fluiten en op de vingers fluiten
Dat had ik heel graag gekund, op de vingers fluiten. Niet om er frivole of gekke dingen mee uit te halen maar om signalen te geven naar mensen die te ver af staan om stemgeluid te horen. Of wanneer er teveel lawaai is om iemand te horen. Een fluitgeluid is hoog en scherp en snerpt door de andere geluiden door.
Niet dat ik heelder toonladders zou fluiten, maar als ik een stuk of vier signalen had kunnen fluiten zou ik daar heel blij mee geweest zijn. Toen. Nu is dat zo niet meer nodig. Ons actieterrein is niet zo groot meer.
Oefenen? Oefenen heeft niet geholpen. Ik produceerde hoogstens wat blaasgeluiden gelijk een boze kat. Of ik schoot in een lach. En fluiten en lachen tegelijkertijd, dat gaat niet, mijn lippen wisten niet meer wat ze eerst moesten doen. En ik ookni.
Later, na een paar verbouwingen aan mijn gebit, kon ik zelfs niet meer gewoon fluiten. Dat vond ik eerst eigenaardig. Misschien is het een kwestie van wennen, dacht ik, of oefenen. Maar mijn fluitvaardigheid keerde niet weer. Dat vond ik jammer. Want ik floot toonvast hoor, ook al zing ik vals. Zingen kan daarom enkel onder de douche. Fluiten kon ook in de woonkamer, in de keuken, in de inkom, in de nachthall & de berging, op het balkon, op het terras, in de slaapkamer, in ‘t bureau en in de garage. Eventueel ook in de lift, als er niemand bij was. Fluiten vergrootte dus aanziénlijk mijn toonkunstig territorium. Helaas. Sinds ik niet meer kan fluiten heb ik enkel nog de douche als muzikaal toevluchtsoord.
Mijn zus Laura kan het wel fluiten, en op haar vingers fluiten ook. Wanneer zij haar volk aan tafel moet roepen fluit ze een signaal dat over een prairie van 3 ha hoorbaar is. Zelfs wanneer mist de geluiden dempt. En ook wanneer er sneeuw ligt die de geluiden opslorpt. Zo goed kan mijn zusje fluiten.
Ze heeft eens een jaar en langer met blokskes op haar tanden gelopen. Toen ging het fluiten niet zoals ze het wou. Ze gebruikte bij etenstijd een koebel die had ze nog van in Melchtal. ‘k Wou haar een triangel cadeau doen om buiten aan de keukendeur te hangen. Maar dat vond Ma Dalton toen niet nodig. Ze kan allang terug fluiten nu en dat doet ze weer goed. Nu Grandma Dalton. Een holster aan elke kant van het schortje zou haar tenue compleet maken.
m EZW-11/2014, herwerkt
|