Zoeken in blog

Foto
Foto
Over mijzelf
Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
Inhoud blog
  • EINDE
  • Adieu l'Ami - Au Revoir.
  • De Flandriens uit Limburg.
  • Les soldats russes venus en France en 1916 .
  • HISTOIRE DU TENNIS DE TABLE - FP.
    Foto
      EINDE
     VAN DEZE BLOG

      26 08 2012
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto

    J. BREL

    C'est plein d'Uylenspiegel
    Et de ses cousins
    Et d'arrière-cousins
    De Breughel l'Ancien

    Le plat pays qui est le mien.

    Tous les chemins qui mènent à Rome
    Portent les amours des amants déçus
    et les mensonges des anges déchus.

    Foto
    Foto
    Foto
    Pelgrim

    Wat zich gaande voltrekt
    in de ziel van de pelgrim
    is niet een toenemend verlangen
    naar het bereiken van zijn reisdoel,
    niet het vinden van het heilige
    aan het einde van zijn bedevaart,
    maar zijn overgave aan de ruimte,
    aan de kiezels op zijn pad,
    zijn besef van niet-weten,
    zijn afdalen in de leegte.

    Zijn benen worden zijn vrienden,
    de regen zijn lijden,
    zijn angst wordt gericht
    naar de honden langs de weg,
    het vele legt hij af en hij rust in het Ene.
    Al trekkend komt hij nergens,
    voortgaande bereikt hij niets,
    maar zijn vreugde neemt toe
    om een bloem en een krekel,
    om een groet en een onderdak.

    Zijn reisdoel en zijn thuis
    vloeien samen aan de horizon,
    hemel en aarde vinden elkaar
    op het kruispunt van zijn hart.
    Het heilige verdicht zich
    in de dieren en de dingen.
    Zijn aankomst ligt verborgen
    in de wijsheid van het Zijn.

    Catharina Visser

    Foto
    De Weg.

    In de verte gaat een pelgrim,
    eenzaam over het pad.
    Met een blik voorwaarts,
    eindeloos turen naar het pad.
    Het pad dat hem leidt,
    de wind die hem begeleidt.
    Samen èèn met de natuur,
    de geur,het geluid en omgeving.
    Daar toont de schepping hem,
    nederig dat het pad van zand
    zo hard als steen is.
    Soms ook warm,koud en nat.
    De pelgrim stapt over
    het harde pad,
    met als enige vriend
    zijn schaduw.
    Samen op hun weg.
    When we got to the sea at the end of the world
    We sat down on the beach at sunset
    We knew why we had done it
    To know our lives less important than just one grain of sand.
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    En camino de Santiago
    Sur le chemin de St Jacques
    Iba una alma peregrina
    Allait une âme pérégrine
    Una noca tan obscura
    Une nuit si obscure
    Que ni una estrella lucia ;
    Que ne brillait aucune étoile ;

    Foto
    Foto

    Le patron de toutes les filles
    C'est le saint Jacques des Bourdons;
    Le patron de tous les garçons
    C'est le saint Jacques des Coquilles.
    Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet,
    Coquilles et bourdons exigent que l'on troque;
    Cet échange affermit l'amitié réciproque,
    Et cela vaut mieux qu'un œillet.

    Foto

    Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Betrouw geen pelgrim met een baard
    Die met een schooikroes geld vergaart
    Al beed'lend langs de wegen sjokt
    En met een deerne samenhokt.



    Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.

    Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
     
    Foto
    Foto
    Ik had het eerst
    niet in de gaten,
    en opeens
    zàg ik het spoor
    dat jij voor mij
    hebt nagelaten.
    Mon père .

    Assis dans un vieux fauteuil
    Recouvert d'un plaid usé,
    Il rêve de son passé,
    En attendant le sommeil.

    La fumée d'un cigare
    Flottant au-dessus de lui,
    D'une auréole, pare,
    Sa tête grise, de nuit.

    Vêtu d'un pantalon gris,
    Chemise de flanelle
    Sous le tablier bleu sali.
    Sa casquette est belle.

    Il sait déjà que demain,
    Sera le grand jour pour lui.
    Mais il ne regrette rien,
    Et partira seul sans bruit .

             
              ***
    Foto
    La mort .

    Le jour où tu viendras,
    A l'aube d'un matin,
    Me tendre les bras
    Me chercher par la main,
    Entre comme moi
    Par le fond du jardin.

    Tu essuyeras tes pieds
    Sur le grand paillasson,
    Pour ne pas marquer
    Tes pas dans le salon,
    Et n'oublie pas d'ôter
    Ton noir capuchon.

    La table sera mise
    Et le vin bien chambré,
    Quand tu sera assise
    Nous pourrons le goûter,
    Avant que je ne suive
    Ton ombre décharnée .

    Mais si tu préfères
    Par surprise me faucher,
    Au début de l'hiver
    Ou au soir d'un été,
    Pousse la barrière
    Elle n'est jamais fermée.

    Avant de m'emporter,
    De rendre ma valise,
    Laisse-moi griffonner
    Une dernière poésie
    Où je ferai chanter
    La beauté de la vie.

    Ce n'est pas ce matin
    Que je quitterai le port,
    Puisque de mes mains
    J'ai caressé si fort
    Ses lèvres de satin
    Que je t'oublie, la mort.


              +++
    Foto
    Foto
    Foto
    SEUL  SUR  LE  CHEMIN .

    J'ai traversé des villes,
    J'ai longé des cours d'eau
    J'ai rencontré des îles
    J'ai cotoyé le beau !

    Tout au long du voyage
    Rien ne m'a retenu
    Même pas un signe de croix
    Tracé d'une main tremblante.

    Le vent, la mer, la pluie
    M'ont façonné le coeur.
    Je suis leur propre image,
    Immuable douleur.

    Je fais signe aux oiseaux,
    Seuls amis de ce monde,
    Qui m'entraînent dans une ronde
    A m'en crever la peau.

    J'ai traversé des coeurs,
    J'ai rencontré des bras,
    J'ai caressé des fleurs,
    J'en ai ceuilli pour toi.
    Foto
    Foto
    Foto
    卓球
    Настольный теннис
    टेबल टेनिस
    Стони тенис
    เทนนิสโต๊ะ
    Bóng bàn
    탁구
    تنس الطاولة

    TENNIS DE TABLE
     MESATENISTA
    PING PANG QIU
     TISCHTENNIS
    TABLE  TENNIS


      photos courtesy  ITTF 


    乒乓球
    Stolni tenis
    Tenis Stolowy

    ITTF    TABLE   TENNIS 
        Classement mondial 
         26 - 08 - 2012  
    World  Ranking
    Weltrangliste
    Ranking Mundial
    Värlen Rangordning
    Classifica Mondiale 

    MESSIEURS :

    1. ZHANG Jike - CHN
    2. MA Long - CHN
    3. XU  Xin - CHN
    4. WANG  Hao -
    CHN
    5. MIZUTANI Jun - JPN
    6. MA  Lin  - CHN
    7.  BOLL Timo -  GER
    8. CHUANG Chih-Yuan - TPE
    9. OVTCHAROV Dim - GER
    10. WANG  Liqin - CHN
    11.  JOO Se Hyuk - KOR
    12. OH Sang Eun - KOR

    --    DAMES :
    1. DING Ning - CHN
    2. LI Xiaoxia - CHN
    3. LIU Shiwen - CHN
    4. GUO Yan - CHN
    5
    . ISHIKAWA Kasu - JPN
    6. FUKUHARA Ai - JPN
    7. FENG Tianwei - SIN
    8. KIM Kyung - KOR
    9. GUO Yue - CHN
    10. WANG Yuegu - SIN
    11. WU Yang  -  CHN
    12. TIE Yana - HKG

     

    Info  =  www.ittf.com 
    ( anglais,allemand,chinois).

    http://www.ittf.com/_front_page/itTV.asp?category=ittv_New

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    December 1990 - Pantoum.

    De noodklok belt slechts éénmaal
    Komt weldra de ultieme speeltijd
    Ademen voor de laatste maal
    Gelukkig geen haat noch nijd
    Toch af en toe een flater
    Een zorg is dit voor later
    Lopen van os naar ezel
    Toch af en toe een flater
    Niet knikkers tellen, wel het spel
    Lopen van os naar ezel
    Dagelijks goed aan de kost
    Niet knikkers tellen, wel het spel
    Verwachtingen zelden ingelost
    Dagelijks goed aan de kost
    De beste blijft mijn moeder
    Verwachtingen zelden ingelost
    Water is het kostelijkste voeder
    De beste blijft mijn moeder
    Om bestwil een toontje lager zingen
    Water is het kostelijkste voeder
    Op zoek naar de diepte der dingen
    Om bestwil een toontje lager zingen
    Komt het varksken met de lange snuit
    Op zoek naar de diepte der dingen
    Nu is dit pantoumeke bijna uit
    Komt het varksken met de lange snuit
    Ademen voor de laatste maal
    Nu is dit pantoumeke bijna uit
    De noodklok belt slechts éénmaal.

    Tibertyn.    ***
    Foto
    Kleine mensenhand
    strooit op winterse dag
    kruimels voor de mus.

    Schelpen op het strand
    die worden door de branding
    voor ons kind gebracht.

    Molens in de wind
    draaien, draaien, en draaien
    in het vlakke land.

    Kerstman in de straat
    borstelt met grote bezem
    sneeuw weg van de stoep.

    De dode takken
    breken af bij felle wind
    van de avondstorm.

    Kreten in de nacht
    van kikkers in de vijver
    lokken de reiger.

    Hulpeloos jong lam
    verloren tussen struiken
    waar de wolf vertoeft.

    De werkzame bij
    zoekt in de roze bloesems
    lekker naar honing.
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    De pelgrim.

    Hij is op de weg alleen 
    al weet hij nog niet waarheen
    maar ergens stond geschreven
    dat hij die richting moest gaan
    en aarzelt hij soms even
    langs de eindeloze baan
    terwijl hij in zijn hart voelt
    dat velen eerder gingen
    mijmerend over dingen
    terwijl een windje afkoelt .
    Verder dan Rome loopt de weg.
    Ervaringen van een pelgrim.
    31-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Landen - Santiago de Compostela 1999 - ( 2 ) .
    7. Dimanche 16 mai .

    Auberge de Jeunesse Le D'Artagnan,  rue Vituve, 80, à  Paris.
    Op de tweede verdieping bevinden zich rechts de kamers 21, 23,25,27,29 , en gescheiden door een gang en twee sanitaire zalen, links de kamers 20,22,24,26, en 28. Er wordt uitdrukkelijk gewenst dat de mannelijke en de vrouwelijke rugzaktoeristen, pelgrims, studenten en andere gebruikers van de overnachtingsfaciliteiten zich gescheiden soort bij soort houden en slapen op de voor hen voorziene kamers, bedden en matrassen. Soms is dat niet duidelijk, althans niet door uiterlijke kenmerken zoals kledij, zwaarte van de bagage, lang haar, baardgroei, borsten, billen, korte en lange broeken, lichte of zware schoenen.  Het is begrijpelijk dat voor slaapwandelaars, onder-invloed-zijnden, of gewoon voor zij die het gesnurk van compagnons, de stank van  zweetvoeten en te lang niet meer gewassen kledingstukken niet langer meer verdragen, op de overvolle kamers waar lijven, drogend wasgoed, muziekinstrumenten, en nog meer de ruimte bezetten. Op de gang, op een tussenverdiep, of op een andere kamer is het inderdaad soms beter om de uren van de nacht in de verplichte linnen slaapzakken door te brengen.

    Terwijl ik op twee meter hoogte geen slaap kan vinden, bemerk ik plots dat in het midden van de nacht er schuin onder mij in het bed van mijn buurjongen een tweede persoon is bijgekropen. Haar  blote benen tonen dat zij een meisje is. Zij slaapt echter diep verder met haar kop op de schouder van de jongen  (uit Sydney) die ondertussen wakker wordt, en die roerloos blijft en wat verward zich vragen stelt maar verder de situatie niet beinvloedt. Wellicht weet zo'n Dundee uit Downunder dat je een slapende krokodil niet mag verjagen. Een kwartier gaat voorbij. Plots springt de onverwachte maar niet ongewenste gaste recht, zij loopt naar de spiegel, waterkraan en wasbaak, die voor de zes bewoners van de kamer dient, en begint daar en ook daarnaast op de grond over te geven. De Australiërs springt ook uit zijn bed, doet het licht boven de spiegel aan , en dan wordt het brakende meisje wakker, komt zij tot bewustzijn, gilt ze . De Australiër kan haar kalmeren omdat  hij een schone jongen is bij wie iedere jonge vrouw wel zou willen slapen. Hij brengt haar rustig en zachtjes terug naar haar eigen kamer. Zij weet gewoon niet hoe en waarom dit was gebeurd, zij begint te snotteren. De Australiër komt terug de kamer in, en zegt tegen zijn kamergenoten ' no more comments please , O.K. this is Paris !  ...,  I'll clean it all up, ... good night everybody ... !' .
    Wat later switcht hij het licht weer uit  en daarna slapen wij verder tot de ochtend.  

    Ik berg al mijn bezittingen op slot in mijn muurkastje, telefoneer naar mijn vrouw Sonja, doe voor twee frank een wasje met de wasmachine van de jeugdherberg, en daarna vertrek ik met mijn fiets zonder bagage voor een geplande zwerftocht doorheen de stad Parijs.



    Doel 1 :  Vincennes, park van 994 ha ten Oosten van Parijs met Engelse tuinlandschappen en zeldzame sequoia's. Op een bank in 't zonnetje doe ik een dutje terwijl vele joggers voorbijlopen. Nadien kom ik op de omloop van Le Bois de Vincennes, bekend door vele wielerkoersen en ook door een film. Op een zondagse voormiddag rijden daar honderden fietsers en rolschaatsers. Aan een kruispunt gebeurde wat. Een oudere wielrijder ligt plat op het asfalt. Zijn dure Vitus Inoxydable is goed voor de schroothoop. Een groep mensen staat rond dit gebeuren. Vermits ik liefst geen ramptoerist ben, adem ik eens diep in, en met een boogje rijd ik rond de plaats van dit onheil.
    Chateau de Vincennes, Floralies Nationales, nogmaals genieten op een bank. Ik ga nu op zoek naar de parochie van Abbé Bertholet die kende toen ik nog bankbediende was. Ik stap de kerk van St-Louis binnen, brand een kaars voor de grote heilige, en in het gulden boek schrijf ik enkele zinnen terwijl ik tot het besluit kom dat ik maar beter mijn tijd niet verspil met pastoors.

    Doel 2. Tour Eifel.  Les bouquinistes de la Seine. Ik koop en schrijf kaartjes nabij Memorial Joffre. Zicht op de Eifeltoren. Te Bobourg eet ik een te duur Amerikaans ijsje. Ik bereik Les Invalides, terwijl ik nogmaals moet plassen, hetgeen me nogal ergert.

    Doel 3.  Langs de Champs Elysées en Avenue de la Grande Armée waar eens Oscar Egg woonde en waar de eerste flandrien Cyriel Van Hauwaert kwam met een papierke in zijn gespierde hand waarop een Westvlaamse fietshandelaar vroeg of hij mocht starten voor Alcyon in Parijs-Roubaix 1907. Meer als een cola en een sandwich heb ik niet nodig in deze peperdure buurt.

    Doel 4. Het op 130 m hoogte gelegen Montmartre. Le Sacré Coeur, la Savoyarde, statues de Saint Louis et de Jeanne d'Arc. Place du Tertre, sur la Butte waar Picasso, Van Gogh, Toulouse-Lautrec, Dali en vele andere artiesten inspiratie vonden tijdens hun jaren van 'bohémien'. Het decadente Parijs van de frenchcancan, Pigalle en Le Moulin Rouge. Ik laat de vele restaurants liggen want ik weet helemaal niet meer waar ik op dat ogenblik ben.

    De lichtjes van Parijs zijn reeds aan het fonkelen en de hoertjes tippelen op de boulevards, wanneer ik terug de rue Vituve kan bereiken. Ik neem een stortbad en begeef me te voet naar het Mexicaans Restaurant  Pancho Vila waar ik tortillas eet en een hele fles Rioja drink. 

    8. Lundi 17 mai.

    Een girl uit Bristol in Engeland wijst aan een oudere man hoe hij met internet e-mails kan verzenden. Ik praat lang met Misja uit Israël die in Irkoutsk werd geboren en nu in het beloofde land woont. Ik probeer aan deze Jood de betekenis uit te leggen van Les Chemins de Saint Jacques. Veel heeft hij gestudeerd, doch niets weet hij over Santiago, Jacob De Meerdere die toch ook nabij Jerusalem had gewoond.

    11u15 - Vertrek -  Place de la République - Notre Dame - Zo bereik ik op de linkeroever de kunstenaarswijk Saint- Germain- des-Près, la Tour St-Jacques en la Rue St-Jacques. Nu hoop ik dat de heilige Jacob mij eens zal helpen. Ik telefoneer naar Alain d'Otrange, een gepensioneerde headhunter die te Chicago en te Brussel had gewoond, maar die nu op pensioen is en weer in eigen woning te Le Vésinet- Chatou zich met zijn gezondheid en zijn stamboom bezighoudt. Tijdens mijn eerste pelgrimstocht naar Compostela en daarna had ik vriendschapsbanden met deze man gesmeed. Alain was lang de voorzitter van een belangrijke wielerclub met veel traditie. Formidabel !  Ik bereik Alain persoonlijk en word bij hem uitgenodigd. Door de ontroering van deze minuten aan de telefoon vergeet ik mijn telefoonkaart in de gleuf. 

     La Tour St-Jacques

    Gebouwd op het begin van de XVIde eeuw op de resten van de verdwenen romaanse kerk van St Jacques de la Bouverie is deze alleenstaande toren van de flamboyante gothische stijl. Het is een monument van ' La ville de Paris'  en van  'Le Patrimoine Mondial de l'UNESCO'. Volgens de Fransen van Association des Amis de St Jacques ligt op deze plaats ' la première borne du Chemin de St Jacques ' .

    Deze visie wordt echter zeker niet gedeeld door de pelgrims uit de andere landen omdat de weg naar Compostela voor hen veel langer was en ook liep door gewesten buiten Frankrijk.

    Voor mij volgt nu een slalom door het Parijs van het einde der XXste eeuw. Ik brand een kaars in de kerk van St-Sulpice en in een kapel van l'Abbaye de Saint Germain des Près. Ik kom aan l'Arc de Triomphe en in Le Bois de Boulogne, de groene longen van Parijs, gebouwd door Napoléon III en die een oppervlakte van 846 ha hebben.  Weer moet ik voortdurend plassen. Gelukkig is dit in het zo grote bos mogelijk. Aan de rand van dat bos staat ergens een oude caravan. Denkend dat het een frietkot is, rijd ik er voor ravitaillering naar toe. Och, neen, een dagloonster van de oudste stiel werkt daar, doch te koop zijn er noch puntzakjes, noch worsten, noch mayonnaise, noch balletjes in tomatensaus, ... alhoewel te Parijs alles mogelijk is. ' Viens, mon grand ... ' zegt de valse blonde, en ik maak me zo klein mogelijk en fiets vlug onder haar vangnet door.

    Wat verder kom ik in het verschrikkelijke ultra moderne stadsgedeelte van La Défense met mijn fiets.  Ik vind er troost in de MacDonalds, een oase op dat ogenblik maar ook een goddeloze schande want een echte pelgrim moet de Franse keuken eer aan doen. 

    Me voelend als een figurant uit de film Traffic van Jacques Tati volg ik de richting van St-Germain-en-Laye, wring ik me door Carrières-sur-Seine, en uiteindelijk omstreeks 18u30 bereik ik het huis van mijn vriend Alain in de Avenue Foch.
     
    Onvoorstelbare gastvrijheid, daar wacht me een gedekte tafel. Alain en Simone, hun zoon Christophe die Nederlands leert omdat hij te Brussel een lief heeft en daar wil werk vinden en trouwen ( ik moet absoluut met hem Vlaams praten ... ! ) wachten op mij, maar ook de stokoude wielertoerist, de legendarische Dudu die nog had gefietst met Georges Speicher en  Benoit Faure, en die voor de gelegenheid uit zijn zetel was weggehaald om met mij over de koereurs van vroeger te praten en over zijn verschrikkelijke inzinking tijdens zijn Camino de Santiago van 1984, en over nog veel meer ... !  'Normaal zou ik al dood moeten zijn, zo sprak Juju,  ... mais je suis increvable ! ' . 

    Douche. Propere kleren. Eten. Praten. Drinken. Conversations jusqu'au-de-là de minuit ! 

    9. Mardi 18 mai.
    Terwijl Alain drukke bezigheden  heeft om het huis dat hij had geërfd te verkopen, praat ik de hele tijd Nederlands met zoon Christophe, die niet goed tegen drank kan vermits hij nog altijd niet echt nuchter is, en daarom is moeder Simone kwaad en stuurt hem weg om iets bij familie in een andere straat te gaan doen. De vrouw des huizes zal met haar naaimachine mijn broek wat herstellen. 
    We kijken naar foto's uit 1984, genomen door Simone te Compostelle.

    Bezoek aan het nabije Italiaanse Restaurant . Ik betaal het eten voor drie. Alain wil de drank betalen. Afscheid om 15u00.
    Met zware benen probeer ik me van Parijs te verwijderen.
    Versailles, Le Chesnay, Viroflay,  Bois de Meudon, Vélizy-Villacoublay, Jouy-en-Josas, Palaiseau, Longjumeau, Sainte Geneviève-des-Bois,  St-Michel-sur-Orge,  ...

    Ik probeer een plaatsje te vinden in een Formule1 en op 5 andere plaatsen : zonder resultaat !
    Monthlery, Linas,  ... opnieuw Formule1 en ook een ander hotel : occupé !
    Op de N20 vorder ik langzaam naar Arpajon, terwijl het reeds donker wordt. Avrainville, Cheptainville, Lardy, Janville-sur-Juine. Nu ben ik toch wat slaperig aan het worden !
    In de duisternis zie ik de oprit naar een kasteel. Deze zijweg stopt aan een grote poort en aan hoge ijzeren hekken die een droge slotgracht afsluiten.  Er is een kleine parking geplaveid met kasseien. Daar is het rustig, droog, veilig en windstil, goed voor rust onder Gods hemel, naast mijn fiets, in mijn warme slaapzak. Enkele keren wandel ik wat rond, kijkend naar de sterren, en ga in het gras mijn blaas ledigen. Daarna in mijn droom zingen mooie vrouwen chansons over Parijs, terwijl de nachtdiertjes ver weg blijven omdat mijn gesnurk hen angstig maakt.  



    10. Mercredi 19 mai.

    Vroeg uit mijn slaapzak gekropen en terug de fiets op .
    Etampes . Ochtendtoilet - Koffie.
    Op de N20 Mondésir, Guillerval, en dan naar links Meréville, Autry-sur-Juine, Enceville, Outarville, Bazoches-les-Gallerands, Neuville-aux-Bois - D97  -  Middageten.
    Praatje met de uitbaters - Loury, Fay-Aux-Loges.
    Praatje met oude schrijnwerker die vertelt over zijn krijgsgevangenschap in Duitsland.
    Op zoek naar de Loire die ligt te Jargeau ten Oosten van Orléans. We stoppen reeds vroeg in  Auberge du Clair de Lune- Logis de France.
    Douche, rusten, kaartjes schrijven, schuimbad, sokken gewassen, avondmaal, wijn.
    TV - Slapen in een goed bed.

    11.  Jeudi 20 mai.

    Ontbijt om 9u00. Babbel met de patron en met gasten uit Nederland.Nog een uur op de kamer omdat het fel regent.
    11u00 - Tegenwind langs de dijk van de Loire. Te St-Jean regent het opnieuw en onder een afdak blijf ik wel twee uren schuilen. Ik dood de tijd met het weer in orde brengen van al mijn fietstassen. Aan de oude brug van Orléans ben ik zeker dat ik op de reiswijzer uit De Pelgrim van Willibrord Mondelaers ben gekomen. Koude en regen blijft tijdens het rijden door de stad die ik in de nattigheid niet bezoek. Enkele tijd later kom ik aan een hotel-restaurant. Om lang te genieten van de kostprijs boek ik reeds om 15u00.  Ik neem een bad en val in slaap op het droge heerlijke bed. Ik kleed me keurig om met classe aan tafel te zitten en na het dessert schrijf ik een brief naar huis. 

    Logis de France - L'Escale du Port Arthur - te St Hilaire et St Mesnil.

    Op een regenachtige augustusdag van 2010 is het daar nog altijd even lekker als toen.

    Le Chef vous suggère**

    Entrées

    Marbré de ris de veau aux langoustines, bohémienne de légumes au safran - 16 €

    Duo d'asperges et coquilles Saint Jacques, œuf mollet sur sa crème de homard - 16 €

    Terrine de foie gras de canard et son cœur gourmand - 16 €

    Plats

    Rôti de lotte, sa tarte aux champignons, fricassée d'escargots en persillade - 23 €

    Mousseline de poularde poêlée, crème de morilles, rizotto et brunoise de magrets fumés - 23 €

    Tournedos farci de foie gras, brochette de pommes de terre au romarin - 23 €

    Desserts

    Feuillantine praliné chocolat, ses profiteroles glacées à la vanille bourbon - 11 €

    Assortiment de sorbets, son biscuit fragilité, craquant meringué et chantilly à la violette - 11 €

    Crème légère de chocolat blanc aux fruits rouges, sa tuile aux amandes - 11 €


    12. Vendredi 21 mai.

    Wat een goed hotel ! Ik heb mijn regenjasje eens goed gewassen in het midden van de nacht. Mijn sokken zijn weer lekker droog. Mijn Eurocard doet het niet, maar met Visa gaat het afrekenen wel.
    Het is regenachtig. Ik besluit van mijn lelijke katoenen pullover te dragen. Die is veel te lang, maar beschermt wel mijn rug, en ik zweet niet omdat de wind er door blaast. Het is afzien en met weinig snelheid kilometers malen langs de Loire. Het schitterende Beaugency beloont me. Daarna maak ik goede vaart naar Chambord. Te Muides sur Loire eet ik wat brood, kaas, met een fles goedkope wijn en praat ik met twee vertegenwoordigers van een drukkerij. Te Blois kom ik in het ellendige verkeer en dat ontmoedigt me. Ik wil dan ook doorrijden over meer landelijke wegen en zo kom ik aan te Candé-sur-Beuvron waar ik een Gîte d'Etape ontdek. Het kost maar 180 FF met ontbijt en ik krijg een heel huis voor mij alleen. In een winkel kan ik net voor sluitingstijd nog brood en een prachtige saucisson kopen. Ik leg al wat ik nog als eten bij heb op de grote keukentafel en knabbel langzaam en veel.

    A Candé les amoureux du calme et de la nature sont comblés par les plaines, les forêts, les rivières, les paysages viticoles et le chant de oiseaux.


    13. Samedi 22 mai.

     

    Na mijn vertrek uit de Gîte d'Etape volg ik de D751 en bereik Chaumont-sur-Loire, Amboise.
    Naast de prachtige stroom en de kastelen, is er ook de wijnstreek. Te Montlouis zal het feest zijn tijdens het Pinksterweekend. Op de Foor van de Landbouw onder een zeil eet ik moussaka bij een Griek. Dat geeft me verse moed en kracht om door te stoten tot Tours over verschillende bruggen. Saint Gatien en Saint Martin eer ik met lang bezoek. De relieken zijn er nog altijd van eeuwige en onschatbare waarde.


       
    Sint Maarten  de belangrijke heilige wordt vereerd te Tours.



    Nadat deze plicht voorbij is, snuffel ik wat rond in de omgeving van het spoorwegstation van Tours. Nadat ik het zoeken naar Avenue de Grammont ( eindstreep klassieker Parijs-Tours) opgeef omdat het ongezellig fietsen is tussen de auto's laat Sint Jakob zijn onmetelijk kracht zien. Ik bots op de gezusters Janssens die met schelp, wandelstok, hoed, rugzak en zware schoenen te voet van Nederland naar Santiago de Compostela stappen. Ik felicteer deze stevige meiden voor de reeds afgelegde weg en ik trakteer hen op een groot glas bier. In de MacDonald ga ik daarna wat eten en nadenken over mijn afgelegde weg. Daar ben ik niet fier over, vermits door regen en wind, door gemakzucht ook, ben ik al dagen trager dan mijn slechtste schema. Als remedie koop ik daarom een treinkaartje Tours-Poitiers. Twee uren later ben ik niet meer in het station van Tours, maar wel in dat van Poitiers en dat is zo'n 101 km verder zonder inspanning. Ik telefoneer naar huis om mijn nieuwe positie te melden, zonder te zeggen dat ik wat vals heb gespeeld door de trein te nemen. Mijn objectief blijft Spanje bereiken op 1 juni.

    Er is geen plaats in de jeugdherberg van Poitiers. Ik ben niet moe en heb geen goesting om deze zaterdagavond in een hotel te boeken. Vele kilometers fiets ik rond te Poitiers, maar nergens merk ik een voor mij passende plaats. De lichtjes van Poitiers fonkelen ondertussen in de avond. Aan een cinema gekomen zie ik dat daar een rij aanschuift. Ik vraag of ik achter de glazen kassa mijn fiets mag vastkabelen aan stevige buizen. Zo kan ik ook naar die film gaan. Ik geniet in de malse zetel  van  La Vie est belle van Roberto Benigni. Daarna waag ik me tussen de snelle vierwielers in  'the saturday night fever '. Door de nacht ontvlucht ik de stad al rijdend naar Saint Cyprien en Saint Benoît. Heerlijk en rustig is het daar, ver van alle nefaste geluiden. Zonder het te willen brengt de oude weg me in de duisternis tot Ligugé, waar ik precies als aan de Grote Hemelpoort kom. Ik sta voor de muren van de Abdij van Ligugé. Er is daar op dat nachtelijke uur niemand nog wakker, alhoewel vele lichten er de duisternis overwinnen. Aan de linkerkant  is een duistere doorgang naar Chapelle Saint Martin. De deur van deze kapel is open. In het portaal leg ik mijn slaapzak op de vloer. Volledig naakt zoals ik op deze wereld aankwam, om goed te slapen, kruip ik voor het eerst in mijn zaklaken dat thuis werd genaaid. De pelgrim van Sint Jakob slaapt bij Sint Maarten. Zijn fiets Olive Green staat ook binnen in die kapel en is behangen met kledij die zo wordt verlucht in deze oudste abdij van Europa, gebouwd door Saint Martin de Tours in de VIde eeuw.

    14.  Dimanche de la Pentecôte  23 mai.

    Geen enkele Benedictijn, stokoud of nog misdienaar, stond zo vroeg op als ik. Ik was me goed met het immer lopende water van een fontein op de parking. Fiets en bagage terug in orde, maar ik voel dat ik nog niet vertrekken mag van deze uitzonderlijke plaats. Ik wandel daarom rond tijdens het opkomen van de nieuwe dag en zo besef ik waar ik eigenlijk ben, te Ligugé bij de zeer belangrijke abdij uit de vroegste tijden van de godsdienst en de cultuur die de onze werd. Ik schrijf naar de pater kruisheer Boly van la Fondation Paul Claudel, die ongetwijfeld deze plaats goed kent en fier zal zijn dat een van zijn vroegere leerlingen weer op Le Chemin de Saint Jacques naar het ware geloof speurt.

    Bij een vroege bakker open ik de zaak zodat ik met wat vers brood in mijn stuurtas kan vertrekken.
    Mijn volgend doel is het vinden van LE RELAIS DE VIVONNE op de N10 ten Zuiden van Poitiers. Dit is de top, het nec plus ultra, van de wegrestaurants voor truckers en reizigers. Excellent, incontournable, à ne pas rater, mij al jaren eerder aanbevolen door trucker-fietsende pelgrim Lucien Vander Elst uit Zaventem. Ik moet nogal lang zoeken om terug op de N10 te geraken. Er zijn werken, plassen regenwater en slijk. Tijdens een stop laat ik mijn natte pullover en mijn vuile badhanddoek achter op een geparkeerde bulldozer van een aannemer uit Parthenay, netjes opgeplooid uiteraard, als premie voor een slecht betaalde gastarbeider. Uit datzelfde Parthenay kwam lang geleden eens Aymery Picaud de  middeleeuwse Compostela-ganger die de eerste reisgids voor pelgrims schreef.

    Eindelijk vind ik  Le Relais *****  waar ik als ontbijt nog een kanjer van een omelet binnenspeel.
    Voor een belangrijkere maaltijd zal ik later nog wel eens deze oase van de lange weg betreden.

     http://restoroutier.free.fr/index.htm

    VIVONNE.  Le menu est à 12,50€. Il comprend un très vaste buffet d'entrées, un choix parmi + de 6 plats chauds + un plat du jour et 4 accompagnements., fromages au buffet et dessert. La boisson est comprise (rouge, rosé, eau plate et gazeuse, limonade). La cuisine est très bonne. Dans le buffet, j'y ai trouvé (et goûté) du jambon cru et des huîtres. Il y a même de la mayonnaise maison .

    Ik waag me in het uitgestrekte nomansland van La France profonde des fermes isolées du Poitou.
    Te Lusignan besef ik deze onhandige poging. Door mijn mislukking fiets ik koppig en snel weer verder op de N10 tot wanneer een verkoper van ijsjes en drank me mijn remmen doet toeknijpen.

    Het zonnetje verschijnt. Lezay. Ik ontdek een rustbank. Ideaal voor een slaapje terwijl ik in de lichte wind  mijn slaapzak en laken zuurstof geef vooraleer ze terug beter op te vouwen. Wat later bereik ik Melle , niet zonder emotie want hier waren de zilvermijnen van de Merovingers. Tussen de jaren 602 en 995 waren op deze plaats ertsen  die werden gesplitst in lood en in zilver. Koning Dagobert I was er de eigenaar van. Het is dus zeker hier dat Pepijn de Oude van Landen, de Hofmeier, de rijkdom van zijn familie kwam halen. Zijn vrouw Itta van Aquitanië kwam trouwens ook uit dit deel van Frankrijk. Te Melle werden zilvermunten geslagen die de naam kregen van oboles en dinarii .

    Ik voel me beter omdat de lucht zacht is in het Zuiden van de Poitou-Charentes. In een dorp met 1489 inwoners Brioux-sur-Boutonne vind ik een Restaurant-Hotel Routier waar ik welkom ben.
    Als avondeten wordt het een fles rosé, buffet de crudités, steak, fromage, dessert.Terwijl ik kaartjes schrijf naar familie, vrienden, en kennissen geniet ik van een koude Marie Brisard .

    15.  Lundi de la Pentecôte  24 mai.

    Mijn rekening bedraagt slechts  252,5 FF .
    Geen twijfel meer, ik ben nu wel duidelijk op de oude Chemin de Saint Jacques, want een verroeste wegwijzer die werd geplaatst lang voor de geboorte van alle levende Amis de Saint Jacques laat me dat weten. Ik bereik Enseigné waar eens de Orde van de Tempeliers werd gesticht in een grote bouwvallige schuur waar toegang verboden is wegens instortingsgevaar.
    Langs de D109 en de D 950 kom ik aan de parochiekerk van La Villedieu gewijd aan Marie Madeleine en wat later in Aulnay de Saintonge, een dorp van 1507 inwoners, met de prachtige oude kerk Saint Pierre de la Tour. Ik brand er een kaars, vul de offerblokken met mijn kleine oboles zonder waarde. Mijn inscription in het gulden boek kwam wel op een moment van goede inspiratie.

    Te Saint-Jean d'Angely is het weerom etenstijd  na bezoek aan een patisserie. Terwijl ik knabbel en rust denk ik aan de verdwenen wielerkoers tussen Paris en Saint-Jean-d'Angely uit het interbellum waarin François Adam uitblonk. Een monument leert me over Michel-Louis Regnaud de Saint-Jean-d'Angely (1760-1819) in de tijd van la Révolution Française en van Napoléon Bonaparte.

     
    Verder via Saint-Hilaire-de-Villefranche,  en even rondrijden te Le Douhet, waar Pineau des Charentes wordt gemaakt, komen we weldra in de prachtige stad van Agrippa d'Aubigné .

    SAINTES, op het einde van de twintigste eeuw met 26.000 inwoners, werd MEDIOLANUM SANTONUM genoemd en is dè historische hoofdstad van la Saintonge. Deze plaats die al belangrijk was in de Romeinse tijd, overleefde invallen en oorlogen, en is vandaag nog begiftigd met de boog van Germanicus, een aquaduct, een amfitheater, een triomfboog, thermen, maar ook met grote Romaanse kerken en een rijke abdij die voor vrouwen was. 
    Ik vind plaats in de jeugdherberg. Speciaal voor mij maakt de bazin nog een dubbele portie ' langue de boeuf ' . Daarna wandel ik naar de kathedraal Saint-Pierre, waar ik rustig op een kerkbank ga zitten om te verteren, zonder dat mijn brein nog werkt, tot wanneer wegens het sluitingsuur een  pater met een grote leren riem rond zijn buik me aan de deur zet. Telefoon naar huis. Drankje in de jeugdherberg. Kijken op televisie naar John Travolta.






    31-07-2010 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    25-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Luxemburgse wielerkampioenen.
    De maand juli 2010 werd gekenmerkt door de steile opgang naar de hoogste top in de wielersport van ANDY SCHLECK, de vijfentwintigjarige zoon van Johnny en de broer van Frank. Voor de derde maal won hij de witte trui, als beste jongere, en vooral toonde hij zich op de Tourmalet de waardige tegenstander van Alberto Contador, de grote Spaanse klassementsrijder, voor de derde maal winnaar van de gele trui in de Ronde van Frankrijk. Door zijn prestaties op de fiets en ook door zijn houding voor de camera's van de internationale media werd Andy een grote vedette.  Hopelijk volgt nu voor hem een aangepast salaris en komt nu weldra voor ons allen het belangrijke nieuws dat een nieuwe sponsor uit Luxemburg de wielersport zal binnenstappen om een sterke ploeg te vormen rondom de gebroeders Frank en Andy Schleck.

    Het Groot Hertogdom is maar een landje, doch in de wielersport zal La Féderation Luxemburgeoise du Sport Cycliste steeds worden gerespecteerd omwille van drie grote wielrenners uit het verleden.  De hoop groeit nu dat een vierde man deze zal kunnen evenaren of benaderen.

    DE GROTE DRIE  :

    1. Nicolas FRANTZ.  (1899-1985)

    De  ' sombere Nick' uit Mamer was een boerenzoon van goeden huize. Deze stevige atleet van 1m80 en 79 kgr was een kerel die nooit lachte. Uit liefde voor de fiets begon hij te koersen. Hij was onklopbaar in eigen regio en reeds na de Eerste Wereldoorlog vinden wij zijn naam terug in de Ronde van Haspengouw voor juniors, nadien in vele lange wegwedstrijden die op het internationaal kalender verschenen en verdwenen ( Luxembourg-Namur, Parijs-Longwy, Madrid-Santander,  Parijs-Lyon, Parijs-Reims, Parijs-Calais, Zurich-Ulm, e.a. ) en waarin toen de dwangarbeiders van de weg onmenselijke inspanningen leverden.  Frantz was gedurende tien wielerseizoenen een toprijder bij Alcyon (1905-1961) , de merkenploeg die slechts overtroefd werd als  'beste ploeg aller tijden' door Peugeot, en die beter was dan Mercier, Bianchi, Kas, en Legnano, om nog meer namen te noemen. Vooral door de Tour de France werd Nicolas Frantz bekend. Hij won er de zware edities van 1927 én van 1928 , die 5340 km en 5476 km lang waren. Hij won in totaal 20 ritten, en droeg gedurende 37 dagen de gele trui. Hij boekte 60 overwinningen tijdens zijn profloopbaan en dit tegen alle grote renners uit het interbellum. Toen Desgrange vanaf 1930 de Tour de France per landenploegen liet betwisten was dit bijzonder ongunstig voor deze Luxemburgse wielerheld. In 1978 werd Nicolas Frantz gehuldigd . Hij kreeg  Le Guidon d'Or  als blijk van de eeuwige nationale erkenning van zijn sportverdiensten, eerst als wielerkampioen en nadien als ploegleider.
     
     
    Ottavia Bottechia en Nicolas Frantz    de toppers uit de twenties



    De sombere Nick reed snel over berg en dal met zijn krom stuur. 

    2.  François FABER  (1887-1915)

    De zoon van een vader uit Wiltz en van een moeder uit Lorreinen, groeide op in de voorsteden van Parijs tussen de fabrieken, slachthuizen en vroegmarkten. Hij was een reus van 1m88 en 86 kgr, en verdiende zijn brood als verhuizer en dokwerker. Hij had nog geen fiets toen hij als 18 jarige geboeid geraakte door de wielerkampioenen van de Tour de France. Maar één jaar later stond deze gespierde kerel reeds aan de start met rugnummer 70, als neofietje tussen de wereldtop van de gesnorde wegrenners met de zware koersfietsen uitgerust met een stevige stuurtas.

    De helft van de deelnemers was reeds uit koers wanneer ook de jonge Faber in de zesde rit Nice-Marseille opgeeft. In 1907 vertrekt hij met rugnummer 4. Hij wordt als twintigjarige zevende. Zijn populariteit was ondertussen onbegrensd geworden.  De Kolos van Colombes was een volksjongen met een aangenaam karakter die zijn opgang verder zette zowel in de klassiekers als in de rittenkoersen.
    In de tweede rit Roubaix-Metz 398km van de Tour 1909, betwist in regen en koude leverde hij een toen nog nooit geziene prestatie. Hij won met 33 minuten voorsprong, maar daarna bleef hij ook de volgende vier ritten winnen. François Faber werd toen de eerste buitenlander die de Tour won. Tot aan de Eerste Wereldoorlog won Faber 19 ritten. Hij schreef tevens  De Ronde van Lombardije, Parijs-Tours, Parijs-Brussel, Parijs-Roubaix, en Bordeaux-Parijs op zijn palmares.

    Hij moest als Luxemburger niet naar de oorlog 14/18. Toch wilde hij voor Frankrijk gaan vechten aan het front, daarom meldde hij zich als vrijwilliger bij het Vreemdelingenlegioen. Toen hij in zijn loopgracht ging rechtstaan om een brief te lezen, trof een kogel van een Duitse scherpschutter hem. Faber werd niet ouder dan 28 jaar. Hij is een van de bekendste gesneuvelden uit die oorlog.

     

    Is er ooit een grotere wielerkampioen dan Faber geweest   ?

    3.  Charly GAUL  (1932- 2005)

    Winnaar van de Giro '56 en '59, alsook van de Tour de France '58, had deze sierlijke renner zoveel klasse dat hij de bijnaam  ' De Engel van het Gebergte' kreeg, alsook veel later toen hij werd teruggevonden  de eretitel   'Grootste Luxemburgse Sportman van de Twintigste Eeuw'. Deze Charly Gaul leverde op zekere dagen en liefst tijdens slecht weer in de bergen, grote prestaties die slechts voor weinig bergkoningen mogelijk waren. Vanaf zijn dertigste ging het niet meer zo goed met Gaul. Hij stopte gedurende drie seizoenen  en probeerde in 1965  bij de ploeg Libertas van Willy Riem terug te komen. Via een goede Ronde van Luxemburg zou de legendarische klimmer mogen starten in de Tour van dat jaar.
    Persoonlijk zal ik nooit vergeten hoe zo'n kampioen achter in zijn auto  lag te wenen van blijdschap  omdat hij na maanden van miserie, na zware trainingen, er toch voor het eerst weer was in geslaagd om samen met Ernzer een zware van-stad-tot-stad  over 200 km uit te rijden. Dat gebeurde in mijn dorp Walshoutem. Spijtig genoeg zou Charly door een blindedarmoperatie niet kunnen deelnemen aan de Ronde van zijn land, waardoor ook geen Tour-deelname mogelijk zou zijn. Gedurende vele jaren verdween Charly Gaul daarna, hij wilde geen mensen meer ontmoeten, was liever bij dieren, was een kluizenaar en wou zeker niet over koers praten. Op latere leeftijd werd hij bevriend met Marco Pantani  en verscheen hij plots weer tussen de wielerliefhebbers en de media, en werd hij in ere hersteld. 

            

    Gepensioneerde Charly Gaul draagt dezelfde jas als ik .        De gevleugelde klimmer.

    NOG ANDERE VROEGERE WIELERKAMPIOENEN UIT LUXEMBURG.

    Wij baseren ons op www.cyclingRanking.com  en citeren de renners die daar minstens 1000 scoren.

    Mathias CLEMENS, Jeng GOLDSCHMIT, Bim DIEDERICH, Jean KIRCHEN, Marcel ERNZER, Johnny SCHLECK, Arsène MERSCH, Pierre CLEMENS, Edy SCHUTZ, Willy KEMP, Lucien DIDIER, Jempi SCHMITZ, François NEUENS, Jean MAJERUS, Benoit JOACHIM, Aldo BOLZAN, Roger GILSON,  en J.P. MULLER.  ...  + Lull GILLEN.

    DE NIEUWE GENERATIE LUXEMBURGSE RENNERS.



    Saxo Bank :  Andy SCHLECK, Frank SCHLECK, Laurent DIDIER
    AG2R  : Ben GASTAUER
    Katusha  :  Kim KIRCHEN
    Differdange Continental Team :  Christian POOS, Jempy DRUCKER.

    La Fédération Luxembourgeoise de Cyclisme , gesticht in 1917,  telt 2500 aangesloten leden, wielrenners, mountainbikers, en wielertoeristen die lid zijn van 32 wielerclubs. Het hele jaar rond worden tientallen organisaties gebracht voor cyclosportieven en ook wedstrijden en koersen waaraan zeker ook veel meer Belgen zouden kunnen deelnemen

    Voor de Luxemburgse Nationale Kampioenschappen op de weg in 2010  werden volgende inschrijvingen genoteerd : 7 beroepsrenners m/c , 13 beloften,  48 elites z/c,  37 masters, 23 juniors, 9 dames, 37 nieuwelingen, 28 cadetten, 28 miniemen.   ( Totaal= 230 deelnemers).
    De gebroeders Schleck zijn dus wel de beste renners van het Groot Hertogdom, maar er rijden daar nog veel meer hardrijders rond, zonder te spreken van de vakantiegangers , de zomerse langzaamrijders, en de verdwaalde fietsende pelgrims.


    DOOR ALLEN LANG VERGETEN RENNERS
    DIE IK TOCH  NOG ZEER BIJZONDER VIND.

    Natuurlijk zou hier de prachtige overwinning van Jean  'Bim' Diederich in de rit Reims-Gent 228km uit 1951 en het nemen van de gele trui een plaats mogen hebben, of over de veldritten in Luxemburg,  maar voor een eerder persoonlijke reden volgt nu wat over Lucien Gillen en Willy Kemp, tijdsgenoten van de onsterfelijke Bim Diederich die ik nog in levende lijve zag op een Waalse Sportavond in 2004.

    Toen ik als schoolgaande jongen droomde van een renner uit de Tour de France te worden, zoals Bahamontes of Gaul , toen kreeg ik mijn hele familie tegen me.  Mijn ouders, tantes en nonkels, oudere nichten en neven, waren het allemaal eens dat een jonge man die met groot gemak moeilijke rekenkundige vraagstukken kon oplossen, zeer hoge punten kreeg in opstel, en al vele bladzijden  van  ' de bello gallico' van Julius Caesar had vertaald , onmogelijk snel mocht fietsen  met een krom stuur en een rugnummer op zijn achterkant. 
    Van zonen uit families als de onze werd rond 1960 verwacht dat zij leraar, apotheker, technisch ingenieur, officier bij alle-wapens, missionaris, minderbroeder, pastoor of zelfs het hoogst haalbare, namelijk bisschop van Brugge, zouden worden. Tijdens een eerbiedwaardig leven in hun eigen huis, gebouwd na sparen en lenen bij de Spaarkas, en op goede grond in de omgeving van een kerktoren zouden zij het voorbeeld van hun ouders moeten volgen en zorgen voor vrouw en kinderen.

    Het zigeunerleven van kermiskoerser tussen bier en frieten, of van wielrenner op internationale wegen en gevaarlijke wegen, was dus onbetamelijk. Bovendien verdienden slechts enkelen in dat milieu eerlijk en goed hun kost.  De meesten vervielen immers vlug naar een lot dat van hen cafébaas, fietsenmaker, kolenhandelaar, fabrieksarbeider, pooier of bandiet maakte. Alzo spraken de wijzen uit mijn katholieke Haspengouwse familie. Wielrennen was voor jongens uit de lagere klasse, uit de vakschool, voor zij die te lui waren om in land- of tuinbouw te werken, of voor zij die van geen hout pijlen konden maken, voor de mannen van twaalf stielen en dertien ongelukken !
    De Luxemburgse renners Gillen en Kemp waren echter duidelijk het bewijs dat dit niet zo was.

    Lucien  (Lull) Gillen , geboren in 1928, was beroepsrenner van 1947 tot 1966. Hij was een elegante verschijning op de wielerbanen, waar hij optrad in sprint, achtervolging, omnium, en zesdagen. In 1955 vestigde hij op de Vigorelli te Milaan een wereldrecord over de 5km. Hij reed méér dan 100 zesdagen en won er 10, waaronder 5 met Ferdinando Terruzzi, en de andere met Post, Nielsen, Schulte, Severeyns en Lelangue. Tijdens de jaren 1949 en 1950 werd hij vaak gekoppeld aan Stan Ockers.
    Gedurende zijn sportieve loopbaan studeerde hij ook op universitair niveau de economie en de financiën. Zijn talenkennis en zijn mensenkennis, gepaard aan diploma's lieten hem nadien toe zeer hoge functies te bekleden in het Luxemburgse bankwezen.

    Willy Kemp   ( ik werd thuis ook Willy genoemd alhoewel zij mij als Wilfried hadden aangegeven en gedoopt in 1944)  was de zoon van een rijk zakenman. Hij was geboren in 1925 studeerde economische wetenschappen en kon aanvankelijk weinig wedstrijden rijden tot wanneer hij als amateur bij de studenten universitair wereldkampioen 1947 op de weg werd. In Luxemburg was nog niemand  ooit wereldkampioen geweest. Zo geraakte Willy Kemp aan de nodige faam voor een vergunning van beroepsrenner omdat hij werd gevraagd als helper in vele rittenkoersen en wereldkampioenschappen. In 1955 won hij mooi de Tourrit Namen-Metz voor eigen volk.

      Student Willy Kemp

    25-07-2010 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op onze nationale feestdag 1909 stierf Charles Verbist.
    DE DOOD VAN EEN HALFGOD
     VAN ONS VOLK.
    Wielrenner Verbist debuteerde als wegrenner maar schakelde wat later over naar de baan. Door gangmaker Ceurremans overtuigd en meegesleept ging hij zich toeleggen op races achter zware motoren waar toen veel geld te rapen lag. In die specialiteit verwierf hij snel een plaats bij de allerbesten in West-Europa, want hij was een virtuoos, een man die de supporters adembenemend spektakel bracht. In de belangrijke sportstad Antwerpen en voor wielerminnend België werd de immens populaire sinjoor wat Stan Ockers veertig  jaren later zou worden.

    Karel Verbist liet zich kennen in koersen met gangmaking tijdens de 24 uren van Antwerpen 1906. Kampioen van België halve fond in 1908 werd hij door Arthur Vanderstuyft te kloppen, toen  een crack. Datzelfde jaar versloeg hij op Zurenborg (Antwerpen) Paul Guignard die nadien de eerste stayer zou worden die achter een motor meer dan 100 Km in één uur aflegde. Tijdens die match tegen deze Franse vedette  legde Verbist de 100 Km af in 1u 08' 57". Onderweg brak hij de records over 50 km (24'15") en het uur (87 km 130 m). In het jaar 1909 zou Verbist nog op 18 juli de Grote Prijs van de Koning der Belgen winnen op de wielerbaan van Karreveld in Sint-Jans-Molenbeek. Leopold II woonde die wedstrijd persoonlijk bij. De volkstoeloop voor zulke koersen op de wielerbaan was zo groot dat de organisatoren drie dagen later, op dezelfde plaats ter gelegenheid van de Nationale Feestdag, een bijkomende meeting organiseerden met schoon prijzengeld voor Verbist om de duizenden fans van 'Sjoareltsje' toch maar te vermaken en om veel entreegeld te innen. Tijdens de laatste ronde van een stayerswedstrijd waarin hij door defect geplaagd werd, probeerde hij als een razende toch te winnen. De snelle eindsprint zou nog maar zés seconden duren. Door een klapband verloor de gangmaker echter plots de controle over zijn stuur en het zware vehikel begon te slingeren. De wielerkampioen Verbist, botste tegen de rol van de motor, vloog tegen de omheining, schoof weer op de piste en werd daar nog eens aangereden door de aanstormende Meinhold, de gangmaker van Schipke. De wereldrecordman werd zwaar toegetakeld, verbrijzelde ruggengraat en gescheurde schedel, en overleed ter plaatse onder de ogen van de verbijsterde toeschouwers in de bomvolle velodroom. Het drama van Karreveld dompelde het hele land in rouw. Verbist kreeg een  begrafenis van een grote gesneuvelde held. Op de markten begonnen de liedjeszangers zijn  tragische lot van diepbetreurde volksjongen  te bezingen terwijl zij  veel foto's en postkaarten verkochten, die vandaag, 101 jaar later, nog te koop worden aangeboden via eBay op het Internet, tegen bijvoorbeeld een prijsje van 4,95 euros + 1 euro verzendingskosten.

     Het liedje gaat als volgt:
    "Charelke, Charelke, Charelke Verbist.
    Had gij niet gereden op de pist.
    Had gij niet gelegen in uw kist."

    In het begin van de twintigste eeuw zorgden  Thaddeus Robl, Louis Darragon, Paul Guignard, Piet Dickentman, Emile Bouhours, Bobby Walthour, Eugenio Bruni, e.a. dat de snelheden tijdens stayerskoersen waren omhoog geëvolueerd van 60 km tot 90 km/u. De nieuwkomer Verbist schoof als een superster mee aan tafel met hen voor het dikke prijzengeld, en zelfs tegen snelheden van 100 km/u beheerste hij nog de situaties. Om dit te kunnen beschikte de talentrijke Antwerpse stayer, over stalen zenuwen en een bovenmenselijke wilskracht, die de wielerliefhebbers zeer bewonderden zodat zij met duizenden naar de velodrooms kwamen waar een stayersnummer met hun idool op de affiche stond, en waar de stayers eigenlijk jongleerden met de dood.en dat was vooral het geval in Duitsland tot wanneer nieuwe reglementen het gevaar zouden beperken.

     Enkele uitslagen van Karel Verbist :

    1906
    1e 24-uren van Antwerpen.

    1907:
    1e Grote Zomerprijs Munchen
    1e Grote Wereldprijs Munchen
    1e Stayersprijs Herfstfoor Leipzig
    1e Match tegen Robl en Guignard
    1e GP van Europa 1/2 fond (Steglitz)
    1e Grote Herfstprijs (Steglitz)
    1e totaalklassement op Duitse Wielerbanen
    2e te Parijs in het wereldkampioenschap, na Darragon, doch voor Parent.

    1908:
    1e Grote Lenteprijs Hannover
    1e Gouden Beker Keulen
    1e GP Duitsland 1/2 fond (Dusseldorf)
    1e Prijs Zevengebergte (Keulen)
    1e Westduitse Derby (Keulen)
    1e Uurkoers van Steglitz (D)
    1e totaalklassement op Duitse wielerbanen
    2e Internationale Lenteprijs (Leipzig)
    1e Nationaal Kampioenschap tegen Goor en A.Vanderstuyft

    1909:
    1e Grote Paasprijs Steglitz (D)
    1e Groot Gouden Wiel (Steglitz)
    1e Uurkoers 1/2 fond van Leipzig
    1e Grote Jubileumpriis (Keulen)
    1e Feestweek Breslau
    1e Wereldrecord achter zware motoren
    1e Nationaal Kampioenschap tegen A.Vanderstuyft en Platteau.
    1e Brussel - Grote Prijs van Koning Leopold II.

    Zijn sportieve loopbaan was zeer kort. Hij kwam noodlottig om het leven. Zijn dood wordt nog altijd geciteerd wanneer wordt geschreven over onderwerpen als overmoed, wieleroverdrijving, waaghalzerij, uitzinnige strijdlust, die sportlui met een te enorme ambitie soms duwen tot in de dood door het nemen van grote risico's of het gebruiken van doping, om de vedetten van het publiek te worden of te blijven.
     
    Hij werd niet ouder dan 25 jaar. Op 26 juli 1909 volgden vele duizenden sportmannen zijn kist naar de laatste rustplaats. Alle toen bestaande sportclubs stuurden bloemen en kransen. Opvallend was volgens mij ook het aantal bloemen dat uit Duitsland kwam waar Verbist op de vele wielerbanen  grootse prestaties leverde en werd beschouwd als sportman nummer één, in een buurland waar op 21 juli 1909 nog bijna niemand van plan was om aan de oorlog 14-18 te beginnen. De nog 'goede' Duitsers van toen zonden alzo voor de begrafenis van onze Dauerfahrer Karel Verbist toen twee treinwagons bloemen naar Antwerpen om het graf van de sterkste velorijder van dat moment te sieren.

    Het prachtige grafmonument van de wielerkampioen Karel Verbist is te bezoeken op het kerkhof in Wijnegem (België).





    21-07-2010 om 21:10 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    16-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Landen- Santiago de Compostela 1999 - ( 1 ) .
    1. Maandag 10 mei 1999.

    6u35- Uit bed.
    Olive Green, mijn geweldige fiets, staat volledig klaar met de nodige inhoud in alle fietstassen. Gehaktbal volgens het recept van echtgenote voor ontbijt en ook voor later onderweg. Afscheid. Kus aan vrouw, streling voor hondje.

    7u25- Start- 
    Drie foto's. Bergaf naar Sint Gertudis van Landen. Dit is een pelgrimskerk, voorkant van deze kerk verdient zeker meer aandacht en rond deze kerk zou ruimte moeten komen. Alhoewel ik maar een  slechte parochiaan ben, plaats ik mijn handpalm toch een tijdje tegen de koude kerkmuur. Landen is mijn woonplaats, maar ik werd geboren nabij en gedoopt in Sint Pancratius te Waasmont waar tijdens het jaareinde steeds een bijzondere Kerststal wordt gebouwd. Langs het wandelpad van de Zeyp, langs de bakstenen van de Roospoort bereik ik de ander kant van de spoorweglijn Brussel-Luik, vervolg ik langs het bospad en kom ik in het geklasseerde landschap van Sinte Gitter. Daar ligt  Oud-Landen, de bakermat van de Karolingers, waar eens de versterkte hoeve stond van Hofmeier Pepijn de Oude. Stop. Volgens Keltisch gebruik, zoals ook de Ierse zwerfmonniken deden die ons het geloof brachten, neem ik een beetje klei van Sinte Gitter en ik stop dat in een  linnen zakje in mijn stuurtas. Een pelgrim die op zwerftocht vertrok verzekerde zich zo dat hij eens naar huis zou terugkomen na de gevaren die op hem wachtten op de onbekende wegen .  Hup, ... in het zadel en duwen op de pedalen, trekken aan het stuur, niet langer tijd verkwisten, het onderweg zijn is nu begonnen !

    Racour, Linsmeau, Libertange,Marilles,Noduwez, Enines, Huppaye, waar we de Ravel 2 volgen tot Ramillies. Ik rijd wat verkeerd. Het regent. Ik schuil. Te Eghezée koop ik dagblad  Le Soir . Neen, zoals in volle Dutroux-tijd  1996 toen ik naar Rome vertrok zijn er nu nergens verdwenen maagden teruggevonden. Nogmaals schuilen voor een regenvlaag aan de Ancienne Gare de Leuze . Ik eet opnieuw 'home made gehaktbal', wat vroeger dan voorzien, maar waarom zou ik verder rijden in de regen. Op het natte fietspad maak ik wat later toch goed vaart tot Namur St Servais, genoemd naar de heilige van Maastricht, die zoals Amandus, Trudo en Bavo, en andere vergeten heiligen, belangrijk was voor onze voorouders. Ondertussen reed ik doorheen de landschappen waar de Veldslagen van Neerwinden en van Ramillies zich hadden afgespeeld.

    Vallei van de Samber. Regen. In een buskotje schuil ik, lees ik verder de krant, en kan maar niet van de bouletjes blijven, want met een grijze boterham en Borgloonse siroop zijn die veel te lekker.Omdat ik daar zo ellendig zit en ik best misschien te Namen naar een droog logement zoek voor de rest van deze eerste dag, klim ik omhoog naar Belgrade-Namur, terwijl op dat ogenblik het oorlog is in het Belgrado van Yougo-Slavië. Oorlog is erger dan regen. Dat troost me. Namur Gare, oude wijken van Namen, Tour Saint Jacques, even nabij het casino een kijkje nemen bij Cycles Saïtta, na te zijn voorbijgereden langs cafés voor soldaten waar ik in 1965 veel pintjes dronk.
    Langs de Maas en de jeugdherberg naar Wépion, bekend om zijn aardbeien, en in de hellingen van de Maasvallei  komt er weer een zonnetje kijken. Ik zoek naar Chemin des Ajoncs waar de secretaris van l'Association des Amis de Saint Jacques woont. Hij is vooral een motorrijder. Vrouw en man ontvangen me vriendelijk. Op zijn terras drinken we een Maredsous. De lucht is nu heerlijk om te fietsen. Afscheid van Monsieur Degehet.

    Bois de Villers. Ik zoek naar La Chaumière in de Rue Raymond Noël waar volgens mijn oude informatie een naamgenote woonde, ene Viviane die ooit koers reed bij de dames en ook bevriend was met Pol Meura, een beroemde fietser uit Wallonië. Ik vind de woning, maar er hangt een plaat  ' Te Koop' . Doorrijden en Viviane vergeten, is het beste wat ik kan doen. Mettet. St-Gérard. Ik ben moe en stop in een weide voor een dutje op mijn badhanddoek die ik eerder tijdens het schuilen al nodig had. Na een uurtje vertrek ik weer en even later kom ik aan een hotel. Zoals de auto's op het circuit word ik er afgevlagd door mijn goesting naar een goed glas bier. Biertjes, steak aux champignons, en daarna mijn vuile armen en benen wassen in een bad van heet zeepsop. Ik val wat later reeds in slaap want ik ben niet goed getraind en al fel vermoeid. 

    2. Mardi 11 mai 1999.

    02u00- LE CAMPAGNOL METTET. Boum ! ... wanneer ik terug in mijn bed spring na het uitplassen van de pilsjes die ik dronk, zakt mijn bed in mekaar, want de Latoflex heeft het begeven. Ik slaap verder met de matras op de vloer. Wat TV en nogmaals in het bad, want ontbijten is pas later afgesproken. 8u45. Nog niemand in de eetzaal van het hotel. Het personeel is te laat, doch de baas leest zijn gazet in de keuken en langs daar geraak ik toch aan het tafeltje waar ik mag eten. De Waalse rommeligheid  verandert na enkele minuten in een uitstekend ontbijt. Fruitsap, omelet, vele schijven brood, goede koffie, opgediend door een gehandicapte hotelbediende, een sukkel maar een erg vriendelijke man. De rekening bedraagt 1840 fr, maar ik laat hem de rest van de twee duizendjes, als fooi, en krijg veel dank. Ik hoop dat deze goede daad me op mijn tweede dag beter weer zal brengen en geluk op mijn pelgrimsweg. Mettet, Florennes, Philippeville, Couvin, Chimay, Hirson (France).

    Enige feiten genoteerd op deze tweede dag :
    -Iemand verloor zijn regenjasje op de weg en dat raap ik op want het kan nog nuttig worden, al was het maar om mijn stuurtas te beschermen. 
    -Stop te Philippeville. Ik loop even binnen in de CGER-Fortis, mijn vroegere werkgever waar ik een vervroegd pensioen kreeg als 52-jarige, hetgeen me toelaat schone fietstochten te maken.
    ' Chers camarades, j'ai si bon sous ma casquette et en cuissard cycliste, en vous voyant si bien travailler pour faire fructifier les actions de Lippens et de Davignon. ...! '
    - Door het eten van een zure appelsien krijg ik maagkrampen. Daarom ga ik Rennies kopen in een apotheek, maar ik laat nabij de kassa mijn bril liggen. Gelukkig vind ik hem daar terug.
    - Te Couvin kom ik voorbij Donnay, bekend merk in de sportwereld.
    - Soms wandel ik een tijdje naast mijn fiets en dat doet me wel goed.
    - Te Chimay eet ik mijn laatste gehaktbal op en kijk in een Teles hoe het met mijn bankrekening is gesteld, alvorens België te verlaten. Dat is ook een bewijs waar ik me op dat ogenblik bevind .
    - Nabij de grens in een dorpswinkel ontdek ik dat de winkelierster een soort filosofe is die het fijn vind dat zo een pelgrim-met-baard  haar bezoekt. Om te bewijzen dat zij geen dom blondje is schrijft zij op een kaartje " En mon coeur j'ouvre la rose de la connaissance  ..." . Dit is een zin waarover ik moet nadenken terwijl ik vorder 'sur la route de Saint Jacques'. Ik vermoed dat zij wat verbleef  in een godsdienstige sekte of in een klooster .
    - Op Frans grondgebied kan ik weer op goed tempo fietsen, maar rond 17u00 rijden er naast mij veel auto's en plots rijdt er ook een kerel op een Colnago met een zware tas op zijn rug. Hij ziet dat ik op een fietskader van kwaliteit zit en is erg nieuwsgierig. Vroeger kwam hij koers rijden in België omdat hij in Frankrijk veel gewonnen zodat hij door een puntensysteem alleen nog ik de grote koersen mocht starten, en die werden ver van zijn woonplaats betwist. Hij kwam toen veel liever naar het voor hem nabije België omdat hij daar in de omgeving van Leuven meer kon verdienen door anderen te helpen in de koers. 'Mijn familienaam is Dieu' , zei hij. Vraag maar aan zij die rond 1980  bij de 'amateurs' koersten of zij me daar nog kennen. Ik kon moeilijk geloven dat ik daar naast mij een echte God zag rijden op een koersfiets. Pelgrim op Gods wegen ontmoet Dieu. Hoe is het mogelijk ?  Die toffe Monsieur Dieu uit Hirson raadt me aan van in zijn stad te logeren ' Au Cheval Blanc' . Loop daar niet voorbij omdat het daar vol Noord-Afrikanen zit, want het zijn daar eerlijke mensen met een goede reputatie in de horeca. Inderdaad, au 124, rue Charles De Gaulle, kom ik in een goed hotel van klasse **. Ik zal in lichtblauwe lakens slapen, kijken naar een groot kleurenscherm, me wassen in een kuip met merkwaardige waterkranen.  Ik eet à volonté couscous et drink Jupilers uit een stevige pint. Ik blijf er lang op een barkruk zitten. Men legt me daar uit op verschillende manieren waar Kabylië ligt en welke mensen uit Kabylië afkomstig zijn, het zijn berbers die meer op Italianen gelijken  en die geen enkele godsdienst belangrijk vinden.

    De hotelbaas heeft één grote droom. Eens zal hij Le Cheval Blanc verkopen. Met zijn geld zal hij terug naar de bergdorpen van Kabylië gaan om daar met een sterk 4 X 4 voertuig, met mannen en  metaaldetectors op schattenjacht te gaan. Onder het zand en in grotten ligt er van alles verborgen,. en ongetwijfeld ook wapens, niet alleen moderne maar ook uit de verre geschiedenis van het grote Berbervolk.  Ingesmeerd met dierlijk vet en beschermd door tapijten, door roest niet aangetast, wordt dat verborgen en verdwenen materiaal voor de vinders een manier om goed geld verdienen. Zijn verhaal is spannend en erg mannelijk, maar hij, ikzelf en andere tooghangers afkomstig uit de Maghreb hadden toen al meerdere rondjes betaald want Kabyliërs drinken graag bier en zijn geen Arabieren die slechts thee en water slikken.

    3. Mercredi 12 mai 1999.

    8u30. Ontbijt. De toekomstge schattenjager, die zoals zijn vader en zijn grootvader uitbater is van dit café-hotel-restaurant, trakteert me nog op een koffie. In de richting van Vervins volg ik de Route van Charlemagne. Ik koop l'Equipe want die staat vol dopingverhalen over Virenque. De N2 is een drukke weg, en vooral na hun pauze, rond 14u00, razen alle chauffeurs van vierwielers daar als moordenaars-in-spe over de steenweg. Marle. Stop aan Musée des Temps Barbares. Ik maak een foto van een publiciteitsplaat om vooral het schone woord  JOURNEE  met veel duidelijkheid vast te leggen. Pijnlijke voeten verplichten me tot rusten op een zitbank, zodat ik weldra mijn sportkrant volledig gelezen heb.



    Laon waar de Karolingers thuis waren bij mama Bertrada, the Queen.

    In de verte op een heuvel daagt de stad LAON op ( uitspreken 'long'). Dze stad was eens de koninklijke residentie van de Karolingers. Bertrada van Laon (720-783 ) ook bekend als Berthe aux Longs Pieds, was niet meer en niet minder dan de moeder van Karel de Grote. Ook Boudewijn met de ijzeren arm was van Laon. Hij was de eerste graaf van Vlaanderen. De huidige kathedraal van Laon werd gebouwd tussen 1155 en 1235, maar eerder was er ook reeds een romaanse kerk. Deze stad overheerst sedert eeuwen  La Thièrarche, een rijk landbouwgebied. Ik bezoek de kathedraal. Alvorens daar binnen te gaan vraag ik aan de bedelaar aan de poort of  hij op mijn vastgeketende fiets wil passen, in ruil natuurlijk voor de flinke almoes die hij zal krijgen. Ik stap het Office du Tourisme binnen en informeer naar Mevrouw Martinet. Deze vrouw is echter overleden. Zij was een archeologe, een geschiedschrijfster, van wie ik boeken las over de Karolingers die naar Spanje trokken in de VIIIe eeuw om te strijden tegen de oprukkende Islam.
    Ik bekom het adres van haar zoon, een meubelmaker die dicht bij de kathedraal zijn atelier heeft. De man is een bekende 'artisan' . Ik leg hem even uit dat ik de geschriften van moeder Martinet zeer belangrijk vond, en dat het voor mij een eer is de hand van haar zoon te mogen drukken. Maar verder wil ik zijn tijd niet opeisen vermits hij klanten heeft in zijn zaak van antieke meubels.

    Tijd om mijn stuurtas goed te vullen met proviand. Ik schaf me brood aan, bananen, saucisse sèche du pays, water, cola, gedroogde druiven, wijn van Marmande, alsook  'paté du Moyen Age'. Daarna op de D94 fiets ik op een golvende weg naar Le Chemin des Dames, waar ik herinneringen aan de Eerste Wereldoorlog wil bezoeken.  Dit is een landschap waar verschrikkelijke gevechten plaatsvonden. Ik stop te Cerny-en-Laonnais. Eerbiedig wandel ik er op beide soldatenkerkhoven rond. In het gulden boek van de Fransen en van de Duitsers schrijf ik mooie zinnen ten voordele van de schone Vrede op Aarde. Ondertussen heb ik op het Duitse gedeelte een prachtige boom gezien, waaronder ik  op een plastiek en in mijn slaapzak buiten zal slapen zoals de dappere en minder dappere soldaten uit de oorlog 14-18.

    Op een monument van dit nécropole nationale staat  :
    " Les choses visibles sont passagères, et les invisibles sont éternelles" 
    - Corinthiens 4.18

    en om na te denken vindt de oplettende pelgrim er ook nog :
    "Si l'homme une fois mort pourrait revivre "  - Job 14.14


    Kruis voor de vele Franse gesneuvelden van Le Chemin des Dames.


       Friedhof  Cerny-en-Laonnais waar ik sliep.

    4. Jeudi 13 mai 1999.

    Nécropole National de Cerny. Oude snurker in slaapzak. Mijn heerlijke nachtrust wordt bedorven door regenvlagen, maar ik lig droog onder het bladerdak van de grote Duitse linde. Een uur later begint echter mijn miserie. Zware druppels rollen met enige vertraging van de takken en vallen op mij, spetsen op mijn slaapstee. Deze moet ik daarom anders inrichten. Ik plaats de plastiek die onder mij lag nu boven op mij en weldra val ik terug in slaap tot wanneer de vochtigheid rondom mij en ook mijn zweet me helemaal nat maken. Het regent nog steeds, maar minder. Om aan de maan te laten zien dat ik een beetje gek ben, maar dat ik ook een gelukkig exemplaar ben van Gods Schepping, kruip ik recht, stroop ik mijn kledij van mijn lijf, en op mijn blote voeten start ik poedelnaakt voor een jogging rond de natte grasmat van het kerkhof. Dra hoor ik geen regen meer, maar wel de zuiderwind die met blaffende honden de schapenbenden van wolken wegblaast. Ondertussen merk ik in de verte de opkomende zon die gelukkig vandaag ook weer zal schijnen over Le Chemin des Dames, over de regio van de Dood,  en dat betekent een nieuwe dag en Leven.  Ik leg slaapzak, dekzeil, kledij, en al wat nat is open op een nabije haag zodat licht, lucht en warmte deze weer in betere staat zouden brengen.

    Aan het gebouw van de tuinman had ik opgemerkt tijdens het lopen dat daar waterkranen waren en ook een mesthoop met tuinafval. In koersbroek, op instekers, met handdoek, washandje, een  bol zeep, bladzijden van l'Equipe, slof ik toe naar die hoek van de necropolis. Overheerlijk moment van ontlasting in de natuur, hoopje en gazet wegstoppen onder rottend gazon, felle besprenkeling met water betaald door de Franse Staat, zijn mijn eerste bezigheden op deze vierde pelgrimsdag. Mijn kampplaats is weldra opgebroken en proper. Als een jonge soldaat die een verlofbrief op zak heeft, fiets ik in nieuwe Fortis-koerskledij door de frisheid van de ochtend over de D18 naar de Caverne du Dragon en de Ferme d'Hurtebise, langs kronkelende landwegen met klimmetjes.

    Image d'un soldat pendant la Grande Guerre au Chemin des Dames.

    Deze musea zijn op het vroege uur nog niet open, maar ik eet er worst en brood zodat ik met gevuld buikje door Vassogne, Jumigny, Oeilly en Villers-en-Prayères, rijd.  Ik heb weer last van slechte bloedsomloop in mijn voeten en wandel daarom wat als voetganger verder, terwijl ik mijn fiets aan de hand meevoer. Een paardenliefhebber stopt en vraagt of hij me moet verder brengen want zijn aanhangwagen voor paarden is toch  leeg. Praatje. Merci beaucoup, Monsieur. Bonne chance et au revoir. 

    Ik trek over de Aisne, kom weldra te Merval en wat verder te Fismes-sur-Vesle. In een café stop ik voor ontbijt met koffie, brood, melk, en een 'éclair au chocolat'. Het gebied waar ik voorbij kom is vol bossen, heerlijk voor de trekvogels die daar komen. Chéry-Chartreuve, Fère-en-Tardenois. Ik heb al wat gezweet en ik wissel daarom van onderlijfje. De D310 brengt me naar Coincy waar een wielerkoers voor aspiranten wordt gehouden. Seingevers laten mij amper passeren. Ik kan nog net de start meemaken van het mooie deelnemersveld wanneer ik die gemeente bereik. Het gaat moeilijk op weg naar Chateau-Thierry, waar ik mijn fiets laat stoppen aan het geboortehuis van de beroemde fabelschrijver en dichter Jean de la Fontaine.

    Le Corbeau et le Renard

    Maître Corbeau, sur un arbre perché,
    Tenait en son bec un fromage.
    Maître Renard, par l’odeur alléché,
    Lui tint à peu près ce langage :
    « Hé ! Bonjour, monsieur Du Corbeau.
    Que vous êtes joli ! Que vous me semblez beau !
    Sans mentir, si votre ramage
    Se rapporte à votre plumage,
    Vous êtes le phénix des hôtes de ces bois. »
    A ces mots le corbeau ne se sent plus de joie ;
    Et, pour montrer sa belle voix,
    Il ouvre un large bec, laisse tomber sa proie.
    Le renard s’en saisit et dit : « Mon bon monsieur,
    Apprenez que tout flatteur
    Vit aux dépens de celui qui l’écoute :
    Cette leçon vaut bien un fromage, sans doute. »
    Le corbeau, honteux et confus,
    Jura, mais un peu tard, qu’on ne l’y prendrait plus.

    L'Office du Tourisme bezorgt mij een regionale kaart en wijst me naar Hotel Wilson nabij het station. In dat oude gebouw logeer ik in een ruime kamer, met twee televisietoestellen, maar uit de kraantjes komt daar geen warm water. Op deze feestdag van Onze Lieve Heer Hemelvaart eindig ik mijn lange dag met Tripes à la mode de Caen, rode wijn, stokbrood en Camenbert.


    6. Vendredi 14 mai 1999.

    09u00- afgesproken ontbijtuur. Om 9u45 verlaat ik Chateau-Thierry, waar ik ook een andere fietser met pak en zak zie, een kerel met lang haar, blote benen en zonder kousen, die ik reeds te Laon had opgemerkt, maar op dat moment hebben wij geen kans tot ontmoeting. De wegwijzers zijn voor de auto's en niet voor de fietsers. Ik vind mijn gepaste kledij niet, ofwel heb ik te warm, ofwel heb ik te koud. Op de N3 ben ik een sukkelaar. Ik zwenk daarom af naar de dorpjes Bézu-le-Guéry, Méry-sur-Marne, Luzancy, La Ferté-sous-Jouarre, waar ik de rivier de Marne ontmoet. Op het postkantoor koop ik er zegels. De bediende vertelt dat hij als hobby niet fietst, maar wel met passie postzegels verzamelt. Ik beloof van hem Belgische postzegels te bezorgen en later zal ik naar hem mijn oude zegels opsturen. Ik kan niet weerstaan aan mijn hongergevoel en stap een restaurant binnen. Het menu van 68 FF versterkt me met de 'faux-filet aux poivres verts' met 'gratin de pommes de terre et courgettes'. Maar ik vind een Lipton thee van 20FF toch wat te duur. In een winkel koop ik een fles mineraalwater, een fles rode wijn en een kurkentrekker. Daarna vorder ik  moeizaam verder op de N3, langs industriële zone's en  in het gevaarlijke verkeer. Ik zweet veel, stop regelmatig, en ook duw ik soms mijn zware fiets terwijl ik weer voetganger ben, in de hoop dat ik me zo beter zal gaan voelen. Te Meaux, de historische stad, zoek en ontdek ik Hotel Le Richemont gerund door de familie van Joop Zoetemelk, maar het is niet inspirerend, en duur. Bovendien is het nog te vroeg om reeds te stoppen. Ik bezoek de kathedraal (waar ik een kaars laat branden),  l'Office du Tourisme, en het station waar ik in de Quick een kleine hamburger eet.

    Op deze vrijdagavond heb ik eigenlijk een afspraak met mijn jongste broer Guido, die tijdens dit weekend Parijs en de Chateaux de la Loire bezoekt, maar ik ben reeds uren te laat door de regen, door de wind. Vooral door mijn slechte fysiek heb ik te weinig kilometers afgegd. Vermits het geen must is onze Guido te Parijs te ontmoeten, heb ik dit reeds doorgestreept, maar nu verneem ik in het station van Meaux dat ik voor 41 FF om 17u47 met de trein naar Parijs kan, zonder formaliteiten voor fiets en bagage. Ik maak dan ook deze keuze. Ik verfris me wat, pas mijn kledij aan ( lange broek en wandelschoenen) en kort daarna kom ik aan te Paris-Est. Het eerste wat ik daar doe is een toeristische kaart van de stad  kopen voor 41 FF. Terwijl ik nog aan het zoeken ben maar toch reeds Hotel Paris-France nader kom ik per toeval de auto tegen waarin mijn familieleden zitten en ik smokkel mezelf en mijn fiets aalvlug binnen op een van beide kamers die mijn broer reserveerde.

    Om 22u00 wanneer de metro reeds goedkoper is, vertrekken wij die avond naar Brasserie Julien (bezet) en naar Saint Germain des Près waar we met onze groep van vijf personen in de Lutèce Tripoux d'Auvergne au fromage blanc eten met een fles Bourgogne aligoté. Een taxi brengt ons voor 30 FF terug naar Place de la République. De twee dames en de kleine jongen gaan naar bed, terwijl de gebroeders Wilfried en Guido nog een uurtje op stap gaan en weldra vinden dat in het Paris by Night van 1999 anijsdrankjes en Mexicaanse batida's toch wel overdreven duur zijn.

    6. Samedi 15 mai 1999.

    Wanneer de fietsonvriendelijke hotelmanager ontdekt dat mijn fiets via de lift de kamer bereikte, begint hij daar een probleem van te maken, althans tegen de dames. Want als hij  franssprekende kerels van 1m90 voor zich ziet, dan vermindert hij vlug van toon. Zwak ontbijt. Terug op de kamer liggen we nog wat op bed en nemen we allemaal nog een douche om kiplekker te beginnen aan deze zaterdag. Afscheid van Guido, Camy, Orfa en Stephen.

    Ik fiets naar Notre Dame de Paris, naar Place St-Michel en Rue Saint Jacques, naar Musée de Cluny et du Moyen Age. Ik wil daar mijn fiets parkeren in een hofje, doch word weggejaagd als een schooier door een onvriendelijke vrouw. Twee minuten later maak ik een praatje met Parijzenaars die me hoog schatten omdat ik ben ' un pèlerin de Belgique sur la route de Saint Jacques de Compostelle' .

    Uit een publieke cabine telefoneer ik naar Jeugdherberg d'Artagnan waar er nog plaat vrij is voor een senior zoals ik. Ik fiets doorheen Parijs, langs les Nations, naar die jeugdherberg, waar ik voor twee nachten boek en mijn bagage kan opsluiten in een 'veilige locker'.  Na een conversatie met Mexicanen ga ik te voet op verkenning en besluit ik te eten in ' Flèche d'Or' . Steak argentin avec des frites, et avec 0,375 liter rouge de Chinon. Een uur later drink ik koffie in  Café de la Gare Scènique à Bagnolet. De grote wandeling door Cimetière du Père Lachaise is de moeite waard, maar ik moet weldra stoppen wegens vermoeidheid en geniet er van een dutje in de zon. Ik bereik niet zonder moeite weer de jeugdherberg, waar ik nog wat frietjes kan eten. Ik ontmoet een reiziger uit Oregon (USA) , drink nog een pintje in Café Le Forgeron, waar ik een brief schrijf naar mijn echtgenote. Op de slaapkamer moet ik wel vaststellen  dat anderen reeds de beste plaatsen bezetten en ik vrij hoog via een laddertje in het zesde en laatste bed zal moeten kruipen.

     




    16-07-2010 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (1)



    EINDE
    VAN DEZE BLOG
    26 08 2012

    Foto

    Foto

    Hoe sterk is de eenzame fietser
    Die krom gebogen over z'n stuur tegen de wind
    Zichzelf een weg baant


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Zoeken in blog


    Foto

    Foto

    Foto

    Een bescheiden blik in de geschiedenis van de wielersport is vaak al voldoende om de fascinatie te proeven.
    OLYMPIA 1981 YVES MONTANT   A BICYCLETTE
    http://www.youtube.com/watch?v=lOZPWpiNUWQ&feature=related



    La bicyclette

    Quand on partait de bon matin
    Quand on partait sur les chemins
    A bicyclette
    Nous étions quelques bons copains
    Y avait Fernand y avait Firmin
    Y avait Francis et Sébastien
    Et puis Paulette

    On était tous amoureux d'elle
    On se sentait pousser des ailes
    A bicyclette
    Sur les petits chemins de terre
    On a souvent vécu l'enfer
    Pour ne pas mettre pied à terre
    Devant Paulette
    Faut dire qu'elle y mettait du cœur
    C'était la fille du facteur
    A bicyclette
    Et depuis qu'elle avait huit ans
    Elle avait fait en le suivant
    Tous les chemins environnants
    A bicyclette


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    NATHALIE.

    La place Rouge était vide
    Devant moi marchait Nathalie
    Il avait un joli nom, mon guide
    Nathalie...
    La place Rouge était blanche
    La neige faisait un tapis
    Et je suivais par ce froid dimanche
    Nathalie...
    Elle parlait en phrases sobres
    De la révolution d'octobre
    Je pensais déjà
    Qu'après le tombeau de Lénine
    On irait au café Pouchkine
    Boire un chocolat...
    La place Rouge était vide
    Je lui pris son bras, elle a souri
    Il avait des cheveux blonds, mon guide
    Nathalie... Nathalie
    Dans sa chambre à l'université
    Une bande d'étudiants
    L'attendait impatiemment
    On a ri, on a beaucoup parlé
    Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait
    Moscou, les plaines d'Ukraine
    Et les Champs-Élysées
    On a tout mélangé et on a chanté
    Et puis ils ont débouché
    En riant à l'avance
    Du champagne de France
    Et on a dansé...
    La, la la...
    Et quand la chambre fut vide
    Tous les amis étaient partis
    Je suis resté seul avec mon guide
    Nathalie...
    Plus question de phrases sobres
    Ni de révolution d'octobre
    On n'en était plus là
    Fini le tombeau de Lénine
    Le chocolat de chez Pouchkine
    C'était loin déjà...
    Que ma vie me semble vide
    Mais je sais qu'un jour à Paris
    C'est moi qui lui servirai de guide
    Nathalie... Nathalie


    Foto

    Foto

    Foto

    Marianne de ma jeunesse
    Ton manoir se dressait
    Sur la pauvre richesses
    De mon rêve enchanté

    Les sapins sous le vent
    Sifflent un air étrange
    Où les voix se mélangent
    De nains et de géants

    Marianne de ma jeunesse
    Tu as ressuscité
    Des démons des princesses
    Qui dans moi sommeillaient

    Car ton nom fait partie
    Marianne de ma jeunesse
    Du dérisoire livre
    Où tout enfant voudrait vivre

    Marianne de ma jeunesse
    Nos deux ombres enfuies
    Se donnèrent promesse
    Par-delà leurs joies et leur vie

    Marianne de ma jeunesse
    J'ai serré sur mon cœur
    Presque avec maladresse
    Ton mouchoir de pluie et de pleurs

    Foto

    http://nl.youtube.com/watch?v=lgUrlO6hku8
    Les Baladins
    http://nl.youtube.com/watch?v=75lFwcGucOA&feature=related
    Marie Marie
    http://nl.youtube.com/watch?v=AaXY59mg9QE
    Nathalie   - Spaanse versie

    http://fr.youtube.com/watch?v=27eWewocQm4&feature=related
    Nathalie mon guide avait des cheveux blonds

    Foto

    MON ARBRE
    Louis Amade 1964

    Il avait poussé par hasard
    Dans notre cour sans le savoir
    Comme un aveugle dans le noir
    Mon arbre
    Il était si petit
    Que c'était mon ami
    Car j'étais tout petit
    Comme lui
    J'attendais de lui le printemps
    Avec deux ou trois fleurs d'argent
    Un peu de vert, un peu de blanc
    Mon arbre
    Et ma vie s'accrochait
    A cet arbre léger
    Qui grandissait
    Comme je grandissais


    Foto

    Chanson de
    GILBERT BECAUD

    Quand tu n'es pas là
    Tous les oiseaux du monde
    Quand tu n'es pas là
    S'arrètent de chanter
    Et se mettent à pleurer
    Larmes de pluie au ciel d'été
    Quand tu n'es pas là
    Le silence qui gronde
    Me donne si froid
    Qu'un jour ensolleillé
    Me fait presque pleurer
    Larmes d'ennui malgré l'été
    La ville fait de grâces 
    La lune des grimaces
    Qui me laissent sans joie
    Les cantiques d'églises
    Malgré tout ce qu'ils disent
    Me font perdre la foi
    Quand tu n'es pas là
    Tous les oiseaux du monde
    La nuit sur mon toit
    Viennent se rassembler
    Et pour me consoler
    Chantent tout bas
    ' Elle reviendra ' 
    Quand tu reviendras
    De l'autre bout du monde
    Quand tu reviendras
    Les oiseaux dans le ciel
    Pourront battre des ailes
    Chanter de joie
    Lorsque tu reviendras !


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Le Pianiste de Varsovie
    Gilbert Bécaud

    Je ne sais pas pourquoi
    Cette mélodie me fait penser à Chopin
    Je l`aime bien, Chopin
    Je jouais bien Chopin
    Chez moi à Varsovie
    Où j`ai grandi à l`ombre
    A l`ombre de la gloire de Chopin
    Je ne sais pas pourquoi
    Cette mélodie me fait penser à Varsovie
    Une place peuplée de pigeons
    Une vieille demeure avec pignon
    Un escalier en colimaçon
    Et tout en haut mon professeur
    Plus de sentiment
    Plus de mouvement
    Plus d`envolée
    Bien bien plus léger
    Joue mon garçon avec ton coeur
    Me disait-il pendant des heures
    Premier concert devant le noir
    Je suis seul avec mon piano
    Et ça finit par des bravos
    Des bravos, j`en cueille par millions
    A tous les coins de l`horizon
    Des pas qui claquent
    Des murs qui craquent
    Des pas qui foulent
    Des murs qui croulent
    Pourquoi?
    Des yeux qui pleurent
    Des mains qui meurent
    Des pas qui chassent
    Des pas qui glacent
    Pourquoi
    Le ciel est-il si loin de nous?
    Je ne sais pas pourquoi
    Mais tout cela me fait penser à Varsovie
    Une place peuplée de pigeons
    Une vieille demeure avec pignon
    Un escalier en colimaçon
    Et tout en haut mon professeur
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    What does not destroy us makes us stronger.
    Foto

    Foto

    Rondvraag / Poll
    Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
    Philippe Gilbert
    Greg Van Avermaet
    Ryder Hesjedal
    Johan Vansummeren
    Giovanni Visconti
    Alejandro Valverde
    Samuel Sanchez
    Joaquin Rodriguez
    Maxime Monfort
    Roman Kreuziger
    Vincenzo Nibali
    Peter Sagan
    Damiano Cunego
    Diego Ulissi
    Bradley Wiggins
    Rigoberto Uran
    Edvald Boasson Hagen
    Chris Froome
    Thomas Voeckler
    een andere renner ....
    Bekijk resultaat


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    À la claire fontaine

    M'en allant promener,
    J'ai trouvé l'eau si belle,
    Que je m'y suis baignée.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    Sous les feuilles d'un chêne
    Je me suis fait sécher,
    Sur la plus haute branche,
    Un rossignol chantait.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    Chante, rossignol, chante,
    Toi qui as le coeur gai,
    Tu as le coeur a rire,
    Moi, je l'ai à pleurer.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    J'ai perdu mon ami
    Sans l'avoir mérité,
    Pour un bouquet de roses,
    Que je lui refusai.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    Je voudrais que la rose
    Fût encore au rosier,
    Et que mon doux ami
    Fût encore à m'aimer


    Foto

    Archief per jaar
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008

    Foto

    Foto

    Engelbert Humperdinck
    Les Bicyclettes De Belsize

    Turning and turning, the world goes on
    We can't change it, my friend
    Let us go riding now through the days
    Together to the end
    Till the end

    Les bicyclettes de Belsize
    Carry us side by side
    And hand in hand, we will ride
    Over Belsize
    Turn your magical eyes
    Round and around
    Looking at all we found
    Carry us through the skies
    Les bicyclettes de Belsize

    Spinning and spinning, the dreams I know
    Rolling on through my head
    Let us enjoy them before they go
    Come the dawn, they all are dead
    Yes, they're dead

    Les bicyclettes de Belsize
    Carry us side by side
    And hand in hand, we will ride
    Over Belsize
    Turn your magical eyes
    Round and around
    Looking at all we found
    Carry us through the skies
    Les bicyclettes de Belsize


    Foto

    Foto

    Julia Tulkens .

    Hebben wij elkaar
    gevonden in dit land
    van klei en mist
    waar tussen hemel
    en aarde ons leven
    wordt uitgewist  ?

    Ben ik nog schaduw,
    ben ik al licht,
    of is d'oneindigheid
    mijn aangezicht ?

    Treed ik in wolken of
    in hemelgrond ?
    Er ruist een hooglied aan
    mijn lichte mond.
    In uw omarming hoe
    ik rijzend ril ...
    Mijn haren wuiven en
    de tijd valt stil .
     
                                Julia Tulkens.

    Foto

    Foto

    SONNET POUR HELENE

    Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle,
    Assise auprès du feu, dévidant et filant,
    Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant :
    Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.

    Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle,
    Déjà sous le labeur à demi sommeillant,
    Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant,
    Bénissant votre nom de louange immortelle.

    Je serai sous la terre et fantôme sans os :
    Par les ombres myrteux je prendrai mon repos :
    Vous serez au foyer une vieille accroupie,

    Regrettant mon amour et votre fier dédain.
    Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain :
    Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.

    Regretting my love, and regretting your disdain.
    Heed me, and live for now: this time won’t come again.
    Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Laatste commentaren
  • Coach Factory Outlet (Holder)
        op De teloorgang van de kleine waterhoek.
  • Nike Air Force 1 (Barbara)
        op De teloorgang van de kleine waterhoek.
  • Na een drukkende en zwoele nacht kom ik u een fijne nieuwe week wensen (Jeske )
        op De Flandriens uit Limburg.
  • Wens je een fijne zaterdag (Nikki)
        op De Wielersport in Denemarken.
  • Lieve midweekgroetjes . (bompa harry)
        op Charles Aznavour.
  • SPORTIEF HOOR MIJN TANDARTS RACED OOK (Ton)
        op Een eeuw geleden werd de Primavera 1911 gereden.
  • Maar dat is leuk (Ton)
        op Fietstocht naar Itzehoe - ( Week 1 ) .
  • Norbert Vande Walle (JP VANSTEENKISTE)
        op Une page d'histoire - Le tennis de table d'il y a 40 ans.
  • Lieve zaterdaggroetjes (Nikki )
        op Een stukje Zwembad Olympia nostalgie .
  • De beste wensen voor 2011 (Nikki )
        op Exode des forces russes de Sebastopol -  Bizerte 1920.
  • Foto

    Archief per maand
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Gastenboek
  • Wandelgroetjes uit Borgloon
  • Genieten!!!!!
  • Genieten!!!!!
  • Verder dan Rome
  • Hier ben ik weer gr. van Koos mengelmoes

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Foto

    Foto

    Will Tura:
    Eenzaam Zonder Jou songtekst

    Ik ben zo eenzaam zonder jou
    Niets kan mij binden bij mijn vrienden
    Bij hen kan ik het niet meer vinden
    Het liefste ben ik dicht bij jou

    Ik ben zo eenzaam zonder jou
    Ook als het dansorkest gaat spelen
    Want dansen gaat mij gauw vervelen
    Als ik jou niet in m'n armen hou

    Ik ben zo eenzaam zonder jou
    Jij weet dat ik op jou zou wachten
    Maar leef ik ook nog in jouw gedachten
    En ben je mij nog altijd trouw

    Ik kan niet verder zonder jou
    Mijn leven zou ik voor jou geven
    In al mijn brieven staat geschreven
    Ik ben zo eenzaam zonder jou

    Ik ben zo eenzaam zonder jou



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!