kaartjeswolk bij de buren
Gisteren ging ik bij de benedenburen langs. De kaartjeswolk kwam ter sprake natuurlijk. Zo ben ik nog efkes. Terwijl ik het papiertje met het adres over tafel schoof kwam een jongedame uit de nachthal. - Onze kleindochter kent ge nog? vroeg de buurvrouw. - Ik ben u eens komen interviewen voor een taak van Nederlands, hielp de jongedame. Ah! Dié kleindochter. Ze was gegroeid en ze was een en al glimlach toen we mekaar de hand schudden.
De buurvrouw vertelde over de kaartjeswolk en de kleindochter zei dat ze met de school misschien iets … - Oja, zei ik, ad valvas! - At wat? - Ad valvas, op het mededelingenbord, het prikbord. - Nu gaat dat rapper, zei ze. En op haar communicatiedoosje nam ze een digitale snelweg. - Of dat jong volk zal meedoen met kaartjes zenden weet ik niet, zei de buurvouw, maar ze hebben dan het adres toch al. - adres verwijderd 06/10, las de kleindochter van haar schermpje. En ze verzond. - JARIG DO-28/09, vervolgde de buurvrouw. De kleindochter was weer een en al glimlach. Wat een verschil met onze vorige ontmoeting, in augustus 2014 :
Vorige week was de buurman van beneden komen vragen of zijn kleindochter ons mocht interviewen. Ze had een taak voor Nederlands en daar moest komaf mee gemaakt worden want in augustus vertrok het gezin op vakantie.
Het idee om Ian Thomas te interviewen had ze al opgegeven. Wie schiet er dan over? Ja zeg, wie? Mensen die in België zijn, dan maar. Mensen die thuis zijn en opendoen wanneer men belt. Daarvoor was ze bij de buren van haar opa aan het juiste adres.
Deze voormiddag kwam het juffrouwke (14j?) ons interviewen. Het was duidelijk niet met de volle goesting dat ze een zonnige voormiddag aan twee oude mensen spendeerde. Een inleidend gesprekje was niet aan de orde, ze wou ter zake komen.
- Wanneer moet uw taak klaar zijn? vroeg ik. - Tegen september. - Dan hebt ge toch nog tijd, suste ik, onwijs en onwetend. - Nee, van mijn ouders moet het donderdag klaar zijn. - Ah, deed ik. - Want vrijdag vertrekken we op vakantie en anders … - … ? - En anders mag ik niet mee en moet ik drie weken bij Opa en Oma logeren, gooide ze er uit. - Ah. Ik zag de tactiek van haar ouders. Maar meneer en mevrouw van beneden hebben hun eigen bezigheden en bekommernissen. Dat zij een mokkende puber in huis zouden nemen -voor drie weken dan nog- dat betwijfelde ik.
Het interview was een vragenlijst, met onder elke vraag een vakje om het antwoord te noteren. Met één oog op dat vakje formuleerden LM en ik onze antwoorden zo beknopt mogelijk, maar wel in volzinnen. Ze had maar op te schrijven. Eigenlijk zat ik kant-en-klaar te dicteren, feitelijk was ik haar taak aan het maken, kermille.
Ze noteerde in telegramstijl. Ze zou het later wel 'overschrijven' We werkten de lijst af. - Ge hebt toch nog van die formulieren? vroeg ik, want ik herinnerde me ineens een gelijkaardige situatie. - Ah, nee, waarom? - Om de antwoorden in die vakjes over te schrijven, in volzinnen. ’t Is toch een taak voor Nederlands hé? Dan willen ze volzinnen. Ze wist niet goed wat ze zou doen, gewoon wegrennen of me tóch eerst wurgen.
- Mijn Ma kan formulieren bijvragen aan het secretariaat, zei ze aarzelend. - Als dat secretariaat maar open is, zo eind juli … - En anders belt ze eind augustus, besloot ze gedecideerd.
Tot slot moest ze ons geboortejaar weten. - '52, zei ik. Ze keek op van haar blad. - 52? Wat is dat nu voor een antwoord, zag ik haar denken. - 1952, verduidelijkte ik.
Ah, vorige eeuw, dat verklaarde veel volgens haar en ze noteerde voor ons allebei 1952. Na Christus, zei ik voor de volledigheid. Geen reactie.
Nee, het was geen succes. Ik hou mijn hart vast voor september.
----- De puber van toen is nu een glimlachende jongedame. De taak van toen is gisteren niet meer ter sprake gekomen. Nog efkes over een kaartjeswolk doen toekomen: geachte lezer, meedoen met zoiets mág hoor.
m - EZW-07/2014 , HiH 10/2014 - bijgewerkt
|