Oktober 2012. Hendrik Haan is verdwenen. Definitief.
In de nacht van 27 op 28 oktober 2012, de nacht van het omschakelen naar wintertijd. was het gedaan met de haan.
Het vriendje van maanden, was weg. De bezige overbuur, doende met zijn eigen zaakjes, het kippig geval met ’s ochtend landelijke kraaigeluidjes, de vrije vogel van het stadsplantsoen, de kleine dappere overlever, hij was verdwenen.
Waarschijnlijk werd hij van zijn stok geschud door iemand van de ‘redders’. Daar was ik al weken bang voor, dat iemand van die doe-goeders een manier zou gevonden hebben. Dé manier zou gevonden hebben: hem uit zijn struik schudden en dan een net of een groot doek erover gooien. Boerenzonen zouden wel weten hoe zoiets moet …
- Er zijn geen boerenzonen meer, troostte LM. - Jawel, zei ik kribbig, dat zijn nu allemaal gepensioneerde techniekers en boekhouders, en die wonen allemaal in onze straat. Of in het woonpark. Ze weten nog verdomd veel uit hun jeugd en hoe sommige dingen best aangepakt worden. En die leggen dat allemaal uit aan hun vrouwen. En zij zijn degenen die vannacht Hendrik kwamen roven. - Redden. - Roven. Hij is bij nacht laffelijk overvallen en beroofd van zijn vrijheid. - Redden van de winter die er aan komt, hij zit nu ergens in een warme stal bij ander pluimvee.
En in die warme stal is hij een nieuwkomer, een vreemde, een indringer, een rustverstoorder. Warme stal? Mon Oeil! Warme kookpot! Dáár is hij geëindigd! Mogelijk zelfs niet op den buiten maar gewoon ergens hier in de randstad, ergens in een huishouden waar men niet kijkt op een beetje slachtafval.
m
Het heeft tot nu geduurd eer ik er een slot kon aan schrijven, aan het verhaal van Hendrik Haan, zo erg vond ik dat toen.
|