Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
C'est plein d'Uylenspiegel Et de ses cousins Et d'arrière-cousins De Breughel l'Ancien
Le plat pays qui est le mien.
Tous les chemins qui mènent à Rome Portent les amours des amants déçus et les mensonges des anges déchus.
Pelgrim
Wat zich gaande voltrekt in de ziel van de pelgrim is niet een toenemend verlangen naar het bereiken van zijn reisdoel, niet het vinden van het heilige aan het einde van zijn bedevaart, maar zijn overgave aan de ruimte, aan de kiezels op zijn pad, zijn besef van niet-weten, zijn afdalen in de leegte.
Zijn benen worden zijn vrienden, de regen zijn lijden, zijn angst wordt gericht naar de honden langs de weg, het vele legt hij af en hij rust in het Ene. Al trekkend komt hij nergens, voortgaande bereikt hij niets, maar zijn vreugde neemt toe om een bloem en een krekel, om een groet en een onderdak.
Zijn reisdoel en zijn thuis vloeien samen aan de horizon, hemel en aarde vinden elkaar op het kruispunt van zijn hart. Het heilige verdicht zich in de dieren en de dingen. Zijn aankomst ligt verborgen in de wijsheid van het Zijn.
Catharina Visser
De Weg.
In de verte gaat een pelgrim, eenzaam over het pad. Met een blik voorwaarts, eindeloos turen naar het pad. Het pad dat hem leidt, de wind die hem begeleidt. Samen èèn met de natuur, de geur,het geluid en omgeving. Daar toont de schepping hem, nederig dat het pad van zand zo hard als steen is. Soms ook warm,koud en nat. De pelgrim stapt over het harde pad, met als enige vriend zijn schaduw. Samen op hun weg.
When we got to the sea at the end of the world We sat down on the beach at sunset We knew why we had done it To know our lives less important than just one grain of sand.
En camino de Santiago Sur le chemin de St Jacques Iba una alma peregrina Allait une âme pérégrine Una noca tan obscura Une nuit si obscure Que ni una estrella lucia ; Que ne brillait aucune étoile ;
Le patron de toutes les filles C'est le saint Jacques des Bourdons; Le patron de tous les garçons C'est le saint Jacques des Coquilles. Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet, Coquilles et bourdons exigent que l'on troque; Cet échange affermit l'amitié réciproque, Et cela vaut mieux qu'un œillet.
Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.
Betrouw geen pelgrim met een baard Die met een schooikroes geld vergaart Al beed'lend langs de wegen sjokt En met een deerne samenhokt.
Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.
Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
Ik had het eerst niet in de gaten, en opeens zàg ik het spoor dat jij voor mij hebt nagelaten.
Mon père .
Assis dans un vieux fauteuil Recouvert d'un plaid usé, Il rêve de son passé, En attendant le sommeil.
La fumée d'un cigare Flottant au-dessus de lui, D'une auréole, pare, Sa tête grise, de nuit.
Vêtu d'un pantalon gris, Chemise de flanelle Sous le tablier bleu sali. Sa casquette est belle.
Il sait déjà que demain, Sera le grand jour pour lui. Mais il ne regrette rien, Et partira seul sans bruit .
***
La mort .
Le jour où tu viendras, A l'aube d'un matin, Me tendre les bras Me chercher par la main, Entre comme moi Par le fond du jardin.
Tu essuyeras tes pieds Sur le grand paillasson, Pour ne pas marquer Tes pas dans le salon, Et n'oublie pas d'ôter Ton noir capuchon.
La table sera mise Et le vin bien chambré, Quand tu sera assise Nous pourrons le goûter, Avant que je ne suive Ton ombre décharnée .
Mais si tu préfères Par surprise me faucher, Au début de l'hiver Ou au soir d'un été, Pousse la barrière Elle n'est jamais fermée.
Avant de m'emporter, De rendre ma valise, Laisse-moi griffonner Une dernière poésie Où je ferai chanter La beauté de la vie.
Ce n'est pas ce matin Que je quitterai le port, Puisque de mes mains J'ai caressé si fort Ses lèvres de satin Que je t'oublie, la mort.
+++
SEUL SUR LE CHEMIN .
J'ai traversé des villes, J'ai longé des cours d'eau J'ai rencontré des îles J'ai cotoyé le beau !
Tout au long du voyage Rien ne m'a retenu Même pas un signe de croix Tracé d'une main tremblante.
Le vent, la mer, la pluie M'ont façonné le coeur. Je suis leur propre image, Immuable douleur.
Je fais signe aux oiseaux, Seuls amis de ce monde, Qui m'entraînent dans une ronde A m'en crever la peau.
J'ai traversé des coeurs, J'ai rencontré des bras, J'ai caressé des fleurs, J'en ai ceuilli pour toi.
TENNIS DE TABLE MESATENISTA PING PANG QIU TISCHTENNIS TABLE TENNIS
photos courtesy ITTF
乒乓球 Stolni tenis Tenis Stolowy
ITTF TABLE TENNIS Classement mondial 26 - 08 - 2012 World Ranking Weltrangliste Ranking Mundial Värlen Rangordning Classifica Mondiale MESSIEURS : 1. ZHANG Jike - CHN 2. MA Long - CHN 3. XU Xin - CHN 4. WANG Hao - CHN 5. MIZUTANI Jun - JPN 6. MA Lin - CHN 7. BOLL Timo - GER 8. CHUANG Chih-Yuan - TPE 9. OVTCHAROV Dim - GER 10. WANG Liqin - CHN 11. JOO Se Hyuk - KOR 12. OH Sang Eun - KOR
-- DAMES : 1. DING Ning - CHN 2. LI Xiaoxia - CHN 3. LIU Shiwen - CHN 4. GUO Yan - CHN 5. ISHIKAWA Kasu - JPN 6. FUKUHARA Ai - JPN 7. FENG Tianwei - SIN 8. KIM Kyung - KOR 9. GUO Yue - CHN 10. WANG Yuegu - SIN 11. WU Yang - CHN 12. TIE Yana - HKG
De noodklok belt slechts éénmaal Komt weldra de ultieme speeltijd Ademen voor de laatste maal Gelukkig geen haat noch nijd Toch af en toe een flater Een zorg is dit voor later Lopen van os naar ezel Toch af en toe een flater Niet knikkers tellen, wel het spel Lopen van os naar ezel Dagelijks goed aan de kost Niet knikkers tellen, wel het spel Verwachtingen zelden ingelost Dagelijks goed aan de kost De beste blijft mijn moeder Verwachtingen zelden ingelost Water is het kostelijkste voeder De beste blijft mijn moeder Om bestwil een toontje lager zingen Water is het kostelijkste voeder Op zoek naar de diepte der dingen Om bestwil een toontje lager zingen Komt het varksken met de lange snuit Op zoek naar de diepte der dingen Nu is dit pantoumeke bijna uit Komt het varksken met de lange snuit Ademen voor de laatste maal Nu is dit pantoumeke bijna uit De noodklok belt slechts éénmaal.
Tibertyn. ***
Kleine mensenhand strooit op winterse dag kruimels voor de mus.
Schelpen op het strand die worden door de branding voor ons kind gebracht.
Molens in de wind draaien, draaien, en draaien in het vlakke land.
Kerstman in de straat borstelt met grote bezem sneeuw weg van de stoep.
De dode takken breken af bij felle wind van de avondstorm.
Kreten in de nacht van kikkers in de vijver lokken de reiger.
Hulpeloos jong lam verloren tussen struiken waar de wolf vertoeft.
De werkzame bij zoekt in de roze bloesems lekker naar honing.
The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”
De pelgrim.
Hij is op de weg alleen al weet hij nog niet waarheen maar ergens stond geschreven dat hij die richting moest gaan en aarzelt hij soms even langs de eindeloze baan terwijl hij in zijn hart voelt dat velen eerder gingen mijmerend over dingen terwijl een windje afkoelt .
Verder dan Rome loopt de weg.
Ervaringen van een pelgrim.
21-06-2009
Rome 1996 - Mijn dagen in Firenze (2) .
Zwervend door de mooie oude stad kom ik aan een paleis waar een tentoonstelling loopt die gewijd is aan Leonardo da Vinci. Deze 'uomo universale' werd me steeds als een belangrijk man voorgesteld. Hij was een geniale autodidact, schilder, architect, uitvinder, ingenieur, filosoof, natuurkundige, scheikundige, beeldhouwer, schrijver, componist. Na een zeer gevuld leven stierf hij in 1519. Vermits ik reeds Clos Lucé had bezocht aan de Loire in Frankrijk, vind ik dat deze tentoonstelling bezoeken een must is tijdens mijn toeristische dag te Florence. Merkwaardige toestellen vervaardigd in hout, beeldschermen, tekeningen, tonen wat Leonado en zijn tijdsgenoten vermochten. Zeer interessant is het verkleind model van de Duomo met een begrijpbare uitleg in diverse talen waarom dit zo bekende bouwwerk een technisch wonder is. Hoed af voor Filippo Brunelleschi. Ik denk aan de architect die vijf eeuwen later moest zorgen dat mijn eigen huis er kwam. Na een uur in de zalen van die tententoonstelling krijg ik plots een inzinking. Naar buiten vlucht ik ,waar de betere lucht en een grote ijskreem me weldra terug opknappen. Ik kuier verder door de straten, kijkend naar het bonte volk, naar de winkels van Via della Vigna Nuova , naar het aanbod op de overdekte markt, naar een kunstwerk van Giambologna, en soms aan de rand van de voetgangerszone zie ik zwermen scooters. Doodmoe ben ik wanneer ik weer dicht bij de Duomo kom en bij de bushalte waar terugkeer naar Fiesole mogelijk is. De stadsbus met het goede nummer 17 komt weldra aangereden en ik rep me om op te kunnen stappen met het tweede buskaartje dat ik 's morgens heb gekocht . We rijden langs kleurloze straten terug naar de voorstad.
Ik bereik terug mijn tent in de tuin van de jeugdherberg. Een rosse poes was er in geslaagd binnen te kruipen omdat ik een ritssluiting van de binnentent niet volledig dicht had getrokken. Zij kon de hele dag op mijn slaapzak liggen. Ik jaag deze squattende zwerfkat weg. Tijdens de volgend uren herstel ik vier binnenbanden met zeven rustines. Een grondig nazicht van velgen en nippels is ook mijn intense bezigheid. Ik vijl, schuur, poets, en plak beschermende tape helemaal rond beide wielen in de hoop dat mijn binnenbanden minder zullen lijden door wrijving en gewicht. Twee andere fietskampeerders houden mij al die tijd in het oog. Zij zien hoe onhandig ik wel bezig ben. Zelf rijdt het koppel op het allerkeurigste materiaal, alles van Agu, en zij menen de topklasse te zijn in het enge milieu van de camping . Met hun tweetjes hokken zij samen, eten uit kleine pannetjes, en begluren de andere kampeerders met een Mona Lisa glimlach. Natuurlijk Hollanders, maar om geen tijd te verliezen vertik ik het van een praatje te gaan maken in onze gemeenschappelijke taal, en zij kunnen aan niets van me zien dat ik een Vlaming ben. Ik heb al een plastieken Michelin bandafnemer kapot gewrongen en een metalen nietjesverwijderaar Bostick. Door die nieuwe tape is het moeilijker geworden binnen- en buitenbanden optimaal terug paraat te krijgen. Het daglicht is bijna verdwenen wanneer ik al mijn repareermateriaal terug mag opbergen in een van mijn Karrimors. Met schuimende zeep krijgen mijn handen daarna een noodzakelijke beurt. Ik stel vast dat mijn was nog niet droog is, doch ik hoop dat de lauwte en de lichte wind van die avond dit nog zal verbeteren. Honger alarmeert me. Ik verlaat de jeugdherberg van Fiesole via de lange laan tussen de hoge bomen. Wat later stap ik het restaurant binnen waar ik de vorige avond met Tracy & co rode wijn was gaan drinken. Er zijn op deze vrijdagavond veel luidruchtige Florentijnen aan tafel. De wijn is er goed en de naam van het eethuis klinkt ook goed ' Le Clochard' . Aan een tafeltje kom ik tot bezinning, geholpen door chianti, rijst met spinazie, vleesschotel van de chef, insalata, ... wat een dag ! Ik denk aan mijn overleden vader, de ironman die tegen hoog toeristisch tempo drie weken zo kon leven om daarna terug op zijn kantoor terug te verschijnen als een vermagerde kater. Ik besef dat mijn leven waarschijnlijk nog zelden op dit niveau zal kunnen doordraven. De smaak van het oude Florence drong diep in me binnen .
Florentins 'créateurs de beauté ', mannen en vrouwen, mensen van Firenze, elegant, levendig, beschaafd, matbruin van huidskleur, spontaan van gebaar, goed en smaakvol gekleed, met een fiere glans in de ogen, bewaarders van een groot verleden, een mooi volk, ik heb ze vandaag gezien. Maar ik zag nog niet alles, proefde nog maar een snuifje. Ik kwam tot net zo ver een pelgrim mag komen, een pelgrim die verder moet. De rijkdom van Florence is nog oneindig groot. Er is nog leven en toekomst. Het is voorzeker niet zoals Venetië, dat op de aangekondigde dood wacht, en waar het water van de kanalen zwaar en niet zo fris meer is. Maar ook te Florence was het aardse leven nooit een hemel, want rivaliteit, misdaad, hebzucht, uitingen van haat, hadden er bestaan. Maar dat alles werd uitgeveegd en vergeten. Alleen de schoonheid van de kunstwerken is gebleven om de kijker en de voorbijganger een goed gevoel te bezorgen.
De chianti zit goed in mijn kop en mijn geldbeurs is 53.000 lires lichter wanneer ik Le Clochard verlaat. Verdorie, wat doen mijn voeten pijn en wat zijn mijn benen zwaar, want na zoveel fietswerk hebben zij voetwerk verleerd. Zwijmelend strompel ik door de Florentijnse nacht tot aan mijn Alpino. Ik ben op en ik kleed me zelfs niet uit. Plof ... ik laat me op het dons van mijn slaapzak vallen. Maar wanneer ik ook mijn hoofd neer leg, springt er op de hoogte van mijn nek iets weg dat luid en kwaad ... miaaaaouu ... krijst. Het is weer die rosse kat. Ook tijdens deze nacht wil zij in mijn huisje slapen. Stoute kat, ga naar buiten bij de katers, of ga veldmuizen vangen in de tuinen van Fiesole, maar dit is mijn nest en niet dat van een rosharige vierpootster. Misschien was jij in je lieve vorig leven een courtisane van plezier die eens het bed mocht delen met Lorenzo El Magnifico, maar vannacht in je gereïncarneerde toestand mag je dat niet met mij. Ik smijt die smerige poes harteloos buiten. In vino veritas. In "Le Clochard" komt geen goedkope Fitou op tafel, maar wel echte Chianti. Weinige hartkloppingen later is het voor mij reeds ... ron,ron,ron, ... snurk, snurk, snurf, ... maf, maf, maf.
Maar die kat komt weer, die volgende komt die kat steeds weer. Na haar nachtelijk buitenleven, amper enkele uren later is de Florentijnse katin er terug. Zij wil stiekem een plaatsje veroveren onder mijn tentzeil. Dat gaat niet want alles is nu potdicht, alle ritssluitingen zijn 100% toe, en mijn bagage blokkeert alle mogelijke ingangen. De muizeneetster kan niet binnen en wordt woedend. Met razernij springt zij aggresief enige keren pardoes op mijn tent. Dan hoor ik niets meer. Maar wat later hoor ik een geschuifel in de nacht. Ik kruip uit mijn binnentent met mijn lamp en ik kan de kop van die rosse kat zien aan de kant van de wielen van mijn fiets. Zij vond toch ergens de mogelijkheid om met kop en twee poten binnen te geraken terwijl haar lijf, staart en achterpoten nog aan de buitenkant zijn. Ik geef haar een stamp, kruip uit mijn tent, en loop haar achterna met zeer dieronvriendelijke bedoelingen. Eindelijk geeft de rosse poes het op en ergens anders zal zij gaan slapen. Een geluk dat ik nu wakker ben, want zo kan ik mijn was van de draad plukken. Het is immers zo dat er eerst wat druppeltjes vallen op dat moment van de nacht, die een vijftal minuten later worden gevolgd door hevige regens. Zoals de vorige nachten gaan de hemelsluizen open over Toscane. Alle schone tuinen , waar de appelsienen, olijven, druiven, vijgen, bloemen en planten groeien, zijn weldra kletsnat en dat is ook zo met de kat. Misschien kneep ik haar wat te ruw in het donker. Het werd toch dank zij haar dat ik de droogheid van mijn was kon bewaren. Zou zij misschien een in de tuinen van Fiesole verblijvend spook zijn uit dat erotisch Decamerone boek van Boccacio, veroordeeld en verdoemd door een paus uit vroegere tijden. Zij wilde gewoon met mij onder éénzelfde dak, in dezelfde slaapstee en zij was reeds huiselijk zorgend voor mijn was. Maar, ja, ik begrijp te weinig van vrouwen. Ik ben een enkeling, een pelgrim, een monnik bijna. Onder welke vorm zij ook voor me verschijnen, in het werkelijke, in droge of in natte dromen, in reïncarnatievorm, vermomd als kat of als slang, ik gedraag me steeds te lomp, te hardhandig; te bedeesd of met te weinig romantiek. Maar ik troost me, want zelfs een groot genie als Leonardo da Vinci, die soms zelfs geciteerd wordt als één van de uitvinders van de fiets, de homo universalis, begreep vrouwen niet.
Uren later. De geluiden van de ochtend maken mij wakker. Zoals vorige dag heerst er weer paniek op de camping. Als geredde drenkelingen na een zondvloed proberen de natte kampeerders hun materiaal te recuperen. Eigenlijk had ik er de beste en de hoogste plaats. Mijn tent stond onder de dichte takken van enkele bomen. Weinig regen kon mij treffen. Het regent nog altijd een beetje. In het hoofdgebouw, een reusachtige villa, neem ik mijn identiteitskaart terug in ontvangst na betaling van 30.000 lires voor twee campingnachten. Een ticket van 2.500 lires biedt me een licht ontbijt in de eetzaal. Daarna wandel ik terug naar de camping. Op het voetpad vind ik een mooi tweekleurig geldstuk van 500 lires. Zo'n vondst betekent dat de nieuwe dag me geluk zal brengen. Ik inspecteer nu de tent die ik vorige dag kreeg van de blonde Amerikaan en zijn lief. Het is maar goedkope kwaliteit. Ik gooi de natte grondmatjes weg en ook mijn grote plastiek die me al dienst had bewezen gaat de vuilbak in. Ik kreeg wel een goede 'toile ciré ' en die wil ik gebruiken in de toekomst. Omdat de tent met stokken, haringen, koorden, compact in een sporttas steekt, zal ik die meenemen. Dat betekent dat na wegwerpen en verlies van het een en het ander, ik nu terug een fiets heb die even zwaar is geladen als één maand geleden in de begindagen van mijn tocht. Tussen twee regenwolken in verlaat ik de tuinen van Fiesole, maar amper tien minuutjes later moet ik fietsen in een wolkbreuk tussen de auto's op de ringlanen van Firenze. Is al dit water hemels uit de blauwe lucht van Toscane, of is dit water hels uit het inferno van Dante ?
Het spat, drupt, giet, op de boulevards, op de daken, in de straten, en het verdwijnt in de riolen om wat later de Arno te doen opzwellen en te keer gaan als een schrikaanjagend monster. Zo kort na de start, en pfff ... weer een platte band. Tiende bandbreuk. Ik vlucht weg uit de natte miserie en vind een droge plaats aan de ingang van de lege kantoren van Touring Club Italia, waar geen ambtenaar op zaterdag werkt. Even bid ik en hoop ik dat tussen de stedelingen met paraplu plots als een barmhartige Samaritaan daar de Heilige Gino Bartali zal stoppen om mijn fietsband te herstellen. Maar de Florentijnse wielergod zit lekker op droge pantoffels de Gazzeta dello Sport aan het lezen, kuchend en gorgelend met San Pellegrino water, reeds zijn elfde sigaret van de dag rokend. De oorzaak van mijn zoveelste bandbreuk doet mijn weinige maar natte haren rechtstaan. Tussen binnen en buitenband was gisteravond een afgeknakt stukje metaal terechtgekomen van mijn eigen Bostick werktuigje. Dat scherpe vuil doorboorde mijn gerepareerde binnenband zonder moeite. Hoe dom van mij ! Een binnenband moet steeds goed proper gehouden worden. Ik zit daar met natte benen en natte broek op een stenen trap. Ellende en miserie ! Mijn band is spoedig terug vol goede Florentijnse lucht. Ik schuil me tot na de regenbui. Om de tijd nuttig door te brengen kuis ik mijn stuurtas eens uit en zet er orde in. Papier, etensrestjes, plastieken zakken, dat verdomde Bostick ijzertje en een onpropere keukenhanddoek, gooi ik in de vuilbak van Touring Club Italia.
De stadskern van Florence - of van Firenze voor wie dit liever leest - is omgeven door een brede moderne agglomeratie waar de auto meester is. Gedurende 15 km moet ik rijden door een krans van commercie en industrie. Nattigheid. Gevaar. Getoeter. Verkeerslichten. Wegwijzers. Ik zoek de richting van Prato. Ik vind de richting van Prato, maar in de fietsonvriendelijke verkeersdrukte ben ik die richting al weer vlug kwijt. Ik zie dan dat ik op weg naar Pistoia ben en dat is ook een goede richting. Weldra fiets ik met een goed tempo op de S66 , maar omdat werken en omleidingen me het moeilijk maken deze stad te benaderen, en ook omdat mijn benen goed de pedalen rond krijgen laat ik Firenze hoe langer hoe mee achter me. Weldra nader ik Montecatini Terme.
Reacties op bericht (0)
EINDE VAN DEZE BLOG 26 08 2012
Hoe sterk is de eenzame fietser Die krom gebogen over z'n stuur tegen de wind Zichzelf een weg baant
Zoeken in blog
Een bescheiden blik in de geschiedenis van de wielersport is vaak al voldoende om de fascinatie te proeven.
Quand on partait de bon matin Quand on partait sur les chemins A bicyclette Nous étions quelques bons copains Y avait Fernand y avait Firmin Y avait Francis et Sébastien Et puis Paulette
On était tous amoureux d'elle On se sentait pousser des ailes A bicyclette Sur les petits chemins de terre On a souvent vécu l'enfer Pour ne pas mettre pied à terre Devant Paulette Faut dire qu'elle y mettait du cœur C'était la fille du facteur A bicyclette Et depuis qu'elle avait huit ans Elle avait fait en le suivant Tous les chemins environnants A bicyclette
NATHALIE.
La place Rouge était vide Devant moi marchait Nathalie Il avait un joli nom, mon guide Nathalie... La place Rouge était blanche La neige faisait un tapis Et je suivais par ce froid dimanche Nathalie... Elle parlait en phrases sobres De la révolution d'octobre Je pensais déjà Qu'après le tombeau de Lénine On irait au café Pouchkine Boire un chocolat... La place Rouge était vide Je lui pris son bras, elle a souri Il avait des cheveux blonds, mon guide Nathalie... Nathalie Dans sa chambre à l'université Une bande d'étudiants L'attendait impatiemment On a ri, on a beaucoup parlé Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait Moscou, les plaines d'Ukraine Et les Champs-Élysées On a tout mélangé et on a chanté Et puis ils ont débouché En riant à l'avance Du champagne de France Et on a dansé... La, la la... Et quand la chambre fut vide Tous les amis étaient partis Je suis resté seul avec mon guide Nathalie... Plus question de phrases sobres Ni de révolution d'octobre On n'en était plus là Fini le tombeau de Lénine Le chocolat de chez Pouchkine C'était loin déjà... Que ma vie me semble vide Mais je sais qu'un jour à Paris C'est moi qui lui servirai de guide Nathalie... Nathalie
Marianne de ma jeunesse Ton manoir se dressait Sur la pauvre richesses De mon rêve enchanté
Les sapins sous le vent Sifflent un air étrange Où les voix se mélangent De nains et de géants
Marianne de ma jeunesse Tu as ressuscité Des démons des princesses Qui dans moi sommeillaient
Car ton nom fait partie Marianne de ma jeunesse Du dérisoire livre Où tout enfant voudrait vivre
Marianne de ma jeunesse Nos deux ombres enfuies Se donnèrent promesse Par-delà leurs joies et leur vie
Marianne de ma jeunesse J'ai serré sur mon cœur Presque avec maladresse Ton mouchoir de pluie et de pleurs
Il avait poussé par hasard Dans notre cour sans le savoir Comme un aveugle dans le noir Mon arbre Il était si petit Que c'était mon ami Car j'étais tout petit Comme lui J'attendais de lui le printemps Avec deux ou trois fleurs d'argent Un peu de vert, un peu de blanc Mon arbre Et ma vie s'accrochait A cet arbre léger Qui grandissait Comme je grandissais
Chanson de GILBERT BECAUD
Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde Quand tu n'es pas là S'arrètent de chanter Et se mettent à pleurer Larmes de pluie au ciel d'été Quand tu n'es pas là Le silence qui gronde Me donne si froid Qu'un jour ensolleillé Me fait presque pleurer Larmes d'ennui malgré l'été La ville fait de grâces La lune des grimaces Qui me laissent sans joie Les cantiques d'églises Malgré tout ce qu'ils disent Me font perdre la foi Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde La nuit sur mon toit Viennent se rassembler Et pour me consoler Chantent tout bas ' Elle reviendra ' Quand tu reviendras De l'autre bout du monde Quand tu reviendras Les oiseaux dans le ciel Pourront battre des ailes Chanter de joie Lorsque tu reviendras !
Le Pianiste de Varsovie Gilbert Bécaud
Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Chopin Je l`aime bien, Chopin Je jouais bien Chopin Chez moi à Varsovie Où j`ai grandi à l`ombre A l`ombre de la gloire de Chopin Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur Plus de sentiment Plus de mouvement Plus d`envolée Bien bien plus léger Joue mon garçon avec ton coeur Me disait-il pendant des heures Premier concert devant le noir Je suis seul avec mon piano Et ça finit par des bravos Des bravos, j`en cueille par millions A tous les coins de l`horizon Des pas qui claquent Des murs qui craquent Des pas qui foulent Des murs qui croulent Pourquoi? Des yeux qui pleurent Des mains qui meurent Des pas qui chassent Des pas qui glacent Pourquoi Le ciel est-il si loin de nous? Je ne sais pas pourquoi Mais tout cela me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur
What does not destroy us makes us stronger.
Rondvraag / Poll
Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
À la claire fontaine
M'en allant promener, J'ai trouvé l'eau si belle, Que je m'y suis baignée.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Sous les feuilles d'un chêne Je me suis fait sécher, Sur la plus haute branche, Un rossignol chantait.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Chante, rossignol, chante, Toi qui as le coeur gai, Tu as le coeur a rire, Moi, je l'ai à pleurer.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
J'ai perdu mon ami Sans l'avoir mérité, Pour un bouquet de roses, Que je lui refusai.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Je voudrais que la rose Fût encore au rosier, Et que mon doux ami Fût encore à m'aimer
Turning and turning, the world goes on We can't change it, my friend Let us go riding now through the days Together to the end Till the end
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Spinning and spinning, the dreams I know Rolling on through my head Let us enjoy them before they go Come the dawn, they all are dead Yes, they're dead
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Julia Tulkens .
Hebben wij elkaar gevonden in dit land van klei en mist waar tussen hemel en aarde ons leven wordt uitgewist ?
Ben ik nog schaduw, ben ik al licht, of is d'oneindigheid mijn aangezicht ?
Treed ik in wolken of in hemelgrond ? Er ruist een hooglied aan mijn lichte mond. In uw omarming hoe ik rijzend ril ... Mijn haren wuiven en de tijd valt stil .
Julia Tulkens.
SONNET POUR HELENE
Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle, Assise auprès du feu, dévidant et filant, Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant : Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.
Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle, Déjà sous le labeur à demi sommeillant, Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant, Bénissant votre nom de louange immortelle.
Je serai sous la terre et fantôme sans os : Par les ombres myrteux je prendrai mon repos : Vous serez au foyer une vieille accroupie,
Regrettant mon amour et votre fier dédain. Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain : Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.
Regretting my love, and regretting your disdain. Heed me, and live for now: this time won’t come again. Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.