“van een verkrachting kan je niet zwanger raken” een krant , 20 augustus 2012
In de Verenigde Staten gaf de politicus Todd Akin een opmerkelijk interview. Op televisie liet de senator weten dat vrouwen volgens hem niet zwanger kunnen geraken na een verkrachting:
"Van wat ik heb begrepen van dokters, is zwangerschap door verkrachting echt zeldzaam. Als het echt om verkrachting gaat, beschikt het vrouwenlichaam over manieren om dat hele ding uit te schakelen." Diezelfde Akin is ook sterk tegen abortus gekant. "Bij een verkrachting moet er absoluut een straf zijn. Maar die straf moet echter voor de verkrachter zijn, niet voor de baby."
Enkele dagen tevoren kwam Todd Akin nog in het nieuws toen hij de subsidies voor schoolmaaltijden voor kansarme kinderen wilde afschaffen. Over die schoolmaaltijden heb ik toen een documentaire gezien in een van de duidingsprogramma's, de situatie was schrijnend. Het middagmaal op school is voor veel kinderen de enige maaltijd van de dag. En dat terwijl ze nog volop in de groei zijn. Die maaltijden wou Akin dus afschaffen? Goe bezig. Wat zouden zijn argumenten daarvoor geweest zijn?
---
Dat 'zelden' zwanger, dat gold misschien in de Nazikamp-toestanden, zodra het lichaamsgewicht zakt tot onder de 48 kg, stopt de ovulatie. Dat is al beschreven sinds WOII.
Todd Akin, groot licht terzake, heeft die redenering inkort tot : van verkrachting raakt men zelden zwanger. Dat is weer vrije meningsuiting op zijn Amerikaans hé. De USA is al ver op de terugweg. Terug naar de middeleeuwen, en het einde is nog niet in zicht. Dat is de reden waarom ik dit nog eens oprakel. Middeleeuwse breinen, niet gehinderd door kennis van zaken, willen macht. Zelfs ten koste van de realiteit. Het einde is nog niet in zicht.
Naderhand, toen de hyena in mij enigszins tot rust kwam en ik, nog in hallucinogene mist, logisch trachtte te denken, stonden de naakte feiten ontnuchterend helder voor mij. Marianne was dood. Ik kon niets meer doen. Niemand kon haar noch mij helpen. De dader kende ik! Daar lag zijn moordwapen en merkteken. Waar had ik dat ding nog gezien? Het kwam me vaag bekend voor. Op het altaar, uiteraard, de schoft had het me aangewezen. Nee, niet alleen daar. Waar dan? In Gerda’s kamer had ik in jaren geen voet gezet. Vanwaar die vage herkenning?
Een kwalijke, doordringende geur hing in de kelder. De geur van uitwerpselen. Zou Marianne? Ik moest haar wassen. Dat prachtige lichaam mocht niet bedorven worden. Ik stond recht. Niet Marianne, maar ik stonk. Mijn broek, mijn kousen, alles doordrenkt. Drek alom. Foert. Mijn stank zou haar lijfje niet bezoedelen en mezelf kon het geen reet schelen. Mij kon überhaupt niets meer schelen. Alle leven gleed eveneens uit mijn lichaam. Alleen mijn hart, mijn longen, ja, die functioneerden robotmatig. Ook mijn hersenen deden het nog. Nadenken, Max, nadenken.
Marianne had me gebeld rond negen uur. Omstreeks kwart voor twee was ik weggereden bij Francis, had getankt in Keerbergen, dus rond twintig voor drie thuis gekomen. Daartussen moet het gebeurd zijn. Hoe die schoft was binnengeraakt, hoe hij wist dat ik niet thuis was, waarom Marianne nog na negen uur de deur opende en wat er zich binnenshuis had afgespeeld, zou ik nooit te weten komen.
Wat had hij haar wijsgemaakt? Had hij zijn onschuldigste masker opgezet? Want in veinzen, liegen en mensen om de tuin leidden was Serge een grootmeester. Onovertrefbaar. Marianne wist dat hij een ploert was. Hij zal daarom misschien meteen met volle kracht hebben toegeslagen, haar nog zwijmelend de keldertrap afgegooid.
Waarom zo laat de deur openen, Marianne? Zou hij nadien in de hal op mij hebben gewacht? Moest ik zijn derde slachtoffer worden? Maar ik kwam niet. Toen dat in zijn satanisch brein doordrong, moet hij hard en schokkend van opluchting gelachen hebben. Zijn bloeddorst gelest op een manier die hijzelf niet voor mogelijk hield. Snel handelen nu. Crucifix schoon vegen. Geen vingerafdrukken nalaten. Zich zo snel mogelijk uit de voeten maken.
Stel dat ik in mijn villa overnachtte, al had Francis aan hem het tegendeel verteld. Serge wist verdomd goed dat ik er nooit meer de nacht zou doorbrengen. De villa was vol van morbide herinneringen. Marianne betekende mijn nieuw begin. Maar waar was ik dan?
Natuurlijk besefte hij dat ik elk moment kon verschijnen. Bij het gejaagd verlaten van het huis, was hem dan, als in een aureool van gregoriaanse muziek, een beeld verschenen. Ja, dat beeld moet die schoft gezien hebben: ook mij ombrengen! Want ik had allicht de politie nog niet verwittigd. Was dat gebeurd, dan zou hij stellig al geklist zijn. Hij wou en zou de dagboeken vinden. Hij moest ze hebben. Zich indekken met onschuld en onweten. Een gok als een andere.
Zelfs als Vloesbeghe reeds op de hoogte was gesteld door mij, meende Serge nog tijd te hebben om zijn plan uit te voeren. Wat was er dan verder in dat waanzinnig hoofd van hem omgegaan? Ik trachtte het me voor te stellen …
mijn Oma heeft een karretje, dat is zo’n grappig ding er zit een handig mandje op, daar kan mijn knuffel in die zit dan naast de worteltjes waar Oma soep van kookt het is een prachtig karretje, ik wil 'em later ook
ja ik wil later een rollator lekker lopen in de zon met mijn koffer (?) in het mandje en dan fijn een blokje om
mijn Oma's blauwe karretje heeft remmen en een bel en hij kan in- en uitgeklapt, da's handig en gaat snel er zit ook nog een krukje op, dat zit niet eens zo slecht het is een super-karretje, ik wil 'em laten écht
ja ik wil later een rollator lekker lopen in de zon met mijn koffer (?) in het mandje en dan fijn een blokje om
maar toen ik dat tegen mijn Oma zei toen keek ze helemaal niet blij ze zei : maar dat betekent dan dat je later niet goed lopen kan en dat mijn kind, doet mij verdriet
nou! dan neem ik hem toch niet ik neem later geen rollator nee dan hoef ik er geeneen Oma vindt je 't goed da 'k nu en dan die van jou een uurtje leen?
is dat goed Oma? oké! Tekst : Marjet Huiberts, Animatie: Wouter van Reek, Techniek: TVPaint, Muziek : Henny Vrienten
Na zo'n heldere tekst, zo'n energiek stemmetje en zo'n levendige melodie is men toch helemaal verzoend met de idee van een rollator! Mijn hoed af voor de makers van het nummer. m - blog 06/2018
Mona Lisa op klaarlichte dag gestolen, 21 augustus 1911
'k Ben eens gaan piepen op 't Net waarover het verhaal juist gaat. Als ik zeg dat het goed afloopt verklap ik toch niks hé, want de Mona Lisa is al decennia terug thuis. De afloop van het verhaal is dus gekend.
De volgende dag ontdekte de schilder Louis Béroud de diefstal. Op de plaats in de Salon Carré waar de Mona Lisa had moeten hangen, bevonden zich nu slechts vier ijzeren haakjes. Béroud informeerde bij de bewaking waar het schilderij was en zij dachten dat het was overgebracht naar het fotoatelier van de firma Braun. De bewakingsdienst stuurt iemand naar het fotoatelier om het schilderij terug te halen, maar die keert onverrichter zake terug en dan slaat de paniek toe.
Bij het onderzoek dat volgde werd de dichter Guillaume Apollinaire aangehouden en ondervraagd, hij had immers ooit verklaard dat men het Louvre moest afbranden en was betrokken bij de diefstal van enkele beeldjes en maskers door Géry Pieret enkele jaren daarvoor. Pieret bezorgde op 28 augustus aan de krant Paris-Journal een van de gestolen beeldjes, eiste de diefstal van La Joconde op en eiste 150.000 frank losgeld.
Ook Pablo Picasso werd langdurig ondervraagd, hij had van Pieret enkele van de gestolen beeldjes en de Phenicische maskers gekocht omwille van hun primitieve aspect. Zijn schilderij 'Les demoiselles d'Avignon' werd hierdoor nog beïnvloed. Maar het onderzoek liep al snel dood en men ging ervan uit dat het schilderij voorgoed verdwenen was.
De dader van de diefstal Vincenzo Peruggia was een Italiaan en had als glazenier meegewerkt aan een project om belangrijke kunstwerken achter glas in te kaderen. Hij had zich in een bezemkast verstopt en was op de sluitingsdag van het Louvre met het schilderij onder zijn jas het museum uitgelopen. Hij bewaarde het schilderij gedurende twee jaar in een houten koffer onder zijn bed in een logement in Parijs.
In 1913 keerde hij terug naar Italië en bood op 10 december 1913 de Mona Lisa te koop aan bij een Florentijns antiquair Alfredo Geri. Die maakt op 11 december een afspraak met Vincenzo Peruggia in Hotel Tripoli, kamer 20 en gaat naar de afspraak in gezelschap van de toenmalige directeur van het Uffizi, Giovanni Poggi.
Geri en Poggi herkennen het doek en nemen het mee voor een zogezegde expertise. De dief werd gearresteerd en het hotel wijzigde zijn naam in Hotel Gioconda; men kan er tegenwoordig nog altijd kamer 20 boeken.
Voor het terugkeerde naar Frankrijk werd het werk tentoongesteld in de Uffizi in Firenze, in de Franse ambassade in Rome en in de Galleria Borghese. Peruggia die tijdens zijn proces verklaarde dat hij had gehandeld uit patriottisme om een werk, waarvan hij dacht dat het door Napoleon gestolen was terug te brengen naar Italië, kreeg een straf van één jaar en veertien dagen, die later werd teruggebracht tot zeven maanden en veertien dagen.
Niet in de hal, niet slapend op de driezit in het salon, zeker niet in de woonkamer of keuken. Toch niet gevallen in de tuin? Een vochtige tocht deed me rillen. Ergens stond een deur of raam open. De kelderdeur klapte dicht door de wind buiten. Marianne in de kelder! Ik rukte de deur opende, schakelde het licht aan.
'Marianne!'
Daar lag ze.
Onderaan de trap. Half ineengekrompen. Roerloos. Ik werd puimsteen. IJskoud opbrandend van geschokt ongeloof werd ik. Kon niet meer ademen. Mijn benen voelden als totaal verlamd aan. En mijn varicen waren nog niet helemaal op hun effen. Verdomme, Max, kom tot jezelf. Handel, man! Ze moet geholpen worden! Een dokter! Nee, die speciale interventie ziekenwagen, met dokters erbij. Zou ze nog ademen?
Ik dook de trappen af. Voelde haar pols. Geen polsslag of nauwelijks? Haar hoofd en gezicht bebloed. Opengesperde ogen. Ademde ze? Was ze in shock? Ze leek er erg aan toe. Dra raakte ze onderkoeld op de kelderstenen in haar nachtkleedje. Niet nadenken, handelen. Iedere minuut was levensreddend. Mijn vrouw moet geholpen worden. Ik mocht haar niet verliezen. De MUG! De MUG bellen en direct naar Jette. Naar het AZ.
Dan zag ik het!
Ongeveer op een meter afstand van Marianne’s linkervoet. Het bronzen crucifix. Gerda's crucifix. Serge! Het kruisbeeld. Zijn moordwapen. Haar dood. Onze dood.
MARIANNE! MARIANNE!
Smeerlap, mijn vrouw. Waarom mijn vrouw? Ik greep brullend het bronzen crucifix en slingerde het tegen de keldermuur. Marianne was dood. Vermoord. De liefde van mijn leven, het meest waardevolle stuk van mijn bestaan was niet meer te redden. Ik braakte. Had het gevoel al mijn schroeiende ingewanden uit te kotsen. Schreeuwend. Huilend als een zwaargewonde wolf. Een gemarteld dier. Creperend van pijn.
Een breedgapende wonde aan haar achterhoofd. Gestold bloed tussen haar prachtig blauwzwart haar. Pas nu zag ik de doodsangst in haar opengesperde ogen. Ongeloof en wanhoop verpletterden me. Het besef vooral dat alles, haar leven, ons leven, ons voor goed ontnomen was. Haar gebroken blik vertelde het.
Ik sloot haar ogen.
Verwilderd snikkend, verwrongen van afschuw, knielde ik naast haar neer. Nam haar teder in de armen. Kuste haar ogen, voorhoofd, de halfgeopende nog steeds prachtige lippen. Proefde de zilte smaak van mijn tranen, nu vermengd met haar bloed. Ik likte haar gezichtje schoon. Had ik vroeger nog gedaan, het zou voortaan nooit meer kunnen. Dronk haar bloed. Wou alles van haar in mij opnemen. Het kon nu nog.
Ik jammerde in razende machteloosheid om dat prachtige haar met bloed doordrenkt, dat dra een vreemde substantie zou worden die niet bij haar hoorde. Ik greep haar hand, kuste elke vinger en hield haar handpalm tegen mijn wang. Streel me lieveling, streel me toch. Nu, draag ik je naar boven. Mijn kindje hoort niet zo kil en vreemd te liggen. Kom, zoetje.
Ik trachtte haar slap lichaam op te nemen. Naar boven brengen zou me moeilijk lukken. Geen kracht meer in de armen. Daar! De hoezen met de spullen van de tuinzetels. Ik legde haar behoedzaam op de kussens alsof die haar dood zouden verzachten, ontkennen, wegnemen. Mijn roosje, tussen de zonnebloemen op het canvas.
Ik knoopte haar ponnetje dicht. Kuste haar opnieuw, steeds weer, overal. Ging zijlings naast haar liggen. Aaide voorzichtig haar wang. Draaide haar lokken rond de vingers. Snikte.
Ik had haar nog zoveel te vertellen. Over Francis, die onze hulp nodig had en over zijn Valerie. Over het roodkopje dat zij ons zou schenken. Het kind, dat ik jou niet kon geven, komt er, lieveling. Via een ommetje, maar het komt er. Oma en opa! Stel je voor. Wat hou ik toch van jou, mijn bieke, zo veel meer dan toen ik vanavond wegreed.
Ik streelde haar hoofdje. Mijn vingers plakten aan de breuklijnen van de verwondingen. Heftig zoog ik haar bloed op. Haar allerlaatste beetje leven opdrinken bracht mij in een staat van algehele chaotische zelfdood. Toen greep ik de crucifix en begon er tierend en brullend weer mee te hameren, tegen de muren, op de vloer. Totaal verdwaasd van woede, ellende, opstandigheid, haat en wraakzucht.
Ik was geen mens meer. Alleen nog een wild gevaarlijk beest. Bloeddorstiger dan haar moordenaar.
De kinderen waren aan het tekenen en de juf wandelde door de klas om de vorderingen te bekijken en ze vroeg of de tekeningen ongeveer klaar waren. Aan een meisje dat zeer druk en ijverig aan het werk was vroeg ze wat de tekening zou worden. "Ik teken God," antwoordde het meisje zonder opkijken.
Dit wordt weer metafysisch, dacht de Juf, om de zoveel jaar hebben we er zo eentje tussen.
"Maar Meisje, niemand weet hoe God eruit ziet …" zei ze vriendelijk en voorzichtig.
Saludos Amigosis een Amerikaanse animatiefilm uit 1942 van Walt Disney. De film speelt zich af in Latijns-Amerika en de hoofdpersonages zijn Donald Duck, Pedro (dat klein vliegtuigje) Goofy en Joe Carioca (de groene papegaai) die voor het eerst te zien is in een animatie van Walt Disney.
Hier een voorproefje, de bioskooptrailer. Ouderwets? Misschien. Nostalgisch? Zeker. Het is 1942. In onze bioskopen was het wachten tot een eind na '45. Heeft iemand van u deze film ooit in de zaal gezien? klank aan - http://www.youtube.com/watch?v=OaAkRqo65rw - 01min28 trailer met muziek die verwachting opbouwt, iets wonderlijks belooft. Muziek die kriebelt.
De vier personages worden los van elkaar in vier verschillende delen opgevoerd. De vier delen worden verbonden door beelden over de Disney-mensen die per vliegtuig onderweg zijn om deze film te maken en in het vliegtuig ook 'echt' aan het werk zijn. Daar wordt de aanzet van de animatiegedeeltes getoond, wat zorgt voor vaart in de opeenvolging van de vier stukken.
Vier hoofdstukjes, vier youtube-delen. De vier hoofdstukken zijn echter niet exact gesplitst over de vier youtube-delen. Dat is jammer, maar dat is niet echt een ramp.
Deel 01/04: In Lake Titicaca, bezoekt de Amerikaanse toerist Donald Duck, het Titicacameer, (Peru/Bolivia) en ontmoet daar de lokale bevolking, waaronder een vervelende lama.
Deel 02/04: Pedro gaat over een klein vliegtuigje in Chili, dat zijn eerste vlucht over het Andesgebergte maakt, om luchtpost op te halen in Mendoza, Argentinië, wat bijna fout afloopt.
Paternalistisch-Disney: Een klein stuntelend vliegtuigjong gaf maar een pover beeld van Chili. De piloten van de postdienst waren misschien 'cowboys' maar ze waagden wel telkens hun leven boven de Andes. De cartoonist René Ríos Boettiger creëerde daarop in 1949 de kleine macho Condorito, nu nog een alomtegenwoordig figuurtje in de Latijns-Amerikaanse beeldwereld (?)
Condorito toen en later
Deel 03/04: In El Gaucho Goofybelandt de Amerikaanse cowboy Goofy tekenfilmgewijs op de Argentijnsepampa's, om kennis te maken met het leven van de gaucho.
Deel 04/04: Aquarela do Brasil is het laatste deel van de film. Het sluitstuk! Het pronkstuk. Disney introduceert een nieuw karakter, José (Joe) Carioca genaamd. Hij leidt Donald rond in Rio en leert hem samba dansen. Een Carioca is een inwoner/ster van Rio.
Voor wie tijd heeft - nu of later of volgende week ooit eens - de film, het echte werk, artisanaal, alles werd met de hand, plaatje per plaatje, getekend en gekleurd. 'k Heb gezocht naar een exact cijfer voor het aantal beelden per seconde, frames per second, fps, maar dat varieert naargelang men het heeft over de digitale versie, DVD etc, 25 à 30 fps, of over de analoge versie, film pellicule 90 fps (driemaal meer, kan dat kloppen?)
Het begint als een gewone documentaire, maar laat u daardoor niet misleiden.
De film is niet ondertiteld, maar de beelden spreken voor zich. De eerste drie delen zijn in het Spaans. Gelukkig is het is Zuid-Amerikaans Spaans, niet dat radde Castiliaans van TVE. Het vierde deel is Braziliaans-Portugees/Engels.
Klank aan aub, de muziek heeft een Oscarnominatie gehad in 1944 ! Een aantal van ons waren toen nog niet in de maak.
https://www.youtube.com/watch?v=VEulxiQFm-s&t=72s , tot 02min50 : Inleiding over de ongewone expeditie vd Disneyploeg tot 14min10 : Donald Duck, Lake Titicaca, Peru, tot 25min12 : Pedro, Andes, Chile tot 38min43 : El Gaucho Goofy, Pampas, Argentina tot 52min35 : Donald Duck enJosé Carioca, Aquarela do Brasil
Begin 1941, toen de Verenigde Staten nog niet bij de Tweede Wereldoorlog betrokken waren, gaf de Amerikaanse overheid Disney de opdracht om een film te maken bedoeld voor de USA, de Centraal- en Zuid-Amerikaanse markt als onderdeel van het buitenlands beleid dat 'Goed Nabuurschap' zou kunnen genoemd worden. Good Neighbor Policy.
De keuze viel op Disney omdat verschillende Zuid-Amerikaanse landen nauwe banden onderhielden met Nazi-Duitsland en de US wou die sympathieën doen keren en de banden tussen Noord- en Zuid-Amerika aanhalen. Dringend.
Mickey Mouse en andere Disney-figuren waren populair in Latijns Amerika en Walt Disney fungeerde plots als ambassadeur. De tour, gedeeltelijk bekostigd door Nelson Rockefeller, -die toen Coördinator van de Inter-Amerikaanse Zaken was (CIAA)- bracht Disney en een groep van ongeveer twintig tekenaars, componisten, schrijvers en techniekers per vliegtuig door een aantal Zuid-Amerikaanse landen, waaronder Peru, Chili, Argentinië en Brazilië. Dat wordt zeer duidelijk :o) aangegeven in het begin van de film. De film kreeg ook financiële steun van de Amerikaanse overheid, wat nodig was, daar zonder de Europese markt de Disney-inkomsten aanzienlijk minder waren.
De film gaf ook beelden van moderne Zuid-Amerikaanse steden met wolkenkrabbers en modieus geklede mensen. Dit verbaasde de Noord-Amerikaanse kijkers, die dat soort beelden enkel associeerden met Europese steden.
Historicus Alfred Charles Richard Jr. zegt dat Saludos Amigos toen in '42, op een paar maanden tijd meer effect had op het gemeenschapsgevoel tussen Noord- & Zuid-Amerika dan het Ministerie van Buitenlandse Zaken in vijftig jaar had kunnen bewerkstelligen.
In 1944 werd Saludos Amigos genomineerd voor drie Oscars in de categorieën: Beste muziek, voor het nummer "Saludos Amigos", Beste muziek, voor een musicalfilm, Beste geluid, opnames.
Een film kan een Oscar ook niet-winnen, maar het blijft wel voor altijd een genomineerd werk, zei ooit Erik Van Looy. Of hoe propaganda in de prijzen kan vallen.
Ik ging voorzichtig naar boven. Maakte zelfs het licht niet aan. Ik wist dat Marianne vermoeid was. Wist ook dat ze dan even vast sliep als een notoire zuiplap na tien Duvels. In de badkamer trok ik mijn pyjama aan. Daarna tanden poetsen, een plasje en ik slofte naar bed.
Marianne sliep altijd in aardedonker. Wou de zware overgordijnen hermetisch dicht. Verdroeg niet eens het groenachtig schijnsel van de digitale klok. Duisternis en slaap vormden een onscheidbare eenheid. De perfecte harmonie nodig voor geest en lichaam, beweerde ze.
Op de tast schoof ik naast haar. Zocht de warmte van haar lichaam. Draaide me voorzichtig lepelend naar haar toe. Niets! Verbazing. Leegte! Koelte op haar plaats. Ze was er niet! Ik veerde recht. Trok aan de schakelaar. Zag een leeg bed. Haar hoofdkussen nauwelijks ingedrukt. Het onderlaken lichtjes gerimpeld. Zij had dus wel in bed gelegen. Maar waar was zij nu?
Een onzekere machteloosheid beving me. Een drukkende zweem van paniek. Niet wetend wat te doen en toch de verlamde wil om te handelen. Ik kon me echter nauwelijks bewegen. Dat besef van plots helemaal versteend zijn had me al overvallen. Nu brandde er angst bij. Almaar koortsige, groeiende angst. Een stortvloed aan vragen. Ik moest weten. Moest zoeken.
In de badkamer lagen haar slipje, panty, bh en trui. Zelfs haar pantoffels.
'Marianne! Marianne!'
Ik schakelde alle lichten aan op de overloop. Liep naar de kamer van haar vader, de kleine logeerkamer van Jenneke. De grote en de kleine zolder. Niemand natuurlijk.
'Marianne, Marianne!' Ik schreeuwde haar naam zo luid ik kon: 'Marianne! Hoor je mij? Marianne, alsjeblief antwoord!'
Het huis bewaarde zijn stilte. In de garage stond haar wagen. Ze was dus niet weggereden. Waarom zou ze? In haar nachtponnetje nog! Aan de muur haar grote shoppingbag, onder het prikbord. Ze had haar weekend-aankopen al genoteerd.
Een ander concept van wijzerplaat. Gewoon efkes wennen, zeggen ze.
De binnenste ring, de ring met de minuten, schuift natuurlijk sneller door dan de buitenste ring, de ring met de uren. Technisch correct. Maar dit is een filosofische wijzerplaat: men ziét het verleden verdwijnen en de toekomst tevoorschijn komen. Om 08h27 is 08h20 al helemaal uit het zicht en 08h35 valt nog nergens te bekennen. Het heden duurt maar een streepje, gewoon efkes wennen, zeggen ze.
de filosofische wijzerplaat het heden duurt maar een streepje m- EZW-09/2012, bijgewerkt
“Ik heb eens een vriendin gehad en die was maar twee jaar jonger dan ik. Ze was wel een halve meter langer dan ik. Als we op de canapé zaten was het geen probleem om elkaar te kussen maar haar moeder die een meter groter was dan ik, zat ons altijd te bespieden. Ik zei: Laten we gaan wandelen want met jouw moeder erbij dat vind ik heel ambetant kussen.
Dus gingen we vaak gaan wandelen maar als we elkaar wilden kussen moest ik een halve meter omhoog springen of zij door haar knieën knikken of haar rug plooien en op den duur zei ze: Schat mijn knieën doen pijn en mijn rug ook. Wel dat probleem gaan we oplossen, zei ik.
We zijn naar de ladderwinkel geweest en we hebben daar een aantal trapladderkes getest. Zie je mij al staan op een trapladderke om haar te kussen? De mensen keken hun ogen uit maar dat kon ons niet schelen. Toevallig had de verkoopdirecteur dat ook gezien en toen we langs de kassa passeerden kregen we 50% korting! Zo ontroerd was hij!
Toen zijn we regelmatig gaan wandelen. De buren zeiden dan: Gaan jullie weer gaan wandelen en een beetje kussen zeker? Ja ja! Want ze zagen dat ik mijn trapladderke bij me had en nu en dan stonden we even stil en dan kroop ik op mijn ladderke en we kusten elkaar. Maar op een keer waren we bij avondschemering aan het wandelen langs de Schelde in Roeselare. Da's al lang geleden hoor. Toen liep de Schelde nog door Roeselare, maar om een tot nu toe onduidelijke reden hebben ze de Schelde verlegd en die stroomt nu door Antwerpen en dan moesten die Antwerpenaren een tunnel graven anders konden ze moeilijk aan de overkant van de Schelde, want niet iedereen heeft daar een boot.
In Roeselare heeft niemand een boot. Eh ... aha, daarom hebben ze de Schelde verlegd. Nu weet ik het weer. Enfin we zijn aan 't wandelen en al met eens wil ik haar 'bezoenen'. Ik kroop op mijn ladderke en ik begon haar passioneel te kussen en mijn ladderke was in de zachte oever van de Schelde gezakt, omgekieperd en ik ben met mijn 50% kortings- ladderke in de Schelde gevallen. Toen liep de Schelde nog door Roeselare en… o ja, dat heb ik al geschreven. Enfin mijn vriendin lachte zich te pletter alsook andere wandelgangers. Ik voelde mij ongelofelijk vernederd en ik heb dat toen onmiddellijk uitgemaakt met haar. Dat ladderke heb ik nog steeds maar 'k heb het onlangs op kapazaa en e-bay gezet. Trapladderke te koop! Ideaal voor kussers van verschillende lengte. Leeftijdsverschil speelt geen rol. 50% korting inbegrepen. Nog niemand heeft gereageerd.” Majumau
Volgens mij is dit allemaal echt gebeurd. Maar dan lang geleden. 'k Zie het voor mij. De jongen was 15 of 16 maar had zijn groeischeut nog niet gehad. Dat was het enige hormoon dat op zich liet wachten, de andere hormonen waren er al. Kushormoon en zo …
Het meisje van twee jaar jonger was al wel opgeschoten. Meisjes zijn wat vroeger hé. Haar bouw had ze van haar moeder, die dame was ook rank en slank. In kikkerperspectief was de moeder wel een volle meter groter dan de jongen in kwestie. Vooral wanneer de dochter wou gekust worden.
Dat ladderke is ook echt waar, volgens mij. Dat van de Schelde is ook helemaal waar natuurlijk.
Enkel de 50% korting lijkt me overdreven. Die zal hij er bij gefantaseerd hebben, denk ik. Kussen aan 50% ...
m - EZW-08/2013, nagekeken - voor zover kolder zich laat nakijken maar de tekst is wel geplaatst met zijn toestemming natuurlijk
Ik parkeerde de wagen en betrad het donker huis. Neen, ik zou Marianne niet wekken. Ik had zelfs geen behoefte aan slaap. Ik had aan niets behoefte. Tenzij Serge opgesloten te zien.
Ik zag hem met Marianne. Hoorde hem zijn smerige voorstellen doen. Dan met Gerda. Haar schoppend in de keuken, ruziënd bovenaan de trap. Serge en zijn gefingeerde bereidwilligheid voor de uitvaart. Serge en zijn belofte aan die vunzige flemerd van een notaris. Ik zag mijn vrouw aanpappen met die opa. Ze kropen in bed en ze wou hem geld doen kakken. Beiden kraaiend van plezier. Alles keerde om in mijn binnenste. Mijn hoofd barstte.
Mieren en muizen knaagden opnieuw al mijn blijdschap van daareven en mijn verwachtingen stuk. Ze wroetten en krioelden door mijn hersenen. Een angstfanfare van hoon, zelfverwijt, onmacht, woede en haat. Wurgend. Gedachten als koorden rond mijn hoofd. Ze trokken, lieten los, trokken opnieuw, drukten tot ik geen adem meer kreeg.
Beheers je Max. Ga naar boven. Ga bij je vrouw. Rust naast haar. Het is vrijwel ochtend. Het is bijna voorbij. Je hebt het geklaard. Je hebt gewonnen. Nieuwe toekomst in de herfst van je leven. De langste en vreemdste nacht is seffens verleden tijd.
Ik nam een flesje bruis uit de koelkast. Slurpte het koele water gulzig naar binnen. Dat deed deugd. Smaakte nu beter dan de meest uitgelezen wijn. Een simpel flesje bruis als start bij de herbronning van mijn leven. Geen enkel hongersignaal. Toch maar een appel. Hondsmoe maar klaarwakker. Hoe laat al? Tien voor drie. Tijd voor een goeie vier à vijf uren rust. Dan nogmaals de politie bellen, de dagboeken van Gerda, de hele rimram rond de afgezant des duivels. Misschien een laatste verklaring op het bureau ondertekenen. Twee dagen de krantenkoppen, die een hoop telefoontjes gingen veroorzaken. Dan: over en out. Deze tijd, volgend jaar allicht zijn proces. Kleine week rechtbank. Strafvordering, verdict en gedaan.
Heel die cinema, heel die poespas, al die stress ivm de keuze van de juiste glazen is nu voorbij. Eindelijk heb ik het glas gevonden dat voor iedereen voldoet:
Dit is zo een eenvoudig ontwerp, dat ik niet snap dat we zo lang zonder gedaan hebben. m - EZW-08/2013, getest en goedge-hk-sorry, goedgekeurd
Het is nog niet het seizoen voor herfstbladeren, maar de herfst komt toch. Meteorologisch, of astrologisch : ze zal er zijn. Kleinkinderen moeten voor school al eens iets maken met herfstbladeren. Dat kan gaan van zeer basic tot zeer kunstig, naar gelang de leeftijd van het kind en de studierichting. Hoedanook, intijds beginnen met drogen, is de boodschap. Dat zegt Susanna Bauer en zij weet waarover ze het heeft, zij raapt die poëzie gewoon van de grond.
"De bladeren worden niet behandeld om ze sterker of soepeler te maken. Bauer werkt gewoon zeer voorzichtig en zorgvuldig, met zeer fijne naalden en haaknaalden.
haar werkblad staat op ooghoogte
Het duurde een hele tijd eer ze de grenzen van het materiaal kende. Wanneer ze nu een werk start weet ze wat een bepaald blad of twijgje kan hebben. Het gebeurt nog zelden dat een blad breekt tijdens het bewerken.
Over de houdbaarheid : bladeren vergaan door blootstelling aan het weer, insecten, micro-organismen en de UV-stralen. Zij doet het mogelijke om de bladeren te beschermen tegen deze invloeden. Elk blad wordt grondig gewassen en gedurende weken zorgvuldig gedroogd. Soms komt een blad pas na jaren in aanmerking voor een werk.
Drogen is de standard bewaarmethode die botanisten over de hele wereld gebruiken. In botanische collecties bestaan stukken van meer dan 200 jaar oud. De werken met bladeren worden gemonteerd achter glas van museumkwaliteit dat 99% van de UV stralen uit het licht filtert. Ondanks dat kan de kleur van de bladeren mettertijd nog lichtjes veranderen."
Ach, laat miss life-style maar komen, het Cijnens-duo zal haar met veel verve een toontje lager doen zingen, kwaken eerder. Eerst nog tanken en dan naar huis. Naar Marianne, my precious darling-baby. Valerie zal ook voor haar een bijzondere verassing zijn.
Valerie! Ze beviel me. De manier waarop Francis haar had beschreven. Pittige naam voor een pittig meisje. Nog enkele weken, eerst de Vesuvius in Keerbergen laten uitspuwen en dan wou ik haar ontmoeten. De weldoenster van mijn zoon en de toekomstige moeder van mijn eerste kleinkind.
Marianne, ik en ons roodkopje aan zee. Zandkastelen bouwen. Natuurlijk, ging ik met hem zwemmen, voetballen en fietsen. Putten graven in de tuin. Ridderverhalen schrijven. Vergeet het, vriend, vergeet het! Denkduiveltje en zijn commentaar, altijd weer! De snotneuzen van vandaag graven geen putten meer. Games, play stations moeten ze hebben. Twee-duimen-speeltjes en dzjoef-dzjoef met samourai Jack en Black Devil Dragon. Lichtgevende Star Wars zwaarden en af en toe, afhankelijk van de commercieel opgeschroefde rages, ouderwets knikkeren. Tegen die tijd ben jij er veel te stram voor. Arthritis en artrose, oude mannekenskwalen! By the way, er reeds aan gedacht, dat het ook een zij-tje kan zijn?
Ik zie je al drukdoende Barbietjes toiletteren, pareltjes rijgen, teennageltjes lakken, pépé Max, hoofdhaar vol plastic knijpspeldjes! Daar gaat volk op afkomen! Laat dat kleinkind nog een paar jaar rustig in het zakje van Francis zitten, vriend. Concentreer je op die schoft morgen in zijn kerk en de mogelijkheid dat de vogel gaan vliegen is. Het zou me niet verbazen, mocht hij op dit ogenblik in de Lufthansa businessclass een stewardess om een Jack Daniels vragen! Dzju, waarom had ik zo getalmd in die kerk? Waarom was ik naar die ploert toegereden? Waarom niet direct politie geïnformeerd? Tiens, nog altijd geen telefoontje van Vloesberghe gekregen. Had ik er toch beter aan gedaan de dienstdoende agent een volledig relaas te geven, of zelf naar het commissariaat te rijden om verslag uit te brengen? Ze hadden hem meteen gearresteerd zonder de tussenkomst van Vloesberghe. De onderzoeksrechter of de procureur waren er ook nog! Agenten hebben richtlijnen, die mannen weten wat hoort en moet. Vitale informatie, had ik gezegd. Informatie is echter geen bewijsvoering, vriend. Wat vitaal schijnt voor de ene, is voor de andere een olifant die een muis heeft gebaard. Maar ja, je wilt niet luisteren. Niet naar je zoon, niet naar Marianne, niet naar mij met al mijn gezond verstand. Een oude, koppige ezel, dat ben je. Voilà.
Godverdomme, ik had me door dat loeder wellicht toch om de tuin laten leiden. De hoeveelste keer al? Nog niet geleerd! De schurftige puist die mijn vrouw als neukpop wou. Tegen betaling!
Usman Ahmed (Pakistani/UK) maakt zijn entree met bravoure. Struisdoenerij, een beetje zielig en ook wat irritant. Eerst stoer opkomen en achteraf keihard afgaan. Het is een montage van fragmenten uit twee verschillende matchen, bleek achteraf.
Op 02min57 is er een herhaling van de klap, in slow motion. Op 03min08 ziet men nog eens hoe zijn hersens rond geklutst worden in zijn schedel. Als hij al veel van die klappen gehad heeft, verklaart dat misschien de stijl van zijn entree?
Maar later kwam de glorie. Die gast is eigenlijk gewoon, en gewoon sympathiek! Hij vertelt waarom hij danst bij het binnenkomen en in de ring. Voor wie het geduld heeft, klank aan : https://www.youtube.com/watch?v=vsT53rWo2Lg 08min51
Op de speelplaats was een schilder aan het werk. Er was een lint gespannen tot waar de kinderen mochten komen. Tijdens de speeltijd had hij bekijks. Vooral de jongsten stonden aan het lint. Bij die demarcatielijn hield de juf van het derde leerjaar toezicht, want het lint was feestelijk rood en sommige kinderen waren nogal beweeglijk in hun belangstelling.
Over de middag zagen ze vanuit de refter dat de schilder ook zijn boterhammen op at. Buiten. - Juf? Jú-úf! Waarom eet de schilder buiten? Omdat hier geen cafeetje in de buurt is, dacht de Juf. En ze vroeg hem binnen. Hij kreeg een fruitsapje en een appel. Misschien had hij liever een stevige pint gehad? Op deze school is geen bier, deed ze met een vaag handgebaar. Nee, een fruitsapje was prima. Ze keek zijdelings in zijn boterhammendoos: een stuk stokbrood met een 'portie gemengd', salami- en kaasblokjes. Echt een mannenlunch, dacht ze een beetje meewarig. Dat stokbrood is waarschijnlijk al taai, na een halve dag in die doos. En waarom een portie gemengd als middageten? Maakt zijn vrouw zijn schoofzak niet? Of zou hij alleen wonen?
Hij keek terloops in haar boterhammendoos : fijne boterhammetjes, diagonaal gesneden, elk met een lapje beleg en een blaadje sla ertussen en elk afzonderlijk verpakt in vershoudfolie. Tegen de rand van de doos lagen vier kerstomaatjes. Eentje voor elke boterhammenpakje. Echt een meisjeslunch, dacht hij. Dat zou ik toch ook eens in huis moeten halen om brood te verpakken, zo'n rol dinges. En terwijl hij het dacht wist hij al dat hij het zou vergeten. Hij zuchtte.
Op dinsdag had hij twee fruitsapjes bij. En twee appelen. Op woensdag was zijn brood in folie verpakt. In aluminiumfolie, want hij had zich vergist bij de aankoop. Maar aluminiumfolie houdt ook wel vers, hoopte hij. Op donderdag had hij boterhammen met hesp en sla in zijn doos. Gedaan met stokbrood en salami. De boterhammendoos vertelde meer over hem dan hij zelf wist.
Op vrijdag, zijn laatste werkdag op de speelplaats, vroeg hij de Juf om samen na het werk iets te gaan drinken. Om 16h gingen ze samen naar zijn camionetje, twee straten verder geparkeerd. De belangstellenden aan de schoolpoort zagen hen stappen. De collega’s keken er niet van op en de kinderen giechelden nog maar eens over 'verliefd'. Dat deden ze al sinds dinsdag.
Zijn bedrijfswagen, deed hij wijds. Op de zijkant stond Schilderwerken R. van Rhijn. Dat wist ze sinds de eerste dag al, hij heet van Rhijn. En het gsm-nummer en zijn mailadres had ze ook opgeslagen, voor 't geval. Een mens kan nooit genoeg schilders kennen.
Op maandag vroeg haar klasje of ze nu ging trouwen. Of de schilder haar al gevraagd had en of ze ja gezegd had. Hadden ze al kusjes gegeven? Juf legde uit dat het daar allemaal nog veel te vroeg voor was. Wanneer zou hij het dan vragen? En of ze ja zou zeggen? Misschien werd het wel niks, antwoordde ze. Misschien wordt het wéér niks, dacht ze. Jamaar, als het toch zou lukken, mochten ze dan komen, naar het feest? Dat beloofde de Juf. Dat beloofde ze plechtig en uit de grond van haar hart. De kinderen wisten niet van hoe diep die belofte kwam.
Vanaf dan zagen ze elke vrijdagnamiddag het wit camionetje parkeren en de kinderen fluisterden dan luid en opgetogen 'Júúf! Uw Schilder is daar!' Vooral de meisjes zagen de romantiek van dat wit camionetje. Het was een wit paard.
Toen haar klasje naar het vierde leerjaar overging waren Juf Rita en Ronald van Rhijn verloofd en woonden ze samen. Het schooljaar daarop, haar cupido's zaten toen in het vijfde leerjaar, zijn ze getrouwd. In september was dat, zodat de kinderen naar het feest konden komen. Want dat had ze twee jaar tevoren beloofd.
Ongeveer heel het schooltje stond met vlaggetjes aan het gemeentehuis en op het speelplein werd een kinderreceptie gehouden voor alle enthousiastelingen. Ook voor de kleinsten, die zich vergaapten aan haar prinsessenkleed. Dit was beter dan K3 !
Er waren feestelijke broodhapjes en fruitsap voor iedereen, want zo was het allemaal begonnen, met brood.
een feestbrood
Toen haar cupido's in het zesde leerjaar zaten, kwam er een baby. De start van een gezin en van haar verder leven met Ronald. Maar de cupido's hadden toen al andere zaken aan hun hoofd. Ze hadden het nu zelf druk met verliefd worden en prille romantiek en met de aan-af situaties die dat meebrengt.
Het romantisch gedeelte van de Juf en de Schilder was voorbij. Nu begon hun geluk. En cupido's doen niet in geluk. Daar is zwaarder geschut mee gemoeid.
m – HiH-07/2015, herzien – 12/2015 al werd deze tekst integraal geplagieerd, da's een verhaal apart hoor
Waar die jongen zich toch zorgen over maakte! Zo’n pracht van een opportuniteit kreeg hij niet elke dag aangeboden. Kermit, was een ander geval!. Een goeie notaris of indien nodig een prima advocaat en de klus was zo geklaard. Ging China niet door, geen probleem. Pat had haar villa in Keerbergen en hij kon zo in mijn huis intrekken. De sombere herinneringen wegwerken met enkele verbouwingen. Voor mijn part zelfs de hele boel verkopen.
Op een nieuwe en definitieve lei met zijn Valerie kon beginnen, dát wou ik. Het vermogen van zijn moeder, hoefde ik niet. Er waren gelukkig geen kinderen: die pionnen in vechtscheidingen, slachtoffers zonder inbreng. Alleen lijdzaam en niet begrijpend toezien. Bloesems onder puin.
Twee jaar eerder échte liefde ervaren was met geen geld te betalen. Nee, mijn zoon mocht geen dag laten verloren gaan. Hij kikkerde meteen van mijn aanbod op. Vroeg of hij er werkelijk kon op rekenen. Of ik dit eerst niet wou doorpraten met Marianne. Ik schudde het hoofd. Het was reeds twintig voor twee, tijd om afscheid te nemen.
'Nog één dag, jongen, zelfs minder en dit afschuwelijk hoofdstuk mag afgesloten worden. Tabula rasa, een nieuw begin, jij met Valerie en ik met Marianne. Ik bel je onmiddellijk na de arrestatie van Serge. Nu naar bed jij en … sweet dreams.'
Hij omarmde me. Ik sloeg de kraag van mijn Burberry op en spurtte in de pletsende regen naar mijn auto. Het leek voorbij. Alle stukjes van de puzzel lagen netjes in hun vak. Nog enkele maanden en ook Kermit was verleden tijd. Eindelijk! Maar Francis was nog niet klaar met Pat. Het koeioneren van de Cijnensen was haar specialiteit. Vooral de ouwe zou het nog moeten ontgelden. Het onderste uit de kan zou nog te weinig zijn.
Ik stond met een groot aantal blikken hondenvoer aan te schuiven aan de kassa toen een dametje achter mij opmerkte dat ik dus een hond had. Waarschijnlijk wou ze een praatje maken om het wachten te korten.
"Nee, dat is voor mijn moeder", antwoordde ik verstrooid.
Pas toen ik buiten stond begreep ik haar geschrokken reactie.
de lach die zijn eigen verloop had en op LP de geschiedenis in ging
'k Was op zoek naar iets anders en toen kwam ik dit tegen : Toon kondigt de publicatie van literair werkje aan. In de zaal zit iemand met een lach die lijkt op gehuil. We zien hem niet, het is een LP, maar de uithalen zijn duidelijk te horen.
Op 01min16 zegt Toon : "Wij hadden allemaal gedacht …" en dan laat hij het publiek efkes verder denken ... Vijf seconden later, op 01min21 horen we de eerste uithaal van de man in de zaal. Die vijf seconden had hij mogelijk nodig om naar adem te happen.
In het verder verloop gaat de lach van de man samen met de lach van het publiek een eigen leven leiden. En Toon past zijn timing aan. Hij moet wel, want tussen twee lachsalvo's wil het publiek wel eens ademhalen. Wat een tegenwoordigheid van geest om in te spelen op die ene lach, het publiek als partner nemen. Dat is méér dan ervaring op de planken, dat tweespel tussen artiest en publiek is magie.
Zijn meisje? Denkduiveltje kwam erbij. Niet zo vlug, vriend. Wat als hij met een jongetje voor de pinnen komt? Jou kennende zie ik dat ventje niet zo direct in je wijnbanen drijven. En ze komen ervoor uit, de laatste jaren. Gelukkig! Doch stel dat Francis zich binnen de drie minuten out! Benieuwd je gezicht te zien. Ik weet het, ouders hebben daarmee geen problemen, zolang het niet die van hen is. Je niet aantrekken, vriend, als het zo is, soit. Liefde is liefde! Jij met vrouwke, hij met zijn ventje. Volgend jaar gaan we dan met z'n allen naar de Gay Parade. Onze Francis, een meter zevenennegentig, boven op een wagen, pluimen op het hoofd en tussen de billen of in zwart leder. Zingen van YMCA. Oké, je me tais. Zet verder je oren goed open en zeker je hart!
'Nee, pa, zo ver zijn we nog niet. Lang niet. Oelala! Valerie staat voor haar eindexamen. Ze droomt ervan om later te doctoreren. We kennen elkaar pas vier maanden!'
'Hij zal toch geen tweede Gerda aan zijn been hebben?' vroeg mijn bemoeial. Vier maanden samen en nog niet van de grond geweest! Hoelang hebben jij en Marianne erover gedaan? Vier dagen en boem-boem. Een geluk dat Francis vierentwintig jaar voorsprong heeft. Zoniet. Amaai!
Valerie was drieëntwintig. Studeerde geschiedenis aan de VUB, sociaal-economische. Jobstudente bij een bakker, op zaterdag en zondagvoormiddag. Francis ging alleen die dagen ’s morgens om broodjes. Na een viertal weken haalde hij zijn bestelling op om halfzeven. Een vijf-minuten-praatje over de unief kon er dan wel af.
Net toen ze op een zaterdagnamiddag om vier uur de bakkerij verliet, reed hij voorbij. Bood haar een lift aan. Deden een terrasje. Voerde haar naar haar studentenkot. Nadien hielp hij haar nu en dan met de wekelijkse boodschappen. Bracht haar één keer, midden in de week, naar huis. Naar Herentals. Ze had immers griep en vrij hoge koorts.
Momenteel schikte hij zijn werkplanning zoveel mogelijk in functie van haar lessenrooster.
Valerie was een schatje. Een spraakwatervalletje waar hij uren kon naar luisteren. Haar oudere zus had net een tweeling gekregen. Valerie had de bevalling meegemaakt en was er ondersteboven van. Ze was stapelgek op haar nichtjes. Bijna elke week kocht ze twee babyspulletjes, maar niet identiek. Twee fopspeentjes, twee slabbetjes, twee paar kousjes. Leuke kleinigheden. Valerie was zuinig met geld. Ze betaalde haar kot en etenswaren zelf. Kledij was overwegend tweedehands. Maar ze had klasse, grote klasse. Francis mocht haar financieel niet helpen. Tot ze problemen kreeg met haar verouderde pc en ze heel dankbaar zijn nieuwe laptop aannam, maar alleen in bruikleen. Dat was de voorwaarde.
'Ze is gewoon fantastisch pa. Een brok dynamiet. Heeft interesse voor alles en nog wat. Wetenschap, politiek, letterkunde, plastische kunsten, daarom zit ze trouwens in de quizploeg van de unief. Was tot voor twee jaar lid van een toneelclub in Herentals. Een klein, pittig en vinnig vechtertje. Irish roots. Merk je zo. Hoogblond haar, lichte teint, maar bruinzwarte karbonkels van ogen, sproetjes op de neus en … lachkuiltjes rond de mondhoeken … Pa, door Valerie hoop ik ooit het woord liefde te kunnen schrijven zoals jij. In koeien van letters!'
'Hoe staat het met Pat ? Heeft ze er weet van? Haar kennende zal dit geen lachertje worden.'
'Eerlijk gezegd, pa, met een scheiding zal zij geen problemen hebben. Op voorwaarde dat ik me, laten we zeggen, heel royaal toon bij de verdeling van dit huis en de inboedel. We leven onder hetzelfde dak en we delen dezelfde keuken, maar daarmee is de kous af. Zij life-stylet met haar snobistische vriendinnen en rotzooit hoogstwaarschijnlijk met een fils-à-papa, die op de tenniscourts rondhangt. Tja, pa, iemand zal heel veel water bij de wijn moeten doen. Guess who? Vergeet niet dat een flink stuk van mijn verdiensten in dit huis geïnvesteerd is. Die afschuwelijke inrichting hier heb je voor geen habbekrats! Pat gaat niet uit werken, heeft officieel geen persoonlijke bron van inkomsten, maar ze kent de mijne. Haar alimentatie-eisen zullen wel navenant zijn.
Deels daarom overweeg ik om hier uit de zaken te stappen en in te gaan op het voorstel van een Nederlands farmaceutisch bedrijf. Ze gaan over tot uitbreiding van de productielijnen in China, pa. In se heeft Valerie daar echt geen problemen mee. Eerlijk gezegd, ze kijkt ernaar uit. Ik wil dat ze er meer dan ernstig over nadenkt. Erover spreekt met haar ouders, zich rekenschap geeft van de problemen die een totaal vreemde mentaliteit en cultuur kunnen opleveren.
'Wij zijn van plan om in september een drietal weken ter plaatse een en ander na te gaan. Spreken met andere expats, vooral met hun partners. De leefomstandigheden en voornamelijk de mogelijkheden voor Valerie onder de loep nemen. De Nederlanders willen immers mijn definitief besluit vóór het jaareinde kennen. Dus … en aan jou denk ik zeker, pa.'