Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
C'est plein d'Uylenspiegel Et de ses cousins Et d'arrière-cousins De Breughel l'Ancien
Le plat pays qui est le mien.
Tous les chemins qui mènent à Rome Portent les amours des amants déçus et les mensonges des anges déchus.
Pelgrim
Wat zich gaande voltrekt in de ziel van de pelgrim is niet een toenemend verlangen naar het bereiken van zijn reisdoel, niet het vinden van het heilige aan het einde van zijn bedevaart, maar zijn overgave aan de ruimte, aan de kiezels op zijn pad, zijn besef van niet-weten, zijn afdalen in de leegte.
Zijn benen worden zijn vrienden, de regen zijn lijden, zijn angst wordt gericht naar de honden langs de weg, het vele legt hij af en hij rust in het Ene. Al trekkend komt hij nergens, voortgaande bereikt hij niets, maar zijn vreugde neemt toe om een bloem en een krekel, om een groet en een onderdak.
Zijn reisdoel en zijn thuis vloeien samen aan de horizon, hemel en aarde vinden elkaar op het kruispunt van zijn hart. Het heilige verdicht zich in de dieren en de dingen. Zijn aankomst ligt verborgen in de wijsheid van het Zijn.
Catharina Visser
De Weg.
In de verte gaat een pelgrim, eenzaam over het pad. Met een blik voorwaarts, eindeloos turen naar het pad. Het pad dat hem leidt, de wind die hem begeleidt. Samen èèn met de natuur, de geur,het geluid en omgeving. Daar toont de schepping hem, nederig dat het pad van zand zo hard als steen is. Soms ook warm,koud en nat. De pelgrim stapt over het harde pad, met als enige vriend zijn schaduw. Samen op hun weg.
When we got to the sea at the end of the world We sat down on the beach at sunset We knew why we had done it To know our lives less important than just one grain of sand.
En camino de Santiago Sur le chemin de St Jacques Iba una alma peregrina Allait une âme pérégrine Una noca tan obscura Une nuit si obscure Que ni una estrella lucia ; Que ne brillait aucune étoile ;
Le patron de toutes les filles C'est le saint Jacques des Bourdons; Le patron de tous les garçons C'est le saint Jacques des Coquilles. Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet, Coquilles et bourdons exigent que l'on troque; Cet échange affermit l'amitié réciproque, Et cela vaut mieux qu'un œillet.
Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.
Betrouw geen pelgrim met een baard Die met een schooikroes geld vergaart Al beed'lend langs de wegen sjokt En met een deerne samenhokt.
Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.
Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
Ik had het eerst niet in de gaten, en opeens zàg ik het spoor dat jij voor mij hebt nagelaten.
Mon père .
Assis dans un vieux fauteuil Recouvert d'un plaid usé, Il rêve de son passé, En attendant le sommeil.
La fumée d'un cigare Flottant au-dessus de lui, D'une auréole, pare, Sa tête grise, de nuit.
Vêtu d'un pantalon gris, Chemise de flanelle Sous le tablier bleu sali. Sa casquette est belle.
Il sait déjà que demain, Sera le grand jour pour lui. Mais il ne regrette rien, Et partira seul sans bruit .
***
La mort .
Le jour où tu viendras, A l'aube d'un matin, Me tendre les bras Me chercher par la main, Entre comme moi Par le fond du jardin.
Tu essuyeras tes pieds Sur le grand paillasson, Pour ne pas marquer Tes pas dans le salon, Et n'oublie pas d'ôter Ton noir capuchon.
La table sera mise Et le vin bien chambré, Quand tu sera assise Nous pourrons le goûter, Avant que je ne suive Ton ombre décharnée .
Mais si tu préfères Par surprise me faucher, Au début de l'hiver Ou au soir d'un été, Pousse la barrière Elle n'est jamais fermée.
Avant de m'emporter, De rendre ma valise, Laisse-moi griffonner Une dernière poésie Où je ferai chanter La beauté de la vie.
Ce n'est pas ce matin Que je quitterai le port, Puisque de mes mains J'ai caressé si fort Ses lèvres de satin Que je t'oublie, la mort.
+++
SEUL SUR LE CHEMIN .
J'ai traversé des villes, J'ai longé des cours d'eau J'ai rencontré des îles J'ai cotoyé le beau !
Tout au long du voyage Rien ne m'a retenu Même pas un signe de croix Tracé d'une main tremblante.
Le vent, la mer, la pluie M'ont façonné le coeur. Je suis leur propre image, Immuable douleur.
Je fais signe aux oiseaux, Seuls amis de ce monde, Qui m'entraînent dans une ronde A m'en crever la peau.
J'ai traversé des coeurs, J'ai rencontré des bras, J'ai caressé des fleurs, J'en ai ceuilli pour toi.
TENNIS DE TABLE MESATENISTA PING PANG QIU TISCHTENNIS TABLE TENNIS
photos courtesy ITTF
乒乓球 Stolni tenis Tenis Stolowy
ITTF TABLE TENNIS Classement mondial 26 - 08 - 2012 World Ranking Weltrangliste Ranking Mundial Värlen Rangordning Classifica Mondiale MESSIEURS : 1. ZHANG Jike - CHN 2. MA Long - CHN 3. XU Xin - CHN 4. WANG Hao - CHN 5. MIZUTANI Jun - JPN 6. MA Lin - CHN 7. BOLL Timo - GER 8. CHUANG Chih-Yuan - TPE 9. OVTCHAROV Dim - GER 10. WANG Liqin - CHN 11. JOO Se Hyuk - KOR 12. OH Sang Eun - KOR
-- DAMES : 1. DING Ning - CHN 2. LI Xiaoxia - CHN 3. LIU Shiwen - CHN 4. GUO Yan - CHN 5. ISHIKAWA Kasu - JPN 6. FUKUHARA Ai - JPN 7. FENG Tianwei - SIN 8. KIM Kyung - KOR 9. GUO Yue - CHN 10. WANG Yuegu - SIN 11. WU Yang - CHN 12. TIE Yana - HKG
De noodklok belt slechts éénmaal Komt weldra de ultieme speeltijd Ademen voor de laatste maal Gelukkig geen haat noch nijd Toch af en toe een flater Een zorg is dit voor later Lopen van os naar ezel Toch af en toe een flater Niet knikkers tellen, wel het spel Lopen van os naar ezel Dagelijks goed aan de kost Niet knikkers tellen, wel het spel Verwachtingen zelden ingelost Dagelijks goed aan de kost De beste blijft mijn moeder Verwachtingen zelden ingelost Water is het kostelijkste voeder De beste blijft mijn moeder Om bestwil een toontje lager zingen Water is het kostelijkste voeder Op zoek naar de diepte der dingen Om bestwil een toontje lager zingen Komt het varksken met de lange snuit Op zoek naar de diepte der dingen Nu is dit pantoumeke bijna uit Komt het varksken met de lange snuit Ademen voor de laatste maal Nu is dit pantoumeke bijna uit De noodklok belt slechts éénmaal.
Tibertyn. ***
Kleine mensenhand strooit op winterse dag kruimels voor de mus.
Schelpen op het strand die worden door de branding voor ons kind gebracht.
Molens in de wind draaien, draaien, en draaien in het vlakke land.
Kerstman in de straat borstelt met grote bezem sneeuw weg van de stoep.
De dode takken breken af bij felle wind van de avondstorm.
Kreten in de nacht van kikkers in de vijver lokken de reiger.
Hulpeloos jong lam verloren tussen struiken waar de wolf vertoeft.
De werkzame bij zoekt in de roze bloesems lekker naar honing.
The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”
De pelgrim.
Hij is op de weg alleen al weet hij nog niet waarheen maar ergens stond geschreven dat hij die richting moest gaan en aarzelt hij soms even langs de eindeloze baan terwijl hij in zijn hart voelt dat velen eerder gingen mijmerend over dingen terwijl een windje afkoelt .
Verder dan Rome loopt de weg.
Ervaringen van een pelgrim.
15-10-2010
De Dood van Dick Miles.
Met droefheid hebben wij allen het overlijden vernomen van een kleine oude man uit New-York die eens een groot sportman was geweest, de tienvoudige tafeltenniskampioen van de United States of America DICK MILES . Te Londen had hij op Wembley geschitterd tijdens de wereldkampioenschappen 1948 toen hij Barna, Leach, Bergmann, Kocian, Sidos, Soos, en nog anderen van de tafel wegveegde met de unieke forehandslag van zijn hardbat, maar dan verloor hij nipt in de finale en werd ongelukkig geen wereldkampioen in het enkelspel bij de heren. Hij won toen wel de wereldtitel in het dubbelspel gemengd. In 1971 was hij ook een van de Amerikaanse pingpongers die zorgde dat het vrede werd tussen China en de USA , tijdens de periode van de pingpong diplomatie. Overal in de wereld had deze man alleen maar vrienden. Hij werd 85 jaar.
Dick Miles Lou Pagliaro Miles' bijbel van de Pingpong
In de late 1930 en tijdens de eerste jaren van de tweede wereldoorlog was het pingpongspel reeds ruim vijftig jaren bekend in de Verenigde Staten, want was het niet ene John W.Hyatt uit Albany New-York die al in 1870 het celluloid had uitgevonden waarmee ook nog vandaag pingpongballetjes worden gemaakt. Bij koud weer werd het miniatuur tennisspel in salons of in garages bij vele families gespeeld. Het was dus bekend speelgoed dat de tienjarige Dick toen van zijn nonkel kreeg, een grote gekleurde doos in karton met als inhoud één boekje met de spelregels, één net met vasthouders, twee paletjes uit hout met versiering, en zes pingpongballetjes. Regelmatig werden toen in de blaadjes voor jongeren Mickey Mouse en Donald Duck getekend terwijl zij aan de pingpongen waren. Met zijn nonkel probeerde Dick dan ook zijn nieuw spel op de keukentafel in hun appartement. Dat was gelegen aan Riverside Drive te New-York, op de 84ste Street tussen Columbus en Amsterdam. De scholier woonde daar met zijn alleenstaande moeder, opa en oma, en die ongehuwde nonkel. Direct na schooltijd alleen op zijn kamer sloeg dat handige kereltje regelmatig in de vlucht zo'n duizend keren het balletje tegen de muur tot wanneer de ouderen vonden dat het zo meer dan welletjes was en naar hem met een pantoffel gooiden, om rustig naar de radio te kunnen luisteren.
De jonge Dick bezat uitzonderlijke gaven van concentratie en van coordinatie tussen zijn ogen, handen en voorarm. In vele vormen van sport en spel was dit duidelijk, want in games zoals golf, baseball, jojo, jongleren en knikkeren, was hij de beste van zijn klas en in zijn straat. Toevallig was ook Ty Neuberger een klasgenoot, en die jongen was toen al sterk in pingpong. Hij won soms matchen op de tafels van de clubs in Manhattan, en met deze Ty stapte Dick zo'n sportlokaal binnen waar iedere dag pingpong werd gespeeld. Er waren daar op loopafstand vier verschillende clubs op Broadway. Daarmee verdienden de uitbaters en eigenaars goed geld. De Table Tennis beleefde toen gouden tijden in de U.S.A. Voor iedere beurt moest een ticket worden afgegeven dat beneden aan de kassa werd gekocht zoals op de kermis wanneer men op de botsautootjes, rups, doolhof, carrousel, of elders wil plezier maken. Er knipperde een licht en dan moest weer met een bonnetje worden betaald, ofwel moest men zijn kant aan een wachtende kandidaat pingponger afstaan. Betere spelers wilden alleen tegen vergoeding met mindere slagen uitwisselen of de knepen van het spel aan de beginners leren. Topspelers daagden mekaar voor een pak dollars uit, of gaven een handicap aan zij meenden cracks te zijnen maar die zo ook vlug hun geld verspeelden. Soms verstopte zo'n pingpongclub van de Big City by Night ook andere dingen die met de stiel van gangster te maken hadden.
Met zijn paletje en de centen uit zijn spaarpotje ging Dick naar de club van Mitch Karelitz in de 76ste Street waar in de kelder, op het gelijkvloers en op het eerste verdiep werd gepingpongd. Hij kwam daar in aanraking met de 16-jarige Billy Levinson, de plaatselijke topspeler van wie hij het ene en het andere kon leren. Daarna probeerde hij het eens bij Harry P. in de 91ste straat, waar twaalf tafels op een rij stonden. In deze sportschuur verschenen op een dag enkele Hongaren die eens demonstreerden wat echt tafeltennis was, en nadat de jonge Miles dat had gezien, wilde hij alles weten over de tafeltennissport om ook zo'n artiest en zo'n kampioen te worden. Hij ging een tijd later naar een derde club om te kijken, bij de Mac's. Dat was toen een drukbezochte plaats in de 96ste Street voor dikke nekken, stoeffers, en losgelaten sportieve vrouwen. De schooljongen toonde eens wat hij kon. Maar na een uur had de baas daar al genoeg gezien. Die man verklaarde Dick warempel 'persona non grata' omdat de jongen de tekens vertoonde van een aanstormende kampioen. Dick zou de leden van de Mac's belachelijk maken en dan zouden die wegblijven, want op Broadway is geen plaats voor ' losers' .
Dan maar eens gaan zien in de 54ste Street, boven een autoshowroom, waar zeven tafels stonden, in de Lawrence. en nog meer op de hogere verdiepingen van die building, waar een nightclub was geweest. De baas van die pingpongclub was afkomstig uit Barbados en had geen goede faam toen hij daar begon. Tweemaal per week richtte hij een tornooi in, op dinsdagavond met handicap, en dan vooral op vrijdagavond een open tabel voor allen. Tot 's ochtends duurde het, in de sfeer van the Friday Night Fever, alvorens de winnaar was gekend.
In the Golden Era of Table Tennis, tijdens de jaren 1938 tot 1942, toen Dick Miles op de middelbare school zat, woonden de meeste topspelers van de USA aan de Oostkust, te Boston, New-York, Philadelphia, terwijl er ook centra waren voor deze sport te Indianapolis, Detroit, Chicago, St-Louis en Seattle. Daarbij moeten ook worden geciteerd een groep Hongaren van wereldklasse die als zigeuners van pingpongtafel tot pingpongtafel rond de States zwierven. De tornooien die veelvuldig op Lawrence's werden gehouden, trokken de sterke spelers, fans en toeschouwers aan. Wat een ambiance ! Koorden en politie, beschermden de spelers tegen de niet-spelers. Als gladiators, met lichteffecten, trompet en muziek, kwamen de spelers met een lift uit de vloer, en zoals heavy-weight boxers of worstelaars werden zij door de speaker aan het publiek voorgesteld, terwijl ondertussen weddingschappen werden afgesloten door de rumoerige yankees. Deelnemers betaalden als inschrijvingsgeld per match de prijs van 5 metrotickets en dat moesten de supporters ook afdokken om binnen te mogen in de zaal. Op het einde van het tornooi werd de kassa verdeeld tussen organisator, champion en runner-up. De vedette van zulke pingpongnachten was meestal Lou Pagliaro, de King van New-York !
In 'The City that never sleeps' was de minderjarige Dick Miles ook altijd present in die club van Lawrence. Als er geen mens was om tegen te spelen, oefende hij er op een halve tafel met de andere helft rechtop als een bord. Hij trainde op twee punten, namelijk op de juiste en zuiverste ' touch' en op de kunst van het balletje te plaatsen precies waar hij wilde. Hij legde tijdens zijn training muntjes op de tafel als merktekens en zond de bal naar die punten vanwaar ook hij zich bevond aan de overkant van het net. Terwijl de beste tornooispelers fysieke training deden zoals gewichtheffen, touwtje springen, sprinten en veldlopen, in het gezelschap van beroepsboxers, was Dick Miles slechts enkel bezig op zijn eigen manier.
Hij stopt op de Dewitt Clinton High School, slaapt dagelijks tot 14u00, en gaat dan terug naar Lawrence's. Dat betekent dat hij iedere dag 11 uren doorbrengt in de pingpongclub, en van vrijdag op zaterdag zelfs 15 uren. Natuur lijk kreeg hij ambras thuis. Vooral zijn grootmoeder begrijpt zijn obsessie niet. Ook de huisdokter lacht met hem wanneer hij een blaar aan de dikke teen heeft. Als hij te laat thuis komt, mag hij zelfs niet meer binnen en moet hij in de hal van het flatgebouw slapen op zijn sportzak en op de grond, zoals een zwerver, een homeless young boy . Maar waarom speel je toch zoveel ? vragen vrienden en familieleden hem, en zijn antwoord is kort en duidelijk . ' Ik wil de beste zijn. De kampioen van New-York ! ' If I can do it here, I can do it everywhere !
Dick was ondertussen flink aan het verbeteren in zijn passie. Hij heeft een unieke forehand die zelfs de kenners bekoort. Wat moest komen kwam. Op een avond moet hij zich meten met maestro Pagliaro, kampioen van de USA 1940. Maar die Pagliaro, die zijn titel niet wil verliezen, laat zich niet graag meer zien op Lawrence's waar minstens acht van zijn voornaamste concurrenten hem, zijn taktiek en zijn techniek, bespieden om hem bij een volgende gelegenheid te kunnen kloppen. De titelhouder stelt daarom aan Dick Miles voor om samen ongezien in de kleinere club van Mitch Karelitz te gaan oefenen als voorbereiding voor zijn komend USA kampioenschappen. De jonge speler kan zijn ogen niet geloven. Hij word door the champion himself als sparringpartner gevraagd, of in woorden van nu uitgedrukt de A1 van New-York vraagt aan een zestienjarige B4 om samen iedere dag te pingpongen in het lokaal van de club die niet ver is gesitueerd van waar hij woont. Weldra zal de jonge sparringpartner bijna zo sterk zijn als de kampioen.
Tot ieders verrassing neemt Dick Miles in april 1941 echter niet deel aan de Nationale Juniors Kampioenschappen die betwist worden in het Manhattan Center te New-York op zeven tafels omringd door 1400 schone zetels voor goed betalende toeschouwers. Hij heeft gewoon geen geld meer om zich in te schrijven, heeft eigenlijk nog nooit een tornooi van betekenis gewonnen, en hij gelooft niet dat hij een kans krijgt tegen de kleppers die van ver komen.
Maar zes maanden later, wanneer zijn kameraad Johnny S. enkele hoog geklasseerden klopt, begrijpt hij dat hijzelf dat ook moet kunnen, vermits hij op training vaak beter is dan die Johnny S. Zo verschijnt hij zonder faalangst eindelijk in het landschap waar de kampioenen zich bewegen. Dick Miles scoort goed in Massachusetts en Brooklyn. Met een duwtje van Pagliaro, jeugdvriend van Rocky Graziano en van Jack LaMotta, mag hij ook mee naar Chicago voor de klassieke schok tussen Chicago en New-York. Dick wint daar 10 matchen en verliest er maar vijf. In januari 1942 wint hij tornooien te Manhatten en in Connecticut, tweemaal tegen Eddie Pinner een bekende A-speler. In februari wordt Dick Miles alzo A7 geklasseerd en dat betekent toch wel iets, want in de Verenigde Staten waren toen ongeveer 15.000.000 tafeltennissers. Maar met zijn schoon nieuw klassement krijgt hij al direct terug klop van Eddie Pinner die weerwraak nam. In april speelt hij te Detroit tegen Laszlo Bellak , een Hongaarse kunstenaar en clown van het witte balletje. Het wordt de eerste zege van Dick Miles tegen een wereldberoemde speler.
Van speelgoed naar sport. The man who played for dollars.
De legendarische Marty Reisman, een schone miss uit America, en the champion Dick Miles.
1942. Na de aanval op Pearl Harbour van 7 december 1941 geraakt ook de USA helemaal betrokken in de Tweede Wereldoorlog. Vele jonge sportmannen melden zich aan bij het leger. Ondanks zijn jonge leeftijd en zijn kleine gestalte doet Dick Miles dat ook, maar hij wordt niet aangenomen wegens een te zwak hart. Jaren later zal hij op ontelbare plaatsen demonstraties en shows geven om de Amerikaanse soldaten te vermaken. Hij deed dit ook een tijd samen met Norby , alias Norbert Vandewalle, de Belgische kampioen uit de periode voor Jean-Michel Saive. Vandewalle was immers de zoon van een coiffeur uit New-York. Ook al is de hele industrie overgeschakeld naar de oorlogsvoering en kan geen nieuw pingpongballetje nog worden gevonden in de sport- en speelgoedwinkels, toch komen in 1943 te Saint-Louis nog altijd 146 sterke spelers en honderden liefhebbers samen om de nationale kampioenschappen te betwisten. Vele militairen kregen een speciale verlofbrief, behalve dan de goede Paggy, eerder genoemd Lou Pagliaro, omdat die zware bommen maakt in een metaalfabriek. Na deze competitie klimt Dick omhoog tot A5 , maar één jaar later staat hij onbegrijpelijk terug op A9.
In het begin van 1945 verschijnt in het Amerikaanse tafeltennis samen met zijn broer de genaamde Marty Reisman. Hij klopt op alle ballen en er is werkelijk niet tegen te spelen. Hij wordt kampioen bij de juniors en schakelde Dick Miles al eens uit op een vrijdagnacht tornooi bij Lawrence's. . Het is een lange zeer magere jongen die weldra als bijnaam ' de naald' krijgt . Voor Dick Miles wordt het een zware klus op de Nationale Kampioenschappen Johnny S. te verslaan die te Detroit 3500 supporters heeft. Miles overleeft dit duel, klopt ook nog Doug C. en Bobby R. en zo wint hij als twintigjarige de titel van Kampioen van de Verenigde Staten in Heren Enkelspel1945. Dit werd de eerste van zijn tien titels .
Alvorens af te reizen naar Parijs voor het wereldkampioenschap, gaan de Amerikanen oefenmatchen spelen in Schotland en in Engeland waar zij goed worden ontvangen.
De Engelse sportpers schrijft : ' Dick Miles is een lichte slanke jongen van 22 jaar, met donker golvend haar, heldere ogen en veel charme. Hij is nogal lui. Hij is talentvol maar onervaren. Maar deze speler met veel persoonlijkheid moet iedereen gezien hebben'
Maar in het naoorlogse Frankrijk loopt vooral voor Dick Miles zowat alles mis. Het was er extreem koud, de verlichting van de zaal was onvoldoende, en de tabellen waren te arm voor een tornooi dat wereldkampioenschap werd genoemd. De zeer dunne Dick Miles had twee warmwater flessen rond zich gebonden om het uit te houden. Hij had een zware verkoudheid en nekpijn. Zijn voorarmen waren precies bevroren. Hij verloor dan ook al zijn matchen. De week nadien, terug in Engeland voor de English Open, klopte hij de Fransman Michel Haguenauer die zeer bekend was door zijn ' hamergreep' . Wat later maakt hij te Chicago grote ruzie tegen Doug C. , een kerel die voortdurend tegen zichzelf luidop aan het praten is. Hij heeft ook wat problemen met zijn lief en rookt veel te veel. Er wordt al geschreven dat hij een kleurloze figuur is geworden, niet interessant om naar te kijken wegens de te monotone klokachtige beweging van zijn forehand. Andere persjongens geven betere commentaar. Ondertussen wind Sol Schiff veel wedstrijden. Daardoor geprikkeld herpakt Dick Miles zich door de New-York Open te winnen , en door goed te spelen tijdens de intercity Detroit - New-York waar hij een prachtige match laat zien tegen penhouder Billy Condy. Eind 1947 wordt door de Amerikaanse Tafeltennisbond een opiniepeilig georganiseerd . Op de vraag ' Wie is de grootste pingponger aller tijden uit de Verenigde Staten ?' antwoorden 38% van de leden dat het niemand minder is dan DICK MILES.
Op dat ogenblik was de fantastische Marty Reisman uiteraard nog niet zo bekend. Hij moest toen nog 18 worden en zou tijdens vele volgende jaren een gangmaker zijn voor zijn sport. Ik hoop van nog eens meer over die man te kunnen brengen op mijn blog. Het is immers niet mijn bedoeling van hier zoals Tim Boggan The Story of American Table Tennis te schrijven. Dat werd al gedaan in tien volumes over 4.540 blz en met 6.113 foto's. Laat nu de Chinezen ook maar eens proberen om zo iets op te stellen over hun geliefde pingpong sport, over de pingpang qiu .
Opmerking als slot. Als je bij avond door New-York wandelt of zelfs 's nachts in the city by night een oude vent van 80 jaar met een witte hoed ontmoet die over pingpong begint te praten , en die je voor een matchke uitdaagt, met een voor hem minieme inzet van 1.000 $ , ook al ben je in topform, gestimuleerd door bier of vrouwen, ook al ben je nog D2 waard of vroeger C0 geweest, neem de uitdaging van die oude clown toch maar niet aan, want die sportieve gentleman is met zijn oud paletje nog altijd een goede B-speler op zijn tachtigste . Hij heet Marty Reisman, and you shall lose your good american dollars.
Reacties op bericht (0)
EINDE VAN DEZE BLOG 26 08 2012
Hoe sterk is de eenzame fietser Die krom gebogen over z'n stuur tegen de wind Zichzelf een weg baant
Zoeken in blog
Een bescheiden blik in de geschiedenis van de wielersport is vaak al voldoende om de fascinatie te proeven.
Quand on partait de bon matin Quand on partait sur les chemins A bicyclette Nous étions quelques bons copains Y avait Fernand y avait Firmin Y avait Francis et Sébastien Et puis Paulette
On était tous amoureux d'elle On se sentait pousser des ailes A bicyclette Sur les petits chemins de terre On a souvent vécu l'enfer Pour ne pas mettre pied à terre Devant Paulette Faut dire qu'elle y mettait du cœur C'était la fille du facteur A bicyclette Et depuis qu'elle avait huit ans Elle avait fait en le suivant Tous les chemins environnants A bicyclette
NATHALIE.
La place Rouge était vide Devant moi marchait Nathalie Il avait un joli nom, mon guide Nathalie... La place Rouge était blanche La neige faisait un tapis Et je suivais par ce froid dimanche Nathalie... Elle parlait en phrases sobres De la révolution d'octobre Je pensais déjà Qu'après le tombeau de Lénine On irait au café Pouchkine Boire un chocolat... La place Rouge était vide Je lui pris son bras, elle a souri Il avait des cheveux blonds, mon guide Nathalie... Nathalie Dans sa chambre à l'université Une bande d'étudiants L'attendait impatiemment On a ri, on a beaucoup parlé Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait Moscou, les plaines d'Ukraine Et les Champs-Élysées On a tout mélangé et on a chanté Et puis ils ont débouché En riant à l'avance Du champagne de France Et on a dansé... La, la la... Et quand la chambre fut vide Tous les amis étaient partis Je suis resté seul avec mon guide Nathalie... Plus question de phrases sobres Ni de révolution d'octobre On n'en était plus là Fini le tombeau de Lénine Le chocolat de chez Pouchkine C'était loin déjà... Que ma vie me semble vide Mais je sais qu'un jour à Paris C'est moi qui lui servirai de guide Nathalie... Nathalie
Marianne de ma jeunesse Ton manoir se dressait Sur la pauvre richesses De mon rêve enchanté
Les sapins sous le vent Sifflent un air étrange Où les voix se mélangent De nains et de géants
Marianne de ma jeunesse Tu as ressuscité Des démons des princesses Qui dans moi sommeillaient
Car ton nom fait partie Marianne de ma jeunesse Du dérisoire livre Où tout enfant voudrait vivre
Marianne de ma jeunesse Nos deux ombres enfuies Se donnèrent promesse Par-delà leurs joies et leur vie
Marianne de ma jeunesse J'ai serré sur mon cœur Presque avec maladresse Ton mouchoir de pluie et de pleurs
Il avait poussé par hasard Dans notre cour sans le savoir Comme un aveugle dans le noir Mon arbre Il était si petit Que c'était mon ami Car j'étais tout petit Comme lui J'attendais de lui le printemps Avec deux ou trois fleurs d'argent Un peu de vert, un peu de blanc Mon arbre Et ma vie s'accrochait A cet arbre léger Qui grandissait Comme je grandissais
Chanson de GILBERT BECAUD
Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde Quand tu n'es pas là S'arrètent de chanter Et se mettent à pleurer Larmes de pluie au ciel d'été Quand tu n'es pas là Le silence qui gronde Me donne si froid Qu'un jour ensolleillé Me fait presque pleurer Larmes d'ennui malgré l'été La ville fait de grâces La lune des grimaces Qui me laissent sans joie Les cantiques d'églises Malgré tout ce qu'ils disent Me font perdre la foi Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde La nuit sur mon toit Viennent se rassembler Et pour me consoler Chantent tout bas ' Elle reviendra ' Quand tu reviendras De l'autre bout du monde Quand tu reviendras Les oiseaux dans le ciel Pourront battre des ailes Chanter de joie Lorsque tu reviendras !
Le Pianiste de Varsovie Gilbert Bécaud
Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Chopin Je l`aime bien, Chopin Je jouais bien Chopin Chez moi à Varsovie Où j`ai grandi à l`ombre A l`ombre de la gloire de Chopin Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur Plus de sentiment Plus de mouvement Plus d`envolée Bien bien plus léger Joue mon garçon avec ton coeur Me disait-il pendant des heures Premier concert devant le noir Je suis seul avec mon piano Et ça finit par des bravos Des bravos, j`en cueille par millions A tous les coins de l`horizon Des pas qui claquent Des murs qui craquent Des pas qui foulent Des murs qui croulent Pourquoi? Des yeux qui pleurent Des mains qui meurent Des pas qui chassent Des pas qui glacent Pourquoi Le ciel est-il si loin de nous? Je ne sais pas pourquoi Mais tout cela me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur
What does not destroy us makes us stronger.
Rondvraag / Poll
Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
À la claire fontaine
M'en allant promener, J'ai trouvé l'eau si belle, Que je m'y suis baignée.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Sous les feuilles d'un chêne Je me suis fait sécher, Sur la plus haute branche, Un rossignol chantait.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Chante, rossignol, chante, Toi qui as le coeur gai, Tu as le coeur a rire, Moi, je l'ai à pleurer.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
J'ai perdu mon ami Sans l'avoir mérité, Pour un bouquet de roses, Que je lui refusai.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Je voudrais que la rose Fût encore au rosier, Et que mon doux ami Fût encore à m'aimer
Turning and turning, the world goes on We can't change it, my friend Let us go riding now through the days Together to the end Till the end
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Spinning and spinning, the dreams I know Rolling on through my head Let us enjoy them before they go Come the dawn, they all are dead Yes, they're dead
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Julia Tulkens .
Hebben wij elkaar gevonden in dit land van klei en mist waar tussen hemel en aarde ons leven wordt uitgewist ?
Ben ik nog schaduw, ben ik al licht, of is d'oneindigheid mijn aangezicht ?
Treed ik in wolken of in hemelgrond ? Er ruist een hooglied aan mijn lichte mond. In uw omarming hoe ik rijzend ril ... Mijn haren wuiven en de tijd valt stil .
Julia Tulkens.
SONNET POUR HELENE
Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle, Assise auprès du feu, dévidant et filant, Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant : Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.
Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle, Déjà sous le labeur à demi sommeillant, Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant, Bénissant votre nom de louange immortelle.
Je serai sous la terre et fantôme sans os : Par les ombres myrteux je prendrai mon repos : Vous serez au foyer une vieille accroupie,
Regrettant mon amour et votre fier dédain. Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain : Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.
Regretting my love, and regretting your disdain. Heed me, and live for now: this time won’t come again. Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.