Schreeuw
Wat zoeven weer de dagen een na een voorbij:
weken, maanden, jaren, op een lange rij,
waaraan op dit moment nog lang geen einde komt,
tot op een keer mijn hand verlamt, mijn stem verstomt.
Hoe zoeven ze voorbij, die uren, dagen,
met hun geuren, stormen, grendels, zweet en vragen,
wijl door ons zo zelden moedig wordt geoordeeld,
maar zo dikwijls hardop gretig wordt veroordeeld.
Hoe stuiven ze uiteen, de woorden en de daden
die door leegheid zelfs de levensweg verraden.
Soms bloeit er nog een krokus in de verse sneeuw,
en onverhoeds weergalmt wel eeuwenlang haar schreeuw
14/1/2015
|