grauwe herinneringen
Het was in Buenos Aires dat ik voor het eerst vrouwen en kinderen dakloos zag. Volgens mijn zeemansboekje was het '79, de pre-LM periode. Het was er winter.
Wanneer de dure winkels dicht gingen kwamen ze. Ze kwamen met hun kartons naar de diepe uitstalramen. In de verlichting tussen twee zulke uitstalkasten was het veiliger slapen. Het was er even koud als elders, misschien nog kouder dan in smalle stegen, maar het licht was belangrijk. Voor de veiligheid, hun eigen veiligheid en die van hun kinderen.
De kinderen waren handig met hun karton. Geroutineerd zwierden ze het achterin parallel met de winkeldeur. De moeder wachtte en legde haar karton als laatste, zij sliep als voorste. Een paar tellen op de overstoep bleven we daar staan kijken. In stilte. We gingen verder. Geschokt en beschaamd. Wij waren na een avondje uit op weg naar de warmte en de veiligheid aan boord.
--- Op de daken van de hoge gebouwen stonden militaire posten. Zatte zeelieden deden soms gek naar die posten. Macho-lawijt van imbeciele zeelieden. Een militair die niet mag uitgaan daagt men niet uit. En zeker geen zuiderse macho in de fleur van zijn testosteron.
In de vroege ochtend, op weg naar de kaaien, ratelde dus al eens een mitrailleur, zoals een haan zou kraaien, om te laten horen dat … gewoon om aan zatte zeelui te laten horen bij wie de Argentijnse meisjes eigenlijk horen.
Macho-lawaai. Macho-materiaal? Hyper-macho : een mitrailleur spuit kogels, geen zaadcellen. ---
Als ik een haven mag kiezen op de Zuid-Amerika route, dan liefst Montevideo aub. Heel misschien nog eens Santos. Maar Rio absoluut niet meer en Buenos Aires zeker niet, er woonde teveel verdriet.
m EZW-10/2012 – HiH-10/2014
|