Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
C'est plein d'Uylenspiegel Et de ses cousins Et d'arrière-cousins De Breughel l'Ancien
Le plat pays qui est le mien.
Tous les chemins qui mènent à Rome Portent les amours des amants déçus et les mensonges des anges déchus.
Pelgrim
Wat zich gaande voltrekt in de ziel van de pelgrim is niet een toenemend verlangen naar het bereiken van zijn reisdoel, niet het vinden van het heilige aan het einde van zijn bedevaart, maar zijn overgave aan de ruimte, aan de kiezels op zijn pad, zijn besef van niet-weten, zijn afdalen in de leegte.
Zijn benen worden zijn vrienden, de regen zijn lijden, zijn angst wordt gericht naar de honden langs de weg, het vele legt hij af en hij rust in het Ene. Al trekkend komt hij nergens, voortgaande bereikt hij niets, maar zijn vreugde neemt toe om een bloem en een krekel, om een groet en een onderdak.
Zijn reisdoel en zijn thuis vloeien samen aan de horizon, hemel en aarde vinden elkaar op het kruispunt van zijn hart. Het heilige verdicht zich in de dieren en de dingen. Zijn aankomst ligt verborgen in de wijsheid van het Zijn.
Catharina Visser
De Weg.
In de verte gaat een pelgrim, eenzaam over het pad. Met een blik voorwaarts, eindeloos turen naar het pad. Het pad dat hem leidt, de wind die hem begeleidt. Samen èèn met de natuur, de geur,het geluid en omgeving. Daar toont de schepping hem, nederig dat het pad van zand zo hard als steen is. Soms ook warm,koud en nat. De pelgrim stapt over het harde pad, met als enige vriend zijn schaduw. Samen op hun weg.
When we got to the sea at the end of the world We sat down on the beach at sunset We knew why we had done it To know our lives less important than just one grain of sand.
En camino de Santiago Sur le chemin de St Jacques Iba una alma peregrina Allait une âme pérégrine Una noca tan obscura Une nuit si obscure Que ni una estrella lucia ; Que ne brillait aucune étoile ;
Le patron de toutes les filles C'est le saint Jacques des Bourdons; Le patron de tous les garçons C'est le saint Jacques des Coquilles. Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet, Coquilles et bourdons exigent que l'on troque; Cet échange affermit l'amitié réciproque, Et cela vaut mieux qu'un œillet.
Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.
Betrouw geen pelgrim met een baard Die met een schooikroes geld vergaart Al beed'lend langs de wegen sjokt En met een deerne samenhokt.
Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.
Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
Ik had het eerst niet in de gaten, en opeens zàg ik het spoor dat jij voor mij hebt nagelaten.
Mon père .
Assis dans un vieux fauteuil Recouvert d'un plaid usé, Il rêve de son passé, En attendant le sommeil.
La fumée d'un cigare Flottant au-dessus de lui, D'une auréole, pare, Sa tête grise, de nuit.
Vêtu d'un pantalon gris, Chemise de flanelle Sous le tablier bleu sali. Sa casquette est belle.
Il sait déjà que demain, Sera le grand jour pour lui. Mais il ne regrette rien, Et partira seul sans bruit .
***
La mort .
Le jour où tu viendras, A l'aube d'un matin, Me tendre les bras Me chercher par la main, Entre comme moi Par le fond du jardin.
Tu essuyeras tes pieds Sur le grand paillasson, Pour ne pas marquer Tes pas dans le salon, Et n'oublie pas d'ôter Ton noir capuchon.
La table sera mise Et le vin bien chambré, Quand tu sera assise Nous pourrons le goûter, Avant que je ne suive Ton ombre décharnée .
Mais si tu préfères Par surprise me faucher, Au début de l'hiver Ou au soir d'un été, Pousse la barrière Elle n'est jamais fermée.
Avant de m'emporter, De rendre ma valise, Laisse-moi griffonner Une dernière poésie Où je ferai chanter La beauté de la vie.
Ce n'est pas ce matin Que je quitterai le port, Puisque de mes mains J'ai caressé si fort Ses lèvres de satin Que je t'oublie, la mort.
+++
SEUL SUR LE CHEMIN .
J'ai traversé des villes, J'ai longé des cours d'eau J'ai rencontré des îles J'ai cotoyé le beau !
Tout au long du voyage Rien ne m'a retenu Même pas un signe de croix Tracé d'une main tremblante.
Le vent, la mer, la pluie M'ont façonné le coeur. Je suis leur propre image, Immuable douleur.
Je fais signe aux oiseaux, Seuls amis de ce monde, Qui m'entraînent dans une ronde A m'en crever la peau.
J'ai traversé des coeurs, J'ai rencontré des bras, J'ai caressé des fleurs, J'en ai ceuilli pour toi.
TENNIS DE TABLE MESATENISTA PING PANG QIU TISCHTENNIS TABLE TENNIS
photos courtesy ITTF
乒乓球 Stolni tenis Tenis Stolowy
ITTF TABLE TENNIS Classement mondial 26 - 08 - 2012 World Ranking Weltrangliste Ranking Mundial Värlen Rangordning Classifica Mondiale MESSIEURS : 1. ZHANG Jike - CHN 2. MA Long - CHN 3. XU Xin - CHN 4. WANG Hao - CHN 5. MIZUTANI Jun - JPN 6. MA Lin - CHN 7. BOLL Timo - GER 8. CHUANG Chih-Yuan - TPE 9. OVTCHAROV Dim - GER 10. WANG Liqin - CHN 11. JOO Se Hyuk - KOR 12. OH Sang Eun - KOR
-- DAMES : 1. DING Ning - CHN 2. LI Xiaoxia - CHN 3. LIU Shiwen - CHN 4. GUO Yan - CHN 5. ISHIKAWA Kasu - JPN 6. FUKUHARA Ai - JPN 7. FENG Tianwei - SIN 8. KIM Kyung - KOR 9. GUO Yue - CHN 10. WANG Yuegu - SIN 11. WU Yang - CHN 12. TIE Yana - HKG
De noodklok belt slechts éénmaal Komt weldra de ultieme speeltijd Ademen voor de laatste maal Gelukkig geen haat noch nijd Toch af en toe een flater Een zorg is dit voor later Lopen van os naar ezel Toch af en toe een flater Niet knikkers tellen, wel het spel Lopen van os naar ezel Dagelijks goed aan de kost Niet knikkers tellen, wel het spel Verwachtingen zelden ingelost Dagelijks goed aan de kost De beste blijft mijn moeder Verwachtingen zelden ingelost Water is het kostelijkste voeder De beste blijft mijn moeder Om bestwil een toontje lager zingen Water is het kostelijkste voeder Op zoek naar de diepte der dingen Om bestwil een toontje lager zingen Komt het varksken met de lange snuit Op zoek naar de diepte der dingen Nu is dit pantoumeke bijna uit Komt het varksken met de lange snuit Ademen voor de laatste maal Nu is dit pantoumeke bijna uit De noodklok belt slechts éénmaal.
Tibertyn. ***
Kleine mensenhand strooit op winterse dag kruimels voor de mus.
Schelpen op het strand die worden door de branding voor ons kind gebracht.
Molens in de wind draaien, draaien, en draaien in het vlakke land.
Kerstman in de straat borstelt met grote bezem sneeuw weg van de stoep.
De dode takken breken af bij felle wind van de avondstorm.
Kreten in de nacht van kikkers in de vijver lokken de reiger.
Hulpeloos jong lam verloren tussen struiken waar de wolf vertoeft.
De werkzame bij zoekt in de roze bloesems lekker naar honing.
The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”
De pelgrim.
Hij is op de weg alleen al weet hij nog niet waarheen maar ergens stond geschreven dat hij die richting moest gaan en aarzelt hij soms even langs de eindeloze baan terwijl hij in zijn hart voelt dat velen eerder gingen mijmerend over dingen terwijl een windje afkoelt .
Verder dan Rome loopt de weg.
Ervaringen van een pelgrim.
28-09-2008
WK VARESE 2008
TELEVISIE EN INTERNET.
Er worden vandaag geen 1.500.000 toeschouwers verwacht zoals in 1951. Ook de meeste tifosi volgen nu de koers in de huiskamer. Maar in 2008 zijn er wereldwijd vele miljoenen die met interesse zullen kijken naar de strijd om de regenboogtrui.Varese, de hoofdstad van Lombardije, ligt boven Milaan in die prachtige streek van de meren : Lago Maggiore, Meer van Como en Meer van Lugano. Wielrennen is er belangrijk, kent er een rijke traditie. Vele goede beroepsrenners kwamen uit deze sportieve stad : Remo Bertoni, Gabriele Colombo,Francesco Frattini, Stefano Garzelli, Danielle Nadello, Andrea Perron, Mauro Santoromita, Stefano Zanini, ... . De koers loopt over 15 ronden van 17,350 km , zijnde 260,250km in totaal. Start om 10u30 . Er zijn in iedere ronde twee hellingen , de Mortello (1,150 km) en de Rochi (3,130 km). Zoals bepaald door het UCI reglement mogen 10 landen 9 renners afvaardigen, 10 landen 6 renners, 20 landen 3 renners, en de overige landen 1 renner. Dit volgens een puntenklassement over de resultaten van het voorbije jaar. Er worden 210 renners uit 46 landen aan de start verwacht. Naar wie gaat de overwinning ?
Zal Bettini voor de derde maal op een rij winnen en dan langs de grote poort zijn sport verlaten ? Of zien we Davide Rebellin zijn prachtige loopbaan eindigen in wereldtrui ? Volgens mij zal Oscar Freire zegevieren. Hij woont trouwens in de buurt. Maar een andere grote uit Spanje zal misschien de verwachtingen in hem waar maken : Valverde. Om mijn favorieten tot een half dozijn te beperken, zet ik er nog RobbieMcEwen bij (met Australiërs weet je nooit...) en Ballan een plaatselijke kampioen die in ééndagkoersen sterk kan uitpakken. Ik zie voor de Belgen geen wereldkampioenschap met veel succes.
Op dinsdag 29 augustus 1939 besloot de UCI van de datum van de wegwedstrijd voor de regenboogtrui te verleggen naar een latere datum op de eerste zondag van october.De internationale spanning was te sterk in Europa. Een oorlog tussen Frankrijk en Duitsland werd gevreesd. Een algemene mobilisatie eiste dat alle renners in hun eigen vaderland verbleven in die sombere tijd. Vandaag weten wij dat het inderdaad een goede beslissing was, want het werd toen oorlog. Ten noorden van Varese over een afstand va 36,2 km was er een omloop uitgestippeld, de bekende Omloop van de Drie Valleien , en na 6 ronden zou een totaal van 217,2 km genoeg zijn om een waardige nieuwe wereldkampioen op de weg te kronen. Er waren 10 landenploegen van 4 renners, alsook 2 Portugezen, 1 Amerikaan en 1 Engelsman. Een deelnemersveld met 44 beroepsrenners is minder dan vandaag maar de kwaliteit van de deelnemers was toch groot vermits Duitsland,België,Spanje,Frankrijk, Nederland,Italië, Luxemburg,Polen, Roemenië, en Zwitserland, hun sterkste viertal van het seizoen 1939 hadden geselecteerd. De meeste van de deelnemers van toen verloren tijdens WO II allen de mogelijkheid om grotere wielerkampioenen te worden die tot vandaag beroemd zijn, hun sportieve loopbaan werd door de oorlog verbrijzeld. Ik wil toch hier een groot aantal schone namen vermelden van deze mannen Erich Bautz, Georg Umbenbauer, Hermann Schild, Albertin Disseaux,Marcel Kint,Albert Ritserveldt,Cyrille Van Overberghe,Mariano Canardo,Julian Berendero, Maurice Archambaud,Georges Speicher,Gerrit Schulte, Jan Lambrichs,Gino Bartali, Olympio Bizzi,Giordano Cottur,Mario Vicini,Leo Amberg, Paul Egli,Karl Litschi, Joseph Magnani, Matthias Clemens. Door deze annulatie zou ' De Zwarte Arend' , onze landgenoot Marcel Kint, tot in 1946 wereldkampioen blijven, vermits hij in 1938 de titel veroverde te Valkenburg. Foto's van Kint,Berrendero,Bartali.
In de tijd van de superkampioenen.
Een angstaanjagend programma van 295 km over 36 hellingen wachtte op de 45 deelnemers uit 9 landen op 2 september 1951. Op het laatste moment vervangt Pasotti de grote Coppi (ziek) en na ruzie bij de Zwitsers komt ook Fritz Schaer aan de start.De oude campionissimo Bartali is de enige die ook in 1939 op de deelnemerslijst heeft gestaan.Maar indrukwekkend zijn de namen van de volgende starters : Rik Van Steenbergen, Germain DeRijcke, Briek Schotte,Louison Bobet,Raphael Geminiani,Wim Van Est, Wout Wagtmans,Gerrit Voorting, Henk Faanhof, Antonio Bevilacqua, Fiorenzo Magni,Giuseppe Minardi, Bim Diederich,Willy Kemp,Jean Kirchen,Emilio Croci-Torti, Hugo Koblet, Ferdi Kubler, Gottfried Weilenmann, Heinz Muller, Lode Anthonis, Jos DeFeyter en Kwik Van Kerckhove. Een kopgroep blijft voorop na een lange ontsnapping. Fiorenzo Magni , ' De Leeuw Van Vlaanderen', is de enige die 5'40" kan goedmaken tijdens een achtervolging van 50 km. Ook Bartali naderde sterk in de finale, maar hij kwam te laat. Ferdi Kubler, de Arend van Adliswill, overwint de verzamelde krachten van Magni, Minardi, en Bevilacqua. Hij levert zijn grootste prestatie en wint de spurt met twee lengten waardoor hij voor eeuwig het hart van de sportlui verovert. Ferdi Kubler, de Sportman van de Eeuw in Zwitserland, leeft in 2008 nog steeds, zoals ook Magni, Diederich, en Geminiani , mannen die de wielersport zeer groot maakten. Uitslag: (gemiddelde snelheid 34,834 km) 1. Ferdi Kubler in 8u 28'28" 2. Fiorenzo Magni 3. Antonio Bevilacqua 4. Jos De Feyter 5. Gerrit Voorting 6. Heinz Schwarzer 7. Wout Wagtmans 8. Giuseppe Minardi 9. Gino Bartali op 1'05" 10. Hans Dekkers op 1'35" 11. Bim Diederich op 1'47" 12. Kwik Van Kerchhove op 5'00" 13. Germain De Rijcke op 6'17" 14. Louison Bobet 15. Gottfried Weilenmann en het overblijvend peleton met Pasotti, Van Est, Van Steenbergen,Kemp,Schotte,Schaer,Kirchen, De Santi, Rossi.
Samenstelling van de reeksen: A. Wang Hao (China),Chuan Chih Yun (Taiwan),Werner Schlager (Oostenrijk)Peter-Paul Pradeeban (Canada) B Ma Long (China), Joo Se Hyuk (Zuid-Korea), Michael Maze (Denemarken),Trent Carter (Australia) C. Timo Boll (Duitsland) , Gao Ning (Singapore), Kalinikos Kreanga (Griekenland),Segun Toriola (Nigeria) D. Ryu Seung Min (Zuid-Korea),Li Ching (Hong Kong), Dimitri Ovtcharov (Duitsland) Jean-Michel Saive (België).
In een eerste ronde speelt elke deelnemer drie wedstrijden. Nadien volgt een klassement van iedere reeks. Daarna komt een tabel van acht met rechtstreekse uitschakeling. De winnaar van deze 29 ste Wereldbeker zal dus zes matchen op een rij winnen, of uitzonderlijk toch vijf indien hij in eerste ronde gewild of ongewild een misstap doet. Twaalf van deze tafeltennissers staan op de huidige wereldranglijst hoger dan Jean-Michel Saive ( 35). De Deen Maze (23) mocht als invaller de Braziliaan Thiago Monteiro vervangen , want vorige zondag op de Ramadam Spelen van Abu Dabi geraakte deze geblesseerd. Dit verhoogde nog de totale waarde van het deelnemersveld .
Dit opmerkelijk sportief gebeuren in de Provincie Luik wordt ingericht door SPRL PHILIPPE SAIVE MANAGEMENT in de Country Hall ETHIAS op Sart Tilman , 13; Allée du Bol d'Air - 4031 ANGLEUR.
Helena Berta Amalie Riefenstahl ( ° 22/8/1901/ + 8/9/2003)) .
Over deze grotedame werdzeer veel geschreven. Hier volgen maar enkele zinnetjes, sprokkelingen uit het grote internetbos . Maar zij was toch een vrouw vanbeelden die films enfotos heeft gemaakt die zoveel meer zeggen dan duizend woorden.
Ik ben de oudste zoon van Olympia.
Na het zien van de film van Leni Riefenstahlin 1938 kreeg Theo Journée in zijn hoofd een idee dat wel zwaar zou wegen op zijn nazaten : hij wilde en zou een zwembad bouwen om de jeugd en ook de ouderen van zijn dorp Walshoutem te leren zwemmen in fris, gezond en proper water .
Meer hier over later op deze blog.Dat zwembad zou Olympia heten en aan de ingang wapperde de vlag met de Olympische ringen en ook was op een groot bord:
Leni Riefenstahl werd in de filmwereld bekend door haar vernieuwende vormen: de Olympische duikers werden gefilmd zonder vaste objecten (zoals de duikplank) in beeld.De kijker, die indertijd nog niet gewoon was aan dergelijk cameragebruik, zag een compleet andere, vrije kijk op de wereld. Olympia is verder opvallend door de technische perfectie: geavanceerd camerawerk, verrassende suggestieve montage, gebruik van slow-motion en actieve onderwaterfotografie. De bijzondere combinatie van beeld en muziek valt op en in het tweede deel wordt de esthetiek van de sportende mens benadrukt, o.a. in de sequens van het schoonspringen voor heren.
De faam van de Duitse filmmaker Riefenstahl, maandag op 101-jarige leeftijd overleden, is onlosmakelijk verbonden aan de nazi-geschiedenis. Haar belangrijkste films - Triumph des Willens en Olympia - maakte Riefenstahl in opdracht van de nazi's. Ze was door Adolf Hitler zelf uitgenodigd de glorie van het nieuwe Duitsland te bezingen, en dat deed ze zonder enige terughoudendheid. Ze kon niet anders, zou Riefenstahl na de oorlog zeggen. Van excuses kon daarom, betoogde ze op haar honderdste verjaardag, geen sprake zijn. Ze was destijds jong, ambitieus, en ze kreeg de vrije hand. Wat wil een kunstenaar nog meer?
De geheime Hollandse liefde van Leni Riefenstahl .De beroemde en beruchte Duitse cineaste Leni Riefenstahl wordt 100 jaar en brengt op die gezegende leeftijd een documentaire uit die zich onderwater afspeelt. In de jaren dertig werd zij wereldberoemd door haar propagandafilms voor Nazi-Duitsland. Die films kenmerkten zich door baandoorbrekende camerastandpunten. Ze werd onlangs nog door de rechtbank berispt dat ze niet meer mocht zeggen dat ze niet wist dat zigeuners waren omgekomen in concentratiekampen. Wat onbekend is dat de beroemde Nederlandse schrijver A. den Doolaard Leni Riefenstahl op de Mont Blanc ontmoette. Wat speelde zich af tussen den Doolaard en Riefenstahl?Leni Riefenstahl en A. den Doolaard op de Mont Blanc ? Uren van gedwongen niets doen in een berghut zijn goed voor de geest. A. den Doolaard,is de aartsvader van de verslaggeving over adventure en outdoor. Maar het woord buitensport is eigenlijk toch beter.
Danseres, actrice, bergbeklimster en filmregisseur lange tijd wist Leni Riefenstahl (1902-2003) niet waarop ze haar nietsontziende ambitie moest richten.
Olympia bestaat uit twee delen: Fest der Völker en Fest der Schönheit. Samen is het een vier uur durende sportregistratie, zo kunstzinnig gefilmd en gemonteerd dat hij bij vlagen kijkt als een speelfilm. Die vier uur vallen nog mee in verhouding tot de hoeveelheid opgenomen materiaal. Leni Riefenstahl en dertig cameramannen volgden 134 Olympische sporten in Berlijn. Bovendien maakten ze niet alleen opnames tijdens de Spelen zelf, maar ook tijdens oefensessies. Zo wist Riefenstahl maar liefst 400 kilometer film te verzamelen. De montage kostte haar twee volle jaren. Maar toen Olympia in 1938 eindelijk uitkwam, was duidelijk dat deze film het wachten meer dan waard was geweest. Olympia won filmprijzen en geldt nog steeds als een van de beste films aller tijden. Maar ook als een van de meest omstreden. De film is een Fest der Schönheit, nog steeds een voorbeeld voor sportfilm en -televisie, maar hij is ook te zien als een verheerlijking van de Körperkultur, gemaakt door Hitlers favoriete filmmaakster. Riefenstahl heeft altijd volgehouden dat ze zich niet interesseerde voor de politiek , maar haar films pasten op zijn minst uitstekend in de propagandastrategie. Haar reputatie was na de oorlog dan ook geschaad. Dat neemt niet weg dat Olympia een belangrijke film is. Riefenstahl experimenteerde voor het eerst met nieuwe filmtechnieken. Zo liet ze gaten graven naast de atletiekbaan, net groot genoeg voor een cameraman om in te liggen, om de atleten van heel dicht bij van onder af te kunnen filmen. Ze hing een camera aan een grote luchtballon boven het stadion, om de mensenmassa van boven te kunnen filmen. Ze monteerde een camera op een soort katapult, die tegelijk met de sprinters wegschoot op een rails naast de baan. Ze filmde de schaduwen van de sporters in actie. En ze was de eerste die onder water filmde, bij het schoonspringen. In de montage nam ze de vrijheid van de kunstenaar. Ze mengde beelden van oefensessies met de echte Olympische wedstrijden, maakte ruim gebruik van vertraging, monteerde sportsequenties in omgekeerde volgorde als het zo uitkwam, en wist dit alles zodanig met muziek te combineren dat elke beweging een danspas werd. In 1993 keek Riefenstahl nog steeds uiterst tevreden terug op haar meesterwerk Olympia, en echt verzekerde zij : Hitler was er helemaal niet blij mee omdat zij die zwarte atletente goed in beeld had gebracht.
Des splendides images qui retracent la carrière exceptionnelle d'une femme exceptionnelle et qui évoquent successivement sa vie de danseuse, d'actrice, de réalisatrice, de photographe et de plongeuse sous-marine.
Jarenlang was ik een wielertoerist van de laagste categorie. Om mijn buurmanplezier te doen had ik een lidkaart genomen bij WTC Het Kleine Verzet.Dit was een vereniging uit een klein dorp. Als we vandaag terugblikkenop toen dan moeten we toegeven dat bij WTCtoch veel wielertalent was. Zo was er Fred die tijdens een Tilff-Bastogne-Tilff een gebraden kip kon opeten en vijf broodjes, tien bananen en vier bussen koffie. Zo was er Pol die toch vele voorname brevetten behaalde. Zo waren ermaar neen, ik ga die hele litanie sterrijders van toen hier niet opsommen .. Zij waren knap gekleed in gele truien met zwarte mouwen. Nooit heb ik trouwens een betere wielertrui gehad dan zon oudmodische wollen trui met lange mouwen van die WTC .Er was dan de voorzitter die zelf nooit fietste maar die wel de koersfiets won die op een dag werd afgeloot, vandaag is die man een V.I.P. op alle wielerkampioenschappen.Omdat ik toen zelf ook voorzitter was, niet van de wielertoeristenclub waarover ik het hebmaar wel van de Toppers, de befaamde pingpongclub van toen, trad ik pas begin juni in actie op mijn tweewieler. Dan hadden die felle rijders van WTC Het Kleine Verzet reeds vele ritten afgehandeld sedert het begin van de maand maart. De voorziene gemiddelde snelheid van22,5 km per uur was voor hen veel te laag, terwijl dat voor mij toch een marteling betekende.In het puntenklassement van WTCbengelde ik daarom ver achteraan. Voor iedere kilometer werd een punt gewonnen voor dat klassement .Al die kilometers moesten dan wel worden afgelegd tijdens de voorziene clubuitstap op zondag, ofwelin proeven van de afdeling wielertoerisme van de B.W.B. of van een erkende buitenlandse bond. Drie soorten ritten waren er : in groep onder leiding van wegkapiteins die scrupuleus de snelheid laag hielen en bepaalden waar en hoe lang mocht worden gestopt, individuele ritten met vrije start en vrije snelheidwaar stempels moesten worden verzameld op de controleposten , en tenslotte de individuele permanente proeven. Deze laatste ritten genoten mijn voorkeur. Op voorhand moesten documenten worden gekocht aan de organisators, wielerclubs of wielerbonden, om deze permanente proeven op de voorgeschreven wijze maar ook op eigen tempo te kunnen voltooien. Als bankbediende moest ik vaak beroepshalve presteren buiten normale werktijd en dat stapelde overuren op die ik maar al te graag recupereerde tijdens weekdagen. Ikmocht daarom vaak fietsen terwijl andere mannen werkten en zo werd de permanente proef een schoen naar mijn maat.
Bepaalde omstandighedendreven mij op een dagtot ontslag in de tafeltennissport.Toen bestelde ik een heel pak permanente proeven.Mijmerend over de dingen des levens begon ik weldra vele kilometers af te malen, vele controlestempels te verzamelen, vele kaarten te verzenden. Ik was steeds administratief in orde voor mijn nieuwe hobby hetgeen voor mij gezien mijn beroep vlot en natuurlijk ging. In het clubklassementhad dat gevolgen. Na een eerste half seizoen als echte WTC-crack remonteerde ik velen om elfde te staan op de laatste dag van september, einde van deze competitie. Ik kreeg daarvoor veel felicitaties tijdens de laatste en feestelijke bijeenkomst van dat wielerseizoen omdat ik zoveel vorderingen had gemaakt, maar niemand van toen vermoedde dat ik nog veel meer in petto had.Ik legde regelmatig de weg af naar mijn werk op de bank, waar ik een kleerkast had met een kostuum, witte hemden, marcellekens, onderbroeken, handdoeken , washandjes, zeep, deodorant, kam, sokken en schoenen.Zelfs op winterse dagen begon ik tientallen kilometers te oefenen, soms vroeg en soms laat. Weldra was er geen stukje weg meer in mijn streek waarover ik nog niet had gefietst . Maar ik was een felle pechvogel.Steeds maar had ik platte banden of liever gezegdplatte tubes. Zelfs met een zeer dureincrevable geraakte ik maar 80 km veren dan reed ik op een Limburgs fietspad in een stuk glas. Ik besloot daarom om over te schakelen andere wielen met Michelin enbinnenband. Dit maakte van mij een beter wielertoerist.Ik weet nog hoe de mensen mij bekeken toen ik vroeg op die ijskoude Nieuwjaarsdag van dat jaar reeds door de hoofdstraat van mijn woonplaats kwam gereden. Wat een zoten hij is ook gekleedals een Siberische kozak !
Vaak vertrok ik immers in de ochtend fel gekleed in oude kledij .Ik reed tot als mijn vele zweet mijn lijf nat maakte. Dan stopte ik ergens aan een vuilbak om mijn overdadige kledij weg te gooien.Enkele ogenblikken stond ik er nog in bloot bovenlijf om te verluchten en dan haalde ik uit mijn stuurtas verse droge kledij waarmee ikmijn tocht voltooide. Op de eerste zondag van maart startte ik met de twintig rijders voor de eerste clubrit.Ik reed vlot mee en niemand vond het nog nodig om mij bergop wat in de rug te duwen of om mij tijdens de finale van de rit uit de wind te zetten. Allen deden grote ogen openomwille van mijn metamorfose. Op die zondagmiddag was ik toch weer de laatste, maar dan wel om het clublokaal te verlaten na het drinken van vele pinten witbier. Maar tijdens de derde clubrithaakten wij met drie in mekaar.Valpartij.Krom wiel, pijnlijke heup en elleboog.Twee weken zonder fiets en conditie terug op nul. Toen ik opnieuw begon,bezorgden velgen en spaken mij veel problemen. Met plaklint hechtte ik daarom steeds reserve spaken aan mijn fiets vast.Na wat oefening kon ik vlot een spaak in mijn wiel vervangen. Op een dag aanvaarde ik een uitdaging.Ik kon met drie snelrijders mee naarParijs-Roubaix voor wielertoeristen.Die mannen waren nieuwe leden . De topkampioenen van de club hadden tijdens voorgaande wielertoerjaren reeds de klassieker der kasseien op hun palmares staan, alsook hadden zij hiermee 255 punten veroverd voor het zo belangrijkeclubklassement. Zij vonden het niet meer nodig om dit te herhalen. Hun roem was al voldoende groot. De ware reden was dat zij op dat ogenblik op een nieuwe Colnago reden(waardoor ook hun geld op was) en zij hun schone fietsen niet durfden pijnigen op de vuile hellewegen richting Roubaix.
In het midden van de nacht stond ik tussen de ruim 5000 wielertoeristen die wilden starten Na controle van onze kleine lichten mochten wij vertrekken.In de zwarte duisternis verdwenen al vlug twee van ons met een sterk vorderend eerste koppeloton.De derde tochtgenoot en ikzelf nestelden zich in een tragere groep. Wat een fantastische ervaring : met zovele pillichtjes wit en rood op weg naar Compiègne. Ik werd meegezogen door de anderen, maar in mij was er een grote onzekerheid : wanneer zou ik moeten lossen, want het was zo dat ik mezelftoen maar bekwaam vond om 120 km te volgen terwijl Roubaixnog veel verder lag. Aan de controlepost vonden we onze kameraden terug. Op ons wachten maakte hen zo zenuwachtig. Jaren later zou ik tussen pot en pint vernemen dat zijcaptagon pillen hadden geslikt, een pep gebruikt tijdens zesdaagsen op rollen.
Amper enkele minuutjes rust na 60 km in minder dan twee uren.Er was een verschrikkelijk kluwen om een stempel te krijgen. Even begint het te regenen en dan wat verder was alles weer droog. Bij de eerste zonneschijn stop ik om te plassenen mijn jasje uit te doen. Ik leg dit echter op een haag in plaats van het terug in mijn stuurtas te steken.Tijdens het doen van mijn behoefte zie ik dat de groep die ons volgde al direct daar is. Mijn plan was met deze naderende groep mijn kameraden terug in te halen.Ik wip terug op mijn tweewieler. Drie km verder besef ik mijn nieuw regenjasje nog altijd op die haag ligt behalve dan indien iemand anders daar nog na mij is gestopt. Ik keerterug.Vierduizend en zovelenvlammen door naar het Noorden enik terug naar het Zuiden. Zoiets deed ook Abdel Kader Zaaf in de Tour 1951. Mijn jasje wacht er nog , maar voor mij is de weg naar Roubaix langer geworden en ik heb twintig minuten achterstand .De uren gaan voorbij.Op de kasseistroken hoor ik de pechvogels vloeken. Ik stop en ga twee uren slapen ergens op een gazonnetje nadat ik al mijn eten heb binnengespeeld.Met groot mes rijd ik wel op le haut du pavé. Terwijl iedereen schijnt zwakker te worden, voel ik me redelijk goed. Op het uurwerk van een toren zie ik dat het bijna 19.00 u is , maar Roubaixligt voor mij. Eén na één rijden zwalpende late rijders de velodroom op.
Ik eindig met een sprint.Wat verder wacht mijn broer. Die fameuze kameraden van jou zijn al lang naar huis met de andere auto zegt hij mijterwijl hij me een doos A-melkgeeft.
Ik had een trapje hoger bereikt.Vanaf toen durfde ik dingen naar de titel van Kampioen van WTC Het Kleine Verzet.Ik stippelde een krachtig gemengd programma uit met vele zwaartepunten in de maand september. Maanden op voorhand vroeg ik op mijn werk verlofvoor de hele Indian Summer van toen. Het ongelooflijke gebeurde toen.Een wielertoerist van de laagste categorie werd dat jaar clubkampioen met amper 31 punten voorsprong op nummer twee en 105 op nummer drie. Een Walkowiak had weer de Tour gewonnen.Het WTC-bestuur nam toen een beslissing die me teleurstelde. Terwijl voorheen de clubkampioen een beker van40 cm hoog kreeg, de tweede een beker van 30 cm hoog, de derde een beker van20 cm, zouden nu alle rijders met meer dan 1000 km op hun teller een identieke trofee ontvanger amper 10 cm hoog doch met een plaatje waarop hun totaal stond. Daarom heb ik vandaag nog zon ding waarop 1980staaten5229 km . Maar het is zo klein en zo licht dat het zelfs nooit als papierhouder heeft kunnen dienen. Zo gleed ik een heel stuk in de richting die van mij vooral een individuele wielertoerist zou maken.
Ik maakte eindelijk vorderingen als wielertoerist.
Ondertussen las ik veel over de praktijk van het wielertoerisme.Boeken en magazines uit Frankrijk.Ik ontdekte zo dat er naast de grote wielerkampioenen van weleer er ook een merkwaardig man is geweest met naamPaul Du Vivie,alias Velocio , de apostel en profeetvan fiets en wielertoerisme die reeds in 1906de bewering uitte die de volgde was :Op een velo kan de gezonde mens , man of vrouw, tussen het uur van de opkomende zon en het uur dat de zon weer verdwijnteen afstand volbrengen op de openbare wegen die DRIEHONDERD KILOMETERS bedraagt. Dit is echter slechts mogelijk zijn als drie voorwaarden worden vervuld : DRINKENalvorens dorstvraagt om dit te doen, ETENalvorens honger dat rare gevoel geeft,en RUSTEN alvorens delen van je lichaam dat eisen . Ik had dus mijn doel gevonden : op een dag in juni, en waarom niet op 4 juni (mijn verjaardag) of op6 juni( De Langste Dag 1944) zou ik proberentussen05.00 uen22.00 u300 km te scoren . Erg fanatiek begon ik toen op het einde van iedere tocht die ik maakte nog 10 kmmeer af te leggen dan tijdens de vorige keer. Het gebeurde vaak dat ik bijna terug thuis was, zag dat erbijvoorbeeld 174 km op mijn tellertje stond, maar dat ik me dan nogverplichtte om er nog6 km meer te doen , en het was telkens zeer duidelijk dat de laatste loodjes de zwaarste zijn.
Wel, ik heb meerdere malen zon300 kmop de wijze van Du Vivie gereden . Zon rit is te lang om hier te vertellen.Even wilde ik zelfs Parijs-Brest-Parijs rijden om het Brevet van Gouden Arend te verwerven.Maar een Gouden Arend( het nec plus ultra van de wielertoeristen )liet me zijn memoires lezen , en zo besefte ik dat zoiets toch te veel was.Ik fixeerde mij daarna opLE CLUB DES CENT COLS . Ondanks mijn Goliath postuur klom ik toch over Izoard,Mont-Ventoux, Tourmalet, Agnel,en zelfs over de onverharde Parpaillon, zonder te spreken over vele andere hoog gelegen oorden waaronder ookCol de la Croix de lHomme Morten de Grand Ballon. Met 32 tandjes vooraan geraakte ik over alles en meestal zonder één voet op de grond te zetten, want dat mocht niet door eigen fierheid.Maar ergens op een winderige dag in Schotland toen ikbijna boven was op de Pass ofAsnasheenwerd ik gewoon van mijn fiets geblazen door de stormwind van toen. Daar lag ikdan tussen de schapenkeutels , in regen en wind, onder mijn fiets en met verkrampte natte benen , terwijl ik eigenlijk op 42 jarige leeftijd in keurig pak in een bankagentschap zou moeten persoonlijke leningen afsluiten. Toen heb ik het opgegeven.Gedurende zeven jaren werd fietsen terug bijzaak, een niemendalletje voor zomerse dagen.
Wanneer ik nu terugblik op die periode toen ik op mijn koersfiets soms snel en dan weer lang of ook hoog wilde rijden, dan drijft altijd weer de herinnering aan één bepaalde week boven.Ik weet dat gewone stervelingenmeestal zoiets niet meemaken,en dat men mij niet zal geloven als ik het vertel,maar toch gebeurde het, toch had ik het voorrecht van dit te mogen beleven.Na zovele kilometers dus, ontdekte ikhet naar Sinte Jacob fietsen, de Camino de Santiago en ik werd een fietsende pelgrim. Dat is een man van alle seizoenen die soms met dekrekels en de mieren slaapt onder Gods blote hemel, terwijl een andere keer hij dan weer bloot rondloopt op een luxe kamer van een hotel. Maar slapen kan hij overal na een gezonde portie fietsen en met zijn flinke kredietkaart.
Het gebeurde te Sainte Foy La Grande op een zaterdagochtend in het begin van juni.
De dame staat er weer en ik ook.We gaan onze hotelrekening betalen.Zij bekijkt me weer en denkt daar is die sukkelaar met zijn fiets en zijn korte strakke broek weer .Ikdenk daar is die bourgeoise inChanel-pakje weer, waarom kijkt zij toch zo naar mijn koersbroek en mijn gespierde kuiten . Omdat ik een goede fles wijn nam met menu3blijkt dat mijn solorekening hoger is dan die van hun koppel. Mais oui, Madame, quand on fait du vélo on a bon appétit ..
Een weinig later zoek ik op de grote ring laande goede richting op mijn wegkaart. Omdat ik al een dag met sterke tegenwind reed , ben ik blij van in de wielen mee te rijden van een groep fietsers die ongeveer in de richting van de Chemin de St-Jacquesvorderen. Zij verschenen daar plots uit het nietsen ik volgde hen maar.Hé, wieltjeszuiger, waar trek jij naar toe .?Santiago.
Dan ben je daar direct al iemand , zo diep in la France profonde .
Zij zijn uit Marmande.Zij zijn met vijf man.Maar toch maar op vier tweewielers, want er is een tandem bij.Wat later verneem ik dat er op die tandem achteraan een blinde zit.Het is de in die streek legendarische mindervalideNysdie traint voorde komende Bordeaux/ Parijs.Deze blinde fietst20.000 km per jaar op zijn tandem . Hij is fier me te kunnen zeggen dat zijn vader een Brusselaar was. De man ruikt de weg , kent elk hobbeltje van het wegdek, voelt de wind met zijn wangen , weet precies hoeveel zij nog moeten rijden. Plots begint hij me te zeggen dat het spijtig is dat ik op dat ogenblik niet op de samenkomst ben van abbé Massie in Créon dArmagnac.Als pelgrim moet jij tochNotre Dame Du Cyclisme bezoeken. En we praten en fietsen maar achteraan, terwijl de drie anderen ons uit de wind zetten.Na deze korte maar aangename gemeenschappelijke route, scheiden onze wegen aan een splitsing. Ikpedaleer verder naar St-Justin , waar ik een kamer vind in een oud hotel.Daarna ga ik op zoek naar Notre-Dame du Cyclisme op de weg naar Cazaubon. Ik kom terecht bij een vriendelijke dame dieMadame Rotenfuss heet.Ikbezoek de kapel en het museum.Er is daar een verzameling wielertruitjes.Alle kleuren zijn er inclusief de regenboog.Deze werden geschonken aan priester Joseph Massie, algemeen bekendals dePaus van de Wielersportenals Le grand Pèlerin de St-Jacques. Er hangen daar truitjesvan Darrigade, Ocana, Simpson, Bobet, enz. en vooral van vele wielerclubs.Maar er is geen enkele totaal zwarte truizoals ik er een draag.Ik zeg dus aan Madame Rotenfuss dat ik mijn zwarte trui van zondaar en pelgrim wil schenken aan het museum.Waar is Mr Pastoor, Mevrouw? Zij weet het niet.De man heeft zoveel vrienden,zovele bezigheden,en ook nog zovele plaatsen waar hij plots voor een uur in slaap valt, waarna hij terug bruisend van energie en gedachten weer wakker schiet.Morgen namiddag is hij thuis, want er komen voor hem drie bekende cyclistes uit Parijs. Zet je daarbijen zo gaat dat wel iets worden.Ook de dag nadien is hij thuis, omdat de dokter hem verplicht heeft van één dag per week te rusten.s Zondags werkt hij hard,drie kerkenwaarin hij mis doet,maar ook meestal drie sportmanifestaties waarop hij als reporter aanwezig is, en s avonds dan nog drie plaatsen waar hij eenwijntje drinkt . Ik stop nog wat francs in haar offerblok en rijdterug naar mijn hotelkamer.De volgende dag is een mijlpaal in mijn leven. Ik ben dan precies veertig jaar. Ik ontmoet de oude priester op die volgende dag op zijn pastorijwaar hij met een oude jachthond samen woont . God leeft in Frankrijk, maar zou zeker niet willen leven in de wanordedie de woonst daar kenmerkt.Maar zowel de wegen van de Almachtigeals de wegen vanEerwaarde Heer Massie zijn ondoorgrondelijk. Wanneerde Parijzenaars binnen komen, precies volgens timing, en voor een duur van twee uren zoals voorzien op hun routeblad,blijkt het dat de briefdie Massie van hen kreeg nog niet werd open gemaakt door gebrek aan tijd , maar vooral omdat deze brief gewoon lag tussen enkele exemplaren van lEquipe uit de jaren zestig.Massie krijgt dagelijks grote en kleine dingen toegestuurd voor zijn museum uit alle hoeken van Frankrijk en Spanje.Samenbekijken we de brief die daar lag.Massie brengt wat verbeteringen aan.Geeft wat tips, zoals vertragen op de fiets, en ook vertragen in gedachten. Wijn drinken tijdens de doorritvan la Rioja, en waarom niet hier of daar een klein gebed proberen .Metanderen overleggen , eten delen , de weg bespreken.Voor dat zij vertrekken willen de pelgrims nog iets speciaals zien , de persoonlijke fiets van Massieen ook de unieke handgemaakte tweewieler van een overleden Afrika reiziger .
Terwijl de pastoor even weg moest, bleef ik alleen achter met zijn épagneul. Ik snuffelde in zijn boekenkastenzag dat er vele mooie boeken over de fiets en de wielersport waren . Bijna alle boeken waren met een leuk woordje van de schrijvergededicaceerd aan de oude bewoner van dat huis. Toen de eerwaarde terug kwam vroeg hij Hoe heet jij eigenlijk? .Ik toonde mijn identiteitskaartom alzo te bewijzen dat het wel echt mijn verjaardag was.
Op die dag van toen was ik veertig en begon mijn leven van senior.
Papoum.
Wijlen Paul du Vivie was de goeroe die mij inspireerde !
Zij heeft niet het elegante van de Seine van Parijs noch het modieuze van de Arno van Firenze, noch het romantische van vader Rijn. Op haarkraken in het begin van de lente geen ijsschotsen zoals op de Ob en de Jenisseï ; noch drijvenboomstammen zoals op de Saint- Laurent ; noch varenplatte boten met vrouwendie glimlachend groenten,vis,fruit en somszichzelfverkopen,zoalsopdeMekong . Haar vochten zijn niet zo koud als die van de Madison waarvan het ijswater van stroomopwaarts eens diende om mijn tanden te poetsen en dat van stroomafwaarts om mijn gevoeg te verwijderen terwijl ik op een prille ochtend naakt van de zon genoot. Op haar geen watervallen, flamingos, krokodillenennijlpaarden, zoalsop de Zambezi , maar wel die dammen die wij bouwden, met kleigrond, kasseien, planken, graszoden, stokken, endiefauna van kikkers, salamanders, bronzeugjes, stekelbaarzen, witvoorns envele vogeltjes. Want ook ontelbare beestjes hadden er in die omgevingeen speelterrein of eenthuis onder de bruggen en langs de oevers. De Molenbeek,zo heet zij , onze Molenbeek, voor altijd in ons hart, in ons dorp, en in die grote tuin van onze jeugd,precies daar begint zij haar lange tocht.
Ver in de onzekere nevelen van het verleden, welhonderdduizend jaren terug,kwam op een dag een geutje water gekropen uit de aardkorst, en het vloeide, vloeide, en was schoon om te zien.Maar, waar tochnaartoe met al die nattigheid?
Toen maakte dit bronnetje een essentiële en definitieve keuze : ik vloei naar Vlaanderen en ik zal groeien tot in Antwerpen . Het beekje vertrok dus, uit een weide gelegen niet alleen op de scheidingslijn van de waterbekkens van Maas en Schelde, maar ook vlak naast die bizarre streep die vandaagtaalgrens heet. Het stroomde naar de Kleine Gete,naar de Demer, naar de Dijle, zo verder, terwijl hetzich vermengt, de eigen identiteit volledig verliestennaamloos in de massa verdwijnt.Daar in het verre Antwerpen gekomen, is het eigenlijk al lang ons water niet meer zo verdund als het onderweg geworden is. Ook al trokken wij zo vaak liefdevol aanhet kettinkje van de spoelbak, ook al betaalden onze ouders en wij trouw de jaarlijkse facturen,en lieten wij papieren bootjes varen op haar stroom ,en sprongen wij in de plassen met nog te nieuwe schoenen aan;het vuile en het propere beekwatervanvroeger isallemaalweggelopen. Toch laat hetzelfde bronnetje nog iedere nieuwe seconde , fris jong water uit de aardkorst opborrelen.Het is eenoud en blijvend verhaal van gisteren tot nu en het gaatverder tot morgen,voorzekerverdermisschienvoor altijd , indien er een eeuwigheid is.
In ons dorp gebeurde het vaak dat een groep wielrenners stopte voor een tas koffie. Zij aten er hun boterhammen op,keken wat naar de hupse cafédochter enreden dan verder,bouwend aan hun sportieve conditie . De schoolgaande jeugdstaarde steeds met bewonderende ogen naar al die mooie koersfietsen die dan tegen de voorkant van de dorpsherbergrustten .Niemand probeerde het ook maareens om de schone tubesaf te latenvan een van deze raspaarden, uit respect enliefde voor de wielerkoers.Wanneerechter, bij Jef en José , de gendarmes uit de stadhalte hielden om er hun snor wat nat te makenaan een pintje,danwerd menig kleine jongen aangeporddoorleidende figurenom alsbewijs van dapperheidde luchtuit de Dunlopsvan die zware staatsfietsen te laten ontsnappen.Dit wastoen trouwens een van de felleproevendie meeteldeomvolwaardig lidte wordenvannkwajongensgroepmet enige faam , zoals de jonge mannen van de Molenbeekvan wie niemand misdienaar had mogen worden wegensgemis aangoed gedrag en zeden.
Zonder televisie, computer- en telefoonspelletjes, zelfs zonder voetbalploeg of scoutisme in het dorp, moest de plaatselijke jeugd toenzelfal haarverbeeldingskracht gebruikenomzichte amuseren enerwas toeneigenlijknog meer pretdan vandaag,in wat mochten vooral in het vele, dat toen nogniet mocht.Dejonge mannen van de Molenbeekonderhieldenvoortdurend hun imagovan grootste deugnieten.Toch waren hun spelletjes niet echt verderfelijk enwas het pesten vankleinere jongens en meisjes niet wat zij deden,noch was ookhet onduidelijkegedrag van dekoorknapenhethunne .
Vaak speelden zijkoers, soms bijna echt op tweewielers van alle soort, en een andere keer al lopend met een krom fietsstuur in de hand en met een leuk petje op de kop. Maar, meestal werden knikkers, velgen, stokken, koorden, prentjes, speelkaarten, zandhopen, gebruikt. Het grootste wielerspel echter, bestond in het toevertrouwen vanlege flessen aan de stroming van de Molenbeek. Deze piepjonge waterloop was, na vereniging met het water van de afloop van de vijvers van de pastorie enmet het watervande bronnen vanVilla des Fontaines, vanaf de samenkomst met deze twee zijtakken, reeds sterk genoeg van stroming . Het nog propere water liep tussen de twee voornaamste bruggen met flinke en regelmatige vaart. Het kon gebruikt worden voor vele doeleinden. Dus ook voor het spelen van eenimaginairewielerkoers,genaamdDe Grote Prijs van de Molenbeek .
Elke deelnemer duwde in zijn wijnfles een krantenknipsel met een stukje strip , een grijze fotouit de krant of een prentje uit de plakboek,waarop eengeliefde renner stond.Nadat met bolle kaken hard in die fles werd geblazen datwasgoed en belangrijkom onze nog zo jonge levenskrachttoe te voegen -werd met een kurkafgesloten.Wezouden favorieten en pechvogels tussen de twee bruggen in met allerbeste moed en spoed laten meevarenop de Molenbeek.Nadat er een onderling akkoord bestond over wie zou mogen spelen met de bekende naam vaneen kampioen en wie dat het zoumoeten stellenmet een kleinere wielergod, kwam de minuut van de start dichter bij .Indeze Grote Koersereden alléén maar de Azen mee, zij die enkel slechts met hun fonkelende fiets aantredenvoor het grote werk zoals de Tour de France, De Ronde van Vlaanderen, of hetWereldkampioenschap op de Weg.Geen enkele manager of organisator van een echt Wielercriterium, zoalsDe Acht van Chaam bijvoorbeeld, ofDe Nacht van Londerzeel, zou ooit maar de blote gedachte aangedurfd hebbente peinzen aanhet vergaren vanzulk eenpeperduurdeelnemersveld . Want aan de start van deGrote Prijs van de Molenbeekstonden zij allemaal :Fausto Coppi, Louison Bobet, Rafael Geminiani, Jean Robic, Pino Cerami , Briek Schotte, Rik Van Steenbergen, Stan Ockers, Fred De Bruyne, Rik VanLooy,Willy Vannitsen,Karel Van Dormael, Jean Brankart, Charly Gaul, Hugo Koblet,Emilio Croci-Torti, Wim Van Est,Oscar MedatsenTarzan Van Breenen. In mijn persoonlijke groene fles waar eens nog Beaujolais was in geweest,stak Stan Ockers, die vanaf mijn achtste jaar, na enig intens speurwerk in de sportbladzijden vanHet Volken Het Nieuwsblad mijn idool was geworden( en vandaag trouwens nog altijd is ! ) .
Drie, twéé, één, start !Plof,plof,plof,plof, ..alle slanke aquadynamischeflessenwerden tegelijkmet de druk vanwijsvingers van de brug geduwden kwamen met enig gekletterin het beekwater terecht.We schreeuwden met luide stemom ons mannetje op te jagenen te doen sprinten vanaf de eerste meters.We volgden de loop van de beek door de drassige weide, doorheen een gat in de haag,onder een prikkeldraad door.Terwijlwij allen zo opgewonden deden , keken de koeien van boer Debotzenaar onsenéénvan die beesten-een grotere lompe witte koe bestond er toen niet -begon precies te kakken toen onze schone Grote Prijs daar op de Molenbeek voorbijkwam. Ik had het volste vertrouwen in mijn droomrenner.Stan was een man die immers in zijn beginjaren tweemaal de Grote Schelde Prijs had gewonnen.Nu dat hij zoveel ervaring méér had , kon hier echt niets mislopenin deze Grote Molenbeek Prijs. Mijn fles dobberde vederlicht op de waterwegen vorderdezeer goed. Als een fles ergens tegen de kantbleef hangen, moestluidkeels tot tienworden geteld(zoals in een boksring)ennadien pas mochtmet een stok, met één klein tikje, wat hulp geboden wordenom in koers te blijven.Vlak voor de tweede brugwas op hoogte van de waterstand een dun koordje strak gespannen.enals een fles daartegentiktezou de wedstrijdbeslist zijn. Mijn sterkeStan Ockers was goed bezig.Enige minuten later beleefde ik dan ook één van de vele prachtige momenten uit mijn jeugdaan de Molenbeek :mijn fles tikte eerst aan.Door de zenuwachtigheid van het moment kon ik amper de stopsel van de natte fles krijgen en inderdaad, er was geen twijfel mogelijk :uit die fles kwameen stukje strip van Marc Sleen met de kleine altijd lachende sinjoorStan Ockers.Ten onrechte werd hijStanneke genoemd trouwens, want mijn geliefde renner was immers de grootste ter wereld.
Twééenvijftig jaren sedert dat niet vergeten uurvan de Grote Prijs van de Molenbeek 1956 zijn ondertussenvoorbij .Wat is er geworden van dezestienjongens en de twee meisjes die aan dat spel hadden meegespeeld ?Was hetmaar een kinderspel.Toch niet?Toch wel?
Maar één fles is toen aan de start blijven staan. Vertrek gemist ?
Het was de lege fles van Jean Robic, eens gevuld met rode miswijn die wij enkele dagen voordien hadden gepikt in de sacristie van de parochie . Misschien was hij , de geit van Bretagne, wielerkampioen van hetWesten , in finibus terrae , te lelijk om mee temogen doen . We waren maar met achttien, jonge mensen, en dus was het normaal dat eréén fles te veel was. Meer moet daar niet achter worden gezocht. Op een feestelijke dag is het altijd beter dat er een fles teveel is dan twee te weinig. Enkele sportflessen waren woeps, onder de koord doorgedoken,en dobberden verder.Zouden zijblijven steken zijnaan de molen van Janshoven, van Rufferdinge, van Pitsaer, of verliep hun vaart geduldig en voorspoedigverder,door het Vlaamse land,tot Antwerpenen wie weetnog veel verder ?De andere flessen werden op een latere dag in een ander spel gebruikt. Zij werden getroffendooreen keitje uit onze katapult, spatten uit elkaar en werden nooit gerecycleerd. De glasscherven liggen er nu nog altijddiep onder het slijk van de Molenbeek, waarvan de bodem op een dag werdbekleed met stevig beton.
De tijd iszekervoor onsniet blijven staan.
Willy , Freddy , de voetballers, en Frans, Rikske en Albert, die toen eigenlijk te oud waren om nog met ons mee te spelen, zijnal overleden,koud, dood.Yvan zit al jaren in een rolstoel, met zijn verstand op nul.Slimme Wim en wijze Guy , zijnals rijke dokter en tandarts nu te bekakt om nog eens, naar hun klein dorp van toen,en naar gewone mensen te komen zien.En wat gebeurde er met Tuur van wie niemand nog heeft gehoord, en wat is er gebeurdmet Eddy, de Brusselaar,en met de Jacky, die rond zijn vijftigste nogvan vrouw veranderde, hij die op zijn dertiende albeweerdeeen groot expertte zijnin de omgang met meisjes?
Wie warentoendie twee andere jongens , die daar slechts toevallig op de fiets voorbij reden, vreemdelingen uit een ander dorp die op die dag toch ook mochten meespelen, maar die in de voor hen te moeilijke koers maar figuranten waren, niet in aanmerking komendvoorwinst ?
Laten wij zwijgen over de twee meisjes van toen.Waarom?
De ene is nu lelijk, schoonmoeder en grootmoeder. De andere, die twee borstjes had, - wij mochten voelen - heeft vandaag , naar watwerd gefluisterd, maar één borst meer.
Wat werd er van Renéen van zijn broertje, hoe noemde die kleine vlaskop van op den Hoekook weer . ? Wie weet waar ze allen zijn , waar de dood en het leven hen heeft gebracht? En ik, die deGrote Prijswon,ik die zo fier en blijwas, ik wie of watben ik nu?
Tientallen jaren jaren gingen voorbij.De kampioenen die wij zo bewonderden zijnbijna allen heen gegaan. Geminiani,VanLooy, Magni, Brankart, Kubler, Cerami, leven nog. De anderen niet meer.
Wat gebeurde er metdieEmilio Croci-Torti ?( Renner, maar ookkunstschilder ).
Wel, ik wil geloven dat dielatereens een mooidoek heeft geschilderd, .
.met een beek, scholieren op een zonnige vakantiedag,twee meisjes met een strik in het haar, blote knietjes en een geruite voorschoot, en niet ver weg , een grote witte koe, die zich niets aantrok van het geweldige speldatdaar ..
Is die schilderijergens te koop ?
Op maandag1 october1956 , om 9uur 40, in het Sint Bartholomeus Ziekenhuis van Merksem overleed,na een zware valpartij in het Antwerps Sportpaleis, de zeervolksgeliefdewielrenner,Stan Ockers.Op dezelfde dag stierven definitiefmijn kinderjaren.
Ik moest toen reeds Latijn ,Gewijde Geschiedenis, Vaderlandse Geschiedenis,Nederlandse Taal , Meetkunde, Vraagstukken, Vocabulaire, en nog andere vakken, met volle teugen slurpen,ensoms een turnbroekje aantrekken om te gaan springen over een soort marteltuigdatbok werd genoemd. Toch, als ik nu de balans maak, beweer ik met een glimlach, datik het meest geleerd heb,in mijn grote vakanties, tijdens avonturen aan de Molenbeek.
Vandaag 3 september werd weer de Memorial Van Steenbergen gereden een wielerkoers over 200 km met internationale deelneming.
De overwinning ging in 2008 naar GERT STEEGMANS. Hij won na een mooie spurt.
Iedereen kent Rik Van Steenbergen. De 'ouderen' zeker. Zij hebben immers veel herinneringen aan "Grote Rik" ... Zij zullen nooit zijn exploten kunnen vergeten en denken nog dikwijls terug met weemoed, aan de tijd van toen, aan zijn twee wereldtitels, behaald in Kopenhagen, zijn weergaloze prestatie in Waregem toen hij voor de ogen van Koning Boudewijn voor de derde keer wereldkampioen werd, zijn "kolossale" eindspurt op de Via Roma in Sanremo toen hij voor een Belgische zege zorgde in de Primavera, zijn heroïsche duels met de legendarische Fausto Coppi in de Waalse Pijl en Parijs-Roubaix , zijn ritzeges en leiderstruien in de Tour, de Giro en de Vuelta en... tal van andere grote en kleine rittenkoersen waarin hij startte, zijn formidabele beginjaren in de oorlog toen hij als adolescent twee keer wegkampioen werd en twee keer de Ronde van Vlaanderen won en bijna alle koersen waarin hij startte besloot met zijn onweerstaanbare eindspurt, zijn ontelbare overwinningen in vele criteriums en kermiskoersen, zijn onvergetelijke strijd om het meesterschap met Rik Van Looy, zijn pisteduels met Peter Post, zijn flitsende demarrages aan de zijde van Stan Ockers of Miel Severeyns in de tot de nok gevulde, rokerige 'sportpaleizen' , zijn imponerende zesdagenoverwinningen, zijn ontroerende afscheidsmeetings in de Sportpaleizen van Brussel en Antwerpen .
De ouderen blijven denken aan ... nog zoveel andere kleine en grote dingen die deze complete atleet, de klasrijkste wielrenner-ooit voor hen ten beste gaf... . Jaren die niet meer terugkomen... want wielrenners zoals "Grote Rik" worden er niet meer geboren. Wie heeft er immers vóór hem, wie zal er na hem, gedurende meer dan ... 25 jaar, zomer én winter, successen opstapelen, zoals alleen hij kon, de énige échte Rik I ? De jongerenj kennen de legendarische kampioen... . Voor hen was de immer rijzige, alerte, goed geluimde 'grote Rik' het voorbeeld, het bewijs dat er vroeger zeer grote kampioenen bestonden die niet over alles zeurden. Rik, de levensgenieter, die gedurende ca. 25 jaar de wielersport beheerste, was een man van de wereld...die op zijn miljoenenfiets meermaals met veel vaart rond onze aardbol heeft getoerd in of zonder regenboogtrui.
Gilbert Becaud is een van de grote namen van het Franse chanson en zijn naam wordt genoemd met gelijken als Charles Aznavour en Yves Montand. Becaud is in 1927 geboren in Toulon en heet bij zijn geboorte Francois Gilbert Silly, dit is natuurlijk geen naam voor een artiest en als hij aan zijn zangcarrière begint neemt hij de naam van Gilbert Becaud aan. In 1955 breekt Becaud dan echt door met superhits als Le Jour où la pluie viendra, Les marchés de provence, la Corrida, L'Orange, Nathalie, L'Important c'est la rose en Et Maintenant. Niet alleen rijst zijn ster in zijn geboorteland Frankrijk, maar ook daarbuiten. Maar Becaud houdt het niet bij zingen alleen en schrijft ook songs voor anderen. Het handelsmerk van deze Franse zanger is toch zeker zijn kleding. Bij de meeste concerten ging hij gekleed in een blauw kostuum met een stippeltjesdas.Hij gaf in het Parijse L'Olympia maar liefst 33x een concert. In 1999 brengt Becaud een laatste album uit en dan komt ook de dood bij Becaud om een hoekje kijken als hij na een ziekbed in 2001 overlijdt aan de gevolgen van kanker. En daarmee verloor Frankrijk een van zijn grootste sterren, de man die ook bekend stond als "Monsieur 100.000 volts'' vanwege zijn enorme energie op het podium. Maar hij zal voor altijd blijven leven in de harten van zijn vele fans.
Quand on partait de bon matin Quand on partait sur les chemins A bicyclette Nous étions quelques bons copains Y avait Fernand y avait Firmin Y avait Francis et Sébastien Et puis Paulette
On était tous amoureux d'elle On se sentait pousser des ailes A bicyclette Sur les petits chemins de terre On a souvent vécu l'enfer Pour ne pas mettre pied à terre Devant Paulette Faut dire qu'elle y mettait du cœur C'était la fille du facteur A bicyclette Et depuis qu'elle avait huit ans Elle avait fait en le suivant Tous les chemins environnants A bicyclette
NATHALIE.
La place Rouge était vide Devant moi marchait Nathalie Il avait un joli nom, mon guide Nathalie... La place Rouge était blanche La neige faisait un tapis Et je suivais par ce froid dimanche Nathalie... Elle parlait en phrases sobres De la révolution d'octobre Je pensais déjà Qu'après le tombeau de Lénine On irait au café Pouchkine Boire un chocolat... La place Rouge était vide Je lui pris son bras, elle a souri Il avait des cheveux blonds, mon guide Nathalie... Nathalie Dans sa chambre à l'université Une bande d'étudiants L'attendait impatiemment On a ri, on a beaucoup parlé Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait Moscou, les plaines d'Ukraine Et les Champs-Élysées On a tout mélangé et on a chanté Et puis ils ont débouché En riant à l'avance Du champagne de France Et on a dansé... La, la la... Et quand la chambre fut vide Tous les amis étaient partis Je suis resté seul avec mon guide Nathalie... Plus question de phrases sobres Ni de révolution d'octobre On n'en était plus là Fini le tombeau de Lénine Le chocolat de chez Pouchkine C'était loin déjà... Que ma vie me semble vide Mais je sais qu'un jour à Paris C'est moi qui lui servirai de guide Nathalie... Nathalie
Marianne de ma jeunesse Ton manoir se dressait Sur la pauvre richesses De mon rêve enchanté
Les sapins sous le vent Sifflent un air étrange Où les voix se mélangent De nains et de géants
Marianne de ma jeunesse Tu as ressuscité Des démons des princesses Qui dans moi sommeillaient
Car ton nom fait partie Marianne de ma jeunesse Du dérisoire livre Où tout enfant voudrait vivre
Marianne de ma jeunesse Nos deux ombres enfuies Se donnèrent promesse Par-delà leurs joies et leur vie
Marianne de ma jeunesse J'ai serré sur mon cœur Presque avec maladresse Ton mouchoir de pluie et de pleurs
Il avait poussé par hasard Dans notre cour sans le savoir Comme un aveugle dans le noir Mon arbre Il était si petit Que c'était mon ami Car j'étais tout petit Comme lui J'attendais de lui le printemps Avec deux ou trois fleurs d'argent Un peu de vert, un peu de blanc Mon arbre Et ma vie s'accrochait A cet arbre léger Qui grandissait Comme je grandissais
Chanson de GILBERT BECAUD
Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde Quand tu n'es pas là S'arrètent de chanter Et se mettent à pleurer Larmes de pluie au ciel d'été Quand tu n'es pas là Le silence qui gronde Me donne si froid Qu'un jour ensolleillé Me fait presque pleurer Larmes d'ennui malgré l'été La ville fait de grâces La lune des grimaces Qui me laissent sans joie Les cantiques d'églises Malgré tout ce qu'ils disent Me font perdre la foi Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde La nuit sur mon toit Viennent se rassembler Et pour me consoler Chantent tout bas ' Elle reviendra ' Quand tu reviendras De l'autre bout du monde Quand tu reviendras Les oiseaux dans le ciel Pourront battre des ailes Chanter de joie Lorsque tu reviendras !
Le Pianiste de Varsovie Gilbert Bécaud
Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Chopin Je l`aime bien, Chopin Je jouais bien Chopin Chez moi à Varsovie Où j`ai grandi à l`ombre A l`ombre de la gloire de Chopin Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur Plus de sentiment Plus de mouvement Plus d`envolée Bien bien plus léger Joue mon garçon avec ton coeur Me disait-il pendant des heures Premier concert devant le noir Je suis seul avec mon piano Et ça finit par des bravos Des bravos, j`en cueille par millions A tous les coins de l`horizon Des pas qui claquent Des murs qui craquent Des pas qui foulent Des murs qui croulent Pourquoi? Des yeux qui pleurent Des mains qui meurent Des pas qui chassent Des pas qui glacent Pourquoi Le ciel est-il si loin de nous? Je ne sais pas pourquoi Mais tout cela me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur
What does not destroy us makes us stronger.
Rondvraag / Poll
Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
À la claire fontaine
M'en allant promener, J'ai trouvé l'eau si belle, Que je m'y suis baignée.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Sous les feuilles d'un chêne Je me suis fait sécher, Sur la plus haute branche, Un rossignol chantait.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Chante, rossignol, chante, Toi qui as le coeur gai, Tu as le coeur a rire, Moi, je l'ai à pleurer.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
J'ai perdu mon ami Sans l'avoir mérité, Pour un bouquet de roses, Que je lui refusai.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Je voudrais que la rose Fût encore au rosier, Et que mon doux ami Fût encore à m'aimer
Turning and turning, the world goes on We can't change it, my friend Let us go riding now through the days Together to the end Till the end
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Spinning and spinning, the dreams I know Rolling on through my head Let us enjoy them before they go Come the dawn, they all are dead Yes, they're dead
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Julia Tulkens .
Hebben wij elkaar gevonden in dit land van klei en mist waar tussen hemel en aarde ons leven wordt uitgewist ?
Ben ik nog schaduw, ben ik al licht, of is d'oneindigheid mijn aangezicht ?
Treed ik in wolken of in hemelgrond ? Er ruist een hooglied aan mijn lichte mond. In uw omarming hoe ik rijzend ril ... Mijn haren wuiven en de tijd valt stil .
Julia Tulkens.
SONNET POUR HELENE
Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle, Assise auprès du feu, dévidant et filant, Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant : Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.
Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle, Déjà sous le labeur à demi sommeillant, Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant, Bénissant votre nom de louange immortelle.
Je serai sous la terre et fantôme sans os : Par les ombres myrteux je prendrai mon repos : Vous serez au foyer une vieille accroupie,
Regrettant mon amour et votre fier dédain. Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain : Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.
Regretting my love, and regretting your disdain. Heed me, and live for now: this time won’t come again. Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.