Wil je meer lezen over het nestje bordercolliepups en hun ontwikkeling de eerste 8 weken kijk dan eens op www.hettysite.nl weblog 1 vanaf 1 juni 2007. Het was zo mooi om mee te maken dat ik er een kinderboekje over schreef. Dit dierenprentenboekje is te koop. Scotty vertelt over wat hij beleefde vanaf het moment dat hij geboren werd tot hij zich op z'n gemak voelde bij z'n nieuwe baas. Meer informatie over "Ik ben Scotty" en hoe je het unieke boekje kunt bestellen, is op de website www.hettysite.nl te lezen onder het kopje Kinderboekjes. Welkom!
De pups van Tessa en Scott waren een geweldige ervaring!
Een paar pagina's uit het kattenprentenboekje IK BEN MONIEK. www.hettysite.nl
of de belevenissen van een Achterhoekse in Drenthe
01-11-2020
Ergens in ons gezamenlijk verleden midden jaren 70, we woonden toen in Hengelo, zagen we in de Hengelose Schouwburg een toneelstuk waarvan ik de titel niet meer weet, maar wel de namen van de hoofdrolspelers. Dat waren Henk van Ulsen en Ank van de Moer. Het was een eenakter, een stuk voor de pauze, qua onderwerp een zwaar stuk vonden we. We zagen een stuk van een vergane wereld, een grote bult zand met van Ulsen die onder aan de bult rondkroop door de modder en helemaal treurend zijn leven overdacht dat er nu zo uitzag. Eén brok zieligheid en ellende. Ank van de Moer daarentegen zat boven op die kale berg zand maar zag er verzorgd uit en was daar mee bezig om dat in stand te houden. Ze had haar toilettasje bij de hand, maakte zich op en kamde haar haren tot een prachtig kapsel. Maar die wereld zelf? Het einde van alles. Zo zou de wereld er uitzien na een vreselijke oorlog of inslagen van meteorieten of ander vreselijks, suggereerden ze. Na de pauze kregen we een vrolijker stuk, ik meen van John Lanting… wie kent hem niet? Dit laatste stuk weet ik niks meer van, alleen dat het een vrolijke boel was zoals altijd met John Lanting, maar het beeld van die beide figuren in dat desolate landschap is me altijd bijgebleven. Dat schoot me in mijn latere leven steeds weer te binnen als er over klimaat, oorlogen en virussen bericht werd. Maar och… we leven gewoon door. We scheiden ons afval, proberen gezond te leven, zien om naar elkaar. Nu begint het er op te lijken dat we toch wakker geschud worden. Hebben onze kleinkinderen nog toekomst op deze mooie aarde. Als ik vroeger wel eens in gedachten zat, zei opa Bijenhof : ’ Zo...bu’j an ’t prakkezeren hoe oew kindskinder an de kost mot kommen?’ Nu zag ik van morgen een artikel met foto in ons eigen Dagblad van het Noorden over Groninger studenten die bezig zijn met deze overlevingsstrategie. Met deze nieuwe generatie is er hoop!
Foto: Duncan Wijting, die ook mijn foto met Queeny op de arm ooit maakte toen mijn eerste kinderboekjes uitgegeven werden.
Alles wat vroeger normaal was in ieder gezin zie je vanzelf verdwijnen. Zo hadden we op ieder bed een degelijke gestikte deken, lekker warm en zwaar. Het voelde veilig. Er zat een vulling in van katoen dat in blokken of strepen ingestikt was om dat op zijn plaats te houden. Ik wist niet beter of iedereen had dat op zijn bed. Het was ook geen overbodige luxe want er waren ook nog geen verwarmde slaapkamers. De enige luxe die er voor mij aangeschaft werd was een straalkacheltje dat ik onder de tafel zette waaraan ik op mijn met Diny gedeelde slaapkamer mijn huiswerk maakte. Het was geen succes, bijna verbrande scheenbenen en een koude rug kreeg ik er van. Dan zat ik in de winter nog liever beneden in de keuken èn de drukte van alle dag. Ik kon me overal wel concentreren gelukkig. Er waren ook alleen tweepersoons bedden, dus flinke gestikte dekens. We wisten niet anders en je wende er aan. Broer Johan was er al helemáál aan verknocht. Toen hij later met Joke op vakantie ging naar Italië of Oostenrijk ging behalve een zakje aardappels voor 2 weken ook zijn gestikte deken mee. Maar tijden veranderen, i.p.v. kachels kwam er verwarming met een ketel op zolder en we gingen net als iedereen van lakens en dekens over op een dekbed. Jaren later kregen we van tante Catrien toen ze naar haar bejaardenwoning verhuisde nog weer zo’n gestikte deken, wat kleiner formaat. Onder het motto ‘Het eet geen brood’ van oom Paul hadden ze veel dekens en beddengoed op zolder bewaard en die vonden nu gretig aftrek binnen de familie. Deze is minder zwaar door een synthetisch vulling. Nee, die ligt niet op ons bed maar lag lang als dekentje in het kleine kamertje beneden als we even een middagslaapje wilden doen en wordt nu gebruikt als dekentje in de Finse kota. Nu is het nieuwste op gebied van beddengoed een zgn. verzwaringsdeken. Het is een deken gevuld met glazen microparels. Het zou je een veilig gevoel geven, wordt gezegd… We zijn weer terug bij af…
Foto: Nu is het een volwassen ruim bed in het kleine kamertje, door buurman Alle getimmerd. Nog steeds gebruiken we nog een van onze eerste dekens op dit bed.
Overal staat de deur op een kier. De kerk heeft op zondag precies 30 plekken en in huis mogen we niet meer dan 3 mensen per dag ontvangen. Vera waar ik eens per 2 weken schilder, belde al. Ons groepje bestaat uit 5 mensen als iedereen er is. En dan mag ze die dag ook niet nog een groepje in haar atelier herbergen. Er moet dus een nieuwe indeling komen. ‘Kunnen jij en Irma ook op een andere dag?’, vroeg ze toen ze belde. Op vrijdagmorgen komt het mij ook wel uit, Irma niet. Zij gaat op een andere dag of wacht even af. Vanmorgen kwam neef Gerard op bezoek met dochter Rhode, heel gezellig. Gerard kwam voor de extra aansluiting op de tv in de keuken. Waar vroeger zijn vader Ben voor zorgde is naadloos overgegaan op Gerard. Het bleek nog niet helemaal een fluitje van een cent want Multifiber had ons nog op één aansluiting staan en op zaterdag zitten ze niet speciaal voor ons aan de telefoon. Maandag neemt Gerard contact met ze op. Rhode is creatief, tekent graag en zit nu ook op een dansclubje. Ze beloofde me om eens een tekening te laten zien. Storm was ook heel blij met haar want zo kreeg hij extra aandacht en zijn balletje terug die onder de kast lag. Vanmiddag komt Rick zoals gewoonlijk, mag hij blad gaan blazen. Maar ik denk dat hij eerst de dakgoten even controleert. Rick is dan nr 3. Misschien komt Gerhard ook nog, dat zou een teveel worden volgens de normen. Tja…. Je denkt toch niet dat we hem buiten laten staan …
Foto: Rhode, 5 jaar geleden tijdens hun vakantie bij ons op het erf.
We spraken elkaar niet zo vaak, maar we hadden veel raakvlakken. We komen beiden uit een boerenfamilie en zijn allebei het onderwijs in gegaan. Een tijdje terug sprak ik haar weer en we hadden het natuurlijk over die goede oude tijd. Zij had er niet alleen mooie herinneringen aan. Op school voelde ze zich een buitenbeentje omdat ze een boerendochter was. Ik kon me er niets bij voorstellen. Een boerendochter…? Is daar wat mis mee dan? Ze hadden er haar op de Mulo om uitgelachen. Een boerentrien vonden ze haar. Ik heb overal bij in de klas gezeten van directeurs-, dokters-, advocaat- en domineeskinderen. En ik heb daar nooit zoveel van gemerkt. Er zaten ook middenstanders- en arbeiders-, chauffeurs- en onderwijzerskinderen in onze klas op het Baudartius. Er waren wel groepjes die met elkaar optrokken. Met Anneke van Zeyts klikte het bij mij helemaal en …inderdaad… zij kwam ook van een boerderij. Ik heb nooit iets negatiefs gehoord. Hadden ze ook niet moeten doen. Een aantal jaren geleden nam Geert afscheid. Geert was een collega van het toen nog KDC, docent geschiedenis. Het werd een feest met zang en spel, maar ook met toespraken. Die van hem is me altijd bijgebleven. Hij vertelde dat hij de zoon van een veenarbeider is. Zijn ouders werkten beiden in het veen en hadden botje bij botje gelegd om hem te laten doorleren, want het veen was armoe en ellende. Wat je verdiende kon je weer uitgeven in het winkeltje van de veenbaas. De kinderen gingen meestal gewoon mee naar het veen. Het was een zwaar leven. Maar Geert leerde door en daar is hij zijn ouders altijd dankbaar voor gebleven. Zijn vader, hoewel hoogbejaard, leefde nog en zat vooraan op een ereplaats. Ik meen dat ik verschillende een traantje heb zien wegpinken.
Illustratie: De plaggenhut voor jong gehuwden is nu in het museum van Ellert en Brammert in Schoonoord te zien.
Ooit zagen we ze in de Yorkshire Dales, deze Wensleydale schapen. Er is daar een Longwoolshop die we altijd even bezoeken als we in de buurt zijn. Onze vakantie begint of eindigt vaak in dit mooie gebied. We rijden altijd door het Swaledale, dan naar beneden over de Buttertups, heel hoog, waar we een stop maken om even bij te komen en daarna door het Wensleydale terug en eindigen in de aardige Longwoolshop. Daar liepen altijd een heel stel Wensleys, meestal geschoren, want onze vakanties zijn meestal in de zomer of september. Maar in volle glorie hebben ze een hele lange gekrulde vacht. We komen er niet weg zonder iets mee te nemen. Vaak is er een vacht om op een kruk of in een stoel te leggen. Wie ons huis kent weet dat er in elke stoel of bank wel een schapenvacht ligt met een herinnering. Toen Rob ook zijn kudde uitbreidde met Engels rassen hebben we ook Wensleydales in de wei gehad net als Gotland Pelsschapen en Herdwicks, allemaal even mooi. De Herdwicks nieuwsgierig en de Wensleydales brutaal, frech noemen ze het hier wel in navolging van onze oosterburen. Uitbrekers! Maar hun lammeren zijn zo prachtig, om te knuffelen zo mooi. Nu hebben we Schoonebekers of een kruising ervan in de wei, ook van Rob. Ze zijn krachten aan het verzamelen voor een nieuw seizoen.
‘Den breg heel wat op an old iezer’, meende Eb toen hij deze achterdeur van hotel Kaiserhof zag. Ik kom deze foto tegen tussen de vele anderen van onze vakanties. Die keer in 2010 waren we samen met Ben en Diny en ook met Eb en Dirkje op een weekje wintervakantie. We hadden er al een paar fikse wandelingen opzitten en wilden een rustig dagje. Die dag is Salzburg aan de beurt. Hoewel ons plan om die dag niet ver te lopen niet helemaal uitkwam, ging dat me al beter af. Het ‘Ie-j mot gewoon een betjen deurzetten’ van Diny wierp haar vruchten af. We beklommen de burcht hoog op een rots en maakten daarboven een prachtige wandeling en genoten opnieuw van de zon. We daalden via een lange trap weer af naar beneden en zochten de Altstadt op. Een lekkere Goulashsuppe gaf ons nieuwe krachten om de stad te verkennen. Die oude stad is niet zo groot, maar sfeervol, niet zozeer de gebouwen maar de versierselen. Diny, Dirkje en ik kregen de gelegenheid om even de winkeltjes in te gaan, typische souvenirs als Mozart Kugeln en dergelijke. Dat was het niet echt. We zochten de mannen weer op, Wim was al ongeduldig geworden van het slenteren. Ze hadden een plekje gezocht om op hun vrouwen te wachten. Het dal bij Berchtesgaden vonden we een paar dagen eerder zo mooi dat we dat nog eens door gingen rijden en dan is het tijd om aan onze stamtafel wat te drinken. Overal word je met Grüss Gott gegroet waarna Ben vertelt over de Achterhoeker die met zijn Drika voor het eerst in Oostenrijk was waar ze natuurlijk ook zo’n bergwandelingetje gingen maken. Ze waren al aardig hoog en Drika pufte al behoorlijk. Ze waren al een paar Duitsers tegen gekomen die hen groetten met ‘Gutentag’ en zij groetten terug toen ze een Oostenrijker tegenkwamen die kwiek naar beneden kwam stappen. Ze groetten ook die man met: goeiendag en kregen zijn groet Grüss Gott terug. ’O foi Bearnd’, zei Drika,’Mo’w nog zo hoge?’ In 2010 besloot ik met een groet vanuit Anif! Grüss Gott...!
Een verrassing was het maandagmiddag. Ik moest voor een injectie in mijn schouder naar het Refaja ziekenhuis in Stadskanaal. Emmen had nog een lange wachtlijst en beiden horen bij Treant, dus gemakkelijk om te switchen. Twee jaar geleden kwakte ik met mijn bovenarm tegen een muur in het toiletgebouw op een camping in Boppard, tevens onze laatste vakantie. Gekneusde bovenarm. Ik heb heel wat pijn geleden, maar ik was meer met Wim bezig. Toen het na een maand of 4 niet erg afzakte begon ik met massage en fysiotherapie. Dat deed weinig. Heel langzaam kwam er verbetering en na een echo geleide injectie een half jaar geleden, geregeld door de orthopeed, knapte ik verder op en nu hoop ik op nog een zetje de goede kant op. We gingen op tijd weg want ik heb altijd het idee dat Stadskanaal heeeel ver weg is. Is het niet, maar aan die lange rechte weg lijkt geen einde aan te komen. We waren op tijd en voor het eerst in mijn leven deed ik een mondkapje voor want ik zag er wat prutsen met zo’n kapje voor ze naar binnen gingen. Meteen zag ik niks meer door de beslagen bril en had het gevoel dat ik bijna geen lucht meer kreeg. Dat kan nog wat worden de komende tijd. Eenmaal binnen zag ik dat er maar weinigen zo’n ding op hadden deed ik de mijne maar gauw in de tas. Via een lange weg naar Rood 14 kwam ik bij de Radiologie waar de ingreep zou plaatsvinden. Toen kwam de verrassing: dezelfde radiologe als de vorige keer in Emmen zou de spuit zetten: Leusveld is haar naam. Ze bekeek de echo en merkte op dat het gebied waar het om ging nog wat onrustig leek. Ik wist nog dat ze de vorige keer zo netjes prikte dat ik er weinig van merkte. Ook nu weer, met één injectie: verdoving èn een ontstekingsremmer… geloof ik. Morgen kan het nog wat lastig worden als de verdoving is uitgewerkt maar daarna moet ik verschil gaan merken. We besloten de middag bij Jack en Margie, oud collega van Wim bij Stork èn bij Holvrieka, die in Stadskanaal woont. Ik bracht hen de laatste bestelling van Tweets van het Schoolpad 3. Het was goed om elkaar weer te zien en lief en leed te delen.
Ik heb nog een klein aantal Tweets van het Schoolpad 3, vol korte verhalen met tal van illustraties waarin ook voor Queeny een rol is weggelegd. Interesse?
Een tijdje geleden vertelde ik over de ‘oortjes’ van Wim die hij op proef meekreeg van Schoonenberg. Ik was wat gepikeerd door de offerte die hij hierbij meebracht en waar een bedrag van 1050 euro op stond terwijl mij telefonisch beloofd was dat het niet meer dan 28 euro per stuk zou zijn. Nu kreeg ik van Gerda de vraag hoe het afgelopen was met die ‘oortjes’ van Wim. Tiny wist al te vertellen dat het voor hen beiden 0,0 euro was geweest bij Specsavers en dat geeft toch te denken. Ach…natuurlijk weet ik hoe het verhaal oortjes verder gaat, maar jullie nieuwsgierigheid werd op de proef gesteld…. Nou Gerda, ik heb mijn opwinding even laten zakken en heb de offerte eens goed doorgelezen zodat ik precies wist waar het over ging en belde met de juf van Schoonenberg. Een groot deel van de rekening besloeg een verzekering voor 5 jaar, wel 550 euro. Daar krijg je dan wel gratis batterijtjes bij. Een ander deel ging over een apart apparaatje om de ringleiding te kunnen regelen in kerk of schouwburg, 150 euro. Daarna legde de juf uit dat er waarschijnlijk nog een deel door de aanvullende verzekering van onze DSW wordt betaald, maar dan moeten we zelf die rekening opsturen. Al met al was het even rekenen en bleef het uiteindelijke wel het bedrag van 56 euro over. De verzekering hoeven we niet en het kastje voor de ringleiding heeft Wim al ingeleverd want hij kan dat zelf ook regelen aan zijn gehoorapparaat zelf. Dus Gerda... bij deze.. Eind goed al goed.
We zullen toch aan de mondkapjes moeten, hier in Nederland. Allemaal voor het goede doel. En dat naast handen wassen en de anderhalve meter regel. Ik probeerde gisteren dus een weggooi mondkapje, beviel slecht. Ik had natuurlijk dat staafje bovenin om de neus moeten drukken. De naweeën van de injectie kwamen niet en ik kon gewoon meedoen met aqua joggen van morgen. Eenmaal weer thuis en aan de koffie bleek dat er weer een graafincident bij de glasvezel is geweest en lag opnieuw tv, internet en telefoon er uit. Ik ging daarom maar eens kijken of ik zelf zo’n mondkapje kon maken. Er staat op internet een patroon met alle aanwijzingen, moet te doen zijn. Dus maakte ik er voor mijzelf eentje uit een katoenen sjaal en voor Wim een uit een donkerblauwe herenzakdoek die nog van de vader van buurman Alle geweest is. De eerste was het lastigste en natuurlijk had ik het elastiekje voor om de oren aan de binnenkant zitten. Dat werd uithalen en opnieuw een poging doen. De tweede was toen een makkie. Er is een stukje open gelaten aan de onderkant van het mondkapje om daar nog een papieren tissue tussen te kunnen doen. En klaar was Kees. Intussen is de glasvezel gerepareerd, en er werd even een vakantie gevoel opgeroepen door naar aardig stukje Escape tot the Country te kijken en even later terwijl het stortregent zitten we aan de bietjesstamppot met karbonade. Zo komen we de tijd wel door…
Het zijn van die dagen die je eigenlijk wel zou willen overslaan. Maar eigenlijk werden het dagen met een gulden randje. Robin was al geweest om te helpen met opruimen van de tuin. Er waren lieve berichtjes en vanmorgen kwamen Alle en Anja met de jongens. We hadden het afgesproken na 11 uur i.v.m. de uitzending van onze eigen kerkdienst vanuit de Schepershof. Deze had aanvankelijk nogal wat voeten in aarde voor alles werkte. Het werd uiteindelijk alleen audio. Komt dat nu omdat wij wat uit de richting wonen of omdat er teveel mensen tegelijk willen kijken. In elk geval voel je je toch weer samen. Het ging perfect met de hele club buiten op het terras, ruimte genoeg. Tim en Daan dwaalden al gauw rond met Storm die maar wat graag de stokken voor hen ophaalde. Het voelt zo vertrouwd met deze buren, een familiegevoel. We hebben de jongens vanaf het begin zien opgroeien en nog steeds zien we ze graag komen. Frank komt komende week nog helpen met verder opruimen van tuin en erf. Vanmiddag riep Wim ineens: ’Ik zie Hilda…’. Ik zeg nog: ’Onze Hilda?’, want dat is ze altijd gebleven na haar lange relatie met Mark in haar jonge jaren. Ja, het was Hilda met haar zoontje Finn en warempel ook Willem en Hilly. Gerhard kwam meteen er achteraan en hielp stoelen sjouwen zodat we ook achter bij de wei ruim konden zitten. Het was als vanouds, heel gezellig. Finn is fan van Storm en die had dus een actief uurtje. Natuurlijk kwam het zwarte lam de wei uit en moest geknuffeld worden. Zo is deze Paasdag een dag met een glans geworden.
Vorige week kreeg ik van Jan en Ria een grote Paashaas van chocola, gelukkig in folie. Het zou anders te verleidelijk zijn om er van af te blijven. Hij was ook nog te groot om met z’n tweeën soldaat te maken, dus vroegen we Frank om met de jongens deze kant maar eens op te komen. Gisteravond kwam de hele familie Timmer. Rick was er nog. Hij kwam om het gras te maaien maar de accu vertoonde kuren en stond al gauw aan de lader.
Ik had intussen de haas al midden op tafel gezet. Na de koffie was het zover. Daan kreeg de opdracht om het beestje neer te slaan met de achterkant van de grote zaklamp. Hij vond het zelf een beetje lastig, het is wel een haas al is ie dan van chocola. We hebben er met z’n allen stukje bij beetje plezier van gehad. Bovendien was het heel gezellig om weer eens samen om de tafel te zitten. De strik van de haas ging van hoofd tot hoofd, hilarisch spektakel.
Daan en Tim hebben ook weer eens zin om te schilderen nu ze vakantie hebben. Dat gaat van de week gebeuren. Bovendien kunnen ze helpen met onze nieuwste aanwinsten, de beide Pippies. Vandaag gaan die naar de stal in de wei.
En buurman Alle ontfermt zich over de accu van de zitmaaier. Zo kan Rick zaterdag hopelijk zijn klusje afmaken.
Zou de aanleg van stotteren ook in de genen zitten? Krijg je het gewoon mee? Wim schijnt omstreeks zijn 3e of 4e jaar zo gestotterd te hebben. Voor de grap zegt hij nog wel een apskops als hij kapstok bedoelt. Hij zou hebben gestampvoet als het even niet goed lukte. Daarna heeft hij 3 maanden geen stom woord gezegd en toen was het over. Nou ja, hij wil nog wel eens een woord omdraaien of hij zegt linksaf en wijst naar rechts als hij naast mij zit in de auto. Daar kunnen we mee leven.
Zijn broer Piet stotterde ook, maar niet wanneer hij zong of Nederlands sprak. Alleen in zijn eigen streektaal, het (H)attems. Hij trouwde met Marry die alleen het ABN beheerste en hij verhuisde aanvankelijk naar Schiedam. Probleem opgelost.
Rick heeft soms ook de neiging om te even te gaan stotteren, maar wanneer ik hem op de camping met anderen hoor stottert hij nooit. Waar dat toch mee te maken heeft. Je kunt er een cursus voor volgen zoals een neef van ons heeft gedaan, Rick trouwens ook. Bij hen hoor ik het nu niet meer, maar het schijnt toch iets met je genen te maken hebben.
Wat een rust! Vorig jaar bracht Rob me een aardig flessenlam met de woorden: ’Ik noem haar Decibel, dat ding maakte me een herrie onderweg, er kwam geen eind aan’. En dat bleef bij ons net zo. Och, je went er aan. De tweeling die hij me nu bracht is een rustig stel. Daar klopt de stelling van dokter Spock helemaal. Wie weet het nog van de 3 R’s: Rust, Reinheid en Regelmaat? Dat was de kreet van de wijkverpleging en de huisarts wanneer je je eerste kind kreeg. Op tijd slapen, op tijd een schone luier en de voeding en alles op vaste tijden. En vooral doen wat je altijd deed. Niet voorzichtig de trap op sluipen en als je wilt stofzuigen… gewoon doen. Bij Decibel ging dat we behalve dat die altijd aan het blèren was. Deze twee zijn echt zo mak als lammetjes. Ze slapen lekker tegen elkaar aan als de buikjes weer gevuld zijn. Ik neem ze elke dag even mee naar buiten. Ze moeten wennen aan de buitenlucht want straks gaan ze naar de schuur en bij mooi weer naar buiten. Toch is het een levendig stel, drinken goed en beginnen al die sprongetjes te maken zoals je lammeren in de wei het ook ziet doen met elkaar. Wim heeft de 3e Chemo en immunotherapie achter de rug. Hij voelt zich goed maar ik denk toch dat het wat met je doet want hij heeft lang geslapen vanmiddag. Nu is hij met loopkruk en honden naar de wei. Op de schommelbank gaat hij 10 minuten auto’s tellen, dan keer 6 en weet hij het aantal per uur. Het is nu spits en zal het wel meer zijn dan ’s morgens. Ik gok op 1200.