderweyden, Korporaals Van GeelenMeulenijzer, en de soldaten
Ook aanwezig:De klaroenVoetsbij de commandantende ordonnans Ronsmans.
Het derde Peloton der 6/ 44( vier groepen)
onder bevel van OLt Journée bestond in totaal uit61militairen op oorlogspad.
Zondag 26 mei .
Op suggestie van een der dochter vanHOEVESAROS( eigenaar Fr Van Hulle-De Rammelaerete Wingene) zou de H. Mis gelezen worden in hun keukenkamer. Alles werd voorbereid en een derEH aalmoezeniers droeg de H..Mis op terwijl de vliegers ronkten boven het huis. Toch voelden wij ons veilig in Gods handen.
Na de H.Mis moesten wij vertrekken langsTIELTnaar AARSELE op de weg Tielt- Deinze.
Het was een heldere morgen. De vliegers dreigden dikwijls boven onze hoofden. Waarom marscheren in den dag ?( 5 km te voet+18 km per velo )
Aan de grote baan Zwevezele- Kortrijk mochten de cyclisten van het bataljon opstijgenen onder de leiding van luitenant Deryck der 8ste Cie naar Aarsele vertrekken.De voetgangers werden per camion vervoerd. Mijn peloton dat zo prachtig gehergroepeerd was, zou juist voor de slag uiteengescheurd worden omwille van volgende oorzaken :
1. het overhaast vertrek van luitenant Derycke zonder mij te verwittigen.
2. door de drukte en de versperring langs de wegen van voetvolk en autos
3. door de overdreven snelheid van luitenant Derycke vooraan
4. door het bombardement van Tielt waar vele huizen brandden en de straten vol glasscherven lagen. Daardoor is de cyclisten groep der 6 /44 , nochtans prachtig geëncadreerdmet vooraan ikzelf, Colson en Vanderweyden, middenin sergeant Driessens en sergeant Avonts, achteaansergeanten Cleymans, Poortmans, en Meynen, hopeloos verscheurd geraakt , en met deze gedunde rangen zijn wij daar aangekomen waar van de 6de Cie gevraagd werd in eerste linie te strijden. Jammerlijk was ook mijn optreden tegenover sergeant Driessens, die in Tielt niet verder mede wilde daar de grote hoop in de straten van Tielt was verloren gegaan en hij met mij alleen toch niets kon verrichten.Ik dreigde hem door de benen te schieten. Ten slotte ging hij mede op een krachtige vloek van mij.Na als een schepershond verschillende keren terug naar Tielt op klopjacht te zijn geweest , bracht ik ten slotte op de stellingen ongeveer de helft van de cyclistenmede. SergeantenCleymans, Poortmans, Meynen, Avonts, waren onvindbaar op de aankomstlijn. Tijdens deze verplaatsing per fiets was er een vliegende controle langs de colonne door een tandem, metadjudant Bons en sergeant Heuvelmans.
Wij hadden langs de weg Tielt - Deinzehopen munitie enautos in panne voorbijgereden.
Wij vonden drie geweren mod 30 die we als trofeeën meenamen.
Een 100m voor Born 6/0 op dezelfde weg stond onze commandant met het voetvolk. Hij wees ons de te volgen richting aan en kwam ons zelf daarna vervoegen. Hij gaf vlug en vaag de plaats van ons peloton aan. Ik begon dadelijk de verkenning met mijn groepsoversten en deed mijn stellingen achter een rij hagen ingraven, ging dan op zoek naar grote schoppenen naar de PC van de commandant.Binst mijn vertrek kwam de commandant zelf ter plaatse, was kwaad over mijn afwezigheid en over mijn opstelling die te ver van de commandant zijn lijn achteruit week. Hij duidde precies mijn nieuwe plaats aan , midden in een weide100 m vooruitin natte grond zonder dekking tegen land en lucht, wat ik juist had willen vermijden. Tochherbegonnen ze dapper. Ondertussen werd er spek gebakken, koffie gemalen en brood gesmeerd in een nabije hoeve, en ieder ging op zijn beurt eens ruim eten en dan slapen. Ons eigen keuken was lucht. De wachtrol was in voege : 1/3 van wacht en 2/3 op rust in de hoeve .
Appel van 18 uur:
Voor de vier groepen =5+6+8+9=29mannen,
zijnde 3 sergeanten, 3 korporaals,22 soldaten en 1 verpleger.
Ik had nogmaals geen enkel FM, geen enkel VB. Deeerstebevoorraders FM hadden wel een geweer gevonden .Om 23u 30Bevel van Commandant:
(dit briefje geschreven in potlood is in 2008 nog steeds goed leesbaar ingeplakt in het oude schrijfboekje van wijlen luitenant Theo Journée )
AanLuitenant Journée,
Ons Kie , volgens orders v/d Major heeft een kleiner front. We zijn in 1ste lijn, en de vijand wordt verwacht tegen deze nacht ofwel morgen heel vroeg.
Herinneringen uit de Oorlog (Vrijdag 17 - Woensdag 22)
Vrijdag 17de mei
Rust tot den middag. Verzameling om 14 uur. Vertrek naar stelling NAZARETH (7km) , waar we de eerste dag der alerte geweest waren. Langs de weg lagenArdensejagers op rust. De arme jongens ! ook zij hadden het niet gehouden. Met goede moed begonnen wij destelling Nazareth te organiseren tegen lage vliegers. Wij begonnen piketten te timmeren als voetstuk voor onze FM AAvi . Onze goede wil was onuitputtelijk. Na één uur, bevel te vertrekken naar De Pinte. (7km). Rust voorzien tot s nachts2u 30 . Onderhandelingen met Mr Soie (De Pinte) over het vervoer der ransels der6/44 , met instemming van de commandant die het duur vond en dadelijk met het geld der kantien wilde betalen, wat ik voor mijn peloton op eigen kosten wou doen. Doch daar de officierender andere pelotons niet mochten gestoord worden kon ik ze niet op de hoogte brengen. Mijn verbindingsman moest op het bureel blijven om mij te verwittigen.Na een eerste mededeling aan de mannen bleef hij bij de mannen liggen.
Rust gekregen tot 2 u 30 . Verwittiging van Mr Soie.Vervoer der ransels 3de peloton.
Zaterdag 18de mei.
Ontijdig verwittigd vertrok ik geïsoleerd op aanduidingen van sergeant Seghers naar Gent Sint Jacobskerk(12 km).Wij troffen de Cie in Gentvoorstad reeds aan. Onze moraal in het 3de peloton was fris in vergelijking met de anderen. Wij voelden ons peloton superieur door de ontlasting van de ransels. Wachten op de PIvan sergeant Poortmans die letterlijk nog niets had gevonden. Dan maar zelf op zoek naar logement. Doch de commandant wilde eerst de verkenning der stellingen doen, zodat een heftige discussie ontstond met mij, die eerst logementen wou vinden voor de mannen. Op zijn streng bevel gaf ik toe en wij deden de verkenning. Het scheen mij alsof de commandant hetzelf niet ernstig opnam.
1ste opstelling : van Pré dAmour tot St-Joris brug volgens de commandant. Opstelling vlug gedaan.
2de opstelling : De kolonel komt en vraagt naar majoor en commandant. De opstelling moet verkeerd zijn. Wij zoeken de commandant.Onvindbaar. Hij was gaan slapen, naar hij later zei. Wij zoeken de majoor op zijn PC. Hij was daar, doch als hij ter plaatse, door de kolonel
aangeduid aankomt, was de kolonel reeds weg.
Incident met commandant Scharres.
Terwijl ik de majoor zocht, valt cdt Scharres op mij, om mij te vermoorden van gramschap.
Ik zou een opeising van een camion door de 8ste Cie tegengewerkt hebben. Sale gamin, je vous aurai ! Je vous excuse, ce nest pas moi.Jammer van commandant Scharres !
Daar is iets in mij gebroken voor hem op dat moment. Ook hij had het hoofd verloren.
Poos.De majoor komt weer met nieuwe opstelling. Wij kopen een kaart van Gent en de majoor duidt eigenhandig de nieuwe stelling aan. Ik ga bij luitenant Neyns, die half dronken in het café zat, om hem mijn front te vragen voor het derde peloton. Ik raad hem aan ook zulke kaart te kopen, waarop hij antwoordt dat hij er zo maar een moet krijgenen dat de troep rust heeft.Iga er dan drie bijkopen, voor de commandant en de twee andere peloton oversten, geef aan de luitenant de aanduidingen van de majoor en ga op zoek naar de commandant, of misschien zelf mijn front bepalen en bezetten. . Gelukkig was de commandant ontwaakt. De commandant maakt een schets voor het 3de peloton. Ik verwittig luitenant Neyns bij de commandant te komen. Als hij komt , wil hij mij voor mijn opdringerig optreden een sigaar geven.Deze 2de opstelling was weer vlug gedaan.
3de opstelling : De kolonel passeert nogmaals en geeft weer andere opdrachten. Nogmaals verander ik mijn 1ste, 2de en 3de groep, en meld zodra opgesteld aan de commandant dat ik klaar ben.Doch, zie, ik vind de commandant, met de officieren, een deel van het onderofficieren kader en de bureaucraten , verzameld achter een glaasje bier. Daar was nu plots geen gevaar meer. De heksenketel was afgekoeld. Ieder heeft rust tot 23 uur !
Ik(en het 3de peloton) was niet verwittigd .Rust.
In iedere groep hadden we een koffiefeestje gehouden met peperkoek en twee flessen wijn.
Gent was in Paniek. Iedereen ging vluchten. Een wildeman sloeg zelf sommige zaken in eigen huis stuk met de voorhamer.
Ondertussen zochten alle soldaten zich fietsen, te requisitioneren.Ik schreef voor mijn peloton enige blanco opeising bonsen toen ging het vlug.
Het ging nog verder : Sergeant Verest en korporaal Peeters beweerden dat de commandant toelating had gegeven zelfs autos op te eisen, en dat luitenant Grandry daarmede reeds volop aan de gang was. Neyns was zat.Zonder geschreven bevestiging van zulke belangrijke beslissing te vragen, begon ik systematisch , met een burger als gids, alle autos op te eisen die in de garages nog stonden. Ik bekwam aldus acht prachtige wagens, die wij in een FILATURE fabriek met essence vulden. Triomfantelijk schoof de gemotoriseerde colonne achter de St Jacobskerk aan, doch wij werden koud ontvangen door sergeant Seghers , helper van de commandant, en door luitenant Neyns die nog steeds zijn roes trachtte te neutraliseren.De commandant was onzichtbaar en luitenant Grandry ook. Luitenant Neyns ongeschikt. Tenslotte had sergeant Seghers gelijk in de discussie die wij voor de zoveelste maal hadden .
Wie beveelt de Cie ? vroeg ik.
Ik zei sergeant Seghers.
Na lang aarzelen, begreep ik dat mijn zet met de autos te sterk was en besloot alles te likwideren. Het bevel van het peloton gaf ik aan sergeant Colson , en ik bracht de acht wagens terug naar de garages. Bont avondmaal bij een der auto eigenaars en dan te voet op zoek naar de rest van de Cie met de vage aanduiding Melle. Toch was de trieste karavaan gedwee en barmhartig tegenover mij. Ten einde Gentbrugge (6km)logeerde ik ze in de bedden der burgers, die ik met den geweerkolf had gewekt. Daarna ging ik in t ronde zoeken naar de rest der 6/44. Eindelijk werden ze gesignaleerd door verloren soldaten der7/44 in de richting van Melle verderop.
Alleen op weg. Soldaten en burgers komen langs mij voorbij. Een man van 30 jaar stort met zijn gezicht ten gronde en snikt met den kop tegen den grond van uitputting.Arm volk !
Ach God zal zich in het zwakke laten gelden. Wilt U, O God , dan alles tot het uiterste laten komen , om U dan in onzen diepste nood als machtigen redderte doen kennen ?
Bescherm dit volk dat zwerft langs de straten om 2 uur zondagmorgen . Ze kwamen van Wetteren. Ze kwamen van Lier en de Kempen.
Verder op zoek. Soldaten passeren gejaagd
. Welke Compagnie ? Carabiniers.
D où venez-vous?Des lignes près dAlost.
Que se passe-t-il là-bas ?
Zo vraag ik hen over hun ervaring, over de waarde van hun wapens, enz.
Plots ; Haut les mains! roept hun sergeant.
Jai une arme dans la poche droite de ma capote. Prenez la !
Ici mes papiers de nomination dofficier belge . Niets te doen. En avant vers Gand !
Op elk woord dat ik nog wou spreken dreigde de sergeant mij met mijn eigen pistool.
Met de handen omhoog ging ik voor hun bajonetten voorop. Soms deden zij mij lopen.
Mes hommes de ma Cie dorment ici dans les maisons !
Passez vite, pas un signal, cest un piège !
Tot eindelijk een auto langs achter ons inhaalde en stopte. Het waren officieren der carabiniers. Een kalm, doch streng onderzoek stemde reeds gunstiger. Ik gaf zonder hun vraag: naam van mijn kolonel, mijn regiment, mijn militiejaar, mijn commandant der schoolcompagnie, kolonel van het 12 RI en de reden waarom ik daar rondliep. Mijn mannen slapen hier in de huizen. De officier ging kijken.
Ou sont les hommes de Journée ? Par ici, par ici ! riep commandant Liégeois van de 7de Cie, die toevallig daar stond. Korte woorden. Alles in orde. Afkeuring van mijn nieuwsgierigheid. Mijn gelukwensen aan die sergeant. En weer ging ik op zoek naar de rest der6/44 .
Het Bataljon was om zeep. Alles in wanorde. Verloren. De 7de en 8ste Cie verstrooid en verscheurd. Commandant Liégeois zocht manschappen en officieren. De caissons der 8ste stonden alleen langs de weg. De rest der 6/44 vond ik eindelijk als wezen achtergelaten in de gracht langs de straat en tegen de huizen.Na 10 minuten was ieder gelogeerd bij middel van een geweerkolf.
Vanaf Gent, vanaf de opeising der fietsen, begon de wanorde en de desertie. Daar was iets gebroken in het hart der soldaten die lagen langs de straatstenen zonder officieren.
De bezetting van Gent zou grote invloed uitoefenen op de moraal der manschappen.
1) In Gent hadden de mannen gevoeld dat het hoger bevel het hoofd verloren had.
Bewijs: 3 opstellingen op 3 uur en dan plots rust. Trouwens in de straten van Gent was verweer zonder K4.7 blijkbaarondoelmatig en onhoudbaar.
2) Vele lagere officieren en de onderofficieren gaven de pijp aan Maarten als ze de onstandvastigheid en het weifelen van het hoger commando voelden. Daarbij hadden wij peloton oversten, enigszins het contact met onze mannen verloren, wat onvermijdelijk is door een opstelling in de huizen.
3)
4) De keuken had slecht geravitailleerd. Ik had zeer veel inspanning aan mijn mannen gevraagd.
5) Rond 21 uur kon ik mijn peloton niet beheersen daar ik mijn handen vol had met de colonne luxe autos welke ik ten slotte verplicht was terug te voeren. Sergeant Colson was per fiets en niet in staat ook het voetvolk in handen te houden, dus niet in staat het bevel over het 3de peloton dat ik hem had overgedragen te voeren naar behoren.
6) Rond 24 uur holde een RT artillerie door de straten van Gent voor de colonne der 6de Cie en sneed de Cie in tweeën. Alzo gingen sommige mannen verloren en gelukten er pas s anderendaags in ons te vervoegen.
Besluit : s Avonds hadden officieren en soldaten duidelijk de indruk dat de vijand ons reeds van verre beheerste door de paniekstemming die hij ons injoeg.
Hoe zou onze houding zijn bij het contact ?
Zondag 19 mei.
Om 3.00uur kreeg commandant Liégeois der 7/44de dringende raad van de officieren der carabiniers , waarschijnlijk stafofficieren, van een weerstandskern te vormen met wat van het II /44 nog overbleefen de verwittiging dat rapport zou worden ingediend bij de DI.
Om 4u30 werden op bevel van cdt Liègeois mijn gemotoriseerde en de rest der 6de Cie gewekt, en samen met een tiental der 7de Cie gingen we naar stellingen II /44. Commandant Liègeois duidde mij ongeveer de plaats aan. Haveloze bende. Ik als enige officier der 6/44 aanwezig met driekwart van de manschappen. Grandry kwam voorbij per fiets met als opdracht vanwege de commandant iets te te gaan controleren in Gent met betrekking op ons logement aldaar.
Waar waren de andere officieren ?
Aalst brandde aan de horizont . De lucht was duister door de rookwalmen. Wij hadden niets gegeten en maar weinig gerust. Ik zelfs niets.
Het eerste bataljon was reeds op zijn stellingen bezig met graven. Met de vage gegevens van cdt Liègeois wist ik alleen dat wij rechts van het I / 44 moesten aansluiten. Doch daarmede kon ik tochde Cie niet opstellen.Grandry had mij gezegd dat de commandant met luitenant Neyns en een deel van het 1ste peloton 6/44 op het kasteel hadden geslapen. Toen ik ging kijken waren er alleen achteruitgeslagen militairen van een ander regiment. Dus ben ik de enige officier der Cie, verantwoordelijk voor het strookje gronddat commandant Liégeois op mijn kaart had aangeduid.Het was ook dwaas de Cie nog langer op de heuveltop tussen beide spoorlijnen Melle-Gent aan luchtbombardementen bloot te stellen.Daarom besloot ik de Cie voorlopig op te stellen en dan verder naar de commandant te zoeken. Ik vond tenslotte de commandant doch ontving een sigaar omdat ik de Cie te laat verzameld had en ten tweede omdat ik ze op eigen initiatief had opgesteld. De commandant beval mij de Cie te verzamelen bij de brug. Luitenant Neyns was ik voorbijgereden. Hij stond te dromen bij de keuken die het gedeelte der 6/44,dat bij hem was, ravitailleerde.Van de overige driekwartdie bij mij waren , hield hij geen rekening alhoewel er daarbij ook mannen van zijn peloton waren.
Opstelling op zondag 19 mei.We waren langs het spoor in reserve.
Het station van MERELBEKE werd gebombardeerd.
De vluchtende burgers kwamen ons zelfs langs de binnenwegen voorbij.
De 1ste groep van het 3de peloton wordt op aanduiding van sergeant Seghers door de commandant weggezonden voor een karwei van het regiment. Zij hebben gedurende drie dagen bruggen getimmerd over de Schelde en eindelijk de vierde dag weer alles afgebroken. Onder een luchtbombardement wordt deze groep uiteengedreven . Allen sergeant Colson kwam met Crabs terug op 23 mei. Groffils nog twee dagen later . De anderen nooit.
De Brandt en Claes waren in Gent verloren gereden door de artillerie die het 3de peloton had afgesneden.Ze vervoegden het peloton na het vertrek voor die karwei. Bervoets kon niet mede daar hij de enige zonder velo was en trouwens niet kon fietsen. Deze drie laatste blevendus aanwezig, de anderen van de eerste groep waren op karwei.
Om mijn peloton weer in de hand te hebben bracht ik het langs de boskant aan de weg naar Merelbeke.
18u00.Op zoek naar de commandant. Ik kon onderweg juist de keuken op sleeptouw nemen en medebrengen naar het 3de peloton, anders hadden ze ons natuurlijk nooit gevonden. We bleven dan wachten langs het bos. Bij nieuwe opzoekingen bleef de commandant onvindbaar.
20u30 . Beslissing.Rust met Peeters en Colle als schildwacht. Sergeant Verest van het 2de peloton stelt zich ter mijner beschikking omdat hij geen vertrouwen heeft in zijn officier.Samen doen wij een verkenning van terugtocht op de weg naar Merelbeke, en terloops brengen wij twee fietsen mee.
23.30 ; Rustige nacht. De schildwachten worden ingetrokken. Sergeant Verest zal waken. Ik slaap in een verlaten villa.
Maandag20 mei.
Om 4.00 uurs morgens zet luitenant Pirotton adjunct II / 44 alles op steltendoor langs de straten te roepen : Tout le monde dehors! . Sur la position ! . .
Ik kwamjuist op tijd om een totale vlucht van het 3de peloton te voorkomen. Iedereen dacht dat vijandelijke tanks op korte afstand doorgebroken waren . Sommigen hadden de luitenant Pirotton slecht begrepen en dachten dat hij had bevolen achteruit te trekken op Merelbeke.
Geïsoleerd van de rest van de Cie deed het hazenverstand zich dadelijkgelden.
Korporaal Cruyskens moest zijn ploeg gaan wekken . De deur stond open en dus waren zij weg. De luitenant permitteerde zich juist een paar uur rust. Men zag hem niet, dus was hij weg. De meeste sliepen nog. Zij die wakker waren , dachten de anderen zijn reeds weg, laat ons ze rap volgen
Allen naar Merelbeke !Langs daar bleek de enige vlugge aftocht mogelijk !
Sergeant Vander Weyden was dol. Met zijngroep trok hij op Merelbeke af. Het was zijn tweede crisis. Daar tegen kon geen bevel meer baten . Pas als hij van mij de belofte had gehoord een velo voor hem en zijn mannen te zullen krijgen, bedaarde hij en begon zelf de velos van de voorbijrijdende burgersdesnoods met geweldlos te maken. Alzo kwam hij per fiets met zijn mannen van Merelbeke terug.Ondertussen had ik de rest van het peloton in het bos doen verzamelen. Zo nabij voelden wij de vijandelijke gemotoriseerde.
Eindelijk een bevel van de commandant. Verzameling voor nieuwe opstelling als anti tankcentrum in het bos bij het kasteel. Daar vonden wij onze commandant terug.Waarschijnlijk had hij zijn PC aangeduid op de verzameling der peloton oversten van voorgaande dag waarop ik in slaap gevallen was.
a) Antitankcentrumop de wegenknoop.B) Antitankcentrum in het bos
De commandant gaf dadelijk onze nieuwe opstelling op. We lagen veilig in reservetussen de bomen. Door de paniek van s morgens waren Melis en Notelaers afwezig, in de huizen achtergelaten. Danvolgde de Pinardstelling. Deze was zo genoemd omdat ik van de portier van het kasteel zeven flessen pinardwijn loskreeg voor mijn mannen en mij( 2 X 3+ 1 ).
Na een paar uur, rond de middagkwam een nieuwe opstelling . De 2de groep vooraan langs de weg, de 3de en 4de groep achteraan bij de artillerie. De 4de groep die eerst voor de stukken geplaatst was, trok zichzelf tot achter de stukken terug. Onze artillerie schoot taai de ganse namiddag. s Nachts zou de repliek komen in een hevig Duits bombardementvan een half uur (of was het langer ?) waar de klaroen Jacobsvan het1ste peloton zijn leven verloor en een ander soldaat in de rug gekwetst werd. Onder dit bombardement was het 2de peloton gevlucht.
Dinsdag 21 mei. 08
In de ochtend om 3 uur besloot ik mijn peloton op een lijn voor de artillerie in te graven om niet langerde paaseieren welke voor de artillerie bestemd waren te ontvangen . Wij waren begonnenbetonnen platen bij te slepen toenhet bevel vanwege de commandant ons bereikt. We moesten de stelling van het gevluchte 2de peloton bezetten.Dat was een pijnlijke taak. Het 2de peloton had de hele voorgaande dag geluierd en zonder kuilenhadden ze zich in het bombardement niet ter plaatse kunnen handhaven. Hun kuilen moesten wij nu graven. Al mijn gezag kon er nauwelijks de mannen toe bewegen , vooral die van de 3de groep die heel die karwei voor zichhadden. De 4de groep had zich vooraan links reeds ingenesteld in bestaande kuilen. De 3de groep moet zijn front verlengen naar rechts waar zo goed als niets gereed gegraven was. Gelukkig mochten we onze oude stellingen weer innemen tegen 7 uur toen het 2de peloton weer langzaam te voorschijn sijpelde.Omstreeks 8 uur kregen we nog een dessert van het nachtelijk bombardement. De stellingen van het 2de pelotonzouden aldus zo goed als ledig blijvende ganse dag. Tegen de avond besloot de commandantdaarom opnieuw het 2de pelotondoor het 3de peloton te laten bezetten.Ik duid de 4de groep aan om met de rest van het 2de pelotoneen front te vormen.
De 2de en 3de groepen van het 3de peloton bleven op hun oude plaats .
Ik koos mijn PC in een schuilplaats langs de weg. Onderluitenant Grandry beval zijn overgebleven en mijn vierde groep. De desertie was sterk vermeerderd. Ik beschikte over geen enkel FM, 2 VBgranaatbussen. De VB vande 4de groep had zijn bus in een zak gelaten. De 4 FM schutters waren met het wapen gevlucht.
Woensdag 22 mei. 08
Appel 10 u.3de peloton 6/44
Op karwei: Claes
Afwezig: Lahaye,Loyaerts,Mostien,Raes, Raeds,Maes, Melis,Dor, Van Berghen, Van Loon.
Aanwezig: alle overigen.
Rond 14 u. vertelden de vluchtelingen uit Melsen van de brutale plunderingen door Waalse soldaten bij Vlaamse burgers , aldaar gepleegd, zwijnen geslacht, half gebruikt, half laten liggen, winkels geplunderd. Op zelfden dag rond 18 uur werd in Merelbeke een wijnhandel geplunderd. Vaten wijn stukgeslagen, en de inhoud over de grond gestort. Vooral de artillerie heeft daarin uitgemunt. Ik kon 4 flessen voor mijn mannen loskrijgen uit hun handen.
Soldaat Van Loon kwam rond 16u terug. Hij was schutter FM en met het wapen naar Merelbeke gevlucht.Nu lag hij te boffen in ons midden over het lekker leventje dat hij genoten had in Merelbeke, terwijl wij geen eten en geen rust hadden. Dat kostte hem een strenge sigaar.
Herinneringen uit de Oorlog (Zondag 12- Donderdag 16)
Zondag 12mei.Sinxen.
Ik had nog juist de tijd om me te wassen en een karig ontbijt te doen inpakken of reeds moesten wij verzamelen voor de wacht. Met het 3de peloton hadden we Post 2 Schelde te bezetten en we trokken die richting uit.
Doch daar komtBastinde loper van het Bataljon II/44 ons tegenhouden.
Halt !Parachutisten zijn gevallen!
Na een kwartier weifelen op het Bataljon , waarbij het weer een loos alerte bleek te zijn , konden we terug naar onze post optrekken.
Van 20u tot 21 u deed ik baancontrole op de Brusselse steenweg, van burgers en soldaten op de vlucht. Lastige karwei. Die wacht werd zeer ernstig opgevat. Wellicht meer dan nodig, want de moraal van de 2de reserve was toen zeer goed.Vooral om 4 u s morgens was iedereen paraat . Wij hadden zelfs 4 eventuele stellingen met tafels voorbereid, en een velo stond langs ieder FM en bij de schildwacht.
Tot 10 uur duurde dit.Daarna rust in Gentbrugge.
Maandag 13 mei .
Rust vanaf 10 u.
Herverdeling der patronen.
Vervolledigingvan de uitrusting.
Bier, radioen wat theorie over vliegers.
Dinsdag14 mei.
Rust tot 20 u.Theorie : wachtervaring.
Piket vanaf 20 u . Verzameling om 21 u . Na lang wachten trekken we op ter bewaking der spoorlijnGentbruggetegenparachutisten .
Slapeloze nacht zonder parachutisten.
Woensdag 15 mei.
Piket tot 20 u. Veelvuldige wacht en patrouilles.Theorie over parachutisten. Wacht op Post 2 Schelde vanaf 20u .
Wij zagen de stille aftocht der Fransen, zonder te begrijpen.
Onze soldaten trokken in wanorde achteruit en verhaalden gruwelen over de Slag aan het Albert kanaal, over de lafheid van officieren en de toetrek der Duitsers. Ook verhaalden zij van schone uitzonderingen, zoals van een officier die de aftocht van zijn peloton had gedekt met de FM en tenslotte als bij wonder nog zijn mannen had kunnen vervoegen.
De burgerlijke vluchtelingen versperden hoe langer hoe meer het verkeer. De Franse DCA was vertrokken.
Donderdag16 mei.
s Morgens kwam de keuken pas om 9 u30, met één camionette voor het ganse peleton.
Kalme wacht.Incident met de baas vanChalet Congolais die twee kruiken essence ging halen.Waarschijnlijk een verdachte. Hij werd aan de gendarmerie gesignaleerd. Om 17 u bevel door commandant Scharres te verzamelen en naar Gentbrugge weer te keren ( 4km).
Nauwelijks een uur aangekomen of we moesten verzamelen voor het vertrek naar De Pinte .
Het 3de peloton verzamelde traag en ik trachtte door geforceerde mars de rest der Cie te hervoegen. Dat lukte. Nachtmars naar DE PINTE(14 km). Aankomst om 2 u op die vrijdagochtend. Kantonnement in een verlaten villa.
Herinneringen uit de Oorlog (Vrijdag 10 - Zaterdag 11 mei)
Vrijdag 10 mei
De 16 Di was sinds zondag 5 Mei 1940 een opleidingscursus voor onderofficieren en officieren begonnen in EEKE langs de Schelde . Onze Kie de 6/44 bleef gekantonneerd in MELSEN onder Gent. Generaal Wibier was onze hoogste officier. Ikzelf met sergeanten Avonts en Verest waren voor de Cie als leerlingen naar Eeke gestuurd en ik had er mij met ganser harte op toegelegd om uit het vele kaf ook wat koren te ziften en te bewaren.Vrijdag morgen 6 uur werd ik wakker. Ongewone drukte, daar scheelt wat! De straat op !
Daar komt Luitenant Laime der 7de Kie in tamelijk goede orde aangestapt . Il y a alerte , lAllemagne a attaqué la Belgique à2 h30 ! Ik rij verder en ontmoetluitenant Neyns en achter hem de horde der 6de Kie , afgemat en uiteengetrokken langs de afgelegde weg. .. De commandant .Aie !
Sergeant Segers had alle patronen, ook der verlofgangers, medegegeven , de ransels van Schutter en 1ste bevoorrader FMdoen mede dragen, en de soldaten in overhaaste marszonder ontbijt en zonder uitdeling van brood doen vertrekken. In die voorwaarden kwamen de soldaten der 6de Cie 44 Riop hun stelling NAZARETH niet om te strijden maar om te rusten.
Met een minimum ontbijt nog in de keel, vervoegde ik mijnpeloton . Luitenant Neyns was commandant der Cie. Ik maakte kennis met mijn nieuwe sergeantenColson en Driessen, en reeds klonk het verrassend bevelVerzameling van loopgracht tot loopgracht.
Terug naar Melsen ! . Luitenant Neyns was onvindbaar. Ik deed verzamelen en hem opwachten. Ondertussenberedderde ik het transport van mijn bagage uit Eeke naar Melsen.
De commandant was er nog steeds niet en met luitenant Neyns trokken wij naar huis.
Aangekomen in Melsen (8km) werd ik , met mijn peloton door de herrezen commandant aangeduid als piket van het kantonnement. Na contactmet de commandant Housiaux der 5de Ciedie de commandant van het kantonnement was, kreeg ik de noordelijke sector van Melsen te verdedigen.. Met mijn derde peloton deden we de verkenning van die sector.
Toespraak. Wij zullen, kameraden, broeders zijn !
Rust. Teruggave van de overtollige munitie en ransels.
Om 15uvertrek naar de stelling MUNTE . De eerste gevechtentussen Duitse en Belgische vliegers doen ons aan de werkelijkheid van de oorlog geloven. De oversten van de pelotonsdoen met de commandant de verkenning, doch nauwelijks hebben wij een paar schuilplaatsen bezichtigd of de eerste chef sergeant Segherskomt het bevel vanwege de kolonel overbrengen : Verzameling !Terug naar Melsen ( 6km).Daar sliepen wij een laatste nacht bij Mr Louis Devos,in een merceriewinkel.
Rondom GENT was een prachtige gordel betonnen schuilplaatsen. Wij betrokken Munte en omgeving. Die schuilplaatsen waren huisjes in de trant van de streek.
Zaterdag 11 mei
Voor ons vertrek naar GENTBRUGGE hadden wij op de verzameling een heftige discussie met Mr Hebbelinck over stro dat als schadevergoeding moest afgestaan worden aan Mr Den Haese uit dezelfde straat , voor geleend stro.Zo zijn de burgers!
Mijn soldaten droegen zelf het stro dat de man met zijn kruiwagen niet mocht afhalen.
Terwijl de sirenen telkens opnieuw loeiden , kruisten Duitse vliegers en soms een Engelse het luchtruim.Wij stapten langs de Franse troepen die naar het Oosten trokken , terwijl wij vol verwachting waren van hun hulp. Zo kwamen wij aan in de Gestichtstraat Gentbrugge. Het kantonnement was weer te klein voor de Cie en dadelijk vonden wij door bemiddeling van de onderpastoor meer ruimte en autonomie in het patronaat der boyscouts. Wij hadden er aanstonds bier en weldra zelfs een radio. Daar was gelegenheid voor dagelijkse theorie over vliegers, parachutisten, en wacht.De moraal kon herleven.
Na aankomst waren wij van piket. Ikzelf moest op het bureel slapen tot zondag 7 uur.
Loos alerte om20 u .
Onderluitenant Grandry nam het bevel van het 2de peloton.
Om vijf minuten van het bureel af te zijn kreeg ik van de commandant een lange sigaar.
Eveneens voor de wanordelijke vulling der matrassen in het 1ste en het 2de peloton, terwijl luitenant Neyns daar bij stond. Vinnige repliek van mij.Belofte van de commandant mij alleen nog geschreven orders te geven waaraan ik mij niet meer zou kunnen onttrekken.
zoon van Pierre-Joseph en van Maleux, Marie-Octavie
moedertaal : nederlands
moet 14 maanden dienst volbrengen
MUTATIES EN BEVORDERINGEN.
14/10/1936- met werkelijke dienst bij het 11e Linieregiment
15/12/1936-KORPORAAL benoemd
10/06/1937 -gelijkgesteld RESERVESERGEANT
01/10/1937 -met verlof zonder soldij
01/12/1937 -met onbepaald verlof
01/12/1937 -RESERVE SERGEANT benoemd
01//12/1937 -gelijkgesteld RESERVE ADJUDANT bij de Infanterie
28/09/1938- weder opgeroepen onder de wapens
03/10/1938- met onbepaald verlof
26/08/1939-weder opgeroepen onder de wapens RESERVE ONDERLUITENANT
20/11/1938- benoemd bij KB Nr 2810 van 20/11/1939-
- Brevet de Sous-Lieutenant de réservedésigné pour le44e Linie Regiment
29/05/1940 -gevangene van de Duitsers
31/05/1940 -heeft terug zijn vrijheid hernomen
01/06/1940 -met verlof zonder soldij
1942 - getuige in onderzoekschadevergoeding aan burgers te Gent
09/02/1945- weder opgeroepen in actieve dienst en aangeduid voor het 5e Bataljon Fuseliers
06/04/1945- met verlof zonder soldij
04/06/1946 - vrijgesproken van schuldige houding tijdens de bezetting
11/06/1949 - weder opgeroepen onder de wapens
26/06/1949 -met verlof zonder soldij
01/04/1950 - weder opgeroepen onder de wapens
02/04/1950 - met verlof zonder soldij
Tijdens het jaar 1950 nog9 Xweder onder de wapens voor 2 dagen
20/05/1952 -weder opgeroepen onder de wapens
19/06/1952 -met verlof zonder soldij
22/10/1952 -RESERVELUITENANTvan de Infanterie bij KB Nr 1247 van 27/09/1952 benoemd tot de graad op datum van 26/09/1949 -DC. 631.32Nr APO/1C/9493
08/04/1953 -nomméCHEVALIER DE LORDRE DE LA COURONNE pour les services rendus à larmée -par AR du 15/11/1953 n°2329 -Ministre de la Défense Nationale
26/06/1953 -weder opgeroepen onder de wapens
29/06/1953 -met verlof zonder soldij
24/07/1953 -weder opgeroepen onder de wapens
27/07/1953 -met verlof zonder soldij
04/09/1953 -weder opgeroepen onder de wapens
07/09/1953 -met verlof zonder soldij
30/09/1953 -weder opgeroepen onder de wapens
25/10/1953 -met verlof zonder soldij -70e Wachtbataljon -
23/12/1953 -Besluit van Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins Regent -Nr 1859 van 16/2/1946- Herinneringsmedaille van de Oorlog 1940- 1945- Eervolle onderscheidingProvincie Limburg - Twee gekruisde bronzen sabels van 6mm lengten
22/05/1954 -weder opgeroepen onder de wapens
24/05/1954 -met verlof zonder soldij
15/10/1954 -weder opgeroepen onder de wapens
18/10/1954 -met verlof zonder soldij
19/11/1954 -weder opgeroepen onder de wapens
22/11/1954 -met verlof zonder soldij
22/06/1955 -weder opgeroepen onder de wapens
01/07/1955 -met verlof zonder soldij
07/10/1955 -weder opgeroepen onder de wapens
10/10/1955 -met verlof zonder soldij
22/10/1955 -weder opgeroepen onder de wapens
24/10/1955 -met verlof zonder soldij
16/11/1955 RESERVEKAPITEIN van de Infanterie benoemd
met anciënniteitsrang voor de bevordering op 26/06/1955
bij KB Nr 4230 van 16/11/1955. DC.631.22-Nr.10263
10/12/1955 -weder opgeroepen onder de wapens
12/12/1955 -met verlof zonder soldij
In 1956 nog3 X weder opgeroepen voor telkens 4 dagen
In 1957 nog2 Xweder opgeroepen voor telkens 3 dagen
01/12/1969 -KB van 19/12/1967 -MEDAILLE van de Militair -
Strijder van den oorlog1940 1945
18/08/1970- bij KB van 16/06/13590bericht dat hij wegens leeftijdsgrens ophoudt deel uit te maken van het reservekader Dank voor de diensten bewezen aan het land en aan het Leger De ERETITEL van de laatste graad mag worden gevoerd.
We waren heel benieuwd te vernemen of U reeds thuis waart, daar velen beweerden dat alle aftrekkende soldaten krijgsgevangen waren in Gent en onmiddelijk naar Duitsland gevoerd. We hadden vooral meelij met die dappere mannen van het 44ste die hun vaderland, ja, tot het uiterste verdedigd hadden. Wij ook hebben veel herinneringen van die nare oorlogsdagen in ons leven meegedragen. Nog horen wij U dien vrijdagnacht doodvermoeid, dorstig en hongerig binnenkomen ! ... Andermaal en nu nog meer uitgeput wellicht zien wij U na die verschrikkelijke Slag van Tielt. We horen U en uw mannen met rechtmatige fierheid nog vertellen hoe U aan het dringend gevaar ontsnapte. We bewonderden uw moed waarmede U uw lijden vergetend, veroorzaakt door afgematheid, doortrapte voeten en nog, een onbekende weg opging in die bange maandagnacht. Dit zal volstaan om U te toonen hoe levendig onze herinnering aan U en uw manschappen is. Van sergeant Vanderweyden die vroeg zijn vrouw te laten weten hoe hij bij ons geweest was, vernamen we nog niets maar, niettegenstaande we op inlichting gingen. Weet U er soms meer over ? We schreven reeds aan zijn vrouw en wachten tevergeefs op antwoord. We mochten reeds E.H. Professor Albert Heinkens ontvangen die in de overtuiging was dat U gesneuveld was evenals de kommandant van uw regiment die getroffen werd door Belgische Artillerie te Aarsele, en stierf na er drie uren in den hulppost van het Roode Kruis verbleven te hebben . Vooraleer dat slagveld als krijgsgevangene te verlaten, moesten die vier brancardiers die met U bij ons toekwamen, de gesneuvelden begraven. Daarna werden zij naar Willemstad overgebracht en waren ooggetuigen van die tragische scheepsramp waarover U wellicht heel wat gelezen hebt in de dagbladen. Die drie priesters en Pol hebben al het mogelijke gedaan om daar de talrijke gekwetsten te verzorgen en te troosten. Nadat allen hersteld waren zijn die priesters naar huis gekeerd en Pol, die jonge Jezuiet, werd naar Duitsland verscheept. Die priesters komen dit verlof eens allen samen goeden dag zeggen. Ons broer is 10 dagen na de capitulatie veilig thuis gekomen. Geachte Heer, we denken dat we nu reeds betere dagen beleven en zeggen U 'welkom' . De ganse familie groet U hartelijk en genegen, alsook al die kranige soldaten van het 44ste.
Fr. Van Hulle, ten Hoeve SAROS, Beer, WINGENE - Provincie West Vlaanderen.
ALLE PRIJZENGELD NAAR DE SLACHTOFFERS. Van 14 tot 18 mei werden te Changchun de Open Kampioenschappen van China TAFELTENNIS gespeeld. Dit is daar belangrijker dan De Ronde van Vlaanderen in ons wielerminnend landje. Dit sportief treffen van het hoogste niveau werd echter volledig in de schaduw gesteld door de AARDBEVING die China deze week trof. Op deze zondag 14.00 u lokale tijd werd het bilan van deze natuurramp gemeld op gebied van lichamelijke schade bij de mensen. De officiële cijfers zijn verschrikkelijk : 32.476 doden en 220.109 gewonden. De materiele schade is onnoembaar. Van overal ter wereld komt er hulp opdagen.
Op dit Open Kampioenschap van China werd duidelijk een signaal gegeven aan alle sporters ter wereld die enige ambitie hebben om te presteren op de komende Spelen. Zij die een medaille willen winnen zullen zeer sterk moeten zijn. We vermoeden dat de Chinezen zich in alle sporten maximaal voorbereiden. Te Changchun was het duidelijk. Alle topspelers uit China staan reeds op 110 % van wat zij ooit eerder hebben gekund.
Tijdens de prijsuitdeling van dit door VOLKSWAGEN gesponsord pingpongtornooi werd bekend gemaakt dat uit solidariteit alle spelers van het Chinese Team hun prijzengeld ( 143.000 $ ) afstaan aan de slachtoffers van de aardbeving en in het bijzonder aan de zwaar getroffen familie van hun jonge ploegmate Ding Ning (foto).
Niet als een bliksemende verrassing, maar als de verwezenlijking van een bange nachtmerrie, die sedert maanden ons hart en onzengeest martelde.
Het is gekomen vanwaar het komen moest, van den kant der moordenaars van Europa, die aan hun dierlijke radeloosheid geen andere uitkomst meer zien, dan toe te slaan naar alle kanten, en liefst de zwakste en de onschuldigste eerst.
De aanval is voor de dagklaarte op België, en gelijktijdig op Nederland en Luxemburg ingezet, en dat zichtbaar naar sedert lang beraamde plannen.
Het is wellicht daarom maar beter dat nieuwe leugentaal van de nazis , dezen aanval is voorafgegaan met de onzinnigste voorwendsels. Dat hij aldus gekomen is zonder een andere reden dan de brutale wil van de gevaarlijkste gek, die ooit heeft bestaan : het monster Hitler, wordt er des te duidelijker door !
Want hieraan kan men des te dieper de onmetelijke schending, die ons wordt, aangedaan , peilen. Niets heeft geteld en niets heeft gebaat, noch onze onberispelijke neutraliteit, noch onze onaantastbare rechtspositie, noch onze afzijdigheid van alle conflicten.
Ziedaar de nazi barbaren op hun schoonst, zoals zij zijn en zoals wij ze steeds hebben afgeschilderd. Zoo ook, zoals het Belgischevolkze kende en wist dat zij waren.
En daarom treft deze schending zonder reden en zonder verwittiging, dat Belgische Volk aan in staat van zelfbeheersing en vastberadenheid. Men moet hedenmorgen onze soldaten en onze mensen hebben gezien en gesproken, om zich rekenschap te geven. Niemand is verrast geworden, maar allen terwijl zij uit het diepste van hun hart de nazistische geweldenaars vervloeken - staan koel en ferm paraat om het onheil het hoofd te bieden. Van den eenvoudige soldaat aan zijn stelling, tot den arbeider op zijn werk, tot de moeder aan den haard, allen zijn slagvaardig.
België en zijn volk hebben zich niets te verwijten. En dat maakt ons tienmaal zoo sterk. Onze grond kan geschonden worden, maar hij kan niet vergaan. Op dezen grond staat onze vrijheid pal en het is nu voor haar dat we vechten en offeren gaan. Tot het uiterste als het moet. Doch zeker van den zege en van de onsterfelijkheid van België s onafhankelijkheid.
Vanaf de eerste uren na de Duitse inval sloegen vele landgenoten op de vlucht voor de Duitse oorlogsmachine. De herinnering aan het barbaarse optreden van de meedogenloze vijand in 1914 was nog aanwezig. Verantwoordelijk voor de angst was ook de Belgische regering. Toen deze een oproep deed tot alle 16- tot 35-jarigen rekruten om zich snel te begeven eerst naar West-Vlaanderen en naar Frankrijk om het vaderland te verdedigen, sloegen velen op de vlucht. Zeven duizend burgers met Duitse of Oostenrijkse nationaliteitdie in België verbleven en andere personen die verdacht waren volgens de Staatsveiligheid werden aangehouden en weggevoerd naar kampen in Frankrijk. Talrijke politieke, sociale en economische leiders verlieten hun woonplaats. Dat veroorzaakte paniek en een exodus begon. In de chaos werden alle mogelijke vervoermiddelen ingezet. De stoffige wegen waren overvol met grote zwaar geladen autos, maar ook met autobussen, vrachtwagens, brandweerwagens, ziekenwagens, boerenkarren, stootkarren , fietsen, alsook met ontelbare mensen met valies en rugzak die gewoon te voet gingen. Terwijl zowat twee miljoen Belgen met tonnen bezittingen als bagage naar het Westen of het Zuiden wilden, moesten de militaire voertuigen naar het Oosten waar het front was. De Duitse vliegtuigen namen regelmatig dit onontwarbaar kluwen onder vuur. Niemand voelde zich veilig omdat berichten over de zogenaamde vijfde colonne een heksenjacht ontketende. Er zouden immers spionnen, Duitse parachutisten verkleed als priesters en nonnen, zich stiekem laten meedrijven binnen de vluchtelingenstroom.Deze massa mensen dreef moeizaam naar de grens toe.
In Frankrijk was het al even erg. Alleen les petits Belges die Franstalig waren konden er eerst wat sympathie voelen , soms werden Vlamingenafgemaakt omdat zij verdacht waren van Duitsers te zijn. De overlast die de tienduizenden vluchtelingen bezorgden was groot. Anderzijds werd hen woekerprijzen gevraagd voor eten en drinken of werden deuren en vensters gesloten toen zij voorbij kwamen. Te Bordeaux,tot waar duizenden met de auto waren geraakt , viel een voor de Belgen hatelijke beslissing .Zij moesten hun wagens gaan parkeren op een groot veld en kregen een papiertje.Zo moesten duizenden automobilisten hun schone Amerikaanse wagens afstaan aanmilitairen of ambtenaren die voordien met lelijke Franse karretjes rondtoerden.
Op 7 juni 1940, nadat België zich had overgegeven werd de Belgische frankmet 1/3 gedevalueerd.Plots kregen de vluchtelingen die wekenlang in dezelfde kleren rondliepen veel minder Franse frankenwanneer zijhun biljetten wisselden.Zon anderhalf miljoen Belgen verbleef die zomer op Frans grondgebied. Toen er terug zekerheid kwam in hun vaderland, besloten zij van weer naar huis te reizen. Het enige alternatief was de trein.Militair treinvervoer kreeg toen volledige voorrang. De repatriëring op grote schaal vanuit Bordeaux, Toulouse,Marseille, met volle treinkonvooien duurde lang.Pas in de herfst belandden de meeste vluchtelingenterug waar zij waren vertrokken, na een vaak pijnlijk en lang avontuur in een zuur land. Alles kwam weer min of meer in normale plooi, doch ongeveer één procent van de vluchtelingen kwam nooit meer terug naar huis, en meestal waren hun huizen bezocht geworden door dieven .
Het is mij een genoegen hier enkele lijnen te brengen die voor de volgende generaties de naam van wielrenner Albert Perikel verder naar de legende en de onsterfelijkheid moeten dragen. In 1973 kocht ik van deze Albert Perikel een racefiets Bertin waarmee ik er enkele jaren later in slaagde, als modale wielertoerist goede prestaties te leveren. Vooral had ik het voorrecht enige tijd, in speciën de pensioenen te mogen uitbetalen van een aantal stokoude mannen, supporters van wijlen Albert Perikel. Meer dan de supporters en tifosi van alle gekende wielerkampioenen, waren de supporters van Albert Perikel de absolute top in hun specificiteit. Zij luisterden naar de voornamen Adhémar , Marius , Marcel , Edmond , Albert,Maurice... en waren arbeidersjongens die in de crisisjaren rond 1930 niet de middelen hadden gehad om hogere studies te voltooien , maar die doortaalkennis,wiskundig vermogen, en zelfs schoonschrift, in een publiek examen met vele deelnemers, zich in de toptien hadden geplaatst voor een goed betaalde plaats in een Brusselse parastatale instelling. Het toeval heeft gewild dat zij uit dezelfde streek kwamen, graag bier dronken en sedert hun jeugd aanbidders waren van de vele sterke Waalse wielrenners van toen uit het land van Maas ( niet Maes) en Samber, en in het bijzonder van Louis Mottiat en Omer Taverne. Zij kwamen op het idee, een uitstekend idee trouwens, van de Perikel's Club te stichten. Na de Orde van het Gulden Vlies, de Rotary Club, de Grote Loge, Sporting Anderlecht, kwam in dit land van groot verenigingsleven een clubje bij , die als humanitaire en sportieve oogmerken had steun te brengen aan tweerennertjes Albert en Alexander Perikel, wezen zonder familie. Was niet zomaar lid van deze club wie dat wilde. Er was een streng ingangsexamen. Op kantoor moest men in staat zijn 60 % te halen van de productie die het wiskundig genie Marius kon bereiken tijdens intrestberekening van spaarboekjes. In het stamcafé moest de kandidaat zeven pinten kunnen drinken in zes minuten . In het maanlicht op het Martelarenplein moest de aanstaande perikel een prestatie leveren van grote éloquence.Gekleed in de verplichte kledij van een perikel en dat was zwart kostuum, wit hemd met groene stropdas, en zwarte hoge hoed, moest een perikel op weg naar, tijdens, of komende van iedere plaats er uitzien als een diplomaat of een minister. De perikel mocht niet dagelijks naar de hoofdstad komen, maar moest op kamers wonen in het Brussels uitgangskwartier, waar de onvermoeibare leden van de Club ' de mannen van de nacht waren' . Tijdens alle activiteiten werd er geld ingezameld om rennerPerikel te steunen. Zijn broer was ondertussen gestopt om het huishouden van de twee jongens te doen en valiesdrager te zijn , zodat Albert zich totaal kon toeleggen op de wielersport. Stilaan van zwoegbeest in kleine koersen, klauterde hij omhoog tot in het wiel der kampioenen.De kantoren van de Belgische Wielerbond waren op slechts een boogscheut, of een schot komende van een wegspringende kurk van champagne of geuze, en de vooraanstaande leden van de Perikel's Club zorgden regelmatig dat in de keuken van wielerbond een frisse bak bier stond. Dit bracht faciliteiten aan Albert Perikel, meer en meer groeiend tot een echte locomotief op zijn fiets. De Waalse renner werd weldra geselecteerd in Belgische ploegen. Albert Perikel, van wie iedere selectie kritiek uitlokte, ontgoochelde echter in de buitenlandse koersen nooit , en zeker zijn supporters niet. Hij was ook zo'n beleefde, brave en werkzame jongen.
Het Perikelverhaal zou niet volledig zijn zonder de twee volgende episodes : 1. Het Criterium van Bosvoorde 1938 en 2. De Ronde van Frankrijk 1939. Toelatingen waren bekomen, in het ernstige 'Le Soir' hadden meerdere aankondigingen gestaan over een extra-Tour-criterium dat zou worden betwist te Bosvoorde. Op de bewuste vooravond stond de politie gereed, stroomden enkele honderden toeschouwers toe, waren er : afsluitingen en publiciteitspanelen, 'Vertrek en Aankomst', bloemen en meisjes om kussen uit te delen , geen officials maar wel een aankomstrechter die Poeske Scherens heette, extra personeel in de nabije kroegen en kwamen de Burgemeester en de Schepenen. Een grote fanfare liep door de straten, terwijl trams en auto's stilstonden in een gigantische chaos. Echte sensatie op het uur van de start : er was maar één enkele beroepsrenner aanwezig en die kwam er om het startschot te geven : AlbertPerikel. Toen verschenen plots in bonte rennerstenues op hun rammelende sportfietsen alle leden supporters van de Perikels Club in gezelschap van de oude wielercrack Louis Mottiat. De koers liep op die dag niet voor renners, maar wel voor supporters, mannen die op de meest onwaarschijnlijke wijze waren uitgedost en van wie de afkeer voor hard benenwerk ruimschoots werd vergoed door hun liefde voor het bier. Nooit was er meer volks plezier op een koers dan op die dag.
De volgende ochtend stond trouwens de uitslag van dit criterium ' Premier Grand Prix Albert Perikel' niet alleen inLe Soir, maar ook in alle regionale kranten Wallonië , metTourrenners die nooitkoers reden. Toen deze studentengrap, deze Thyl Uylenspiegel- farce, nog vers in het collectief geheugen was van het Brusselse wielermilieu, volgde iets wat eerst bekend werd als een nieuwe grap : de selectie van Albert Perikel voor de Tour de France 1939 in de ploeg België-B. Nu alles verjaard is, mag worden verklapt, dat in de weken die voorafgingen aan deze selectie van Albert Perikel, kostbare sigaren zijn verdwenen uit kistjes die stonden in het kantoor van de Directeur van de Spaarkas, havanna's die werden gestopt in het bovenzakje van kostuums van heren van de wielerbond en dat er een kelner was die iedere dag een bak Chimay bracht naar het eerbiedwaardig gebouw op de Martelarenplaats, zetel van de BWB. Een man uit het land van Chimay, maar met het Zuiders temperament van Pagnol, Marius, grote roerganger van de Perikels Club zorgde daarvoor. Hij stond ( zat ... na vele trappisten) en heeft toen gesproken, gezegd recht van op zijn stoel, dat alles kon met de nodige psychologische aanpak en dat de Perikels Club het ' Bleib Jung durch Freud ' zou gebruiken om Albert Perikel tot grote prestaties te brengen in de Grote Tour . Blijf jong door fruit ... zo wilde hij het, geïnspireerd als hij was door Freud en Jung, boegbeelden uit de psychologie. De toepassing van dit was dat tijdens de Tour de France 1939, iedere avond een supporter van de Perikel's Club het hotel van de renners (Meulenberg, Disseaux,Vlaemynck, Perikel, Ritservelde,VanOverberghe,..) van het team B ging bezoeken en er een korf fruit bracht voor deze jongens en hun ploegleider, alsook een goede fles wijn voor de mekaniekers. Tijdens de rustperiodes tussen de vele halve ritten van deze Tour 1939 verschenen, al dan niet in vrouwelijk gezelschap, ook weer de supporters met hun troostende woorden, maar zeker ook met hun humor en hun raadgevingen. Dit hielp mee tot een prachtige vriendschappelijke sfeer, een ontspannende houding die zich ook liet ervaren tijdens de koers zelf. Weldra waren deze B-renners nog slechts met 5, maar zij overbluften iedereen door te Parijs de ploegenrangschikking te winnen, en individueel te eindigen op plaatsen 3, 7, 9,10, en last but not least op 1u 26' 59", Albert Perikel 21-ste, die beter deed dan de 31 renners die opgaven, en beter dan de 28 die hij voorafging in de eindafrekening. Toen kwam het krijgsrumoer een einde maken aan de pretmakerij van de Perikel's Club. De perikels , meestal als reserve-officieren werden onder de wapens geroepen. Krijgsgevangenschap volgde . De wielrennerij zou nooit meer zijn zoals in die jaren van voor de oorlog. - Papoum - Foto = Albert , Roger en Wilfried - Attenhoven 1973 .
De vernedering van Duitsland was een van de oorzaken dat de tweede wereldoorlog is ontstaan. Het gaf een voedingsbodem voor haat en ontevredenheid. In de periode tot de tweede wereldoorlog kwamen Hitler en Mussolini aan de macht. In deze periode begon Duitsland zich voor te bereiden op een oorlog. Het startsein voor de oorlog was de aanval op Polen op 1 september 1939. Maar voor deze aanval plaats vond was al het e.a. gebeurd.
31/01/33 - Hitler wordt tot rijkskanselier verkozen.
14/10/33 - Duitsland verlaat de Volkenbond en de ontwapeningsgesprekken te Genève
2/08/34 - Hitler volgt Hindenburg op als president en laat zich voortaan Führer noemen.
16/03/35 - Hitler voert de algemene dienstplicht in.
15/09/35 - Door de Neurenberger wetten worden joden tot minderwaardiggedegradeerd, gemengde huwelijken worden verboden. Het hakenkruis is voortaan de nationale vlag.
6/03/36 - België kiest voor een neutraliteitspolitiek door het Frans-Belgisch militair akkoord op te zeggen..
7/03/36 - Duitse troepen trekken het gedemilitariseerde Rijnland binnen.
17/07/36 - Begin van de Spaanse burgeroorlog.
13/03/38 - Door de Anschluss behoort Oostenrijk voortaan tot het Duitse rijk
29/09/38 - Hitler en Mussolini sluiten samen Chamberlain en Daladier het verdrag van München , waardoor het Sudetenland naar het Derde Rijk wordt overgeheveld.
15/03/39 -Heel Tjsechoslovakije wordt Duitsprotectoraat . Hitler te Praag.
23/08/39 - Ondertekeningvan het Duits-Russisch niet-aanvalspact.
26/08/39 - De Duitse ambassadeur te Brussel bevestigt de neutraliteitvan België.
26/08/39 - Algemene mobilisatie van het Belgische leger.
1/09/39 - Duitsland valt Polen binnen.
3/09/39 - Frankrijk en Engeland verklaren Duitsland de oorlog.
6/10/39 -Hitler beweert een vriend van België te zijn/
8/11/39 -In een bierkelder te München wordt een aanslag op Hitler gepleegd.
9/11/39 - De Belgische militaire attaché te Berlijn waarschuwt voor een aanval.
2/01/40 - Mussolini waarschuwt België voor een dreigende Duitse aanval.
10/01/40 - Noodlanding van vliegtuig onthult aanvalsplannen tegen België .
13/01/40 Alarm -Het Belgisch Leger staat paraat.
9/01/40 -Duitsland valt Denemarken en Noorwegen aan.
10/05/40 De premier Chamberlain treedt af. Churchill vormt oorlogskabinet.
10/05/40 Duitse troepen vallen België, Nederland, Luxemburg binnen.
Met de Achttiendaagse veldtocht wordt de campagne van ons Belgisch Leger in mei 1940 bedoeld, wanneer ons vaderland onder de voet gelopen werd door het leger van Hitler. De veldtocht liep van 10 mei 1940, de dag van de Duitse inval, tot 28 mei 1940, toen de Belgen de strijd staakten en capituleerden . Theofiel de vader van Papoum was oudstrijder .
Belgisch leger - Samenstelling op 10 mei 1940
Op 10 mei 1940 bestond het Belgische leger uit 22 divisies van ongeveer elk 17.000 manschappen.In totaal was het Belgisch leger ongeveer 600.000 manschappen groot, en was daarmee in verhouding tot het totaal aantal inwoners één van de grootste Europese legers van dat moment (8% van de Belgische bevolking). Onze Strijdkrachten bestonden uit beroepsmilitairen en de veertien militieklassen (tussen 1926 en 1939). Elke militieklas telde ongeveer 47.000 manschappen. Een gedetailleerd overzicht:
46.000 reserveonderofficieren ,10.000 beroepskorporaals en beroepssoldaten
De overige manschappen waren gemobiliseerde soldaten
Brief van J.Timmermans .
(geschreven te Kapellen op 8 januari 1941)
Aan Mijnheer Theo Journée,O.Luit 44e Regt,
De E.H.Van Mechelen, pastoor van Hoogboom overhandigde ons uw vereerend schrijven.Met groote vreugde vernamen wij dan dat U nog gaaf en gezond zijt.
Wij hebben heel dien tijd in den waan verkeerd dat U ofwel krijgsgevangene waart of dat U zoudt gesneuveld zijn. Gode dank !t Is op zijn best afgeloopen.
Bij ons is het ook nog betrekkelijk goed afgeloopen, alhoewel wij veel geleden hebben. In de nacht van 15 op 16 Mei werden wij uit ons huis verdreven door de Fransche soldaten.
Den 12 Mei begonnen onze soldaten van het 32e Regt. te drinken en te rooven, en de meeste dorpelingen waren van schrik den 14 Mei vertrokken. Wij bleven, omdat er nog geen order was gekomen.s Nachts om 11 uur braken de Marokanen bij ons binnen langs eene verbrijzelde venster. Vier man kwamen dan in de keuken en vroegen ons: Que faites-vous, ici ?
Wij antwoordden te blijven. Et il faut partir ! Wij moesten dan de groote poort openen en 35 manschappen kwamen binnen. Wij moesten seffens sargien, kussens en slaapgerief geven.
En in de verandak en aanpalende plaatsen begaven zich een 30 tal man ter rust.
Om 12 uur s nachts moesten wij onder geleide van zes soldaten naar de kommandatur gaan, dicht bij de kazerne. De kommandant, na ons uitgehoord te hebben, stuurde ons naar huis. Heel den nacht hebben wij, onder de bewaking van zes soldaten gezeten in de keuken.
s Morgens om 8 uur naar den luitenant in Villa Pax, die na van ons gehoord te hebben , ons naar de stad zond. Na vier dagen kwamen wij terug naar huis.Maarhoe was het daar gesteld !Alle kasten opengebroken, alles geroofd in den winkel, uit de slaapkamers, alleondergoed, sargies, enz. enz.Wij zeggen dan ook nog , Gode dank ! Ons huis staat nog recht en wij zijn nog in leven.Laat ons hopen dat het ergste voorbij is, en zeggen ook gelijk U zoo goed zegdet : Dat Gods wil geschiede ! Om te eindigen danken wij U voor uwe woorden van dank voor hetgene wij voor onze soldaten gedaan hebben. t Was toch maar plicht. Wij zullen als voorheen op God betrouwen en steeds zullen wij de beste herinnering van U en uwe soldaten bewaren. Ook beloven wij voor U te bidden., opdat God U spare en U een schoone toekomst voorbereide.
Aanvaard met den meesten eerbied de welgemeende wenschen van mijne zusters Cornelie en Josephine en van mij. J. Timmermans .
MIJN ANALYSEVAN DEZE BRIEF UIT OORLOGSTIJD.
Na 67 jaren ligt deze epistel nog tussen de archieven van onze familie. Op goed papier en alléén recto beschreven, lezen we een prachtig en elegant handschrift. De gekrulde letters , de kwaliteit van de inkt,de evenwichtige uitbouw van het geheel,de inhoud, de met vaste hand aangebrachte signatuur , laat ons besluiten dat deze twee bladzijden werden geschreven door iemand die tot ver in de adolescentie en zelfs daarnascholing en goede opvoeding, heeft genoten.
De pastoor , toen voorbereider van het sacrament van het huwelijk, overhandigde eerder een andere brief die was geschreven door de militair. Deze brief is daar op het antwoord. De meerdere aanhalingennaar God,de beschrijvingen , het woord ondergoed(misschien een timide aanwakkering van erotische aard) , het aantal soldaten dat in hun huis kon slapen, het woord winkel, laten mij vermoeden dat het een schrijfster was die deze brief stuurde. Het is een tip voor de onderluitenantdie daar ten huize337, Hoogboomstraat , Kapellen, drie jonge dames kan vinden. Kom maar eens terug is de roep van het vrouwke , want naast de eeuwige Eva , aanwezig alsJ . zijn er ook nog Cornelie en Josephine , in totaal dus drie huwbare dochters in die katholieke middenstanders familie. Om deze keurig van de straat te krijgenis er dus een ernstige tussenpersoon nodig, de E.H. Van Mechelen.Omdat die brief zolang werd bewaard door de onderluitenant, is onze conclusie dat hij ook wel vond dat er voor hem daar nog een schone kans op toekomstopen lag . Het was daar misschien wel in de saccoche voor hem . Fotomateriaal uit die tijd laat echter zien hoe prachtig de boerendochter Alina uit Waasmont er toen wel uitzag. De kansen van J waren dan ook maar klein.
---Wie is echterde Hector Pointuonder ons ( of de inspectrice Colombe ) die op onderzoek gaat naar de oude relatie van deze onderluitenant(wijlen Fille van Lenkes )met die mysterieuze onbekende J . Timmermans ? ---
Een andere optie isde volgende : We vergeten de eventuele privé aantrekkingskracht man-vrouw,en wevragen ons af wat deze brief doet tussen andere documenten van een dossier uit 1942waarin dezelfde onderluitenant optreedt in een breed militair onderzoek naar gebeurde feiten tijdens de tweede helft van Mei 1940. Timmermans zou in dat geval iemand kunnen zijn, die indien nodig, als getuige ten voordele kan optreden en beschrijven hoe eerlijk en correcthet verblijf te Kapellen is verlopen van de manschappen die onder bevel van de onderluitenant op oorlogspad waren.
Sedert de televisie de huiskamers vult wordt er bijna nooit nog verteld overde nare oorlogstijddie de vorige generaties hebben meegemaakt.Nu we weer tussen 10 en 28 mei zijn is het een goede periode om even 1940onder ons vergrootglas te brengen. We doken eens in het dunne oorlogsarchief dat wij bijhouden enblijven koesteren.
TANKS - DE SLAG NABIJ HANNUIT . Op 12 mei 1940 kwam het zo bij Hannuit tot de verwachte tankslag, met zo'n 1.600 deelnemende pantservoertuigen de grootste die de wereld tot op die dag gezien had. De eerste dag werd de Duitse aanval afgeslagen. Op 13 mei 1940 gelukte het door een concentratie van beide Duitse divisies tegen 3DLM uiteindelijk door het dekkingsscherm van Franse tanks heen te breken, die op de 14e succesvol werden teruggenomen achter de nu ingegraven troepen; ze hadden ongeveer 105 tanks verloren, de Duitsers zo'n 160.
Dat die Slag daar zo groot is geweest was me tot vandaag onbekend. Ik ben vaak als wielertoerist voorbijgereden aan het kleine oorlogsmonument. Soms gewoon maar om te plassen, ben ik er ook even gestopt. Tussen Hannuit en Jodoigne waar we in de toekomst toch allen vaak zullen komen, moeten we zeker een bezoekje brengen aan dat bepaalde punt langs de weg. Papoum en Kobe zagen precies daar al eens Tom Boonen tijdens een rit van de Ronde van België.
Ter gelegenheid van het zestigjarig bestaan van de Koninklijke Antwerp Wieler- en Supportersclubbesloten de dynamische wielertoeristen Achiel Malfait en Wilfried Wijneen officiële permanente proef van 1100 km in te richten tellend voor de klassementen van alle aangesloten rijders bij de Belgische Wielerbond Afdeling Wielertoerisme.
Roger Hoskens uit Attenhoven en Wilfried Journée, toen samen verenigd in de Wielerclub Black Diamond Association, de kleinste club (slechts twee leden) met het grootste programma (zij verslonden bergen, kasseien, afstanden , potten bier en grote steaks) twijfelden geen ogenblik en op een vroege ochtend van de lente 1983 stonden beide kameraden klaar om ook deze afstand aan hun toen reeds groot palmares bij te voegen.
Toen voor de jaren 1000 de Pelgrimstocht naar Santiago de Compostela ontstond, was de kathedraal van La Sainte Madeleine te VEZELAY het belangrijkste vertrekpunt van de pelgrims die uit het Oosten van Frankrijk, België, en Duitsland kwamen.
Met hun tochtwilden Wijn en Malfait, de aloude verbinding naar Vezelay en Santiago terug in de belangstelling brengen.Zij zijn daar op een wonderbare manier in geslaagd, vermits25 jaren later het aantal fietsende pelgrims naar Galicia ongelooflijk groot is geworden.
DeKAWShoopte begin 1983 nederig dat deze fietstocht enkele fietsers er toe zou aanzetten de bedevaartte ondernemen die door hun club in ere werd hersteld .
De kundig uitgestippelde wegwijzerwas voor toeristendie vlot kleine versnellingen konden draaien en liep over secundaire wegen door de Ardennen, les Montagnes de Reims, de Bourgogne, de Morvan en de Argonne.De deelnemers moestenin totaal elfmaal hun controlekaart laten afstempelen.De inschrijvingskosten bedroegen120,- fren mits bijkomende storting van 200,- fr kon ook een herinneringstrofee worden bekomen.
Antwerpen-Vezelay-Antwerpen
We hadden een speciaal akkoord bekomen.We mochten van woensdag totwoensdag Landen-Vezelay-Landen rijdenen dan in een tweede schuifje de ontbrekende Landen-Antwerpen-Landener de volgende zaterdag aan toevoegen, op voorwaarde dat wij dan verslag zouden uitbrengen over onze avonturen in Frankrijk.Dit vooral om de gegevens op het parkoersblad eventueel te verbeteren voor fietsers die dat jaar ook dezelfde tocht zouden ondernemen.Ons start- en eindpunt om beide delen aan mekaar te knopen wasLe Cheval Blancaan het kruispunt te Jodoigne.
Er bestaat een beknopt verslag voorKAWS.Misschien volgt dit later nog wel.Vandaag hier een reportage over de eerste dag van deze fietstocht, geschreven op 5 juni 1983.
167 km tot Signy lAbbaye.
Na afscheid van moeder en kindjes vertokken wij in gezelschap van Romain. Deze bekende sportman, die een tijdje goede vriend was van John Massis, ondernam een jaar eerder een poging voor het wereldrecord drieband biljart.Hij speelde 80 uren non-stop om in het Guiness Book of Records te geraken. Wij bekeerden hem zopas totgezondere bezigheden op de fiets en hoopten dat hij daar ook niet zou willen beginnen met krachtpatserij. Die man was zo gelukkig als een kind omdat hij met ons mee mocht .Hij zou voor het eerst rijden op zijn nieuwe Raleigh tweewieler.
Hij had zich als gangmaker aangeboden, zou meerijden tot Namen, maar eigenlijk nestelde hij zich voortdurend in onze wielen , totChampion waar hij dan plots versnelde in een bergop om te tonen dat hij sterke kuiten had.
Wij reden eerst links en dan rechts van de Maas naar Dinant , waar wij onze eetzakjes leegmaakten.Nadien hinderde een felle tegenwind onze vooruitgang. Een hevige regenbui deed ons schuilen te Waulsort, doch wind en zon droogden ons vlug op . Te Givet waren de banken tot 14.00 u. gesloten zodat wij onze wisselverrichting uitstelden en in een drankgelegenheid achter een stempel zochten. Er was veel verkeer op de weg tot Revinin de Maasvallei, een voor ons bekend terrein van vroegere ritten.De stevige klim van Les Masures deed ons herleven, en tot in Signy lAbbaye bereden wij kleine wegen doorheen bossen en weiden, zoals wij graag zien.
Het beste hotel van Signy is echter op woensdag en donderdag gesloten, zodat wij onze intrek moeten nemen in het hotelletje met balkon. Het jonge meisje en de man zijn er onwetend en stuntelig.Zij kunnen niet zeggen of er plaats is.Dat kan alléén de patronne , maar die is afwezig en zal terugkomen volgens haar gewoonte, ofwel binnen vijf minuten ofwel binnen twee uren, want zij heeft tijd noch regel.
Wij drinken twee pinten bier. Alles gaat hier mislopen ; wij zullen nog een uur langer moeten fietsen is onze indruk.De man aan de bar vindt zijn kurkentrekker niet meer en kan ook zijn toogklanten niet helpen voor een glas simpele rouge van het huis .
Wilfried die zoals dat moet voor een doorwinterde randonneur alle materiaal bij heeft , zoektzijnSwiss knife die alles opent.Hij redt de situatie voor deFranse dorstlijders.Een nieuwe fles rode landwijn wordt vlugsoldaat gemaakt .
Eindelijk komtla patronne binnen.Nadat zij vernomen heeft dat wij veel bier drinken, een kurkentrekker bij hebben, felle eters zijn, beslist zij van ons een kamer toe te kennen.Na dit twijfelend onthaal worden wij in de familie opgenomen,we eten er goed(boeuf braisé),en we praten er heel lang.Die patronne heeft haar carrière als topverpleegster gemist.Zij praat toch zo graag over ziektes, dokters, hospitalen, operaties, geneeskrachtige kruiden, en astma.
Signy-l'Abbaye est une commune située dans le département des Ardennes (région de Champagne-Ardenne). La ville de Signy-l'Abbaye est le chef lieu de canton de Signy-l'Abbaye et appartient à l'arrondissement de Charleville-Mézières. Les habitants de Signy-l'Abbaye s'appellent les Signaciens et étaient au nombre de 1340 au recensement de 1999. La superficie est de 62.2 km². Elle se situe géographiquement à une altitude de 140 mètres environ.
Auberge de L'Abbaye
Signy L'Abbaye, Champagne-Ardenne, France
To the west and set in the pretty village of Signy lAbbaye is this ancient posting inn where rustic stone and a grandfather clock add to the atmosphere. The Auberge has been managed by members of the same family for over a century and the welcome is warm, the cuisine delicious and the surroundings full of character. Each of the charming, en suite bedrooms is individual
VERVOLG
Antwerpen-Vezelay-Antwerpen-VERSLAG.
Door de vele regen werd deze poging zeer zwaar. Toch bleven die dagen voor altijd in ons geheugen gebeiteld, want het was een prachtig avontuur op mooie Franse wegen.
1. Landen- Signy- lAbbaye167 km -18 mei 1983
Felle tegenwind, wolkbreuk voorbij Dinant, lange en steile klim naar Les Masures, maar de landelijke wegen brengen het ware genot voor de fietsers.
Roger en Wilfried hadden enige moeilijkheid om logement te vinden.
2. Signy lAbbaye- Oigny sur Marne 105 km
Onze brede lichamen strijden tegen de felle wind die in onze oren fluit en datwerkt negatief in op onze zenuwen.Wegvergissing, we reden naar Chaumont-Porcien in plaats van naar Chateau-Porcien . Dat betekende 10 km meer. Gelukkig waren we nadienmeer aandachtig zodat we te Wassigny wellinks naar Hauteville namen. Grote drukte te in de stad Reims, waar we geen boerenkinkels mogen zijn die bier boven champagne verkiezen.
In Caisse dEpargne lEcureuil lopen de Spaarkas bedienden binnen voor een stempel.
Niemand kent Varsovie , een wijk die we moeten zoeken om ons parkoersblad trouw te volgen. Mais . cest en Pologne, is het leuke antwoord dat we krijgen .
De zon brengt de oplossing. Zij toont ons waar het Zuid Oosten ligt.
We aten slechts koekjes die middag en daarom krijgt vooral Hoskens, die met te groot verzet toert, een zware klop van de hamer tijdens de beklimming naar Luddes. Weldra begrijpen we wat Montagnes de Reims wil zeggen.
Twee verschrikkelijke stortbuien verplichten ons te schuilen. De wegen zijn vol modder en water. We hebben lege magen, slappe benen, en het is koud.Er liggen grote plassen, de vrachtwagens kletsen ons nat. We steken de brug van Marne over, we stoppen te Oigny aan de spoorweg, even voor Avizé .We zijn doornat en gelukkig op de droge kamer, terwijl het buiten giet en de goederentreinen (misschien volgeladen met champagne flessen) onze nachtelijke rust bemoeilijken.
3. Oigny-sur-Marne- Chablis173 km
Doorheen de wijnakkers van blanc des blancs op lange rechte stukken vliegen wij vooruit tot Fère Champenoise, waar er wegwerken zijn en we vrezen de mogelijke bandbreuk.
Te Coursemainkrijgt Wilfriediets aan dehand, en nog drie volle dagen zal hij dat blijven voelen.Omdat hij al rijdend steentjes van zijn buitenband wilde wrijven is zijn hand tegen de kader geslingerd geworden, zodat hij een felle hobbel op de bovenkant van zijn hand krijgt. Ergens aan een waterbakkan hij de pijn verminderen met koud water. Vele wegomleidingen negerend om toch op de voorgeschreven route te blijvenrijden zij naar Méry sur Seine, ondanks een waarschuwendeplaat Innondations.
De rivier Aube is buiten haar oevers getreden. Eerst zien beide kameraden wat plassen en slijk. Zij rijden doorheen een gebied van natte weiden en weldra ookstaat er 10 cm water op de weg.Maar plots200 m verder is er geen weg meer, wel een brede snelstromende rivier.Hun leuze is steeds vooruit ! .
Wilfried, wiens vader eens de felste zwemmer was tussen Maas en Schelde , neemt zijn fiets met bagage op de schouder en stapt de 50 m door het water dat weldra tot boven zijn knie komt.Vermits hij een lange vent is van 1m91 kan men begrijpen dat hetwater van de Aube, aangedikt door de regens,daar60 cmhoogboven de weg komt.
Roger kan niet zwemmen ; hij is een korte dikke jongen met gespierde beentjesen daaromroept hijLaten we terug gaan !
Neen,Hoskens , dit is een historisch moment uit onze loopbaan van wielertoerist komtoch mee en avant ik red U wel voor dat gij verdrinkt!
Met de moed der groteflandriens,met het vuile ijskoude water dat zijn fluitje doet krimpen,schuift deze Attenhovenaar ook naar de overkant terwijl zijnfiets-radio muziek speelt.
Zij steken hun voeten in lekkere sokken , en dan verder tot deze grote wielerdag afgesloten wordt te Chablis, in Hotel Relais de lEtoile , zeker een goede plaats om aan te bevelen.
De kamers zijn er oud, maar de antieke rijke hotelsfeer ( in 1931 logeerde de koning van Spanje daar ) en de uitmuntende tafel maken alles goed.Er is een grote keuze van Chablis wijnen , en die vermaarde flessenstaanop de kaarttussen95 FF en 150 FF.
4.Chablis -Vezelay52km
Wanneer we onze ogen openen is het al aan het regenen , zonder ophouden, zodat wij pas om 10u vertrekken, terwijl het nog steeds druppelt.De waterstralen geselen onze gezichten, en we fietsen keihard verder onder een zwaar wolkendek.De bomen langs de sprookjesachtige loop van de Curezijn dakgoten die de fijne regens verzamelen om ze door spuigaten over onze lijven te gieten wanneer we voorbij fietsen.De laatste klim tot aan het pleintje voor de Basiliek van Maria Magdalena is zoals opstaan uit een badkuip. We zijn aangekomen op de startplaats van de Tweede en van de Derde de Kruistocht naar Jeruzalem.
Wij logeren in Relais du Morvan .We zijn daar kort na de middagsen dat is goed, want bijna zijn alle hotels bezet te Vezelay, want we zijn op zaterdag voor Pinksteren.
Druipnatte koude fietstocht , maar we zijn blij en wij vieren onze aankomst.
Journée kruipt onder de douche, maar die is nogal heet,zelfs verschroeiend voor koude voeten.De reactie isrode uitslag want zijn huid verdraagt het niet.
Wat is het heerlijk tafelen inLe Relais du Morvan .De kamer met twee grote bedden kost 75FF, een menu 40 FF -eneen fles vin du patron 18 FF.
Bezoek aan de indrukwekkende kerk, wandeling ,relax,aankoop van een fantasie landkaart Les Chemins de St- Jacques de Compostelle , welverdiend na 3 ½ dagafzien.
Er is een speciale gebeurtenis, een rally voor oldtimers, die daar watanimatie brengt.
5. Circuit du Morvan85 km
Het Syndicat dInitiative gelegen naast het hotel bezorgt ons informatie over de streek, vooral een brochure met toeristische routes. Hieruit kiezen wij nummer 6.Het is mooi weer op deze hoogdag van Pinksteren. Tijdens ons ontbijt verschijnen kleine groepjes wielertoeristen te Vezelay, die een brevetrandonneur600km non-stop rijden, vertrokken te Clermont-Ferrand.De volgende dag worden daar ook kerelsverwacht die1000 km rijden in drie dagen.Zo vertrekken we dan voor een tocht doorheen de Morvan.Niets is mooier voor een wielertoerist dan te kunnenrijden helling op en helling af, in natuurpracht en langs historische plaatsen, het neusje van de zalmkan daar in het diepe Frankrijk worden gevonden op een zonnige zondag ,een prachtrit.We doen dit met fietsen ontdaan van zware bagage. Onze conditie is prima en met lichte tred beleven wij grote fietsgenoegens.Op het einde van de rit verliezen we mekaar, doch op onze hotelkamer zijn we weer samen.
Nog een detail : we tafelden goed in een auberge te St-Aignan, en in de bezochte abdij , waar geen bier wordt gebrouwen, vonden we wel wat kaas.
6.Vezelay - Montier- en -Der190 km(terugnaar huis )
Op mooi parkoers leveren wij een goede prestatie,met pak en zak op onze goede fietsen.
We ontdekken een fout op ons parkoersblad,waarop Praslinmoet staan en nietPreslin.
Dat zullen we dan maaraan KAWSmelden.Ook wat betreftSt-Pierredat moet wordenMesnil St-Père .Bovendien is route forestièregeen simpele bosweg, want Route Forestière is een bewegwijzerde toeristische route.Brienneis een leuke plaats om al te stoppen, maar we bollen nog wat vlot verder totMontier-en-Der bij Gerard de vriendelijke baas van Auberge de Puisie.We ontmoettenerHollanders die voor het jeugdweekblad Kuifje werken,en voeren die avond eenlang gesprek.
7. Montier-en-Der- Vouziers155 km
Een ongelukkige dag, regen, nattigheid, regen, nattigheid.
Een wiel van Journée geeft problemen. Ook op deze dag zien wij het voordeel en nut van een flinke warme maaltijd en van een lange middagpauze in een restaurant- routier. Wij peppen ons op met de gedachte dat zij die hier in 1914-1918oorlog voerden in bloed, modderen water, het toch nog slechter hadden dan wij in de Argonne. Nat bereiken we Varennes, daarna snel rechtdoor naar Vouziers om zeker een droog hotel te vinden en een fietsenmaker.
Wij logeren in Hotel des Deux Ponts, door ons gekend van een vorige tocht.De bazin kent ons nog, wij dronken al veel pilsjes bij haar. Vijf hotelkamers worden daar verhuurd in de eerste vijf minuten dat wij daar arriveerden, gelukkig is er plaats genoeg.Hoskens heeft moeten vaststellen dat hij op amper 100 m voor de meet nog een platte band kreeg.
8.Vouziers-Landen200 km
Weer de hele dag regen.We vervloeken die situatie. Al onze kleren zijn nu nat.
We smeren onze blote benen goed in,met verwarmende zalfen marmottenvet, en onder ons regenjasje dragen we zo weinig mogelijk kledij.We stoppen zo weinig mogelijk, rijden rechtdoor naar Sedan.Journée heeft een nieuw achterwiel gekocht voor 1400 BF,want zijn velg en spaken waren niet meer te herstellen.De grenspostFleigneux blijkt een verlaten gebouw te zijn, waar nog slechts af en toe wat controle gebeurt door de douanes.Te Vresse vinden we daarom ons controlestempeltje.In ons natte vaderlandwordt de regen nog kouder. Het is warempel hagel op een heuveltop.Al onze papieren en wegkaarten zijn nunatte vodjes geworden, we zijn trouwens te moe om naar wegwijzers te kijken, enbijna razend en nat doch gelukkig met de wind in t voordeel zwalpen wij kilometers en kilometers verder.
Eén grote gedachteis onze doping : op ons wachten te Jodoigne inHetWitte Paardenkele schuimende potten witbier vanHoegaerden.
Bij valavond belanden wij terug in onze heimat, doch om absoluut 200 km te scoren op ons tellertje , rijden wij nog eveneen bijkomend rondje om. Nog altijd valt de regen .
Weldra,staan we voor onze eigen huisdeur. Vermits we geen sleutel hebben, moeten we nog wat wachten alvorens binnen te mogen,en even nog steken we onze tong uit om te proeven hoe hemels zoet die regendruppels toch wel zijn.
/ Een jaar na de kletsnatte fietstocht naar Vezelay durfde Wilfried Journée het aan om de tocht van méér dan tweeduizend kilometers te maken naar het Noord Westen van Spanje. Hij volgde zeer precies de route die werd voorgeschreven in het boekje Naar Sinte Jakob fietsen van de Antwerpenaar Wilfried Wijn , de grote pionier der Renaissance van de grote middeleeuwse pelgrimstocht. Wegens gezondheidsproblemen was zijn compagnon Roger Hoskenstoen niet in de mogelijkheid van dit ook te doen. Beide werknemers van deASLK hadden ondertussen hun clubje van twee rijders opgedoekt na drie mooie jaren. Journée kreeg tijdens de eerste dagen gezelschap eerst van vijf, daarna van vier, daarna van drie tochtgenoten.
Vanaf Bourbonne-les-Bainsen zijn bezoek aan de bronnen van de Maas reed hij op zijn eentje verder met het boekje van Wijn op zijn stuurtasen zonder te weten dat met ongeveer 300 km achterstand er toen een andere fietser uit Antwerpen was gestart , Renaat Grandry , eveneens een lange kerel met een baard die ook het boekje van Wijn nauwkeurig volgde. /
Liefste mama, liefste zusjes,
Al 900 km heb ik gefietst in 7 dagen. Gisteren was het een moeilijke dag . Slecht geslapen bij Marie-Claude en slecht gegeten onderweg, waardoor ik geen benen had. Ik eet s avonds veel te veel en te weinig gedurende de dag. Dat zal ik veranderen. Tafelen s middags moet ik, en met kleinere porties in mijn maag moet ik naar bed.Bij deze lijnenvoeg ik enkele papieren die ik niet onnodig wil meeslepen, doch wel wil bewaren.
Altijd maar bossen en weiden met haagjes, bergop en bergaf, armzalige dorpjes, oude kasteelhoeven, vullen mijn route. Vele malen zag ik van dichtbij roofvogels zoals sperwers, buizerds, valken. Zij zijn beschermde dieren , nog in groot aantal hier, terwijl zij bij ons praktisch zijn uitgestorven. Het geeft toch wel wat angst als op een stille weg plots zo een grote vogel , met bek en klauwen, twee meters boven uw hoofd uit een boom weg fladdert.
Ik kocht 500 gr zwarte gedroogde pruimenpruneaux dAgen om tijdens het fietsen op te knabbelen. Maar rapper kon ik niet rijden. Wel moest ik rap lopen naar een bosje om daar een rappe te deponeren.Alles heb ik bij, zacht WC-papier en zelfs papiertjes met eau de cologne om keurig de verrichting te voltooien.
Aiguirande is niet precies op mijn voorziene weg. Gisterenavond ben ik aan een kruispunt rechts in plaats van links gereden. Toen ik dit besefte had ik juist goed genoten van een kilometerslange afdaling en omkeren was op dat ogenblik niets meer voor mij. Via een omweg kwam ik dan toch vlug aan een goed hotel enik heb al gezien dat ik terug de pelgrimsroute kan bereiken na het volgen van wegen die ook mooi zuidwaarts lopen.
Ik deed mijn wasje met poeder uit de winkel van Marie-Claude.Het was nog niet droog vanochtend, behalve de zakdoeken. Wit met wit in de bidet, blauw met blauw in de wasbak, en ikzelf in mijn blootje in de badkuip. Zo moest ik het toch doen volgens moeders richtlijnen. Terwijl ik voor mijn start een platte band op mijn gemak herstelde,droogde alles nog een tijd lang in de zon. Op mijn weg heb ik al het een en het ander achtergelaten : vuile oude sokken, het uitgerafeld onderlijfje, en ook mijn zwarte pull waarvan ik eerst nog met mijn mes de mouwen had afgesneden. Eens voorbij deLoireis het toch altijd warmer .
Quid met dieMarie-Paule ? Mijn briefis met haar gevuld. Zij is te vergelijken- door haarmoustache en afhangende kousen - met de oude Flore, huisbazin uit mijn tijd van het agentschap te Hannuit. Toch is zij erg vriendelijk. Ik kon hier bijna voor niks een kamer huren, doch een niet te frisse met zelfs nog een veeg van een voorganger op de lakens. Haar echtgenoot was niet thuis. Die was met een trein vijftien stieren gaan leveren in Griekenland.Hij was reeds twee dagen te laat voor zijn geplande terugkeer.Marie-Paulewas ongerust.
In dat dorp was er op die dag een dansfeest en de oude vrouw was ook bang dat zatte jonge kerels in haar Café-Magasin-Hoteldu Commerceamok en kabaalzouden maken.Dat durfde niemand wanneer haar man er zou geweest zijn.Zijvroeg mij dan ook van in het caféte blijven tot sluitingstijd.Ik werd alzo daar als buitenwipper benoemd. De jongeren kwamen er, maar niemand werd zat genoeg om te worden buiten gewipt.Het was me duidelijk dat de plaatselijke jonge boerenkerels geen geld hadden om veel te drinken. Tijdens die nacht was er veel lawaai op het plein voor mijn logement. Men reed daar rodeo meende ik. Ik kon niet slapen, moest vaak gaan pissen, maar dat was ook omdat ik een grote fles rode wijn had gedronkenuit le commerce de Marie-Paule die zij me rekende aan winkelprijs en niet aan de prijs van haar restaurant .
Op tocht met Hoskens, die vroeg uit de veren was en er dan al eentje rookte, begon ik altijd ten laatste om 9u00aan het pedaalwerk van de dag.Maar nu op mijn eentje is het altijd veel later wanneer ik op mijn tweewieler kruip. Dat is eigenlijk niet zoals het hoort.Nu moet ik meestaltotaan het avondmaal fietsen om toch de nodige kilometersaf te leggen die mijtoelaten mijn doel te bereiken:Santiago de Compostela.
Haiphong is een havenstad met weinig toeristen. Die rijden er met zwermen voorbij zonder te stoppen, want tussen Hanoï en Halong Bay hebben zij geen tijd. Ik ben dus weer buitenmaats, uit het spoor, maar nog niet ontspoord, want ik gedraag me hier fatsoenlijk alhoewel de 'boumboum' voorstellen talrijk zijn.Eergisteren werd ik aangeklampt door twee mannetjes, die ik trakteerde. Misschien waren het wel jonge communisten. Zij seinden mijn aanwezigheid naar ergens door, en zopas kwam ik tot de vaststelling dat mijn boekje met adressen is verdwenen uit mijn kamer. Iemand heeft immers vandaag mijn kamer doorzocht. Dit is werkelijkheid en geen film. De partij of de staatsveiligheid houdt mij dus in het oog. Zo'n olifant als ik, valt op bij die mensen, zeker als hij per fiets rondsnuffelend zich door Haiphong beweegt. Gelieve mij te verontschuldigen bij de mensen thuis die nog geen kaartje van me kregen : ik ben al mijn adressen kwijt en ken ze niet van buiten. Maar aan mijn vriend Renaat Grandry wil ik wel een mooie brief als afscheid sturen, want hij is nu stervende. Zoek in mijn ABC-boekje met adressen en nummers zijn gegevens en post de enveloppe die bij dit schrijven werd toegevoegd.Vandaag nam ik de snelboot op zee naar Cat Ba. Dat is een eiland met veel troeven, waar ik wel rustig drie maanden zou willen verblijven om van daar te varen door de baaien die verder liggen. Zoals het altijd was en nog is, moet ook hier ik komen, zien, weggaan , geweest zijn, tegen hoog tempo.De dienstmeisjes in lichtblauwe ao-daï kijken naar mijn behaarde hand terwijl ik deze letters naar jullie schrijf. Onbeleefd zou je denken. Maar zij verstaan toch niets van wat ik schrijf. Zuiver schoonschrift is een duizendjarige kunst hier in het verre Oosten. Een wijs man met een baard die met kalligrafische kwaliteit papier vlot beschrijft zonder enige correctie te maken, wordt eerbiedig bewonderd door deze knappe vrouwen.Het hotel is groot, maar ik ben zowat de enige klant en laat dus door mijn aanwezigheid, mijn maaltijden, de boel dus draaien.Overnachten kost hier 15 $ . Een maandloon voor de Vietnamezen in staatsdienst is 40 $ . Hoe rijk is dan wel die dikke oude man die onder dit dak eet en slaapt ? Stukjes kip zwemmend in een bouillion van limoenen. Ik heb de meisjes met mijn gebarentaal uitgelegd dat zij zelf mijn menu mochten samen stellen, ... en lekker dat het is !
- Wat betreft deze jonge meisjes, opa, ... met je versleten hormonensysteem moet je toch passen, dat weet je toch ... (ja, oma ...) - Ik zal hen goed drinkgeld geven, vanavond, alvorens ik dit hotel verlaat, want daarom is hun lieve smile toch bedoeld.
Ik vond vandaag het FEDEX-agentschap en de Post van Haiphong.Mijn geld smelt weg. Morgen moet ik naar de bank. Nadien wacht me een lange treinreis naar de bergen toe, waar mijn fietslabeur zeer zwaar zal worden. Dit bevestigden de fietsende Hollanders die ik vandaag ontmoette. Mijn eigen toerfiets was vastgesnoerd op het dek van de boot. Wat een mooi zicht, vliegend over de schuimende golven van de Tonkin ! Voor 53.000 dongs, prijs van een goede maaltijd, is het mogelijk van één minuut naar huis te bellen. Het wordt nu tijd om mijn pakken te maken, om te verhuizen, 500 km naar het Westen te Sa Pa waar alles armer en kleiner is, wat betreft de mensen, doch waar de grootse natuur heerst in enorme pracht .Mooie muziek ondertussen, roze tafelkleedjes, lege banketzaal, met vier verschillende kolonnen. Er is hier waar ik schrijf ook een ronde bar, met zilveren blinkende metalen bekleding. Ik ben de man van 'Room 108' en ik ben graag gezien. Tot morgen, als ik vertrek.De deuren staan wijd open. Zij geven achteraan het gebouw uit op een tuin, met bad en massagesalon. Op zijn Thaïs ? Zal ik dat eens gaan uitproberen ?
Mijn motor loopt vlot op vocht uit mijn drinkbussen. Dit is thee met Vietnamese vodka, een gezonde mengeling, voor een matroos die vandaag twee mooie boottochten maakte. Tiger Beer is hier echter het beste sap. De prijs voor fris bier kan hier zeer varieren : volgens zeezicht, op het trottoir, in een hotel, of volgens de meisjes die het uitschenken. Er draaien veel oude Franse films op T.V., zonder ondertitels. Een Vietnamees vertelt de kijkers over wat het gaat en soms wijkt hij sterk af van wat er eigenlijk gebeurt. Voetbal is in Vietnam zeer geliefd. Zij kennen zelfs onze Luc Nilis. Op een landweg ontmoette ik gisteren een jongen en een meisje, een verliefd koppeltje vorderend op één oude damesfiets. Het was hun laatste zondag samen, want het meisje zou de volgende dag vertrekken naar het Oosten van Duitsland. De jongen zou haar wellicht nooit meer terug zien. Romeo en Julia, tussen de rijstvelden. Zij had reeds een paar jaren de Duitse taal geleerd en was toch zo blij dat zij met mij mocht praten, en vooral dat ik haar begreep. Het was een wondermooi meisje, met een lange zwarte staart als haartooi. Ik gaf mijn adres en telefoon. Indien het voor haar zou misgaan in Duitsland, beloofde ik van haar te helpen.Zij wist niet waar zij naar toe ging, alléén maar dat zij wel zou weg kunnen uit de armoede waarin zij nu leeft.Als zij telefoneert alvorens ik terug thuis ben, weten jullie waarover het gaat. Gelieve haar dan te helpen, zo mogelijk.
Tijdens de jaren tachtig werd ik aanzien als een dubbelganger van Philippe Noiret. Eerst kon ik dat niet geloven, tot ik eens een hoed opzette, een lange bleke regenjas aantrok, een sigaartje tussen de lippen nam en enkele grimassen maakte voor de spiegel. Sedert die dag moest ikaanvaarden dat het wel zo was. Dit was niet lachwekkend.Ik kon er mee leven.
DE ACTEUR PHILIPPENOIRET.
Philippe Noiretheeft in theater, film, cabaret, en ook op de radio prestaties gebracht die van hem een topper in zijn vak maakten. Hij werd gelauwerd met Oscars en met La Légion dHonneur. Deze acteur had een Belgische moeder. Zijn vader was verkoper van mannenkledij. Te Rijsel, in de meest Vlaamse stad van Frankrijk, werd hij geboren. Door vaders beroep moest hij vaak verhuizen en zo kon de jonge Philippe nooit goed zijn op school. Wel werd daar ontdekt dat hij een prachtige stem had. Bij Les Petits Chanteurs à la Croix de Bois enin de toneelgroep van zijn college ontwaakte de toekomstige acteur.Met een kameraad schuimt hij eerst de cabarets af van Parijs. Op het podium als komiek drijft hij de spot met alles en nog wat. Zondagnamiddag met de radio in een luie zetel maaktvanhem eenbekende Fransman. Hij kan weldra solliciteren bij hetnationaal theater te Parijs waar hij groeide van rol tot rol. Gedurende de fifties heeft hij gespeeld in wel veertigklassieke stukken van Molière, Corneille, Shakespeare,Hugo,Brecht, Claudel,e.a. .
Als kanjer uit het theater maakt hij in 1956plots een sprong naar de filmwereldvoor La Pointe Courte vanAgnes Varda . Dit is de eerstefilm van La Nouvelle Vague. Noiret is een beetje te dik om jeune premier te spelen. Maar omwille van zijn nonchalance, van zijn vleugje humor en van zijn elegance, aanvaarden grote actrices hem graag als medespeler. Hij komt op het witte doek naast godinnen als Romy Schneider, Simone Signoreten Catherine Deneuve.Philippe Noiretscoorde hoog inongeveer 125 films .
Enkele titels van deze films :
ALEXANDRE LE BIENHEUREUX-ZAZIE DANS LE METRO-LA GRANDE BOUFFE- LHORLOGER DE SAINT PAUL-LE VIEUX FUSIL-NUOVO CINEMA PARADISO -IL DESERTE DEI TARTARI -IL POSTINO-COUP DE TORCHON-LES RIPOUX -LE ROI DE PARIS-QUE LA FETE COMMENCE -
Het verhaal van Que la Fête commence uit 1975 'speeltzich aftijdens de periode tussen Louis XIVen Louis XV,tussen22 en30jaar verder in de tijd na de eerste Slag van Neerwindendie in de geschiedenis staat gebeiteldop29 juli 1693.
Voor Philippe Noiret waren liefde, vriendschap, genegenheidzeer belangrijk.Hij werkte hard om er als acteur te komen,en nog meer om vijftig jaar lang één van de meest populaire topacteurs te blijven.Gedurende 44 jaren was hij getrouwd met de actrice Monique Chaumette.Zij hadden één dochter Fréderique en twee kleinkinderen , Deborah en Samuel.. Hij hield van honden en van paarden.Hij rookte iedere dag van zijn leven twee sigaren. Hij woonde in een landhuis te Montréal (Frankrijk)ten Westen van Carcassonne. Van hem zijn de woorden : Het leven is een enkele reis ; de reis is kort, laten wijdan maar onze wegafleggen in eerste klasse enmet zijnprachtige stem zei hij ook nog eens dit : Het opperste geluk ervaar ik wanneer ik met mijn kont goed ben gezeten op mijnpaard, met mijn neus in de ochtendfrisheid , met in de verte de besneeuwde toppen van de Pyreneeën, en met mijn labrador die glimlacht en zijn tong laat hangen .
Deze charismatische figuur uit de international filmwereld werd begraven inLe Cimetière de Montparnassete Parijs. Hij rust er naastJean Poiret, een ander groot acteur, en naast vele artiesten en vrienden .Hij stierf op 23 november 2006.
Quand on partait de bon matin Quand on partait sur les chemins A bicyclette Nous étions quelques bons copains Y avait Fernand y avait Firmin Y avait Francis et Sébastien Et puis Paulette
On était tous amoureux d'elle On se sentait pousser des ailes A bicyclette Sur les petits chemins de terre On a souvent vécu l'enfer Pour ne pas mettre pied à terre Devant Paulette Faut dire qu'elle y mettait du cœur C'était la fille du facteur A bicyclette Et depuis qu'elle avait huit ans Elle avait fait en le suivant Tous les chemins environnants A bicyclette
NATHALIE.
La place Rouge était vide Devant moi marchait Nathalie Il avait un joli nom, mon guide Nathalie... La place Rouge était blanche La neige faisait un tapis Et je suivais par ce froid dimanche Nathalie... Elle parlait en phrases sobres De la révolution d'octobre Je pensais déjà Qu'après le tombeau de Lénine On irait au café Pouchkine Boire un chocolat... La place Rouge était vide Je lui pris son bras, elle a souri Il avait des cheveux blonds, mon guide Nathalie... Nathalie Dans sa chambre à l'université Une bande d'étudiants L'attendait impatiemment On a ri, on a beaucoup parlé Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait Moscou, les plaines d'Ukraine Et les Champs-Élysées On a tout mélangé et on a chanté Et puis ils ont débouché En riant à l'avance Du champagne de France Et on a dansé... La, la la... Et quand la chambre fut vide Tous les amis étaient partis Je suis resté seul avec mon guide Nathalie... Plus question de phrases sobres Ni de révolution d'octobre On n'en était plus là Fini le tombeau de Lénine Le chocolat de chez Pouchkine C'était loin déjà... Que ma vie me semble vide Mais je sais qu'un jour à Paris C'est moi qui lui servirai de guide Nathalie... Nathalie
Marianne de ma jeunesse Ton manoir se dressait Sur la pauvre richesses De mon rêve enchanté
Les sapins sous le vent Sifflent un air étrange Où les voix se mélangent De nains et de géants
Marianne de ma jeunesse Tu as ressuscité Des démons des princesses Qui dans moi sommeillaient
Car ton nom fait partie Marianne de ma jeunesse Du dérisoire livre Où tout enfant voudrait vivre
Marianne de ma jeunesse Nos deux ombres enfuies Se donnèrent promesse Par-delà leurs joies et leur vie
Marianne de ma jeunesse J'ai serré sur mon cœur Presque avec maladresse Ton mouchoir de pluie et de pleurs
Il avait poussé par hasard Dans notre cour sans le savoir Comme un aveugle dans le noir Mon arbre Il était si petit Que c'était mon ami Car j'étais tout petit Comme lui J'attendais de lui le printemps Avec deux ou trois fleurs d'argent Un peu de vert, un peu de blanc Mon arbre Et ma vie s'accrochait A cet arbre léger Qui grandissait Comme je grandissais
Chanson de GILBERT BECAUD
Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde Quand tu n'es pas là S'arrètent de chanter Et se mettent à pleurer Larmes de pluie au ciel d'été Quand tu n'es pas là Le silence qui gronde Me donne si froid Qu'un jour ensolleillé Me fait presque pleurer Larmes d'ennui malgré l'été La ville fait de grâces La lune des grimaces Qui me laissent sans joie Les cantiques d'églises Malgré tout ce qu'ils disent Me font perdre la foi Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde La nuit sur mon toit Viennent se rassembler Et pour me consoler Chantent tout bas ' Elle reviendra ' Quand tu reviendras De l'autre bout du monde Quand tu reviendras Les oiseaux dans le ciel Pourront battre des ailes Chanter de joie Lorsque tu reviendras !
Le Pianiste de Varsovie Gilbert Bécaud
Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Chopin Je l`aime bien, Chopin Je jouais bien Chopin Chez moi à Varsovie Où j`ai grandi à l`ombre A l`ombre de la gloire de Chopin Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur Plus de sentiment Plus de mouvement Plus d`envolée Bien bien plus léger Joue mon garçon avec ton coeur Me disait-il pendant des heures Premier concert devant le noir Je suis seul avec mon piano Et ça finit par des bravos Des bravos, j`en cueille par millions A tous les coins de l`horizon Des pas qui claquent Des murs qui craquent Des pas qui foulent Des murs qui croulent Pourquoi? Des yeux qui pleurent Des mains qui meurent Des pas qui chassent Des pas qui glacent Pourquoi Le ciel est-il si loin de nous? Je ne sais pas pourquoi Mais tout cela me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur
What does not destroy us makes us stronger.
Rondvraag / Poll
Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
À la claire fontaine
M'en allant promener, J'ai trouvé l'eau si belle, Que je m'y suis baignée.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Sous les feuilles d'un chêne Je me suis fait sécher, Sur la plus haute branche, Un rossignol chantait.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Chante, rossignol, chante, Toi qui as le coeur gai, Tu as le coeur a rire, Moi, je l'ai à pleurer.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
J'ai perdu mon ami Sans l'avoir mérité, Pour un bouquet de roses, Que je lui refusai.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Je voudrais que la rose Fût encore au rosier, Et que mon doux ami Fût encore à m'aimer
Turning and turning, the world goes on We can't change it, my friend Let us go riding now through the days Together to the end Till the end
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Spinning and spinning, the dreams I know Rolling on through my head Let us enjoy them before they go Come the dawn, they all are dead Yes, they're dead
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Julia Tulkens .
Hebben wij elkaar gevonden in dit land van klei en mist waar tussen hemel en aarde ons leven wordt uitgewist ?
Ben ik nog schaduw, ben ik al licht, of is d'oneindigheid mijn aangezicht ?
Treed ik in wolken of in hemelgrond ? Er ruist een hooglied aan mijn lichte mond. In uw omarming hoe ik rijzend ril ... Mijn haren wuiven en de tijd valt stil .
Julia Tulkens.
SONNET POUR HELENE
Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle, Assise auprès du feu, dévidant et filant, Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant : Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.
Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle, Déjà sous le labeur à demi sommeillant, Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant, Bénissant votre nom de louange immortelle.
Je serai sous la terre et fantôme sans os : Par les ombres myrteux je prendrai mon repos : Vous serez au foyer une vieille accroupie,
Regrettant mon amour et votre fier dédain. Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain : Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.
Regretting my love, and regretting your disdain. Heed me, and live for now: this time won’t come again. Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.