Mme H gaf Frans, van het derde tot en met het zesde leerjaar.
De uitgangen van de vervoegingen liet ze ons opzeggen in Catsiaanse dreuntoon: "imparfait?" "ais! ais! ait! ions! iez! aient!" dreunde de klas. Mme H gaf ons een applausje en wij bloosden van plezier.
En als we die uitgangen combineerden met de infinitief als stam kregen we een conditionnel, tweemaal prijs voor hetzelfde werk. Zo was Mme H. Zij maakte er een sport van geheugendril en wij vonden het plezierig. En véél nuttiger dan het geheugenwerk dat we moesten opbrengen voor catechismus. Later heb ik bij sollicitaties nooit een proef moeten afleggen over 'grondige kennis van catechismus'. Iemand onder U? Misschien heb ik de verkeerde branche gekozen.
‘Uw best doen voor Frans’ was zelfs niet nodig. Mme H zorgde dat alles in orde kwam, in een lichtblauwe ritselende nylon stofjas met knoopceintuur. De enige lerares die nog een stofjas droeg. Dat gaf wel cachet aan het vak Frans hoor. Die stofjas straalde beroepsernst uit. En vakkennis. En wij floreerden onder dat aureool.
In het vijfde en zesde leerjaar kwam er voor het vak Frans ook de lerares Franse dictie, Mme R. Een Française. Verdwaald in Vlaams-Brabant? Mme R-D was een combinatie van Juliette Greco en Zizi Jeanmaire. Als jonge vrouw droeg zij kort plat haar en platte schoenen, in de 60's hé, zwarte collants -zo heette een kousenbroek toen- en had een fantastische crèmekleurige jas met één grote rode knoop in het midden. En een knalrode handtas.
Achteraf bekeken is het een wonder dat Mme R-D ooit aangeworven werd in dat bastion van burgerlijk fatsoen: die eigen stijl? dat eigen denken? De Heer dacht ook al eens aan het Heil van de leerlingen blijkbaar, niet enkel aan het zielenheil van de nonnen.
Úren hebben wij doorgebracht met een potlood tussen onze tanden: ba-bé-b i-bo-buu! Mesdemoiselles? - En dan was het aan ons. "Voorrrraan in de mond jufrrrous, frrans worrdt voorrraan in de mond gesprrrokén!" 'jufrrrous', zei ze, als ze al eens 'needrelands' sprak.
Gek dat alle leraressen aangesproken werden met 'Juffrouw', gehuwd of niet. Een nonnenbastion hé. Behalve dus Mme H, zij werd aangesproken met 'Madame' zelfs in het Nederlands, ook al was zij ongehuwd.
De echtelijke status van Mme R-D was iets minder duidelijk, maar dat hebben we pas in het middelbaar vernomen. Het middelbaar was aan de overkant van de straat, een paar meter verschil, maar heel een andere wereld. En die begon al op de stoep.
m 06/2012, HiH-12/2014, herwerkt
|