Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
C'est plein d'Uylenspiegel Et de ses cousins Et d'arrière-cousins De Breughel l'Ancien
Le plat pays qui est le mien.
Tous les chemins qui mènent à Rome Portent les amours des amants déçus et les mensonges des anges déchus.
Pelgrim
Wat zich gaande voltrekt in de ziel van de pelgrim is niet een toenemend verlangen naar het bereiken van zijn reisdoel, niet het vinden van het heilige aan het einde van zijn bedevaart, maar zijn overgave aan de ruimte, aan de kiezels op zijn pad, zijn besef van niet-weten, zijn afdalen in de leegte.
Zijn benen worden zijn vrienden, de regen zijn lijden, zijn angst wordt gericht naar de honden langs de weg, het vele legt hij af en hij rust in het Ene. Al trekkend komt hij nergens, voortgaande bereikt hij niets, maar zijn vreugde neemt toe om een bloem en een krekel, om een groet en een onderdak.
Zijn reisdoel en zijn thuis vloeien samen aan de horizon, hemel en aarde vinden elkaar op het kruispunt van zijn hart. Het heilige verdicht zich in de dieren en de dingen. Zijn aankomst ligt verborgen in de wijsheid van het Zijn.
Catharina Visser
De Weg.
In de verte gaat een pelgrim, eenzaam over het pad. Met een blik voorwaarts, eindeloos turen naar het pad. Het pad dat hem leidt, de wind die hem begeleidt. Samen èèn met de natuur, de geur,het geluid en omgeving. Daar toont de schepping hem, nederig dat het pad van zand zo hard als steen is. Soms ook warm,koud en nat. De pelgrim stapt over het harde pad, met als enige vriend zijn schaduw. Samen op hun weg.
When we got to the sea at the end of the world We sat down on the beach at sunset We knew why we had done it To know our lives less important than just one grain of sand.
En camino de Santiago Sur le chemin de St Jacques Iba una alma peregrina Allait une âme pérégrine Una noca tan obscura Une nuit si obscure Que ni una estrella lucia ; Que ne brillait aucune étoile ;
Le patron de toutes les filles C'est le saint Jacques des Bourdons; Le patron de tous les garçons C'est le saint Jacques des Coquilles. Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet, Coquilles et bourdons exigent que l'on troque; Cet échange affermit l'amitié réciproque, Et cela vaut mieux qu'un œillet.
Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.
Betrouw geen pelgrim met een baard Die met een schooikroes geld vergaart Al beed'lend langs de wegen sjokt En met een deerne samenhokt.
Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.
Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
Ik had het eerst niet in de gaten, en opeens zàg ik het spoor dat jij voor mij hebt nagelaten.
Mon père .
Assis dans un vieux fauteuil Recouvert d'un plaid usé, Il rêve de son passé, En attendant le sommeil.
La fumée d'un cigare Flottant au-dessus de lui, D'une auréole, pare, Sa tête grise, de nuit.
Vêtu d'un pantalon gris, Chemise de flanelle Sous le tablier bleu sali. Sa casquette est belle.
Il sait déjà que demain, Sera le grand jour pour lui. Mais il ne regrette rien, Et partira seul sans bruit .
***
La mort .
Le jour où tu viendras, A l'aube d'un matin, Me tendre les bras Me chercher par la main, Entre comme moi Par le fond du jardin.
Tu essuyeras tes pieds Sur le grand paillasson, Pour ne pas marquer Tes pas dans le salon, Et n'oublie pas d'ôter Ton noir capuchon.
La table sera mise Et le vin bien chambré, Quand tu sera assise Nous pourrons le goûter, Avant que je ne suive Ton ombre décharnée .
Mais si tu préfères Par surprise me faucher, Au début de l'hiver Ou au soir d'un été, Pousse la barrière Elle n'est jamais fermée.
Avant de m'emporter, De rendre ma valise, Laisse-moi griffonner Une dernière poésie Où je ferai chanter La beauté de la vie.
Ce n'est pas ce matin Que je quitterai le port, Puisque de mes mains J'ai caressé si fort Ses lèvres de satin Que je t'oublie, la mort.
+++
SEUL SUR LE CHEMIN .
J'ai traversé des villes, J'ai longé des cours d'eau J'ai rencontré des îles J'ai cotoyé le beau !
Tout au long du voyage Rien ne m'a retenu Même pas un signe de croix Tracé d'une main tremblante.
Le vent, la mer, la pluie M'ont façonné le coeur. Je suis leur propre image, Immuable douleur.
Je fais signe aux oiseaux, Seuls amis de ce monde, Qui m'entraînent dans une ronde A m'en crever la peau.
J'ai traversé des coeurs, J'ai rencontré des bras, J'ai caressé des fleurs, J'en ai ceuilli pour toi.
TENNIS DE TABLE MESATENISTA PING PANG QIU TISCHTENNIS TABLE TENNIS
photos courtesy ITTF
乒乓球 Stolni tenis Tenis Stolowy
ITTF TABLE TENNIS Classement mondial 26 - 08 - 2012 World Ranking Weltrangliste Ranking Mundial Värlen Rangordning Classifica Mondiale MESSIEURS : 1. ZHANG Jike - CHN 2. MA Long - CHN 3. XU Xin - CHN 4. WANG Hao - CHN 5. MIZUTANI Jun - JPN 6. MA Lin - CHN 7. BOLL Timo - GER 8. CHUANG Chih-Yuan - TPE 9. OVTCHAROV Dim - GER 10. WANG Liqin - CHN 11. JOO Se Hyuk - KOR 12. OH Sang Eun - KOR
-- DAMES : 1. DING Ning - CHN 2. LI Xiaoxia - CHN 3. LIU Shiwen - CHN 4. GUO Yan - CHN 5. ISHIKAWA Kasu - JPN 6. FUKUHARA Ai - JPN 7. FENG Tianwei - SIN 8. KIM Kyung - KOR 9. GUO Yue - CHN 10. WANG Yuegu - SIN 11. WU Yang - CHN 12. TIE Yana - HKG
De noodklok belt slechts éénmaal Komt weldra de ultieme speeltijd Ademen voor de laatste maal Gelukkig geen haat noch nijd Toch af en toe een flater Een zorg is dit voor later Lopen van os naar ezel Toch af en toe een flater Niet knikkers tellen, wel het spel Lopen van os naar ezel Dagelijks goed aan de kost Niet knikkers tellen, wel het spel Verwachtingen zelden ingelost Dagelijks goed aan de kost De beste blijft mijn moeder Verwachtingen zelden ingelost Water is het kostelijkste voeder De beste blijft mijn moeder Om bestwil een toontje lager zingen Water is het kostelijkste voeder Op zoek naar de diepte der dingen Om bestwil een toontje lager zingen Komt het varksken met de lange snuit Op zoek naar de diepte der dingen Nu is dit pantoumeke bijna uit Komt het varksken met de lange snuit Ademen voor de laatste maal Nu is dit pantoumeke bijna uit De noodklok belt slechts éénmaal.
Tibertyn. ***
Kleine mensenhand strooit op winterse dag kruimels voor de mus.
Schelpen op het strand die worden door de branding voor ons kind gebracht.
Molens in de wind draaien, draaien, en draaien in het vlakke land.
Kerstman in de straat borstelt met grote bezem sneeuw weg van de stoep.
De dode takken breken af bij felle wind van de avondstorm.
Kreten in de nacht van kikkers in de vijver lokken de reiger.
Hulpeloos jong lam verloren tussen struiken waar de wolf vertoeft.
De werkzame bij zoekt in de roze bloesems lekker naar honing.
The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”
De pelgrim.
Hij is op de weg alleen al weet hij nog niet waarheen maar ergens stond geschreven dat hij die richting moest gaan en aarzelt hij soms even langs de eindeloze baan terwijl hij in zijn hart voelt dat velen eerder gingen mijmerend over dingen terwijl een windje afkoelt .
Verder dan Rome loopt de weg.
Ervaringen van een pelgrim.
01-03-2011
Fietstocht naar Itzehoe - ( Week 3 ) .
Maandag 31 - Leer . Kinderstemmen wekken mij. Om 7u55 ben ik in de keuken waar ik afspraak had met de bazige Mutti van zondagavond. Een uitgebreide Frühstück wacht op mij, doch het is een andere vrouw die me vraagt of ik misschien eitjes wil, gebakken of gekookt. Ik bedank daarvoor. Geen teken meer van de jonge dames uit Beieren. Een bon in twee exemplaren ligt klaar. Mijn naam, lidnummer, handtekening en afrekening komen er mooi op. Ik betaal en ben weg uit dit hotel voor protestanten. Ik zou graag de mooie fietsen bij Oltman gaan betasten, maar de winkel is gesloten. Om 8u45 ben ik reeds buiten de stad Leer. Mijn forme is uitstekend en de wind blaast in mijn voordeel. Ik koop twee blikjes Isostar om dat eens te proberen. Mijmerend over de mooie momenten en de wijn uit De Paardenbloem vervolg ik mijn route.
Hesel, Wiesmoor, propere weg met schoon fietspad, en er is ook goede bewegwijzering voor de mountainbikers langs het kanaal te volgen tot Wilhelmshaven. Prachtige dijk, aquarium met dieren uit de Noordzee, maar 'Schiff nach Helgoland' is niet meer mogelijk op het einde van het seizoen. Ik blijf wat snuffelen in de haven en kom aan het marinemuseum. Wilhelmshaven was belangrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog met als glorierijk moment het te water laten van het Slagschip Tirpitz, en als dieptepunt op 6 mei 1945 de overgave van de Duitse marine aan de Poolse pantzersdivisie. Het regent weer. Ik schuil in het station, koop een Duitse telefoonkaart, maar vind er geen mogelijkheid om een ferry te nemen . Ik moet dus verder fietsen in wind en regen. Aan een afgelegen bar met sauna, in de natte polders, kan ik me goed schuilen wanneer dat nodig is geworden. Gelukkig is dit oord vol van dure verleidingen gesloten en komt mijn pelgrimszieltje niet in gevaar. Een kuuroord zou me moeten logeren kunnen doch ik draai verder om een langere afstand te scoren op mijn tellertje. Te Varel, eertijds de residentie van de graven van Altenburg, na 111 km kom ik aan Hotel Ahrens, stevig Pruisisch, nog van rond 1900 met de oerdegelijke gastvrijheid voor een niet te dure prijs. Zo eindigt de maand october voor mij nog redelijk goed. De kamer kost 40 DM. Ik drink voor 12 DM bier en knabbel voor 19,5 DM aan een geweldig Eisenbein.
De talrijke oude Duitse steden hebben een lange en boeiende geschiedenis.
Dinsdag 1 -Varel. Ontbijt met lekker brood. De 45-jarige zoon van de hotelbaas gedraagt zich nog als een teenager en draait Pop Music dat totaal niet is aangepepast aan de plaats, het uur, en de gasten. Het personeel is veel beter, beleefd en gedienstig. Aan een muur hangen kaders met verzamelingen foto's van wielrenners zoals Rütt; Ellegaard, en vooral van Willi Arend. Daar kan ik van genieten.Tot mijn verbazing is de houten kar waaraan ik mijn fiets had vastgeketend verdwenen uit de garage, maar gelukkig staat mijn vervoermiddel er nog. Toch besef ik dat ik mijn kabel en slot dus wel erg slecht had gebruikt en bovendien weet ik zelfs niet meer wat ik deed.
Fris en fit vertrek ik uit Varel. Vlug stel ik een probleem vast. Door zand en regen op de velgen zijn mijn remblokjes weggeschuurd. Ik heb geen remmen meer. Omdat de wegen vlak zijn, moet ik nergens remmen, maar in bebouwde kommen wordt het gevaarlijk ook al rijd ik niet sneller dan 20 km/u. Na 7 km stop ik om mijn vier remblokjes te draaien. Bravo. Dat ging gemakkelijk. Ik moet meer in mijn eigen kunde van mekanieker geloven ! Het is een schitterende dag om te fietsen. Zon. Goede frisse wind. Met vlotte pedaalslag vorder ik in de richting van Bremerhaven. Met een sprintje bereik ik te Blexen de ferry-boot, en dat was zeer nipt want drie seconden later is de boot al aan het varen. Aan de overkant gekomen probeer ik te telefoneren. Met mijn Duitse telefoonkaart gaat dat niet, ofwel versta ik het systeem niet. In ieder geval komt er op het venstertje van de telefoonkast ' Nicht Gültig ..! '. Ik troost me door in een restaurant in de haven zeevis met kartoffelsalat te bestellen : 13,90 DM voor de schotel en 3,50 DM voor ' Bitte ein Bit ...' . Voor een fietser is de doortocht van een buurt vol industrie niet zo aangenaam. Weldra kan ik gelukkig de richting van Bederkesa nemen, hetgeen duidelijk ''meer de natuur in" betekent. Eerst stop ik nog in een centrum waar ik in de Volksbank Belgisch en Nederlandse geld omwissel en ik ook een wegkaart koop van Schleswig-Holstein. Het is voor de mensen hier een gewone werkdag in de week, en dat is toch wel vreemd voor iemand aan wie men had geleerd thuis, op school, en ik de kerk, dat Allerheiligen toch zo'n belangrijke dag was, zoals Pasen en Kerstmis. Terwijl ik doorfiets denk ik nog aan Allerheiligen 1955, toen mijn heilige de wielergod Stanneke Ockers was, en toen ik voor het eerst vrij kwam uit het Klein Seminarie te Sint-Truiden. Dat mocht dan nog mits het naar huis meenemen van een pak straf ( het afschrijven van tien Franse lessen). Dit bijkomend schoolwerk had me wel goed gedaan want later op het jaar was ik de eerste van de klas in Franse taal. Ik fiets door het landelijke Schleswig-Holstein, mijmerend over mijn nare tijden van vroeger. Waarom toch ?
De jeugdherberg van Bad Bederkesa is de hele winter - en precies vanaf 1 november- gesloten. Om te bekomen van dit slechte nieuws ga ik koffie drinken op de oever van het meer. Mijn gulzigheid doet me een stuk Schwarzwalderküche bestellen en zo ben ik weer 9,80 DM kwijt. Goed bestemd geld want waar ik me bevind is het fantastisch mooi, een droom op deze schone herfstdag. Het toeristisch kantoor is gesloten, maar toch zit er nog een bibliothecaris die orde in de winkel aan het zetten is. Deze man regelt voor mij een kamer in het Dock See Hotel. Een weinig later kom ik daar aan. De manager en zijn vrouw, allebei 74 jaren oud, en ook bezitters van het restaurant aan het meer, ontvangen mij vriendelijk. De man kan niet nalaten van me te vertellen dat het grote geluk uit zijn leven was geweest dat hij de oorlogsjaren te Eeklo en te Lebbeke had mogen doorbrengen, en niet op gevaarlijke plaatsen waar duizenden andere jongens van zijn leeftijd waren gesneuveld. Na een wandeling ben ik overtuigd dat iedere toerist op weg naar Denemarken en verder gerust als halte Bad Bederkesa mag inlassen.
Strammer MaxWurst mit Kartoffelsalat
Ik eet een Strammer Max, en geniet daarna van mijn hotelkamer,doe mijn wasje, en belangrijk is dat ik doorneem wat er nog allemaal in mijn bagage steekt. Een versleten onderbroek, mijn oude pijamabroek, mijn natte fietsschoenen, de rotte zolen van mijn wandelschoenen, belanden in een pakje voor de vuilbak. Ik voel pijn in mijn nierstreek. Heb ik gedurende die natte dagen te weinig water gedronken ? Op deze dag legde ik zonder te forceren 72 km af. De kamer kost 70 DM.
Woensdag 2 - Bad Bederkesa. Op de 3de etage van het Seehotel ben ik lekker aan het ontbijten. Ik mag nog bijvragen al wat ik wil volgens de dienster, maar nog wat koffie meer maakt me al gelukkig. Die alte Germaanse Frau die nog graag over der Krieg en de tijd van toen praat, brengt het gesprek op de afgedankte onderwerpen van rond 1940, over rassenmengeling en over de gemeenschappelijke banden van Vlamingen en Duitsers. Het is een vriendelijke maar staalharde Wirtschaftsfrau. Ik leg haar uit dat ik ben geboren op 4 juni 1944, op de langste dag die was voorzien om alles toen te doen kantelen, en ook dat de voornaam Wilfried ook met een bijzondere betekenis op mijn kopje werd geplakt in die oorlogstijd van toen, waarover het goed is te kunnen praten nu, ongedwongen en met wijze koppen.
Ik stop nog aan het meer om mijn fiets wat te kuisen en te smeren, en om mijn pakje in een container te laten verdwijnen. Klein windvoordeel. Zeer mooi weer. Mijn nieuwe wegkaart is niet te groot, zodat de wind het papier niet scheurt noch wegblaast. Met munten telefoneer ik te Lamstedt nog maar eens naar mijn schat thuis voor 4,30 DM. Ik koop yoghurt, thee,cola, die ik meedraag in mijn stuurtas.
Rare ontoeting. Ik haal twee fietsers in die nog zwaarder geladen zijn dan ik. Zij zien er uit zoals clochards en zij zigzaggen op mankele oude tweewielers. Ik vertrouw zulke kerels niet in een eenzaam gebied tussen bossen en velden. Zij doen teken, maar ik negeer hen en vlieg hen zo snel mogelijk voorbij. Volgens mijn schatting komen zij uit het Oostblok en zoeken zij ergens werk en onderkomen in de boerderijen van Schleswig-Holstein. Zo bereik ik Wirschhafen waar ik voor 4,00 DM de boot kan nemen naar Glückstadt. Dit is de mooie overtocht van de Elbe ( Labe genoemd in Tsjechië), een van de belangrijkste stromen van Europa. De Elbe is 1164 km lang en op haar benedenloop ligt de wereldhaven Hamburg. Ik stel plots vast dat mijn electronisch tellertje blijft staan op km 4224,3. Het pilletje is op, want door de regen kan het niet zijn, vermits de zon schijnt en alles opdroogt. Ik nam de start op km 3070,0 en weet nu hoeveel ik reed sedert mijn start. Ik zal dus in mijn boekje verder noteren, alhoewel ik mezelf de vraag stel of dit eigenlijk van enig belang is.
Te Krempe wil ik in een bankagentschap nog een eurocheck gaan innen, dat geeft me de kans om te zien hoe zo'n kantoor er in Duitsland uitziet, vermits ikzelf al ruim een kwarteeuw doorbracht in zulke werkplaatsen. Ik ben krampachtig aan het zoeken naar mijn laatste papieren check. Mijn portefeuille valt op de grond zonder dat ik het voel. Gelukkig komt Herr Director de stoep opgewandeld en niet een gauwdief. Die vriendelijke man van de Sparkasse raapt mijn zo belangrijk stuk eigendom op en stopt het me goed in de hand.
Mijn organisatie in mijn fietstassen is slecht. Het is een absolute noodzaak van precies te weten waar alles steekt in de diverse onderverdelingen, aan het stuur, in de zakken aan het voorwiel, in de zakken aan het achterwiel, onder het zadel, op de porte-bagage, en ook wat en waar er iets op mijn lijf of in mijn kledij steekt. Dan verklap ik hier nog niet dat er ook heimelijk geld in mijn schoenen steekt, traveler checks tussen toegeplakte bladzijden van mijn notaboek verscholen zijn, en de ultieme reserve ergens is ingenaaid voor de allerhoogste nood. Een oude pelgrim op een randonneursfiets sleurt immers zowel het minimum als het maximum mee. Dat is echt niet zo eenvoudig !
Ik bereik Itzehoe tegen etenstijd. Vermits ik opmerk dat veel mensen zitten te eten in een wegrestaurant parkeer ik er vlug en veilig mijn fiets, goed zichtbaar voor mijn eigen ogen terwijl ik aan het tafelen ben . Wow, ... geweldige 'plat du jour' ... Wurst mit Kartoffelsalat ! Een uur later volgt een grove fout. Ik heb alvorens te stoppen mijn ketting niet van het grote 52 kamwiel laten zakken naar 42. Bij het verlaten van het Wurst & Kartoffel Haus wandel ik nog 30 m te voet tot aan het verkeerslicht dat volgt. Daar wacht ik tussen de auto's, steunend met mijn bil op mijn Brooks-zadel en met een voet op de straat. Op het ogenblik dat het licht op groen springt en alle autochauffeurs me vervloeken omdat ik in hun weg rijd, dan maak ik een te hevige beweging om op een verzet van 52 X 14 terug te vertrekken met mijn zwaar beladen fiets. Ik voel een korte hevige pijn in mijn knie. Terwijl ik op lager verzet lichtjes verder toer op mijn ovalen kamwiel blijft die pijn bestaan. Aan een klein hotel gekomen, denk ik dat ik misschien beter stop, maar omdat ik een visitekaartje meekreeg van een hotelletje dat 19 km verder ligt, rijd ik op dit uur van deze schone namiddag toch verder. Nog even stop ik op een plaats waar gratis een nieuw soort bier wordt uitgedeeld. Ik maak daar bij die bierdrinkers wat lol. Daarna begin ik weer te pedaleren , doch de ernst van mijn situatie wordt duidelijker. Ik heb nog altijd een pijnlijk gevoel in mijn knie door mij zo zwaar op te trekken aan dat kruispunt, onopgewarmd na mijn maaltijd.
Het herkenningsteken van de jeugdherbergen brengt me redding. Ik volg de pijlen naar deze oase van Itzehoe, terug achteruit op mijn route. Nog netjes op tijd kan ik me inschrijven zoals de strenge regels van het huis dat vragen. Ik huur een laken-slaapzak, vraag nacht, avondeten, en ontbijt. Dat kost niet meer dan 33,10 DM. Op een vroeg uur nog eet ik twee telloren soep, een pizza, met fruitsap à volonté. Zeer goed. De blonde Mutti heeft krolletjes, is jong en vriendelijk. Twee klassen slapen er die avond, één met bakvissen van 15 jaar, en één gemengde klas met 12 jarigen. Tijdens het nemen van mijn douche masseer ik mijn knie met heet water, en ongelukje, ook al bezocht ik de WC-pot wat eerder, ik ontdek in de douche dat ik wat diaree heb. Na vele liters heet water, en na wat lekker gelegen te hebben op mijn bed in mijn propere lakenzak, voel ik me veel beter.
Het is gedurende de vooravond daar veel te rumoerig. Ook al zijn er prachtige Lolita's tussen die schoolmeisjes, ik moet me als een wijze, eerlijke en deftige reiziger, mezelf verplichten tot een schone wandeling doorheen de Itzehoer Winkelstrasse Ik telefoneer naar huis om te vertellen over mijn knieprobleem. Op dat moment verneem ik dat er thuis geen probleem is, doch wel bij mijn moeder te Walshoutem, waar mijn twee broers en ik al vele jaren lang in het oude Zwembad Olympia een groot aantal vissen houden, aangekochte, elders gevangen, en van eigen kweek. Door de warmte, door de algen en waterpest, de blaren van de bomen en de rottende waterplanten, door de verloederde kwaliteit van het bronwater, is er een grove vissterfte begonnen en ontelbare vissen drijven al stervend aan de oppervlakte, terwijl de reigers komen dineren. Een vreselijke ecologische ramp is bezig in mijn heimat, in de jungle van mijn jeugd, en niemand heeft de tijd, de kennis, de kracht, de middelen en de wil om in te grijpen. Mijn oude moeder is razend ! Wat wil je dat ik doe, ik ben gestrand in Itzehoe ... ?
De Miami Ice is een lekkere tent waar ik soelaas zou moeten vinden, tot bedaring komen, en nadenken. Ik eet een Fantasia van drie bollen, drink een San Pellegrino watertje, en een expresso, en dat kost me 11,00 DM. Tijdens mijn weg terug kom ik langs een reisagentschap waar een berg reisgidsen van 1994 buiten op de stoep staat voor zij die nog enige interesse zouden hebben. Ik neem er enkele mooie mee om te lezen op mijn kamer. Terug in de jeugdherberg waar het muisstil is, want Duitse schooljeugd is gedisciplineerd na het doven van de lichten, open ik die mooie gekleurde boeken , maar vlug val ik in slaap na mijn knie te hebben ingesmeerd met verwarmend marmottenvet. Mijn verkenning van Itzehoe was voldoende om te weten dat er een spoorwegstation is van waar naar iedere bestemming uit de reisgidsen kan worden vertrokken, zelfs naar de Pepijnstad Landen, zo goed op de ijzeren weg gelegen tussen Lüttich und Brüssel.
Donderdag 3 - Itzehoe Mijn ontwaken verloopt moeizaam. Tot mijn verwondering heb ik nog weinig pijn in de knie, maar des te meer in mijn nierstreek. Ik realiseer dat ik uitgedroogd ben en afvalstoffen niet genoeg langs nieren en blaas werden verwijderd omdat ik sedert twee weken te weinig plat water heb gedronken. In de nattigheid had ik nooit dorst en reed ik vaak verder met lege drinkbussen. Ik begin mijn dag dus met het slikken van veel kraantjeswater .
Zittend op mijn bed moet ik nu de zware beslissing nemen. Moet ik op de zeventiende dag van mijn tocht verder rijden naar Flensburg en de Deense grens, of moet ik omkeren en terug naar huis ? Het stilvallen van mijn kilometerteller, pijnen aan de knie en in de rug, de doodgaande vissen, en het feit dat er te Itzehoe treinen stoppen, zijn voldoende redenen om op dat moment te stoppen. Maar geld en tijd heb ik nog genoeg om verder te zwerven terwijl na slecht weer, in dit komend begin van november meerdere uitzonderlijk warme dagen worden verwacht.
Alea Iacta est . Itzehoe - Landen per trein zal het worden. Ik zweer dat ik later een vervolg zal plannen, een fietstocht met start te Itzehoe, door de noordelijkste hoek van Duitsland, over de grens van Denemarken, die me zal brengen naar Flensburg, Kiel , Lübeck, Rostock, en waarom niet tot Berlijn. Ik zal me dan ook een week vestigen en uitblazen te Travemünde. Schone plannen voor later, niet zo lang meer want van vervroegd pensioen zal ik vanaf één maand na mijn 52-ste verjaardag kunnen genieten, vermits de Spaarkas zich omvormt tot de Bankverzekering Fortis.
Ik gebruik één van mijn grote groene plastieken zakken die in mijn Karrimor fietstassen mijn kledij hebben droog gehouden. Om gemakkelijker met de trein le reizen laat ik in de stad van burgemeester Harald Brommer veel overbodige bagage achter. Ik verspil niets want ik vertrok met kledij die al veel had gediend en dus mocht worden afgedankt waar en wanneer dat tot iets kon dienen. Een trainigsvest, een zwarte lange trainingsbroek, een volledige pijama, grijze en witte sokken, mijn rennerstrui met lange mouwen, drinkbussen, blauwe handdoek, Coca-Cola handdoek, gescheurd onderlijfje, dat verhuist allemaal naar de wegwerp in die plastieken zak, zodat heelwat volume vrijkomt in mijn twee achterste Karrimors. Ik kan al mijn andere tassen, mijn slaapzak, mijn pomp, en mijn papieren zo samenbrengen in die linkse en rechtse Karrimors, die aan mekaar worden gehecht en in de hand als een compacte reistas kunnen gedragen worden.
Na een vluchtig ontbijt, me goed bedienend met vlees en kaas die de schoolkinderen na vertrek lieten liggen, neem ik vriendelijk en zelfzeker afscheid van de Herbergmütti. In het station van Itzehoe leg ik mijn reisroute uit. Een dame kan me niet volgen, doch een andere Frau die wat hoger in rang is bij de Duitse Spoorwegen tovert mij verschillende bladzijden uit haar computer. Twintig minuten later heb ik een volledig Fahrplan tot Aachen, met de zekerheid dat mijn fiets me niet zal verlaten, met alle uren van aankomst en vertrek, met de nummers van de perrons inbegrepen. Zonder enig probleem rekent die vrouw ook vlot af met mijn Eurocard. Viermaal overstappen . De kostprijs bedraagt 150,30 DM . Mijn eerste trein vertrekt reeds om 9u42 en omstreeks 17u00 zal ik te Aachen zijn aangekomen, en dat is dan toch zo dicht bij België. We zullen op deze terugreis echt niet moeten sukkelen dankzij die handige computerlijst die ik bekwam.
's Avonds kon ik terug in eigen huiskamer naar het nieuws van Martine Tanghe kijken. Om 21u 00 slaagde ik er in van onze waterpomp terug te laten draaien en zo pompte ik beter water van de buurman waterkerskweker naar onze visvijver zodat vele vissen zouden in leven blijven. De rest van mijn vakantie bracht ik door met grote onderhoudswerken aan onze vijver, terwijl mijn broers toen wel een reden hadden om niet te moeten meewerken in de vuiligheid, maar me wel ontgoochelden.
Kaart van het nieuwe Duitsland na de val van de muur. Das Alte Rathaus von Itzehoe.
Tijdens mijn treinreis Itzehoe - Landen schreef ik in mijn notaboek deze woorden op van een groot dichter en alhoewel ik niet zeker ben of dit overeenstemt met het originele gedicht krijgt dit hier een plaatsje :
' Après mille dangers sur les routes sauvages je serai de retour dans mon village pour raconter aux miens et aux autres, à la veillée ou près d'un verre de vin, les splendeurs des crépuscules des Mers du Nord, les beautés aperçues là où nul autre s'en est allé et où mes coups de pédales m'avaient conduit suivant mille bons vents ... '
Reacties op bericht (0)
EINDE VAN DEZE BLOG 26 08 2012
Hoe sterk is de eenzame fietser Die krom gebogen over z'n stuur tegen de wind Zichzelf een weg baant
Zoeken in blog
Een bescheiden blik in de geschiedenis van de wielersport is vaak al voldoende om de fascinatie te proeven.
Quand on partait de bon matin Quand on partait sur les chemins A bicyclette Nous étions quelques bons copains Y avait Fernand y avait Firmin Y avait Francis et Sébastien Et puis Paulette
On était tous amoureux d'elle On se sentait pousser des ailes A bicyclette Sur les petits chemins de terre On a souvent vécu l'enfer Pour ne pas mettre pied à terre Devant Paulette Faut dire qu'elle y mettait du cœur C'était la fille du facteur A bicyclette Et depuis qu'elle avait huit ans Elle avait fait en le suivant Tous les chemins environnants A bicyclette
NATHALIE.
La place Rouge était vide Devant moi marchait Nathalie Il avait un joli nom, mon guide Nathalie... La place Rouge était blanche La neige faisait un tapis Et je suivais par ce froid dimanche Nathalie... Elle parlait en phrases sobres De la révolution d'octobre Je pensais déjà Qu'après le tombeau de Lénine On irait au café Pouchkine Boire un chocolat... La place Rouge était vide Je lui pris son bras, elle a souri Il avait des cheveux blonds, mon guide Nathalie... Nathalie Dans sa chambre à l'université Une bande d'étudiants L'attendait impatiemment On a ri, on a beaucoup parlé Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait Moscou, les plaines d'Ukraine Et les Champs-Élysées On a tout mélangé et on a chanté Et puis ils ont débouché En riant à l'avance Du champagne de France Et on a dansé... La, la la... Et quand la chambre fut vide Tous les amis étaient partis Je suis resté seul avec mon guide Nathalie... Plus question de phrases sobres Ni de révolution d'octobre On n'en était plus là Fini le tombeau de Lénine Le chocolat de chez Pouchkine C'était loin déjà... Que ma vie me semble vide Mais je sais qu'un jour à Paris C'est moi qui lui servirai de guide Nathalie... Nathalie
Marianne de ma jeunesse Ton manoir se dressait Sur la pauvre richesses De mon rêve enchanté
Les sapins sous le vent Sifflent un air étrange Où les voix se mélangent De nains et de géants
Marianne de ma jeunesse Tu as ressuscité Des démons des princesses Qui dans moi sommeillaient
Car ton nom fait partie Marianne de ma jeunesse Du dérisoire livre Où tout enfant voudrait vivre
Marianne de ma jeunesse Nos deux ombres enfuies Se donnèrent promesse Par-delà leurs joies et leur vie
Marianne de ma jeunesse J'ai serré sur mon cœur Presque avec maladresse Ton mouchoir de pluie et de pleurs
Il avait poussé par hasard Dans notre cour sans le savoir Comme un aveugle dans le noir Mon arbre Il était si petit Que c'était mon ami Car j'étais tout petit Comme lui J'attendais de lui le printemps Avec deux ou trois fleurs d'argent Un peu de vert, un peu de blanc Mon arbre Et ma vie s'accrochait A cet arbre léger Qui grandissait Comme je grandissais
Chanson de GILBERT BECAUD
Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde Quand tu n'es pas là S'arrètent de chanter Et se mettent à pleurer Larmes de pluie au ciel d'été Quand tu n'es pas là Le silence qui gronde Me donne si froid Qu'un jour ensolleillé Me fait presque pleurer Larmes d'ennui malgré l'été La ville fait de grâces La lune des grimaces Qui me laissent sans joie Les cantiques d'églises Malgré tout ce qu'ils disent Me font perdre la foi Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde La nuit sur mon toit Viennent se rassembler Et pour me consoler Chantent tout bas ' Elle reviendra ' Quand tu reviendras De l'autre bout du monde Quand tu reviendras Les oiseaux dans le ciel Pourront battre des ailes Chanter de joie Lorsque tu reviendras !
Le Pianiste de Varsovie Gilbert Bécaud
Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Chopin Je l`aime bien, Chopin Je jouais bien Chopin Chez moi à Varsovie Où j`ai grandi à l`ombre A l`ombre de la gloire de Chopin Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur Plus de sentiment Plus de mouvement Plus d`envolée Bien bien plus léger Joue mon garçon avec ton coeur Me disait-il pendant des heures Premier concert devant le noir Je suis seul avec mon piano Et ça finit par des bravos Des bravos, j`en cueille par millions A tous les coins de l`horizon Des pas qui claquent Des murs qui craquent Des pas qui foulent Des murs qui croulent Pourquoi? Des yeux qui pleurent Des mains qui meurent Des pas qui chassent Des pas qui glacent Pourquoi Le ciel est-il si loin de nous? Je ne sais pas pourquoi Mais tout cela me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur
What does not destroy us makes us stronger.
Rondvraag / Poll
Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
À la claire fontaine
M'en allant promener, J'ai trouvé l'eau si belle, Que je m'y suis baignée.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Sous les feuilles d'un chêne Je me suis fait sécher, Sur la plus haute branche, Un rossignol chantait.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Chante, rossignol, chante, Toi qui as le coeur gai, Tu as le coeur a rire, Moi, je l'ai à pleurer.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
J'ai perdu mon ami Sans l'avoir mérité, Pour un bouquet de roses, Que je lui refusai.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Je voudrais que la rose Fût encore au rosier, Et que mon doux ami Fût encore à m'aimer
Turning and turning, the world goes on We can't change it, my friend Let us go riding now through the days Together to the end Till the end
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Spinning and spinning, the dreams I know Rolling on through my head Let us enjoy them before they go Come the dawn, they all are dead Yes, they're dead
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Julia Tulkens .
Hebben wij elkaar gevonden in dit land van klei en mist waar tussen hemel en aarde ons leven wordt uitgewist ?
Ben ik nog schaduw, ben ik al licht, of is d'oneindigheid mijn aangezicht ?
Treed ik in wolken of in hemelgrond ? Er ruist een hooglied aan mijn lichte mond. In uw omarming hoe ik rijzend ril ... Mijn haren wuiven en de tijd valt stil .
Julia Tulkens.
SONNET POUR HELENE
Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle, Assise auprès du feu, dévidant et filant, Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant : Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.
Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle, Déjà sous le labeur à demi sommeillant, Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant, Bénissant votre nom de louange immortelle.
Je serai sous la terre et fantôme sans os : Par les ombres myrteux je prendrai mon repos : Vous serez au foyer une vieille accroupie,
Regrettant mon amour et votre fier dédain. Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain : Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.
Regretting my love, and regretting your disdain. Heed me, and live for now: this time won’t come again. Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.