kinderjargon
Van kinderwoorden herinner ik me niet zoveel als ik wel zou willen.
Terwijl er in onze jonge jaren toch overal peuters & kleuters waren, bij familie, vrienden, kennissen en buren. Overal floreerde taterend grut dat taalpareltjes produceerde en ik kan er niks meer van opdiepen. Dat vind ik erg jammer.
We hadden in onze buurt een 12-tal adressen waar kinderen woonden en we konden nog op straat spelen. Die hoop kinderen was bij momenten wel een grote bende. Er werd Nederlands en Frans door mekaar gesproken, en iedereen had kleine zusjes of broertjes of allebei. Die hadden allemaal hun eigen kinderwoordjes. Wij namen die over, omdat ze verstaanbaar waren en om de communicatie vooruit te laten gaan.
Het was een koeterwaals dat ze twee straten verder -'achter de kerk'- al niet meer verstonden. En thuis evenmin. En er zaten ook een paar woorden Italiaans tussen, want de mama op n° 10 was een Italiaanse, en een woord of twee Engels, want de papa op n° 8 was een Engelsman.
Dat koeterwaals werkte op mijn moeder haar zenuwen en in huis mocht ons dieventaaltje niet meer gesproken worden. Dieventaaltje? Ineens beseften Tina, Laura en ik dat we een soort geheimtaal spraken. Vanaf toen werd het plezant natuurlijk. Een verboden geheimtaal! Wij! In onze eigenste straat!
En ik herinner me daar geen woord meer van. Heel erg vind ik dat.
m EZW-02/2012, HiH-11/2014, herwerkt
|