Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
C'est plein d'Uylenspiegel Et de ses cousins Et d'arrière-cousins De Breughel l'Ancien
Le plat pays qui est le mien.
Tous les chemins qui mènent à Rome Portent les amours des amants déçus et les mensonges des anges déchus.
Pelgrim
Wat zich gaande voltrekt in de ziel van de pelgrim is niet een toenemend verlangen naar het bereiken van zijn reisdoel, niet het vinden van het heilige aan het einde van zijn bedevaart, maar zijn overgave aan de ruimte, aan de kiezels op zijn pad, zijn besef van niet-weten, zijn afdalen in de leegte.
Zijn benen worden zijn vrienden, de regen zijn lijden, zijn angst wordt gericht naar de honden langs de weg, het vele legt hij af en hij rust in het Ene. Al trekkend komt hij nergens, voortgaande bereikt hij niets, maar zijn vreugde neemt toe om een bloem en een krekel, om een groet en een onderdak.
Zijn reisdoel en zijn thuis vloeien samen aan de horizon, hemel en aarde vinden elkaar op het kruispunt van zijn hart. Het heilige verdicht zich in de dieren en de dingen. Zijn aankomst ligt verborgen in de wijsheid van het Zijn.
Catharina Visser
De Weg.
In de verte gaat een pelgrim, eenzaam over het pad. Met een blik voorwaarts, eindeloos turen naar het pad. Het pad dat hem leidt, de wind die hem begeleidt. Samen èèn met de natuur, de geur,het geluid en omgeving. Daar toont de schepping hem, nederig dat het pad van zand zo hard als steen is. Soms ook warm,koud en nat. De pelgrim stapt over het harde pad, met als enige vriend zijn schaduw. Samen op hun weg.
When we got to the sea at the end of the world We sat down on the beach at sunset We knew why we had done it To know our lives less important than just one grain of sand.
En camino de Santiago Sur le chemin de St Jacques Iba una alma peregrina Allait une âme pérégrine Una noca tan obscura Une nuit si obscure Que ni una estrella lucia ; Que ne brillait aucune étoile ;
Le patron de toutes les filles C'est le saint Jacques des Bourdons; Le patron de tous les garçons C'est le saint Jacques des Coquilles. Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet, Coquilles et bourdons exigent que l'on troque; Cet échange affermit l'amitié réciproque, Et cela vaut mieux qu'un œillet.
Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.
Betrouw geen pelgrim met een baard Die met een schooikroes geld vergaart Al beed'lend langs de wegen sjokt En met een deerne samenhokt.
Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.
Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
Ik had het eerst niet in de gaten, en opeens zàg ik het spoor dat jij voor mij hebt nagelaten.
Mon père .
Assis dans un vieux fauteuil Recouvert d'un plaid usé, Il rêve de son passé, En attendant le sommeil.
La fumée d'un cigare Flottant au-dessus de lui, D'une auréole, pare, Sa tête grise, de nuit.
Vêtu d'un pantalon gris, Chemise de flanelle Sous le tablier bleu sali. Sa casquette est belle.
Il sait déjà que demain, Sera le grand jour pour lui. Mais il ne regrette rien, Et partira seul sans bruit .
***
La mort .
Le jour où tu viendras, A l'aube d'un matin, Me tendre les bras Me chercher par la main, Entre comme moi Par le fond du jardin.
Tu essuyeras tes pieds Sur le grand paillasson, Pour ne pas marquer Tes pas dans le salon, Et n'oublie pas d'ôter Ton noir capuchon.
La table sera mise Et le vin bien chambré, Quand tu sera assise Nous pourrons le goûter, Avant que je ne suive Ton ombre décharnée .
Mais si tu préfères Par surprise me faucher, Au début de l'hiver Ou au soir d'un été, Pousse la barrière Elle n'est jamais fermée.
Avant de m'emporter, De rendre ma valise, Laisse-moi griffonner Une dernière poésie Où je ferai chanter La beauté de la vie.
Ce n'est pas ce matin Que je quitterai le port, Puisque de mes mains J'ai caressé si fort Ses lèvres de satin Que je t'oublie, la mort.
+++
SEUL SUR LE CHEMIN .
J'ai traversé des villes, J'ai longé des cours d'eau J'ai rencontré des îles J'ai cotoyé le beau !
Tout au long du voyage Rien ne m'a retenu Même pas un signe de croix Tracé d'une main tremblante.
Le vent, la mer, la pluie M'ont façonné le coeur. Je suis leur propre image, Immuable douleur.
Je fais signe aux oiseaux, Seuls amis de ce monde, Qui m'entraînent dans une ronde A m'en crever la peau.
J'ai traversé des coeurs, J'ai rencontré des bras, J'ai caressé des fleurs, J'en ai ceuilli pour toi.
TENNIS DE TABLE MESATENISTA PING PANG QIU TISCHTENNIS TABLE TENNIS
photos courtesy ITTF
乒乓球 Stolni tenis Tenis Stolowy
ITTF TABLE TENNIS Classement mondial 26 - 08 - 2012 World Ranking Weltrangliste Ranking Mundial Värlen Rangordning Classifica Mondiale MESSIEURS : 1. ZHANG Jike - CHN 2. MA Long - CHN 3. XU Xin - CHN 4. WANG Hao - CHN 5. MIZUTANI Jun - JPN 6. MA Lin - CHN 7. BOLL Timo - GER 8. CHUANG Chih-Yuan - TPE 9. OVTCHAROV Dim - GER 10. WANG Liqin - CHN 11. JOO Se Hyuk - KOR 12. OH Sang Eun - KOR
-- DAMES : 1. DING Ning - CHN 2. LI Xiaoxia - CHN 3. LIU Shiwen - CHN 4. GUO Yan - CHN 5. ISHIKAWA Kasu - JPN 6. FUKUHARA Ai - JPN 7. FENG Tianwei - SIN 8. KIM Kyung - KOR 9. GUO Yue - CHN 10. WANG Yuegu - SIN 11. WU Yang - CHN 12. TIE Yana - HKG
De noodklok belt slechts éénmaal Komt weldra de ultieme speeltijd Ademen voor de laatste maal Gelukkig geen haat noch nijd Toch af en toe een flater Een zorg is dit voor later Lopen van os naar ezel Toch af en toe een flater Niet knikkers tellen, wel het spel Lopen van os naar ezel Dagelijks goed aan de kost Niet knikkers tellen, wel het spel Verwachtingen zelden ingelost Dagelijks goed aan de kost De beste blijft mijn moeder Verwachtingen zelden ingelost Water is het kostelijkste voeder De beste blijft mijn moeder Om bestwil een toontje lager zingen Water is het kostelijkste voeder Op zoek naar de diepte der dingen Om bestwil een toontje lager zingen Komt het varksken met de lange snuit Op zoek naar de diepte der dingen Nu is dit pantoumeke bijna uit Komt het varksken met de lange snuit Ademen voor de laatste maal Nu is dit pantoumeke bijna uit De noodklok belt slechts éénmaal.
Tibertyn. ***
Kleine mensenhand strooit op winterse dag kruimels voor de mus.
Schelpen op het strand die worden door de branding voor ons kind gebracht.
Molens in de wind draaien, draaien, en draaien in het vlakke land.
Kerstman in de straat borstelt met grote bezem sneeuw weg van de stoep.
De dode takken breken af bij felle wind van de avondstorm.
Kreten in de nacht van kikkers in de vijver lokken de reiger.
Hulpeloos jong lam verloren tussen struiken waar de wolf vertoeft.
De werkzame bij zoekt in de roze bloesems lekker naar honing.
The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”
De pelgrim.
Hij is op de weg alleen al weet hij nog niet waarheen maar ergens stond geschreven dat hij die richting moest gaan en aarzelt hij soms even langs de eindeloze baan terwijl hij in zijn hart voelt dat velen eerder gingen mijmerend over dingen terwijl een windje afkoelt .
Verder dan Rome loopt de weg.
Ervaringen van een pelgrim.
08-06-2008
Alphonse de Lamartine
Alphonse de Lamartine
Le Lac. Dit gedicht is geïnspireerd door zijn verhouding met Julie. In het gedicht klaagt hij over de meedogenloze kracht van de tijd en vraagt hij tegelijkertijd aan de tijd om zijn passie voor eeuwig te bewaren. De themas dood en herinnering worden vernieuwend hier gecombineerd met een zeker natuurgevoel. Zo legt Lamartine ook de basis voor een van de belangrijke dichtvormen in de Romantiek, de elegie.Lamartine werd "le plus grand musicien de la langue française" genoemd.
ODE AU LAC DU BOURGUET.
Ainsi, toujours poussés vers de nouveaux rivages, Dans la nuit éternelle emportés sans retour, Ne pourrons-nous jamais sur l'océan des âges Jeter l'ancre un seul jour ? O lac ! l'année à peine a fini sa carrière, Et, près des flots chéris qu'elle devaitrevoir, Regarde ! je viens seul m'asseoir sur cette pierre Où tu la vis s'asseoir ! Tu mugissais ainsi sous ces roches profondes; Ainsi tu te brisais sur leurs flancs déchirés; Ainsi le vent jetait l'écume de tes ondes Sur ses pieds adorés. Un soir, t'en souvient-il ? nous voguions en silence; On n'entendait au loin, sur l'onde et sous les cieux, Que le bruit des rameurs qui frappaient en cadence Tes flots harmonieux. Tout à coup des accents inconnus à la terre Du rivage charmé frappèrent les échos, Le flot fut attentif, et la voix qui m'est chère Laissa tomber ces mots : « O temps, suspends ton vol ! et vous, heures propices, Suspendez votre cours ! Laissez-nous savourer les rapides délices Des plus beaux de nos jours ! « Assez de malheureux ici-bas vous implorent; Coulez, coulez pour eux; Prenez avec leurs jours les soins qui les dévorent; Oubliez les heureux. « Mais je demande en vain quelques moments encore, Le temps m'échappe et fuit; Je dis à cette nuit : « Sois plus lente » ; et l'aurore Va dissiper la nuit. « Aimons donc, aimons donc ! de l'heure fugitive, Hâtons-nous, jouissons ! L'homme n'a point de port, le temps n'a point de rive; Il coule, et nous passons ! » Temps jaloux, se peut-il que ces moments d'ivresse, Où l'amour à longs flots nous verse le bonheur, S'envolent loin de nous de la même vitesse Que les jours de malheur ? Hé quoi ! n'en pourrons-nous fixer au moins la trace ? Quoi ! passés pour jamais ? quoi ! tout entiers perdus ? Ce temps qui les donna, ce temps qui les efface, Ne nous les rendra plus ? Éternité, néant, passé, sombres abîmes, Que faites-vous des jours que vous engloutissez ? Parlez : nous rendrez-vous ces extases sublimes Que vous nous ravissez ? O lac ! rochers muets ! grottes ! forêt obscure ! Vous que le temps épargne ou qu'il peut rajeunir, Gardez de cette nuit, gardez, belle nature, Au moins le souvenir ! Qu'il soit dans ton repos, qu'il soit dans tes orages, Beau lac, et dans l'aspect de tes riants coteaux, Et dans ces noirs sapins, et dans ces rocs sauvages Qui pendent sur tes eaux ! Qu'il soit dans le zéphyr qui frémit et qui passe, Dans les bruits de tes bords par tes bords répétés, Dans l'astre au front d'argent qui blanchit ta surface De ses molles clartés !
Que le vent qui gémit, le roseau qui soupire, Que les parfums légers de ton air embaumé, Que tout ce qu'on entend, l'on voit et l'on respire, Tout dise : « Ils ont aimé ! »
(Alphonse de Lamartine- Aix en Savoie, septembre 1817)
Op het eiland van Sotomayor lag de lat te hoog voor mij.
LATRINAIR GEBEUREN IN HAVANA .
Ik ken dat gevoel al. Het is reeds de vierde maal tijdens mijn verblijf op het eiland dat mijn buik deze signalen geeft : Opgepast, versnelde stoelgang in aantocht .
De eerste twee malen kwam ik zon crisis te boven door het slikken van immodium uit mijn reisapotheek. De derde maal reed ik naar de apotheek van het Plaza Hotel . Voor 7,00 $ vond ik er 15 pilletjes van Italiaanse oorsprong. Ik betaalde ook 4,00 $ aan de fietstaxi die me naar de plaats bracht waar ik het reddende middel kon in handen krijgen.
De rondslenterende bezoeker van hetPalacio de lArtesaniadie ik ben, wil daar zoals mijn reisgids aanraadt , enkele souvenirs kopen. Op mijn retourticket staat immers de datum van morgen en het is tijd om deze plicht te vervullen, want mijn familieleden hopen natuurlijk dat ik voor hen iets meebreng uit het land van Fidel Castro. Op deze laatste dag van mijn reis rond Cuba weet ik precies hoeveel plaats er in mijn valies blijft enhoeveel dollars er nog steekt in mijn geldzakje. In mijn valies is weer veel plaats want ik liet van alles achter aan arme mensen. Wat betreft geld : ik ben al die geldzuigende Cubanen helemaal beu. Ik werd hier gedurende vijf weken behandeld als een melkkoe.
Met versnelde stap ga ik nu in de richting vande servicios voor caballeros . In mijn haast en spoed merk ik niet eens dat in de gang er eenseniora de los lavabos zit. Ik zie eerst een mannenpisbak afgedekt met een karton, een koordje en de melding buiten gebruik. De andere hoekis bezet door een pissende zatte Cubaan.Tussen beide potten staat er een derde mannenpot die overloopt. Een volle emmer vangt het water op en de rest loopt over de vloer weg naar een gaatje,en zo verder naar de haven van Havana. Maar dat is niet wat ik zoek. Ikben er voor mijn grote behoefte. Er zijn drie plaatsen.Gewoon geen pot in het eerste, wel wat overblijft van twee deuren en wat rommel en afval. Daarnaast geen deur, wel een pot zonder bril, en nog iets dat er ligt en dat van ver gelijkt op een stuk sigaar , maar van naderbijniet geurt zoals tabak. Ikverleg dus mijn hoop naar de derde plaats. Ik probeer flink door te spoelen, maar er is geen water dat komt. Erger is dat er ook helemaal geen papier is, caramba ! .... no papel higienico .
Ik voel dat van op afstand iemand naar mij kijkt. Ja, daar is toch eenMadame Pipi zie ik plots. Naar haar tafeltje loop ik want daarop liggen vierkantige papiertjes.Terwijl ik Papel, papel, papel, por favor stotter grijp ik er een heel stapeltje. De vrouw bekijkt mij strengen wijst met haar vinger naar een leeg soepbord. Maar in nood, spurt ik zonder tijdverlies terug naar kamertje 3 omdat ik bang ben dat die zatte Cubaan wel eens mijn plaats zou afpakken. Ik zie mijn redding nabij maar besef plots dat met mijn1m90,ikme diep zal moeten bukken om achter een muurtje van 1m50voldoende privacy te hebben. Met pijnlijke doch verlossende grijns plooi ik me over de Cubaanse brilen ja hoor,Oef, maar eventjes bleef er mij nog tijd over, amper één enkele tel.
Als voormalig basketter kan ik nog van op afstand zo een grote bal door ring en net krijgen,maar hier mikte ik toch niet zo goed. Ik gebruik het vele papiervoor mijn eigen reet, voor bril en pot terwijl ik me zo goed mogelijk plooi om niet groter te zijn dan die 1m50 .Daarna ga ik de volle emmer halen en spoel keurig door. Door die enkele stappen en bewegingenwil mijn buik nog wat meer kwijt. Gelukkig had ik zesmaal de voorziene portie papiervan het tafeltje in de gang mee gescharreld. Ik wacht tot de emmer een tweede maal is vol gedruppelden spoel dan weer door, terwijl ik ook de bril en de vloer nat giet.Ik vind zo doende dat ik als een beschaafd Westerse toiletbezoeker mijn plicht heb volbracht.
Ik wil één dollar betalen,maar de Madame Pipi eist drie dollars omdat ik als eenporco alles vuil heb gemaakt, bijna al haar papier heb geroofd,en zij nu veelbijkomend werk zal hebben en nieuw papier moet gaan kopen.Ikantwoord met een glimlach, ga niet in op haar eis, en zij wordt razend kwaad . Ik verlaat met snelle stap de plaats van deze bijenkoningin .
Later op die dag verneem ik uit goede brondat diezelfdeMadame de hele dag, de hele week, het hele jaar, hetzelfde doet met de buitenlandse toiletbezoekers van het Palacio. Met haar scheve, vuileWC-potten , heeft zijeen bijzonder goede business.Zij verdient er ongetwijfeld meer dan 500,00 $per maand en dat is zeer veel naar Cubaanse normen.Ook al is zijgekleed in een vlekkeloos witte jaszoals een dokter in het hospitaal, toch is het niet duidelijk waarom zij daar de hele dag lang ongestrafttoeristen mag proberen af te zetten .
In onze Euro-Westerse maatschappij worden wij van kindsbeen af verplicht tot presteren.
Wij moeten op de laatste dag voor de grote vakantie een mooi schoolrapportthuis afleveren.
Vervolgensworden wijgedreven om een mooie job te vinden, om een goed lief te zoeken, een villa te bouwen met zware hypotheek,een auto te besturen van een goed merk, een beleggingsportefeuille op te bouwen met vele nullen, en zelfs om in de intiemste sfeer te scoren en klaar te komen zoals van supermannen en van supervrouwen kan worden verwacht.
Ook de toerist, vakantieganger, pelgrim, reiziger, grijze wolf, die zich eigenlijk op een zacht tempo zou kunnen laten meedrijven, wordt meegezogen in de stroom van het algemeen prestatieverlangen. Steeds verder, langer, duurder, avontuurlijker, exclusiever, straffer, zouden onze familiereizen, touring tochten, cruises, vliegtuigreizen,mobile home excursies, all in hotelvakanties, city trips, weekends, moeten zijn . De verhalen over al dit moeten bewijzen hoe goed, hoe slim en leep we zijn, hoe bijzonder ons aanpassingsvermogen nog is, hoe krachtig onze krediet wel functioneert, en hoe wij op hoge leeftijd nog kunnen uitgaanen versieren, wanneer wij ver van ons bed nog eens in actie komen. Reisverhalen, reisverslagen, schrijfsels over reizen, gaan steeds maar over rozengeur, genot en maneschijn. Alléén winnaars zijn helden, zijn een voorbeeld, een richtlijn. Losers, opgevers, verdwaalde of verdwaasde toeristen, daar kunnen wij ons niet aan spiegelen. Mijn reis naar Cuba kan slechts vertaald worden in een relaas vol met bittere ontgoocheling, een verhaal dat uitdraaide op een natte traan.
Behalve die zeven minuten in de toiletten van het Palacio de lArtesania die ik hier boven beschreef , zou ik nog wel een roman kunnen schrijven over dat eiland vol met rum,sigaren, oude autos, gineteras, salsa, Ernesto Hemingway en de oude man en de zee, kakkerlakken, pesos and dollars,el ultimo, Santiago de Cuba, Yulia Antomarchi, moros y cristianos, la Casa de la Trova, de Malecon,het bed waarin Napoleon Bonaparte is gestorven, Trinidad, enz., enz. .... .
En altijd gaat de zon op.
Eens schreef een groot dichter(Federico Garcia Lorca) het volgende : Loop niet verloren op Cuba, zoek het ten Westen van Andalousië
Ik was naar vele vreemde oorden gereist en wilde een streep meer verdienen alswereldreiziger. Op een dag zag ik dat te Genua tijdens een manifestatie tegen de Globalisatie weer de foto vanChe Guevara werd uitgehaald door de jonge manifestanten. Ik dacht weer aan die poster die op vele muren had gehangen in vroegere tijden van contestatie. Maar met de klak van de Chekom je er niet meer vandaag, ook zelfs niet in Cuba. Nooit voelde ik mij goed op Cuba, en toch blijf ik overtuigd dat Fidel Castroals een groot man in de geschiedenisboeken zal komen te staan. MaarFidel Castro ontmoet je er niet. Wel zijn steeds op je gericht de blikken van zovele Cubaanse piraten van alle soort die hijgend naar je dollars gluren. Wel kom je er als oudere man steeds de blikken tegen van die vele sensuele dames van alle kleur en leeftijd die maar niet willen beseffen dat een zestigplusser al een tijdje met erectieproblemen zou kunnen sukkelen.
De lat lag te hoog voor mij in het land van Xavier Sotomayor.
Cuidado reiziger ! Ga nooit je gevoeg doen in Havana op een vuile pot. Maar, schreeuw zelf eerst tegen la seniora de los lavaboszo hard mogelijk dat het een schande is voor een oude vriend van la Revolucion van op zo een zielige manier het te moeten doen.
Als ik een groot dichter was zou ik schrijven maar al ben ik nobody zo schrijf ik toch :
Loop nergens verloren, noch op Cuba, noch te Anderlecht, noch elders, maar, vriend, probeer van het te vinden tussen DammeenMaaseik, of gewoon in je prachtig Haspengouw.
---------------------------------------------------------------------------------------------( Wilfried Journée, Cuba 2002 ) .
Op rust gesteld in een pension bij Vivy en Papita. Moeizame tocht in de warmte en met veel pech. De Cubanen zijn piraten en hun vrouwen zijn van lichte zeden. Was ik toch maar bij moeder thuis gebleven in plaats van hier te smelten en mij te laten uitpersen. Niet verwacht maar waar. Er heerst hier een grote devotie tot Sint Lazarus en tot Onze Lieve Vrouw van Guadeloupe. Het leven van een pelgrim is heel zwaar in de felle zon. Ik eet op dit moment lever, gebakken banaan, met brood. Het gaat me hier veel meer geld kosten dan ik had gedacht. Als een toerist verschijnt beginnen de Cubanen honger te krijgen naar dollars zoals crocodillen. Ik weeg veel te zwaar om hier te fietsen. Gewoon levensgevaarlijk. Ik doe het dus kalm en halveerde alvast mijn programma. WJ .
Nadat ik ruim honderdduizend kilometers had gefietst op Europese wegen, naar Santiago de Compostela, naar Rome, naar Dantzig, naar Hooglede , naar Ullapool, en nog naar een onnoembaar aantal andere plaatsen, over berg en dal, door de regen en in de zonneschijn, had ik het vliegtuig genomen om tijdens de eerste maanden van de éénentwintigste eeuw op mijn eentje dwars door Vietnam te zwerven, van Noord naar Zuid. Nooit zag ik een mooier land. Nooit ontmoette ik betere mensen. Hierna volgen een paar momenten van toen (januari 2001) :
1. In deze tropische vochtige streek reed ik op mijn olijfgroene tweewieler langs een landweg in de richting van Hoa Lu.In vier dagen was er geen auto meer gesignaleerd. Over het kanaalbrugje waren elfduizend fietsen, driehonderd motorfietsen waaronder zesenvijftig nieuwe Suzuki's, achtenzestig stootkarren, duizend en negen voetgangers, vijf honden en een éénbenige oorlogsheld gepasseerd. Li Fu Jung had ze allemaal geteld. De jonge Jung wilde immers wiskundeleraar worden, maar tot op die dag had zijn moeder nog steeds niet genoeg dongs om het schoolgeld voor het komend semester te betalen.Hij wist niet goed tot welke categorie van weggebruikers ik behoorde. Een rijwiel met zo'n bepakking had hij nog nooit gezien, en evenmin zo'n grote en zware reus uit een ver land . Ik stopte. Ik groette hem eerbiedig en schonk hem mijn door de zon afgeschoten rennerspetje, een schrijfboek en vier kogelpennen, zwart, groen, rood en blauw. Jungske was toen de gelukkigste jongen ter wereld.
2. Het was heet. Ik zocht schaduw nabij een boerderijtje in de Mekongdelta. Eerst nog een ferme slok uit een van mijn bidons, en daarna als ontspanning een plasje ; zo voelde ik me weer fit genoeg om met moedige pedaalstoot verder te trekken. Maar mijn plasbeurt gaf aanleiding tot gegrinnik bij een viertal kereltjes die ik tot dan toe niet had opgemerkt. Zij lagen er te niksen, verscholen in een ander stukje schaduw.Toen bemerkte ik ook nog een oud vrouwtje gekleed in traditioneel zwart broekpak. Zij was hard aan het werken met een grote hark in de verschrikkelijke zon . De jongeren maakten grimassen naar mij, één van hen liet zijn tong zien, één stak zijn middenvinger omhoog, en een andere spande het spierballetje van zijn rechterarm om indruk te maken.Ik nam nog een slok. Maar het lauwe mengsel van groene thee, suiker en rijstalcohol smaakte niet meer. Ik spuwde het uit in hun richting. Dit werd opgevat als agressie van mijnentwege, en zij etaleerden nu alle vier hun magere bovenlijfspieren. Impulsief stapte ik met een raadselachtige glimlach in hun richting. Zij beseften plots dat hun Vietnamese spierballen weinig voorstelden tegenover een man met een baard, van 1,91 meter en 107 kilo's . Met de stijl van Jean-Marie Dedecker greep ik bij verrassing een van de gele mannetjes vast bij zijn lang zwart haar. Ik sleurde hem tot bij het moedertje dat stil was blijven verder harken. Ik nam haar werktuig over en duwde de steel in de handen van de jongen. Ik keek hem bijzonder streng in de ogen en schudde hem een paar keer flink door elkaar. Daarna gaf ik als een prins mijn arm aan het oude vrouwtje, en wandelde langzaam en plechtig met haar tot in de schaduwplek. Daar gingen we op een mat liggen. Wat later stopte ik haar glimlachend een briefje van 50.000 dong in de hand, goed voor wel honderd bakbananen. De drie andere jongens keken sprakeloos en onbeweeglijk toe. Toen ik mij oprichtte en de vierde weer eens boos aankeek, begon die echt voorbeeldig door te harken. Een ogenblik later sprong ik weer op mijn fiets. Toen ik wegreed hoorde ik achter mij een ongelooflijk geschreeuw. Ik zag hoe het stille grootmoedertje als een razende kat met een borstelsteel naar de jonge mannen begon te meppen. Ja, mijn investering van amper drie euros, had op die boerderij een krachtige vrouwelijke emancipatiegolf op gang gebracht , een revolutie. Nu ligt oma daar in de schaduw op de mat, en bewerken haar kleinzonen de weelderige moestuin. ------------------------------------------------------------------------------------------------
Op de barre hoogten van Khe San.
In december 2000, op een regenachtige dag, bezocht ik met een kleine toeristenbus de DMZ-zone , rondom de 17de breedtegraad in het midden van Vietnam. De bus bleef in de modder steken, en te voet beklommen wij de hoogten van de historische plaats Khe San, slagveld uit de Vietnamoorlog. Druipnat en vol slijk , met beide voeten ingepakt in plastieken zakken en vastgeplakt met tape, kwam ik daar toch vol moed en kwiek van geest boven, in mijn knalgeel regenjasje van wielrenner.
Tegen jonge Australiërs en Nieuw-Zelanders, die onze groep uitmaakten, kon ik met fierheid zeggen : Onze opas hebben nog samen gevochten aan de Yzer, nietwaar en zijn daar ook samen nat geworden in het Flanders van When the blossom grows van de loopgraven in de 14/18 war.Op die heuveltop van Khe San, waarvoor zoveel mensenlevens vielen, is alles troosteloos, vooral wanneer de regens vallen en de wolken op het landschap drukken. Een klein museum werd er gebouwd, niet meer als op Sinte Gitter, en roestig ijzer, door onkruid overwoekerd beton, tonen aan dat alles echt is. Minimale infrastructuur om toeristen te ontvangen, wat bezig te houden, niet meer dan een afdak zoals er wel in iedere dorpsschool bij ons is om kinderen en schoolmeesters te laten schuilen wanneer het tijdens de speeltijd regent. Amper één mannetje valt er de toeristen lastig om oorlogssouvenirs te verhopen, maar zijn authentieke aanstekers, waarmee de Amerikaanse soldaten riet en hutten in brand staken, functioneren in de regen niet, en kogelhulzen zijn nog overal te koop .
Plots, word ik aangeklampt door twee nette jonge dames, die me in beschaafdEngels aanpakken. Zij zijn studentinnen van het laatste jaar op de hogeschool voor journalistiek en zij verzamelen interviews voor hun eindwerk. Why me ? vraag ik .
Waarom kiezen jullie me uit voor dit gesprek, alhoewel hier net toch een tiental jongere knappe mannenarriveerden, allemaal even druipnat. Zie ik er uit als een Amerikaanse war-criminal die hier terugkomt op de plaats van zijn misdaden .
- Nee, het is omwille van je grote grijze baard, geel jasje en leuk petje, en omdat je onmiddellijk onze glimlach beantwoordde .
- Where are you from ?
Ik ben noch een Amerikaan, noch een Fransman, waartegen Vietnamezen zoveel oorlog maakten, maar ik ben een tweetalige Belg uit Flanders, Brussels, crosspoint of the European Union.Liever had ik Frans gepraat, omdat mijn land en Vietnam, als gemeenschappelijk punt zeker delen dat zij toch heelwat van de Franse cultuur meekregen, uit de oorlogen en vredevan het verleden.
- Wij leren hier in Vietnam geen Frans meer op school. Alleen privé-lessen zijn mogelijk, maar dan zouden wij moeten werken om geld te verdienen om dit te betalen, zodat nadien door gebrek aan tijd onze journalistenstudiein gevaar komt. Wij leven immers in een economische situatie die ons veel beperkingen oplegt. Elk woord verdwijnt in de draaiende bandopnemer.
Kan ik jullie ontmoeten in Hué ?Van mij zijn de Franse lessen gratis . Graag wil ik met jullie naar een restaurant. Geen ja of geen neenantwoord. Alleen gegiechel en een onbeschrijfelijke glimlach op hun lieve gezichtjes.
We dont live in Hue, and we have a boyfriend !
Of course, beauties as you, have probably ten boyfriends ! .
Stop; De micro wordt afgelegd, en de band wordt terug achteruitgespoeld.
This is very serious. We are working for our school, on a higher level
O.K.Lets start again.
Why are you here, sir . ? ..enz Zij waren echt jong en lief., en zijn ondertussen zeker al Bekende Vietnamezen..
- Wanneer per fiets ik door verre landen zwierf , kwam ik soms tot prestaties van welsprekendheid,zelfzekerheid,en zelfs ook wijsheid, die ikzelf niet van mezelf verwachtte, doch die opborrelden door de adrenaline, het gevoel van vrijheid, die zich in die momenten van me meester maakten. Het is trouwens om deze kick eigenlijk dat ik op reis ging, elders en hier, en tussen Hanoï en Phu Quoc.Langs de aloude Mandarijenenwegvoelde ik me als een lichtgevleugelde adelaar, terwijl voorheen op kantoor en ook zelfs in mijn riante woonst ,ik mezelf rond sleurdeals een oude vermoeide kraai.
Rusape African night. Vanaf 18u30 is het donker. We logeren aan een meer, ver van de beschaving onder een schitterende sterrenhemel met allemaal andere lichtjes aan de hemel dan thuis, geen Grote Beer dus, noch Poolster. Of er hier grote beesten in de omgeving zijn weten wij nog niet, maar insecten zijn er genoeg. Zij kropen al in mijn tent en deze avond huppelen zij zelfs over mijn briefpapier. De vliegreis verliep uitstekend. In London Airport was het bier wel zeer duur. De Tax Free Shop is ook niet meer wat het was, behalve wanneer men naar verre bestemmingen buiten Europa vliegt. De groenten die we tijdens de vlucht van British Airways kregen, bezorgden me buikkrampen zodat ik voor alle zekerheid reeds wat immodium slikte, en het was nodig.Om Zimbabwé binnen te geraken moeten de reizigers 30,00 US $ betalen aan de immigratie. Spijtig genoeg stonden wij in de slechtste rij zodat wij als de laatsten van alle passagiers van deze verplichting konden worden bevrijd. De eerste nacht volgde op een leuke camping met 'braai' (barbecue) en babbel. Onze eerste verkenning doorheen HARARE was reeds een slecht avontuur, een diefstal waarvan G. het slachtoffer werd. Zijn portefeuille werd gestolen terwijl ik naast hem stond. Ook bij mij deden ze een poging. Iemand kietelde me aan mijn onderbeen. Gelukkig draaide ik me volledig rond, want anders zou ook een snelle jongen mijn geld uit mijn handen hebben gerukt. Vier of vijf jonge dieven werkten samen . Zij waren allen identiek gekleed met groen hemd en blauwe broek. Deze jongeren waren door ons niet van mekaar te onderscheiden, ongewoon als we zijn in dit negermilieu. Het ging zo rap en onze reactie was te slecht. In plaats van per fiets te achtervolgen, begon ik te lopen . Maar in de warmte en met mijn gewicht, viel ik al vlug stil zodat de dief en de portefeuille van G. verdwenen terwijl ik aan het hijgen was. Wat doen als we ze pakten ? Vechten ? Een messteek krijgen ... ? G. was 3.000 Bfr kwijt en zijn identiteitskaart. Voor de andere tochtgenoten was dit een goede les. In deze hoofdstad zijn immers allerlei haaien. Amper één procent van de bevolking is in deze buurt nog blank. De zwarten van Zimbabwé zijn opvallend goed gekleed. Alles is in dit land voor ons goedkoop. Enkele prijzen : coca-cola ( 7 Bfr), koffie met koek (11Bfr), een jeansbroek (180 Bfr), schoenen ( van 400 tot 800 Bfr), een fiets ( 4000/5000 Bfr), een buitenband (150 Bfr ), een pint bier (15 Bfr), 1/4 kip met friet en salade (65 Bfr), een T-Bone steak met friet (95 Bfr), een dame-blanche (45 Bfr), een banaan ( 1 Bfr), in een gewoon hotel kost een overnachting met ontbijt voor twee personen (400 Bfr) en om lid te worden van een club waar golf wordt gespeeld ( 2.000 Bfr per jaar) . De zeven flandriens die meerijden vlammen nogal hard door, zodat ik afzie. Maar het zal wel gaan kalmeren, morgen, over langere afstand. Ik speel Sinterklaas en deel van alles uit aan de zwartjes. Ik bracht 50 Bic's mee en kreeg wat centen van mijn oude moeder om aan 'Missiewerk' te doen. Een maandloon is hier maar 2.000 Bfr voor de gewone man. In de vele dorpen wonen de inlanders, de Zimbabwezen, nog in hutten. Overal stappen zij te voet, soms zonder schoeisel en met lasten op hun kop of schouders. De jeugd gaat naar school in nette uniformen. Soms lopen die kinderen vele kilometers blootsvoets om hun schoolklas of hun thuis te bereiken. Zwarte vrouwen met babies op de rug zie je overal. Alles is O.K. met mijn been. Dit wordt een heel speciale ervaring.
Birchenough Bridge Deze groep rijdt zo hard dat een oude luiaard als ik veel moet op de tanden bijten, vooral in de bergen. In het hoogland is het merkwaardig koud, vooral 's nachts in mijn tentje. Gelukkig bereiken we nu de centrale vlakten, met veel warmte en geen druppel water meer. Vrijdag, omstreeks 10u in de voormiddag, sloeg het noodlot toe. We reden samen in 4 X 2 vorm tegen 40 km/u een helling af . Op de weg lagen stukken hout, takken, en soms stukken autobanden. De eerste van de groep moet in zo'n situatie af en toe schreeuwen om de anderen te verwittigen . Er lagen drie vrij grote stukken metaal van een gesprongen trommelrem op de strook waar wij op reden. Die stukken waren verloren door een vrachtwagen. Zij waren zo groot als een telloor. A. die vlak voor mij reed kreeg zo een stuk tussen de spaken en hij vloog tegen het harde wegdek. Er kwam bloed uit zijn kop. Hij was onbeweeglijk groggy. Zijn fiets was erg beschadigd. De dood was zelfs niet ver af, vreesde ik reeds. Gelukkig verscheen korte tijd later een dokter en kon A. met de volgwagen naar een hospitaal gebracht worden. Hij bleef achter te Mutare in een hotel. Hij kon zijn twee armen niet meer gebruiken en zijn hoofd, zijn knie, zijn lijf deden fel pijn. Een bijkomend probleem was nog dat er een staking was van dokters en verplegers. We vonden twee personen die drie dagen voor hem zouden zorgen. Nadien zou A. door OMOB Assistance terug naar België worden gerepatrieerd. Opgave na spectaculaire valpartij voor de ervaren wereldreiziger A. Gelukkig was hij taai en sterk, en liep tenslotte dit alles nogal goed af. Er mag op deze plaats worden geschreven dat een andere deelnemer, de sterkste wielrijder van de groep ongetwijfeld, vier dagen voor onze afreis reeds was gevallen in de omgeving van Brussel toen hij op pad was voor een ultieme training. Deze andere pechvogel was moeten thuisblijven. Zimbabwé is een schoon land, met hutjes, met kleine zwartjes overal langs de wegen, vooral op zondag wanneer er geen school is. Ik blijf uitdelen, eten, geld, kledij, want de mensen hebben hier toch zo weinig. Maar er moet worden gezegd dat zij proper, vriendelijk en gezond zijn. Met hele families zitten zij op de grond, naast de grote weg waarop wij fietsen. Van onder de BAOBAB BOOM houden zij hun geiten en magere koeien in het oog. Overal wachten ook mensen die handeltjes drijven, aan de bushalten , waar zij frisse cola presenteren, in flessen van 30 cl. Ik zag reeds dat de zwarten één enkele schijf brood kopen en die zo droog opeten. We stopten aan een waterpomp. Een grote hefboom werd er gebruikt om water van diep uit de grond op te pompen. Een jongetje ( 25 kgr lichaamsgewicht ) sleurde aan die hefboom : het was 100 X pompen voor 85 liters water. Drie vrouwen vertrokken terug naar huis ieder met op hun kop een plastieken tonnetje met 25 liters. Ik probeerde ook eens aan die hefboom te trekken. Na vier heffen in de hevige zon vond ik het reeds te zwaar en er kwam dan nog maar een geutje naar boven dat net genoeg was om mijn petje nat te maken en mijn handen wat te verfrissen. De jongen van 25 kgr lachte met mijn onhandigheid. Ik hielp hem om een kruik met 10 liters op zijn hoofd te plaatsen. Hij vertrok terug en nam zijn broertje mee, een peuter nog, die de hele tijd zich in de modder had gerold. Dat zwart mannetje was bruinrood, doch piepgezond. Ik zag ze gaan. Wat een leven wacht hen ? Ik zocht in mijn fietstas naar een groot biljet plaatselijke zimdollars . Ik reed hen achterna en gaf dit geld aan de oudste, terwijl ik zei ' You are a strong man, give this to your mother .... ' . Maar de jongen reageerde niet. Hij had waarschijnlijk nog nooit geld gezien en zijn moeder was misschien al dood. Een uur later. Langs de linkerzijde van de weg beweegt een enorme bussel hout. Ik vorder nog amper in de bergop en alleen omdat mijn kameraden wachten, stamp ik verder op mijn pedalen, machinaal, onmenselijk. Het is op dit middaguur onbeschrijfelijk heet. Plots, komt van onder de hoop hout een klein mager meisje gekropen.Met grote witte ogen waarin een zwart bolletje beweegt, smeekt zij me ' I'm very hungry, sir ... !' Ik stop, en ik geef haar mijn laatste en beste mueslireep met bananensmaak, voor wielerkampioenen. Zo'n calorierijk voedsel heeft wellicht nog nooit iemand in zijn mond gehad in Zimbabwé. Daarom zeg ik haar duidelijk : ' half now, and half later ...' Het tienjarig meisje was zo blij dat zij 20 cm in de hoogte opveerde. Maar toen wist ik nog niet dat wanneer men hier 'hungry' heeft het ook kan betekenen dat men gewoon dorst heeft. Misschien moest dat kind maar een slokje hebben uit mijn drinkbus. O wee, zou het kunnen dat zij, ocharme, door mijn zoete droge 'coureurskoek' in haar keeltje is versmacht. Maar, ja, ik had toen geen druppel vocht meer om zelf te drinken en dus ook niet om uit mijn bidon weg te geven. Er zijn hier in Africa, in Zimbabwé, honderdduizenden kindjes, en in de zwoele zwarte zomernacht worden er nog steeds in het donker bijgemaakt. Vanavond, zullen wij slapen in een fantastisch hotel ( half pension voor 1500 Bfr) en leven zoals Redford en Streep in 'Out of Africa'. Soms is de wereld maar klein, en soms is hij zo groot. Ik hoop dat ik de andere hotelgasten niet zal storen, en ook de beestjes niet, met mijn vreselijk gesnurk waar ondertussen niemand thuis last van heeft, vermits ik thans op mijn fiets door Zimbabwé glijd.
Main Camp Hwange. Het is vreselijk warm. Daarom is onze wieleractiviteit tot nul herleid. Dit is nu safaristijl tot en met, en we camperen voor twee dagen op een zanderig plein. Bij het krieken van de dag van morgen, zullen wij met een safarivrachtwagen op speurtocht gaan naar de grote wilde beesten. The Singing Bird Organisation vroeg per persoon 60,00 US $ om ons mee te nemen voor een picknick in de wildernis, en zij beweren dat we foto's zullen maken van olifanten, giraffen, zebra's, buffels, neushoorns, antilopen, ... en met een beetje geluk van de koning der dieren : de leeuw. Gisteren at ik een slaatje in het Royal Victoria Falls Hotel. Wat een verschil met de arme-mensen-dorpen. Ik mocht daar mijn plas maken, niet zo maar in de vrije natuur of tegen een muurtje, maar in een speciale antieke kom met blokjes ijs en wat citroenschillen. Bovendien waren er witte sponshanddoeken, die maar éénmaal efkens worden gebruikt en dan weer worden gewassen .Nacht met breakfast voor twee kost in dit hotel 400,00 US $ . Niet ver daarvan zag ik een negertje die van vuilbak tot vuilbak zwierf om uit de lege colablikjes nog die enkele lauwe gesuikerde druppeltjes op te lekken die ook hier nog blijkbaar in die blikjes blijven zitten, niet voor de insecten maar wel voor de arme jonge Zimbabwezen. Ik stak mijn vinger omhoog, riep die dorstige knaap, en stopte hem de nodige zimdollars in de hand ' for a cold drink, my friend ...' . De jonge ' Undermensch' wist niet wat er op dat ogenblik met hem gebeurde. Alleen bezoekers uit Vlaanderen, of Europa, handelen zo. Maar niet die Zuid-Afrikanen, die coloniale heersers en eigenaars die anno 1999 nog niet zijn uitgeroeid. Van die hautaine toeristen, keihard en zonder hart tegenover de zwarten, krijgen dorstlijdende niet-blanken nooit iets. In dit Park Hwange, de grootste dierentuin ter wereld, lopen de olifanten rond zoals de konijntjes op de Bolderbergse heide. Olifanten drinken 150 liters water per dag, in tropische oorden en zij kakken een kruiwagen stront tijdens hun grote dagelijkse behoefte. Het is hier mogelijk om souvenirs te kopen. Maar dat gezaag en gepingel bij iedere transactie is er voor mij te veel aan. In dit seizoen zijn er nog geen muggen te Hwange. We slikken dus onze pillen tegen malaria zonder reden, want tropische ziekten zijn hier zeldzaam.Over een speciale brug ben ik ook even gefietst tot op het grondgebied van Zambia, mits het te vragen aan de douaniers. We zagen maar weinig halfbloeden. Deze zijn ongewenst zowel bij de zwarten als bij de blanken. Het fatsoen vraagt dus dat er alleen partners en paren van éénzelfde ras zijn. Negers zijn ook mensen. Zoals bij ons is 10 % van de bevolking samengesteld uit mooie mensen, mannen en vrouwen. De vele andere zijn niet zo knap, en soms zelfs heel lelijk. De liefde wordt hier echter bedreigd door het GROTE AIDS PROBLEEM. Overal zijn er condooms gratis beschikbaar. Vermits wij met zeven ernstige oudere mannen zijn, die mekaar voortdurend in het oog houden, hebben wij geen problemen met de nationale ramp in dit land.
----- (Papoum in Africa - herwerkt uit brieven ) ---------
Quand on partait de bon matin Quand on partait sur les chemins A bicyclette Nous étions quelques bons copains Y avait Fernand y avait Firmin Y avait Francis et Sébastien Et puis Paulette
On était tous amoureux d'elle On se sentait pousser des ailes A bicyclette Sur les petits chemins de terre On a souvent vécu l'enfer Pour ne pas mettre pied à terre Devant Paulette Faut dire qu'elle y mettait du cœur C'était la fille du facteur A bicyclette Et depuis qu'elle avait huit ans Elle avait fait en le suivant Tous les chemins environnants A bicyclette
NATHALIE.
La place Rouge était vide Devant moi marchait Nathalie Il avait un joli nom, mon guide Nathalie... La place Rouge était blanche La neige faisait un tapis Et je suivais par ce froid dimanche Nathalie... Elle parlait en phrases sobres De la révolution d'octobre Je pensais déjà Qu'après le tombeau de Lénine On irait au café Pouchkine Boire un chocolat... La place Rouge était vide Je lui pris son bras, elle a souri Il avait des cheveux blonds, mon guide Nathalie... Nathalie Dans sa chambre à l'université Une bande d'étudiants L'attendait impatiemment On a ri, on a beaucoup parlé Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait Moscou, les plaines d'Ukraine Et les Champs-Élysées On a tout mélangé et on a chanté Et puis ils ont débouché En riant à l'avance Du champagne de France Et on a dansé... La, la la... Et quand la chambre fut vide Tous les amis étaient partis Je suis resté seul avec mon guide Nathalie... Plus question de phrases sobres Ni de révolution d'octobre On n'en était plus là Fini le tombeau de Lénine Le chocolat de chez Pouchkine C'était loin déjà... Que ma vie me semble vide Mais je sais qu'un jour à Paris C'est moi qui lui servirai de guide Nathalie... Nathalie
Marianne de ma jeunesse Ton manoir se dressait Sur la pauvre richesses De mon rêve enchanté
Les sapins sous le vent Sifflent un air étrange Où les voix se mélangent De nains et de géants
Marianne de ma jeunesse Tu as ressuscité Des démons des princesses Qui dans moi sommeillaient
Car ton nom fait partie Marianne de ma jeunesse Du dérisoire livre Où tout enfant voudrait vivre
Marianne de ma jeunesse Nos deux ombres enfuies Se donnèrent promesse Par-delà leurs joies et leur vie
Marianne de ma jeunesse J'ai serré sur mon cœur Presque avec maladresse Ton mouchoir de pluie et de pleurs
Il avait poussé par hasard Dans notre cour sans le savoir Comme un aveugle dans le noir Mon arbre Il était si petit Que c'était mon ami Car j'étais tout petit Comme lui J'attendais de lui le printemps Avec deux ou trois fleurs d'argent Un peu de vert, un peu de blanc Mon arbre Et ma vie s'accrochait A cet arbre léger Qui grandissait Comme je grandissais
Chanson de GILBERT BECAUD
Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde Quand tu n'es pas là S'arrètent de chanter Et se mettent à pleurer Larmes de pluie au ciel d'été Quand tu n'es pas là Le silence qui gronde Me donne si froid Qu'un jour ensolleillé Me fait presque pleurer Larmes d'ennui malgré l'été La ville fait de grâces La lune des grimaces Qui me laissent sans joie Les cantiques d'églises Malgré tout ce qu'ils disent Me font perdre la foi Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde La nuit sur mon toit Viennent se rassembler Et pour me consoler Chantent tout bas ' Elle reviendra ' Quand tu reviendras De l'autre bout du monde Quand tu reviendras Les oiseaux dans le ciel Pourront battre des ailes Chanter de joie Lorsque tu reviendras !
Le Pianiste de Varsovie Gilbert Bécaud
Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Chopin Je l`aime bien, Chopin Je jouais bien Chopin Chez moi à Varsovie Où j`ai grandi à l`ombre A l`ombre de la gloire de Chopin Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur Plus de sentiment Plus de mouvement Plus d`envolée Bien bien plus léger Joue mon garçon avec ton coeur Me disait-il pendant des heures Premier concert devant le noir Je suis seul avec mon piano Et ça finit par des bravos Des bravos, j`en cueille par millions A tous les coins de l`horizon Des pas qui claquent Des murs qui craquent Des pas qui foulent Des murs qui croulent Pourquoi? Des yeux qui pleurent Des mains qui meurent Des pas qui chassent Des pas qui glacent Pourquoi Le ciel est-il si loin de nous? Je ne sais pas pourquoi Mais tout cela me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur
What does not destroy us makes us stronger.
Rondvraag / Poll
Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
À la claire fontaine
M'en allant promener, J'ai trouvé l'eau si belle, Que je m'y suis baignée.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Sous les feuilles d'un chêne Je me suis fait sécher, Sur la plus haute branche, Un rossignol chantait.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Chante, rossignol, chante, Toi qui as le coeur gai, Tu as le coeur a rire, Moi, je l'ai à pleurer.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
J'ai perdu mon ami Sans l'avoir mérité, Pour un bouquet de roses, Que je lui refusai.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Je voudrais que la rose Fût encore au rosier, Et que mon doux ami Fût encore à m'aimer
Turning and turning, the world goes on We can't change it, my friend Let us go riding now through the days Together to the end Till the end
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Spinning and spinning, the dreams I know Rolling on through my head Let us enjoy them before they go Come the dawn, they all are dead Yes, they're dead
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Julia Tulkens .
Hebben wij elkaar gevonden in dit land van klei en mist waar tussen hemel en aarde ons leven wordt uitgewist ?
Ben ik nog schaduw, ben ik al licht, of is d'oneindigheid mijn aangezicht ?
Treed ik in wolken of in hemelgrond ? Er ruist een hooglied aan mijn lichte mond. In uw omarming hoe ik rijzend ril ... Mijn haren wuiven en de tijd valt stil .
Julia Tulkens.
SONNET POUR HELENE
Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle, Assise auprès du feu, dévidant et filant, Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant : Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.
Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle, Déjà sous le labeur à demi sommeillant, Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant, Bénissant votre nom de louange immortelle.
Je serai sous la terre et fantôme sans os : Par les ombres myrteux je prendrai mon repos : Vous serez au foyer une vieille accroupie,
Regrettant mon amour et votre fier dédain. Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain : Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.
Regretting my love, and regretting your disdain. Heed me, and live for now: this time won’t come again. Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.