Een braaf kind
Ik ben braaf als je me voor de lichtbak zet, en ik ben je er dankbaar voor, want ik mopper niet.
Ik ben braaf als je me die cola geeft, en ik houd op met wenen als je me niets vraagt.
Ik ben braaf als je me het snoepje toestopt dat ik niet verdiend heb.
Maar dat geeft niets, want ik ben braaf, zeker als je dan stilletjes, heel stilletjes, mij mijn zin laat doen. Dan ben ik braaf.
En als ik groot zal zijn zal je pas beseffen hoe braaf ik wel ben, en hoe braaf jij bent geweest en altijd zult blijven!
1/4/2009
|