Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
C'est plein d'Uylenspiegel Et de ses cousins Et d'arrière-cousins De Breughel l'Ancien
Le plat pays qui est le mien.
Tous les chemins qui mènent à Rome Portent les amours des amants déçus et les mensonges des anges déchus.
Pelgrim
Wat zich gaande voltrekt in de ziel van de pelgrim is niet een toenemend verlangen naar het bereiken van zijn reisdoel, niet het vinden van het heilige aan het einde van zijn bedevaart, maar zijn overgave aan de ruimte, aan de kiezels op zijn pad, zijn besef van niet-weten, zijn afdalen in de leegte.
Zijn benen worden zijn vrienden, de regen zijn lijden, zijn angst wordt gericht naar de honden langs de weg, het vele legt hij af en hij rust in het Ene. Al trekkend komt hij nergens, voortgaande bereikt hij niets, maar zijn vreugde neemt toe om een bloem en een krekel, om een groet en een onderdak.
Zijn reisdoel en zijn thuis vloeien samen aan de horizon, hemel en aarde vinden elkaar op het kruispunt van zijn hart. Het heilige verdicht zich in de dieren en de dingen. Zijn aankomst ligt verborgen in de wijsheid van het Zijn.
Catharina Visser
De Weg.
In de verte gaat een pelgrim, eenzaam over het pad. Met een blik voorwaarts, eindeloos turen naar het pad. Het pad dat hem leidt, de wind die hem begeleidt. Samen èèn met de natuur, de geur,het geluid en omgeving. Daar toont de schepping hem, nederig dat het pad van zand zo hard als steen is. Soms ook warm,koud en nat. De pelgrim stapt over het harde pad, met als enige vriend zijn schaduw. Samen op hun weg.
When we got to the sea at the end of the world We sat down on the beach at sunset We knew why we had done it To know our lives less important than just one grain of sand.
En camino de Santiago Sur le chemin de St Jacques Iba una alma peregrina Allait une âme pérégrine Una noca tan obscura Une nuit si obscure Que ni una estrella lucia ; Que ne brillait aucune étoile ;
Le patron de toutes les filles C'est le saint Jacques des Bourdons; Le patron de tous les garçons C'est le saint Jacques des Coquilles. Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet, Coquilles et bourdons exigent que l'on troque; Cet échange affermit l'amitié réciproque, Et cela vaut mieux qu'un œillet.
Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.
Betrouw geen pelgrim met een baard Die met een schooikroes geld vergaart Al beed'lend langs de wegen sjokt En met een deerne samenhokt.
Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.
Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
Ik had het eerst niet in de gaten, en opeens zàg ik het spoor dat jij voor mij hebt nagelaten.
Mon père .
Assis dans un vieux fauteuil Recouvert d'un plaid usé, Il rêve de son passé, En attendant le sommeil.
La fumée d'un cigare Flottant au-dessus de lui, D'une auréole, pare, Sa tête grise, de nuit.
Vêtu d'un pantalon gris, Chemise de flanelle Sous le tablier bleu sali. Sa casquette est belle.
Il sait déjà que demain, Sera le grand jour pour lui. Mais il ne regrette rien, Et partira seul sans bruit .
***
La mort .
Le jour où tu viendras, A l'aube d'un matin, Me tendre les bras Me chercher par la main, Entre comme moi Par le fond du jardin.
Tu essuyeras tes pieds Sur le grand paillasson, Pour ne pas marquer Tes pas dans le salon, Et n'oublie pas d'ôter Ton noir capuchon.
La table sera mise Et le vin bien chambré, Quand tu sera assise Nous pourrons le goûter, Avant que je ne suive Ton ombre décharnée .
Mais si tu préfères Par surprise me faucher, Au début de l'hiver Ou au soir d'un été, Pousse la barrière Elle n'est jamais fermée.
Avant de m'emporter, De rendre ma valise, Laisse-moi griffonner Une dernière poésie Où je ferai chanter La beauté de la vie.
Ce n'est pas ce matin Que je quitterai le port, Puisque de mes mains J'ai caressé si fort Ses lèvres de satin Que je t'oublie, la mort.
+++
SEUL SUR LE CHEMIN .
J'ai traversé des villes, J'ai longé des cours d'eau J'ai rencontré des îles J'ai cotoyé le beau !
Tout au long du voyage Rien ne m'a retenu Même pas un signe de croix Tracé d'une main tremblante.
Le vent, la mer, la pluie M'ont façonné le coeur. Je suis leur propre image, Immuable douleur.
Je fais signe aux oiseaux, Seuls amis de ce monde, Qui m'entraînent dans une ronde A m'en crever la peau.
J'ai traversé des coeurs, J'ai rencontré des bras, J'ai caressé des fleurs, J'en ai ceuilli pour toi.
TENNIS DE TABLE MESATENISTA PING PANG QIU TISCHTENNIS TABLE TENNIS
photos courtesy ITTF
乒乓球 Stolni tenis Tenis Stolowy
ITTF TABLE TENNIS Classement mondial 26 - 08 - 2012 World Ranking Weltrangliste Ranking Mundial Värlen Rangordning Classifica Mondiale MESSIEURS : 1. ZHANG Jike - CHN 2. MA Long - CHN 3. XU Xin - CHN 4. WANG Hao - CHN 5. MIZUTANI Jun - JPN 6. MA Lin - CHN 7. BOLL Timo - GER 8. CHUANG Chih-Yuan - TPE 9. OVTCHAROV Dim - GER 10. WANG Liqin - CHN 11. JOO Se Hyuk - KOR 12. OH Sang Eun - KOR
-- DAMES : 1. DING Ning - CHN 2. LI Xiaoxia - CHN 3. LIU Shiwen - CHN 4. GUO Yan - CHN 5. ISHIKAWA Kasu - JPN 6. FUKUHARA Ai - JPN 7. FENG Tianwei - SIN 8. KIM Kyung - KOR 9. GUO Yue - CHN 10. WANG Yuegu - SIN 11. WU Yang - CHN 12. TIE Yana - HKG
De noodklok belt slechts éénmaal Komt weldra de ultieme speeltijd Ademen voor de laatste maal Gelukkig geen haat noch nijd Toch af en toe een flater Een zorg is dit voor later Lopen van os naar ezel Toch af en toe een flater Niet knikkers tellen, wel het spel Lopen van os naar ezel Dagelijks goed aan de kost Niet knikkers tellen, wel het spel Verwachtingen zelden ingelost Dagelijks goed aan de kost De beste blijft mijn moeder Verwachtingen zelden ingelost Water is het kostelijkste voeder De beste blijft mijn moeder Om bestwil een toontje lager zingen Water is het kostelijkste voeder Op zoek naar de diepte der dingen Om bestwil een toontje lager zingen Komt het varksken met de lange snuit Op zoek naar de diepte der dingen Nu is dit pantoumeke bijna uit Komt het varksken met de lange snuit Ademen voor de laatste maal Nu is dit pantoumeke bijna uit De noodklok belt slechts éénmaal.
Tibertyn. ***
Kleine mensenhand strooit op winterse dag kruimels voor de mus.
Schelpen op het strand die worden door de branding voor ons kind gebracht.
Molens in de wind draaien, draaien, en draaien in het vlakke land.
Kerstman in de straat borstelt met grote bezem sneeuw weg van de stoep.
De dode takken breken af bij felle wind van de avondstorm.
Kreten in de nacht van kikkers in de vijver lokken de reiger.
Hulpeloos jong lam verloren tussen struiken waar de wolf vertoeft.
De werkzame bij zoekt in de roze bloesems lekker naar honing.
The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”
De pelgrim.
Hij is op de weg alleen al weet hij nog niet waarheen maar ergens stond geschreven dat hij die richting moest gaan en aarzelt hij soms even langs de eindeloze baan terwijl hij in zijn hart voelt dat velen eerder gingen mijmerend over dingen terwijl een windje afkoelt .
Verder dan Rome loopt de weg.
Ervaringen van een pelgrim.
24-02-2011
Fietstocht naar Itzehoe - ( Week 2 ) .
Maandag 25 - Zwolle. Gezellig ontbijt - praatje met een andere blonde met blauwe ogen. Ik maak nog een rondje, maar dan vind ik dat mijn fiets moet gekuist worden. Ik doe dit met vuil ondergoed dat ik daarna deponeer in een vuilbak. Met kattenvet voor mijn benen smeer ik terug mijn ketting. Ik fiets tot Kampen aan de Yssel waar ik stop aan het postkantoor en Dronten waar ik tijdens een regenwolk ga schuilen aan de bankautomaten van de Amro. Ik bereik Flevoland, de zoute vlakte die werd afgenomen van de zee. Op de lange rechtlijnige stukken van het vuile fietspad liggen veel takjes en bladeren. Lelystad. Aan een supermarkt stop ik om yoghurt en fruitsap te kopen. Nogmaals zie ik een automaat dat niet dient om volle flessen uit te halen, doch om leeggoed in te stoppen met teruggave van munten. Ik zie het station en de haven, alsook de vele moderne wijken, pleintjes, fietspaden, parken, kanaaltjes. Overal zijn er nog werken bezig. Deze stad bestaat nog maar officieel als gemeente sedert januari 1980. Op het VVV kantoor krijg ik een fantastisch goede service. Ik moet om 16u45 in de Donaustraat zijn waar ik mag logeren voor 35 guldens. Ik spring alzo weer op mijn fiets en kom in een nieuwe wijk met bizarre woningen en straten die de namen dragen van Europese stromen. Ik fiets door de Rhone, de Schelde, de Maas, de Taag, tot waar Guus op mij wacht. Hij is een magere man van 1m95 , gekleed in rood en zwart, een soort artiest of Oosters filosoof. Hij runt een vegetarisch restaurant dat op deze dag is gesloten, maar dan heeft hij precies veel werk met inkopen en voorbereidingen. Hij zal ook de nacht doorbrengen bij een vriendin om samen transcendente meditatie te beoefenen. Daarom krijg ik de sleutel van zijn huisje en voor de rest zullen wij mekaar niet meer storen. Hij toont me in zijn tuin het kot met kruiwagens waar mijn fiets kan staan en geeft me een adres waar ik voeding kan gaan halen hetgeen niet zo evident is in zijn woonwijk, en hij duidt mij de plaats aan waar ik zijn sleutel zal moeten achterlaten .
Ik verken mijn huisje en slaap een beetje op het bed dat voor de gasten is voorzien. Twee uren later neem ik een douche, doe ik mijn was , en vermits er veel muggen zijn houd ik een minutenlange jacht op deze beestjes. Dan vertrek ik in de avond. Ik vind een telefoon om naar Sonja te bellen want die weet graag waar ik ben en volgt me op een landkaart aan de muur. Bij een Chinees bestel ik maïssoep en omelet met crab voor 27,50 gulden.
Dinsdag - 25 - Lelystad .
Mijn dure fiets sliep in het huis en niet in dat kot in de tuin. Met alle middelen maak ik me een uitgebreide breakfast. Met de waterverwarmer van Guus maak ik me een grote hoeveelheid thee met veel suiker waarmee ik mijn drie drinkbussen vul. Ik kuis alles op en verlaat die woning. Nu komt de zee in 't zicht ! Uit een winkel die zich ' De Gezonde Voedingszaak ' noemt, komen prachtige maar dure bananen in mijn etenszakje. Ik laat mijn oude traingsbroek achter sedert de start van deze rit in gebruik tijdens regen en wind. De slingerende fietspaden rondheen Lelystad brengen me tot aan de Batavia. Een buitengewoon groots opgevat plan zorgt voor de reconstructie van een replica van het beroemde galjoen Batavia waarmee de Hollandse zeevaarders van de Verenigde Oost-Indische Compagnie de oceanen en verre eilanden veroverden, om met rijk terug te komen. Het entreegeld bedraagt individueel 15 gld maar in het zog van een groep bezoekers met gids loop ik ongewild gratis mee binnen. Gezeten naast de Batavia schrijf ik een half dozijn zichtkaarten naar vrienden en collega's in België.
Met wind in de zeilen op de Houtribdijk volg ik weldra tussen Markermeer en Ysselmeer de N302 naar Enkhuizen. Aan Check Point Charlie stop ik tussen lucht en water voor vis met frietjes en twee pintjes. In het prachtige haventje Enkhuizen aan de overkant wacht me echter grijsheid en regen. In het droge museumcafé tijdens koffie met taart schrijf ik nog kaartjes naar adressen die ik bijna was vergeten, en zo zijn dan mijn postzegels opgebruikt.
Via Andijk kom ik fietsend op een hoge dijk te Medemblik. De vele historische gevels en de St-Bonifaciuskerk uit 1404 tonen hoe rijk deze marktplaats in het verleden was. Na twee mislukte pogingen opent Pension Singelzicht voor mij haar deur, na 68 km afgelegde weg. Nacht en ontbijt kost er 35 gld. Het bad is in mooie blauwe steentjes. Ondanks blijvende motregens ga ik wandelen. Voor het eerst zie ik een agentschap van de VSB-bank sedert kort een partner bij verenigd Fortis. Ik ga wat eten en probeer gebakken mosselen met brood. Het bier is er zo slecht dat ik een bruisende watertje vraag om door te spoelen. Wat later in een kroeg kan ik niets dan goed zeggen van Heineken, want het vocht uit drie pintjes glijdt zachtjes door mijn keel. Midden in de nacht word ik wakker. De oude hond van Pension Singelzicht kwam aan mijn deur krabben. Hij mag van mij aan de voeten op m'n bed slapen. Hij mag ook terug weg want ik laat voor hem mijn kamerdeur open staan.
Woensdag 26 - Medemblik . Om 8u30 precies word ik pas wakker. Dit was ook het afgesproken uur voor het ontbijt dat reeds op me wacht. Alle tijd echter omdat het buiten al onwedert met regen, donder, en bliksem. Praten met de vrouw des huizes kan nu, over de keuze die ik zal moeten maken : Texel of Terschelling ? Ik fiets door de Wieringermeer polder, doorheen een bos, op de natte recreatieweg van de kuststrook, tot Den Oever waar het etenstijd is : bruinebonensoep met boterham en kaas. Ik neem de tijd want het regent weer. Plots sta ik op, spring op mijn fiets, en ook al is het apocalyptisch met felle slagregens en winden, ik waag me toch op de Afsluitdijk. Met een snelheid van 32 km/u vlieg ik vooruit. Af en toe stop ik om dromend naar de grootsheid van het oneindig waterlandschap te zien en als een wielerheld bereik ik fier Kornwederzand op het einde van een fietstocht die ik nooit zal vergeten. Omdat ik helemaal nat ben en de regenval is gestopt, parkeer ik me in een autobushalte. Ik droog mijn lijf af met een propere handdoek en ik verander van kledij. Op heerlijke droge kousen fiets ik nadien verder naar Harlingen. Dit gebeurt langs de zijdijk vanaf Zurich en het is alsof ik 'n flieger uit vroegere dagen ben op een reusachtige velodroom, terwijl het de wind is die van mij een kampioen maakt.
Te Harlingen vul ik mijn geldbeugel terug met biljetten uit een automaat. Ik drink druivensap maar dat geeft me dadelijk het zuur op de maag, en dus gooi ik de helft weg. Het fietsen in de koude regen heeft me honger gegeven zodat ik van zodra mogelijk warme worstenbroodjes ga eten, maar dat duurt toch zo lang eer die gebakken zijn en me worden opgediend. Zo kom ik te laat om nog op die dag met de boot naar Terschelling te varen. Ik zal dus moeten te Harlingen deze rit afsluiten. Op de VVV zoekt men voor mij een kamer voor twee dagen in Pension Havenzicht. Dat kost mij 90,00 piek vermeerderd met 2,50 voor de telefoonkosten . Voor mijn fiets zal het op de tiende dag een volledige rustdag worden. Douche. Telefoon naar Sonja. Tijdens mijn verkenning van Harlingen koop ik me sigaartjes, toevallig bij de eigenaar van Pension Havenzicht van wie de familie reeds lang de befaamste tabakswinkel van deze havenstad runt.Als pelgrim kom ik uiteraard terecht in de straat van Sint Jacob. Bij Veldeman, een grote viswinkel met restaurant, wil ik wel wat guldens gaan uitgeven. Weer zo'n lekker blond Hollands wijf brengt me aan mijn tafeltje en presenteert me de volle kaart. Ik bestel de admiraalschotel, de dagspecialiteit uit hun viswinkel, voor 26,50 gld ,met daarbij nog ijskreem, biertjes en extra-fooi voor 15,5 gld. Ik betaal met mijn Golden Eurocard om te bewijzen in dit schone restaurant, dat ook ik ondanks mijn sportieve kledij van goeden huize ben, zoals het keurige klienteel aan de vele andere tafels.
Donderdag 27 - Harlingen - Terschelling . Tijdens het ontbijt blader ik in de Dominicus reisgids, praat ik met twee vrouwen op weg naar Vlieland, en met de bazin van Pension Havenzicht. Zij wijst me hoe ik de snelboot naar Terschelling kan nemen. Om 9u30 ben ik reeds in de haven en betaal ik voor een ticket van de Ferry Friesland. De overtocht duurt twee uren. Het regent echter en dat bederft weerom mijn plezier. Op het eiland gekomen regent het nog meer. In een koffiehuis met winkel moet ik schuilen en koop ik een rode wollen muts, want ik heb een koude kop en weinig haren beschermen mijn hersens. Met het slurpen van hete erwtensoep met spekjes vul ik de tijd en mijn maag. Daarna bezoek ik de Vuurtoren Brandaris en Het Behouden Huis. De vondsten van de jutters en de door duikers opgeviste schatten uit gezonken schepen, werden daar verzameld. Maar vooral het Epos van Willem Barentz, de man die naar China wou varen via de Noordpool wordt er duidelijk uitgelegd, de Overwintering op Nova Zembla. Na de regen vertrek ik voor een schone wandeling, want plots is de zon teruggekomen. Zij schittert op een unieke manier over wolken, land, en zee. Ik zie het goddelijke licht dat de grote Hollandse schilders nodig hadden voor hun inspiratie. Ik rust uit in DE WALVIS, en terwijl ik geniet van een Terschelling Koffie, het Friese broertje van Irish Coffee, aanschouwen mijn ogen de prachtige schittering van de zee. Als volgent punt op mijn programma komt het Museum Zee Aquarium, toch ook een aanrader die de bezoekers alles leert over de Wadden, de vogels, de duinen, en de vissen. Door gebrek aan tijd en vermoeide benen kan van echt wadlopen geen sprake meer zijn. Een andere boot, de eigenlijke snelboot waarvoor ik 7,50 gld extra had betaald vertrekt met mij om 16u45 en vaart terug naar Harlingen in amper 45 minuten. Heerlijke tijd op zee, goede lucht, zon, oneindigheid van verten en wolken, en het toppunt wordt ook nog het zien van wilde zeehonden op een zandbank. Terug op vaste grond loop ik nog wat rond in Harlingen. In een ander visrestaurant dan gisteren, meer een eethuis voor de gewone man, met de naam Bij Wally schuifel ik naar binnen voor het avondeten. Ik bestel ook daar De Schotel van de Admiraal, de grootste portie voor de felle eters. Dit werd een zware dag met veel inspanning voor voeten en benen, en er kwam veel te veel vochtige lucht in mijn longen.
Vrijdag 28 - Harlingen.
Terug wielrijder ! Ik maak een praatje met een lieve blonde dame die het ontbijt serveert en de kamers in orde brengt. Onverwachts maakt zij me discreet duidelijk dat zij voor 50 gulden ook wel privédiensten verzorgt op het bed. Ik ben geen zeeman, maar wel een fietsende pelgrim. In mijn koersbroek volg ik met blote benen op deze zonnige herfstdag de Waddenzeeroute. Ik kom in de St-Jacobiparochie. Dit land aan de zee is het paradijs voor de jutters en de wadlopers. Vele schapen zorgen in de polders en op de heide echter voor veel stronten. Vermits ik in een verlaten gebied kom, besluit ik van mijn stuurtas te vullen met cola, pepsi, en snickers. De wind waait op de fietspaden en op de dijken in mijn voordeel. Gedurende een tijd pedaleer ik in het gezelschap van een man die me wel uitvraagt doch die zelf slechts kan zeggen dat ik de Bijbel zou moeten lezen tijdens deze periode van mijn leven wanneer ik van jong naar oud aan het kantelen ben. Ik bereik Lauwersoog. Na wat geknoei op een militair domein en om de goede weg te vinden, begrijp ik eindelijk dat in het Noorden van Friesland alle wegen niet meer naar Rome leiden, maar - en dat is toch zeer logisch - alle wegen lopen in het Noorden naar Groningen. Ik moet lang rijden op een fietspad dat werd verhard met zeeschelpen. Omdat Groningen toch zo een belangrijke stad blijkt te zijn wil ik er in een boog rond rijden. Het malen van kilometers blijft maar verder gaan. Om 17u00 en aan Km 100, vind ik dat ik mag afblazen, want de zon verliest reeds haar klaarte.
Te Winsum is de VVV gesloten. Ik vraag aan mensen op straat of er nergens mogelijkheid is om een kamer te huren voor de nacht. Geen antwoord. Ik stap een winkel binnen, geef 5 guldens, en vraag aan de winkelierster of zij telefonisch voor mij een kamer kan vinden. Zo geraak ik toch spoedig bij oma en opa Groeneveld naast het kanaal. Op korte afstand kan ik bij een Italiaan Pizza du Chef eten vergezeld van een fles Valpolicella, en ook naar België telefoneren. Op één gulden na zijn mijn 50 gulden, die ik ook al zou kunnen onkuis gebruikt hebben rond 9 u00, dan toch goed opgebruikt om 19u00. De avond wordt verder gezellig doorgebracht tot 23u00 in de living van die oude mensen.
Geschreven in het Gastenboek bij de Groeneveld's. Zij verstonden geen Frans, maar vonden het mooi dat er wat van die vreemde taal in hun boek kwam te staan. ' Pélerin sans foi, vagabond trop riche, supportant mal le poids de mes cinquante années, cherchant un ailleurs par les mille vents du Sud-Ouest, suivant mille canaux, digues, ponts, et fietspaden, après dix jours de route ma bicyclette s'est arrêtée ici en la modeste cité de Winsum où une épiciére gentille m'a indiqué la maison des Groeneveld. Le ciel était lourd mais un grand soleil illuminait la demeure de ces gens. La qualité de leur hospitalité est rare. Merci opa et oma Groeneveld. C'était bien bon chez vous. Demain et bien plus tard, je penserai encore à vous.' - W. Journée - Landen ( Belg ) - 0032 11 883709 .
Zaterdag 29 - Winsum . Om 8u00 daal ik naar beneden om post te vatten op 't toilet van de familie Groeneveld. Nu ontdek ik pas dat er schilderijen hangen met wielrenners uit vroegere tijden. Mooi. Het bed was hard. Er was geen douche en ook geen bad. Voor 30 gulden mag niet veel worden verwacht. Door de fles rode wijn die ik had gerdronken bij die pizzaboer had ik weinig eetlust.Toch moet een wielrenner deze maaltijd als ernstig beschouwen om 'de man met de hamer' nergens te ontmoeten.
Pech reeds voor de start. Mijn achterste band staat plat en ik ontdek hoe vuil mijn fiets is door de schapen, de nattigheid, het zout en het zand. Op straat geef ik mijn fiets een flinke beurt met emmers water en een borstel. Op dat moment komt opa Groeneveld weinig vriendelijk zeggen dat ik me wat moet haasten omdat mijn gastfamilie om 9u20 wordt afgehaald om naar een braderie te gaan. Ik ruim mijn kamer op, plaats mijn fietstassen op de stoep , en begin aan de herstelling. Wat te zenuwachtig omdat de oude Fries me bijna wegjoeg nadat ik hem mijn guldens gaf, ook al was ik een propere gast geweest, ben ik onhandig en de buitenband geraakt moeilijk terug op de velg. Om 9u15 neem ik afscheid van de oma en ik neem richting Groningen. Maar om 9u30 reeds sta ik terug stil omdat mijn achterste band opnieuw plat is. Nu stel ik vast dat er een scheur is in mijn buitenband want die is als het ware ontploft. Gelukkig ben ik niet meer op het platteland of aan de zee. Vrijwel direct vind ik een fietsenwinkel en een kantoor van de Amrobank. Omdat het de laatste zaterdag van de maand is, moet ik wel één uur aanschuiven om mijn eurocheck van 200 gld te innen. Ondertussen babbel ik met een postman die ook een fervente fietser is en wordt mijn fiets hersteld door een specialist. Hij plaatst een Vredestein Gran Ruta op mijn achterste velg. Een flesje olie, een doosje Simson plakkertjes, een binnenband, een leuke sticker voor mijn dochter, en de werktijd van de hersteller, voor een totaal van 81,00 gld, lossen al mijn problemen op. Het is alsof de wegen naar Groningen in stervorm liggen want ik zie het centrum van die stad maar niet komen omdat ik altijd op fietspaden rijd in schuine richtingen. Met mijn nieuw geld uit de Amro ga ik inkopen doen om 's zondags geen honger te moeten lijden. Ik sla yoghurt drinks, chocolade, nootjes, en snickers in. Ik verander van schoenen en sokken wegens koude voeten heb, en ook zet ik mijn zadel terug wat hoger. De nattigheid blijft aanhouden en ik bol daarom flink door naar het Oosten. Na een zigzag route in landelijk Friesland arriveer ik te Delfzijl. Ik vrees aan de kust concurrentie van de weekend toeristen en ga zo vlug mogelijk aan het spoorwegstation de VVV opzoeken . Gesloten. Ik droog me daar goed af en pas mijn kledij aan, want meer dan 48 km zal ik op deze zaterdag niet fietsen. In een boekenwinkel krijg ik goede info. Weldra vind ik zo een mooie kamer in het prachtige Ems Hotel aan de zee. Drie sterren en 110,00 gld. Dat mag wel zoveel kosten om een zondagochtend uit te slapen. Bad. Kleurentelevisie. Diner met kaarslicht maar zonder enige geliefde. Wel eenzaam slikkend tijdens het leegmaken van glazen goed Witte Raaf Bier. Ik ben aan de Bocht van Watum en logeer in een grote paalwoning. Regenwolkjes blijven maar alles besproeien, maken kikkers, eendjes en vissen gelukkig, en vullen de kanalen en de riolen. Ik geniet van warmte en van luxe.
Zondag 30 - Delfzijl. De meeuwen tateren er maar op los. Weinig gasten in het Emshotel. Alles is er grijs behalve dan de witte vogels. Lekker ontbijt. Omdat ik veel moet betalen, steel ik wat terug door suiker en thee te pikken voor mijn drinkbussen, en ook een broodje met konfituur voor later op de dag. Ik rijd door de polders. Even stop ik aan een kerkhof waar de sfeer van Allerheiligen reeds voelbaar is. Het regent heel fijne druppeltjes. Lange rechte stukken weg, helemaal vlak en eentonig. De Dollard zee is niet ver. Over een sluis op het kanaal geraak ik Duitsland binnen. Daar is het nog natter en kouder. Te Ditzumverlaat op zondagmiddag ben ik fier op mijn eigen wanneer ik besef dat mijn Duits nog altijd goed genoeg is om mij verstaanbaar te maken. Schuilend onder de ingang van de Sparkasse praat ik met voorbijgangers. Is er hier ergens een Zimmer Frei ? Plots is er een vrouw met een lichte motorfiets die werkelijk een barmhartige Samaritane is. Zij nodigt me uit bij naar thuis om toch wat beter te schuilen en warme thee te drinken, hopend dat ik later op de dag tot Emden kan geraken waar er in het Novotel kamers genoeg zijn. Zij telefoneert zelfs naar dat hotel om zeker te zijn. Deze Frau Kuper van de Bundenhammer te Dollart en haar echtgenoot, een amateur-chiropracticus, zorgen voor koekjes en thee, en ik ben de entertainer met een goede babbel gedurende een paar uren.
Bij mijn vertrek, wanneer de regen voorbij is, krijg ik een goede Duitse wegenkaart mee. Via Jemgun en Bingum steek ik de Ems over en zo bereik ik de stad Leer in Ostfriesland. Ik begeef me naar een zeer groot gebouw van de Hervormde Kerk waar de Jeugdherberg zich bevindt. Alle deuren zijn er open, doch er is geen kat, geen muis, geen kind, geen boer,geen godsdienstleraar, ... niemand, behalve dan die ene vreemde pelgrim op zijn fiets. In de grote ingangshal maak ik mijn fiets goed vast aan de verwarming, zodat hij droogt want dat is wel nodig. Ik verken te voet even Leer , ontdek de geweldige fietsenhandel Oltman, en in de Texas Bar stap ik binnen om een half haantje met brood te eten en Union Bier te drinken. Met de Duitse munten die ik daarna heb, kan ik in een cabine naar huis telefoneren.
Terug in de jeugdherberg is er nog altijd niemand. Het is daar zo groot als een klooster. De signalisatie toont mij wel waar de slaapkamers zijn. Ik zorg zelf dat ik boven ben ingekwartierd en dat mijn fiets veilig staat. Ik neem een douche en ga wat op een bed liggen om te rusten en om warm onder dekens te blijven. Een uurtje later word ik wakker door lawaai. Ik maak kennis met de herbergmutti die zeer onvriendelijk is. Zij is bezig met twee meisjes uit te kafferen die ook willen slapen in de jeugdherberg, hetgeen hen geweigerd wordt om welke reden ook. Is deze jeugdherberg nu open of gesloten ? Er staat hier geen borje ' Geschlossen '. Ik dreig haar over te schrijven wegens afwezigheid op haar job. Ik ben reeds overal in de wereld geweest in jeugdherbergen maar dit heb ik nog nooit gezien ! Dan bekent zij dat zij eigenlijk maar een vervangster is die waakt op honden, katten, en kinderen. en dat zij niet weet hoe zij gasten moet boeken. We boeken dus niet, wij slapen hier naamloos. Gij blijft dus maar naar uw televisie kijken en chips eten, en wij zullen onze plan wel trekken ! Einde discussie, en vrede op aarde voor de mensen van goede wil. Oef, echt zo 'n bazig wijf, gangmaakster van de parochie, zoals mijn tante Maria. ! De twee rugzaktoeristen uit Munchen beschouwen mij als een ridder van de Ronde Tafel, en zij zullen op het zaaltje naast mij slapen op dezelfde gang. We beloven van samen te spannen als er nog problemen volgen.
Omdat ik door mij op te winden zeker nog niet kan slapen ga ik terug naar het Stadsmitte van Leer in Nedersaksen. Ik ontdek het Kulturcafé Taraxacum ( de paardenbloem- le pissenlit) zopas ingericht als Frans Café met als naam 'La bonne Baguette '. Ik eet er ' Crêpes aux oignons '. Op alle muren zijn foto's van Parijs, van Jacques Prévert et ses chansons. Ik probeer Frans te spreken met de dienster, maar deze begrijpt me niet. Het is de eigenaar van de tent die zorgde voor de Franse stijl maar niemand die daar werkt is ooit in Frankrijk geweest. Voilà ce qui est très drôle !.
Wanneer de bladeren van de bomen zijn gevallenen dood op de grond liggen ... Wanneer de heimwee naar gelukkiger dagen ons hart droevig maakt .
Op het einde van deze natte ellendige zondag gebeurt er een mirakel. Ergens ver in een niemandsland aan Ems en Leda worden voor mij alléén de mooiste Franse chansons gespeeld en ik drink een fles Bourgogne Passetoutgrain. Dààr kan alleen mijn vriend Saint Jacques le Majeur voor hebben gezorgd.
Eenzame kille nacht in de leegte van die grote jeugdherberg van Leer .
Songtekst:Jacques Prévert.
Les feuilles mortes. O je voudrai tant que tu te souviennes Des jours heureux où nous étions amis En ce temps là la vie était plus belle Et le soleil plus brûlant qu'aujourd'hui Les feuilles mortes se ramassent à la pelle Tu vois je n'ai pas oublié Les feuilles mortes se ramassent à la pelle Les souvenirs et les regrets aussi Et le vent du nord les emporte, Dans la nuit froide de l'oubli Tu vois, je n'ai pas oublié La chanson que tu me chantais C'est une chanson, Qui nous ressemble Toi tu m'aimais Et je t'aimais Et nous vivions Tous deux ensemble Toi qui m'aimais Moi qui t'aimais Mais la vie sépare Ceux qui s'aiment Tout doucement Sans faire de bruit Et la mer efface sur le sable Les pas des amants désunis C'est une chanson, Qui nous ressemble Toi tu m'aimais Et je t'aimais Et nous vivions Tous deux ensemble Toi qui m'aimais Moi qui t'aimais Mais la vie sépare Ceux qui s'aiment Tout doucement Sans faire de bruit Et la mer efface sur le sable Les pas des amants désunis.
Friesen, Vikings, Saxons , zovele gevechten ....
Reacties op bericht (0)
EINDE VAN DEZE BLOG 26 08 2012
Hoe sterk is de eenzame fietser Die krom gebogen over z'n stuur tegen de wind Zichzelf een weg baant
Zoeken in blog
Een bescheiden blik in de geschiedenis van de wielersport is vaak al voldoende om de fascinatie te proeven.
Quand on partait de bon matin Quand on partait sur les chemins A bicyclette Nous étions quelques bons copains Y avait Fernand y avait Firmin Y avait Francis et Sébastien Et puis Paulette
On était tous amoureux d'elle On se sentait pousser des ailes A bicyclette Sur les petits chemins de terre On a souvent vécu l'enfer Pour ne pas mettre pied à terre Devant Paulette Faut dire qu'elle y mettait du cœur C'était la fille du facteur A bicyclette Et depuis qu'elle avait huit ans Elle avait fait en le suivant Tous les chemins environnants A bicyclette
NATHALIE.
La place Rouge était vide Devant moi marchait Nathalie Il avait un joli nom, mon guide Nathalie... La place Rouge était blanche La neige faisait un tapis Et je suivais par ce froid dimanche Nathalie... Elle parlait en phrases sobres De la révolution d'octobre Je pensais déjà Qu'après le tombeau de Lénine On irait au café Pouchkine Boire un chocolat... La place Rouge était vide Je lui pris son bras, elle a souri Il avait des cheveux blonds, mon guide Nathalie... Nathalie Dans sa chambre à l'université Une bande d'étudiants L'attendait impatiemment On a ri, on a beaucoup parlé Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait Moscou, les plaines d'Ukraine Et les Champs-Élysées On a tout mélangé et on a chanté Et puis ils ont débouché En riant à l'avance Du champagne de France Et on a dansé... La, la la... Et quand la chambre fut vide Tous les amis étaient partis Je suis resté seul avec mon guide Nathalie... Plus question de phrases sobres Ni de révolution d'octobre On n'en était plus là Fini le tombeau de Lénine Le chocolat de chez Pouchkine C'était loin déjà... Que ma vie me semble vide Mais je sais qu'un jour à Paris C'est moi qui lui servirai de guide Nathalie... Nathalie
Marianne de ma jeunesse Ton manoir se dressait Sur la pauvre richesses De mon rêve enchanté
Les sapins sous le vent Sifflent un air étrange Où les voix se mélangent De nains et de géants
Marianne de ma jeunesse Tu as ressuscité Des démons des princesses Qui dans moi sommeillaient
Car ton nom fait partie Marianne de ma jeunesse Du dérisoire livre Où tout enfant voudrait vivre
Marianne de ma jeunesse Nos deux ombres enfuies Se donnèrent promesse Par-delà leurs joies et leur vie
Marianne de ma jeunesse J'ai serré sur mon cœur Presque avec maladresse Ton mouchoir de pluie et de pleurs
Il avait poussé par hasard Dans notre cour sans le savoir Comme un aveugle dans le noir Mon arbre Il était si petit Que c'était mon ami Car j'étais tout petit Comme lui J'attendais de lui le printemps Avec deux ou trois fleurs d'argent Un peu de vert, un peu de blanc Mon arbre Et ma vie s'accrochait A cet arbre léger Qui grandissait Comme je grandissais
Chanson de GILBERT BECAUD
Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde Quand tu n'es pas là S'arrètent de chanter Et se mettent à pleurer Larmes de pluie au ciel d'été Quand tu n'es pas là Le silence qui gronde Me donne si froid Qu'un jour ensolleillé Me fait presque pleurer Larmes d'ennui malgré l'été La ville fait de grâces La lune des grimaces Qui me laissent sans joie Les cantiques d'églises Malgré tout ce qu'ils disent Me font perdre la foi Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde La nuit sur mon toit Viennent se rassembler Et pour me consoler Chantent tout bas ' Elle reviendra ' Quand tu reviendras De l'autre bout du monde Quand tu reviendras Les oiseaux dans le ciel Pourront battre des ailes Chanter de joie Lorsque tu reviendras !
Le Pianiste de Varsovie Gilbert Bécaud
Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Chopin Je l`aime bien, Chopin Je jouais bien Chopin Chez moi à Varsovie Où j`ai grandi à l`ombre A l`ombre de la gloire de Chopin Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur Plus de sentiment Plus de mouvement Plus d`envolée Bien bien plus léger Joue mon garçon avec ton coeur Me disait-il pendant des heures Premier concert devant le noir Je suis seul avec mon piano Et ça finit par des bravos Des bravos, j`en cueille par millions A tous les coins de l`horizon Des pas qui claquent Des murs qui craquent Des pas qui foulent Des murs qui croulent Pourquoi? Des yeux qui pleurent Des mains qui meurent Des pas qui chassent Des pas qui glacent Pourquoi Le ciel est-il si loin de nous? Je ne sais pas pourquoi Mais tout cela me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur
What does not destroy us makes us stronger.
Rondvraag / Poll
Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
À la claire fontaine
M'en allant promener, J'ai trouvé l'eau si belle, Que je m'y suis baignée.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Sous les feuilles d'un chêne Je me suis fait sécher, Sur la plus haute branche, Un rossignol chantait.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Chante, rossignol, chante, Toi qui as le coeur gai, Tu as le coeur a rire, Moi, je l'ai à pleurer.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
J'ai perdu mon ami Sans l'avoir mérité, Pour un bouquet de roses, Que je lui refusai.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Je voudrais que la rose Fût encore au rosier, Et que mon doux ami Fût encore à m'aimer
Turning and turning, the world goes on We can't change it, my friend Let us go riding now through the days Together to the end Till the end
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Spinning and spinning, the dreams I know Rolling on through my head Let us enjoy them before they go Come the dawn, they all are dead Yes, they're dead
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Julia Tulkens .
Hebben wij elkaar gevonden in dit land van klei en mist waar tussen hemel en aarde ons leven wordt uitgewist ?
Ben ik nog schaduw, ben ik al licht, of is d'oneindigheid mijn aangezicht ?
Treed ik in wolken of in hemelgrond ? Er ruist een hooglied aan mijn lichte mond. In uw omarming hoe ik rijzend ril ... Mijn haren wuiven en de tijd valt stil .
Julia Tulkens.
SONNET POUR HELENE
Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle, Assise auprès du feu, dévidant et filant, Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant : Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.
Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle, Déjà sous le labeur à demi sommeillant, Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant, Bénissant votre nom de louange immortelle.
Je serai sous la terre et fantôme sans os : Par les ombres myrteux je prendrai mon repos : Vous serez au foyer une vieille accroupie,
Regrettant mon amour et votre fier dédain. Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain : Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.
Regretting my love, and regretting your disdain. Heed me, and live for now: this time won’t come again. Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.