We zitten nog even op onze schommelbank bij de wei met koffie. Het is 10 oktober en wat een mooie nazomer hebben we. Jammer, er is geen schaap of lam meer te zien, maar Rob beloofde nog wat aanvoer. Als het dekseizoen geweest is kunnen hier mooi een stel rammen lopen.’, zei hij tevreden terwijl hij de mooie groene weide met kennersoog bekeek.
Toch zien we van alles voorbij komen over de Bargerweg en het Schoolpad. Queeny signaleert het eerst een voorbijganger. ‘Dat is t-r ene die geet straks weer terugge bi-j de weg’, merkt Wim op. En het klopt. Queeny trekt zich terug en blijft waakzaam. We kennen de vaste voorbijgangers, vaak met hond. Meestal steken we even een hand op als groet.
‘Dat is Jans op die tractor’, meldt Wim en ja hoor, hand in de lucht. ‘Da’s dikke Muter, die is effen naor zien pony’s ewest en Lubbers steet daor bi-j zien land dat e van Jans aover enommen hef’.
De kloek komt aan schommelen met haar viertal, ze groeien tegen de klippen op. Als ze me zien willen ze meteen voer. Ik loop mee naar de ren. Daar komt de rest ook op me af. Ik zie dat de voerbak leeg is, vandaar die drukte. Ik neem de voerbak mee naar de schuur en vul hem weer. Even later staan alle kippen en de haan er omheen te smikkelen. Moeder kloek heeft de kleintjes even alleen gelaten. Eten gaat voor. Ze protesteren vanonder een struik. Komt straks wel weer goed met jullie.
|