Achttien dagen in mei.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Met de Achttiendaagse veldtocht wordt de campagne van ons Belgisch Leger in mei 1940 bedoeld, wanneer ons vaderland onder de voet gelopen werd door het leger van Hitler. De veldtocht liep van 10 mei 1940, de dag van de Duitse inval, tot 28 mei 1940, toen de Belgen de strijd staakten en capituleerden . Theofiel de vader van Papoum was oudstrijder .
Belgisch leger - Samenstelling op 10 mei 1940
Op 10 mei 1940 bestond het Belgische leger uit 22 divisies van ongeveer elk 17.000 manschappen. In totaal was het Belgisch leger ongeveer 600.000 manschappen groot, en was daarmee in verhouding tot het totaal aantal inwoners één van de grootste Europese legers van dat moment (8% van de Belgische bevolking). Onze Strijdkrachten bestonden uit beroepsmilitairen en de veertien militieklassen (tussen 1926 en 1939). Elke militieklas telde ongeveer 47.000 manschappen. Een gedetailleerd overzicht:
- 4.929 beroepsmilitairen, 16.614 reserveofficieren ,12.000 beroepsonderofficieren
- 46.000 reserveonderofficieren ,10.000 beroepskorporaals en beroepssoldaten
- De overige manschappen waren gemobiliseerde soldaten
Brief van J.Timmermans .
(geschreven te Kapellen op 8 januari 1941)
Aan Mijnheer Theo Journée, O.Luit 44e Regt,
De E.H.Van Mechelen, pastoor van Hoogboom overhandigde ons uw vereerend schrijven. Met groote vreugde vernamen wij dan dat U nog gaaf en gezond zijt.
Wij hebben heel dien tijd in den waan verkeerd dat U ofwel krijgsgevangene waart of dat U zoudt gesneuveld zijn. Gode dank ! t Is op zijn best afgeloopen.
Bij ons is het ook nog betrekkelijk goed afgeloopen, alhoewel wij veel geleden hebben. In de nacht van 15 op 16 Mei werden wij uit ons huis verdreven door de Fransche soldaten.
Den 12 Mei begonnen onze soldaten van het 32e Regt. te drinken en te rooven, en de meeste dorpelingen waren van schrik den 14 Mei vertrokken. Wij bleven, omdat er nog geen order was gekomen.s Nachts om 11 uur braken de Marokanen bij ons binnen langs eene verbrijzelde venster. Vier man kwamen dan in de keuken en vroegen ons : Que faites-vous, ici ?
Wij antwoordden te blijven. Et il faut partir ! Wij moesten dan de groote poort openen en 35 manschappen kwamen binnen. Wij moesten seffens sargien, kussens en slaapgerief geven.
En in de verandak en aanpalende plaatsen begaven zich een 30 tal man ter rust.
Om 12 uur s nachts moesten wij onder geleide van zes soldaten naar de kommandatur gaan, dicht bij de kazerne. De kommandant, na ons uitgehoord te hebben, stuurde ons naar huis. Heel den nacht hebben wij, onder de bewaking van zes soldaten gezeten in de keuken.
s Morgens om 8 uur naar den luitenant in Villa Pax, die na van ons gehoord te hebben , ons naar de stad zond. Na vier dagen kwamen wij terug naar huis.Maar hoe was het daar gesteld ! Alle kasten opengebroken, alles geroofd in den winkel, uit de slaapkamers, alle ondergoed, sargies, enz. enz.Wij zeggen dan ook nog , Gode dank ! Ons huis staat nog recht en wij zijn nog in leven.Laat ons hopen dat het ergste voorbij is, en zeggen ook gelijk U zoo goed zegdet : Dat Gods wil geschiede ! Om te eindigen danken wij U voor uwe woorden van dank voor hetgene wij voor onze soldaten gedaan hebben. t Was toch maar plicht. Wij zullen als voorheen op God betrouwen en steeds zullen wij de beste herinnering van U en uwe soldaten bewaren. Ook beloven wij voor U te bidden., opdat God U spare en U een schoone toekomst voorbereide.
Aanvaard met den meesten eerbied de welgemeende wenschen van mijne zusters Cornelie en Josephine en van mij. J. Timmermans .
MIJN ANALYSE VAN DEZE BRIEF UIT OORLOGSTIJD.
Na 67 jaren ligt deze epistel nog tussen de archieven van onze familie. Op goed papier en alléén recto beschreven, lezen we een prachtig en elegant handschrift. De gekrulde letters , de kwaliteit van de inkt, de evenwichtige uitbouw van het geheel, de inhoud, de met vaste hand aangebrachte signatuur , laat ons besluiten dat deze twee bladzijden werden geschreven door iemand die tot ver in de adolescentie en zelfs daarna scholing en goede opvoeding, heeft genoten.
De pastoor , toen voorbereider van het sacrament van het huwelijk, overhandigde eerder een andere brief die was geschreven door de militair. Deze brief is daar op het antwoord. De meerdere aanhalingen naar God, de beschrijvingen , het woord ondergoed (misschien een timide aanwakkering van erotische aard) , het aantal soldaten dat in hun huis kon slapen, het woord winkel, laten mij vermoeden dat het een schrijfster was die deze brief stuurde. Het is een tip voor de onderluitenant die daar ten huize 337, Hoogboomstraat , Kapellen, drie jonge dames kan vinden. Kom maar eens terug is de roep van het vrouwke
, want naast de eeuwige Eva , aanwezig als J . zijn er ook nog Cornelie en Josephine , in totaal dus drie huwbare dochters in die katholieke middenstanders familie. Om deze keurig van de straat te krijgen is er dus een ernstige tussenpersoon nodig, de E.H. Van Mechelen.Omdat die brief zolang werd bewaard door de onderluitenant, is onze conclusie dat hij ook wel vond dat er voor hem daar nog een schone kans op toekomst open lag . Het was daar misschien wel in de saccoche voor hem . Fotomateriaal uit die tijd laat echter zien hoe prachtig de boerendochter Alina uit Waasmont er toen wel uitzag. De kansen van J waren dan ook maar klein.
--- Wie is echter de Hector Pointu onder ons ( of de inspectrice Colombe ) die op onderzoek gaat naar de oude relatie van deze onderluitenant (wijlen Fille van Lenkes ) met die mysterieuze onbekende J . Timmermans ? ---
Een andere optie is de volgende : We vergeten de eventuele privé aantrekkingskracht man-vrouw, en we vragen ons af wat deze brief doet tussen andere documenten van een dossier uit 1942 waarin dezelfde onderluitenant optreedt in een breed militair onderzoek naar gebeurde feiten tijdens de tweede helft van Mei 1940. Timmermans zou in dat geval iemand kunnen zijn, die indien nodig, als getuige ten voordele kan optreden en beschrijven hoe eerlijk en correct het verblijf te Kapellen is verlopen van de manschappen die onder bevel van de onderluitenant op oorlogspad waren.
Sedert de televisie de huiskamers vult wordt er bijna nooit nog verteld over de nare oorlogstijd die de vorige generaties hebben meegemaakt. Nu we weer tussen 10 en 28 mei zijn is het een goede periode om even 1940 onder ons vergrootglas te brengen. We doken eens in het dunne oorlogsarchief dat wij bijhouden en blijven koesteren.
TANKS - DE SLAG NABIJ HANNUIT . Op 12 mei 1940 kwam het zo bij Hannuit tot de verwachte tankslag, met zo'n 1.600 deelnemende pantservoertuigen de grootste die de wereld tot op die dag gezien had. De eerste dag werd de Duitse aanval afgeslagen. Op 13 mei 1940 gelukte het door een concentratie van beide Duitse divisies tegen 3DLM uiteindelijk door het dekkingsscherm van Franse tanks heen te breken, die op de 14e succesvol werden teruggenomen achter de nu ingegraven troepen; ze hadden ongeveer 105 tanks verloren, de Duitsers zo'n 160.
Dat die Slag daar zo groot is geweest was me tot vandaag onbekend. Ik ben vaak als wielertoerist voorbijgereden aan het kleine oorlogsmonument. Soms gewoon maar om te plassen, ben ik er ook even gestopt. Tussen Hannuit en Jodoigne waar we in de toekomst toch allen vaak zullen komen, moeten we zeker een bezoekje brengen aan dat bepaalde punt langs de weg. Papoum en Kobe zagen precies daar al eens Tom Boonen tijdens een rit van de Ronde van België.
|