personeel niet vriendelijk
'k Had een groottante die ongeveer heel haar leven eerste viool gespeeld heeft. Tijdens haar beroepsleven letterlijk. Op de koop toe werd ze door haar man op handen gedragen en na haar pensioen was ze zo in die attitude vergroeid dat ze de eerste viool bleef. De vedette. Met alle streken en gedoe die zo’n scheefgegroeide situatie meebrengt.
Ze nodigde me al eens uit om te gaan winkelen. Vooral omdat ze een chauffeur nodig had. En vermits LM & ik toen maar af en toe in België waren vond ik het moeilijk om te weigeren.
Op de Bredabaan, waar ooit de ‘schone winkels’ waren, was het een geklungel en gesukkel op de smalle voetpaden. Over elk pand dat nog niet was ingepalmd door een filiaal van een keten wist ze iets te vertellen. De kleine geschiedenis van de Bredabaan. Wat me opviel was dat ze af en toe haar relaas besloot met : 'Maar daar zijn ze niet vriendelijk'.
Ze leek een beetje op een gier, een langwerpig type met een iel nekje dat boven een astrakanjas uitstak en bovenop haar hoofd een dot dof zwartgeverfd haar. Zelf was ze ook niet de vriendelijkste verschijning in al dat zwart.
Dat de oorspronkelijke uitbaters van die winkels zich onderhand hadden laten vervangen door hun kinderen of kleinkinderen deed niks af aan haar oordeel, eerder een vonnis : ze zijn daar niet vriendelijk.
In herfst of winter van 2002 liet de bijverwarming in hun woonkamer het afweten. LM & ik werden gesommeerd haar en mijn grootoom naar de stovenwinkel te rijden op ‘t einde van de Oude Bareellei. Wat wij prompt deden, want dit was een urgentie. Er was dringend een nieuwe gaskachel nodig.
We werden te woord gestaan door de mevrouw zelf. Aan ongeveer alles was te zien dat zij de patronne was. Chique blouse, duur mantelpakje, onberispelijk verzorgde nagels, subtiele make-up, genuanceerde kleurspoeling… En een vijftien jaar jonger dan Tante. Dat laatste had ze niet moeten doen.
De dame bracht ons naar het assortiment gaskachels. Mijn groottante liep daar hooghartig langs. Ze hield haar jas dicht zoals de sterren in oude Amerikaanse films, de kraag een beetje naar achter en een hand op de borst. Aja, want als men de kraag naar achter gooit komt de knoop niet meer zo maar tot aan het knoopsgat en dan moet men de jas dichthouden zoals een diva. Wat de bedoeling was.
Tante begon een aantal modellen aan te wijzen in de andere rijen. - In die rijen staan de houtstoven hoor mevrouw, zei de patronne. - Zijt ge zeker? deed Tante uit de hoogte.
Ik zag de patronne verstrakken. Tante had zojuist dertig jaar (of meer) vakkennis in vraag gesteld, alsof de mevrouw een beginnend verkoopstertje was.
- Ik laat u rustig kiezen, zei de dame. En ze verdween, papierwerk doen. We bestonden niet meer. Nonkel greep in, zo geroutineerd dat ik dankbaar was: - We zullen er thuis over nadenken, zei hij met zijn zachte stem en hij leidde Tante naar buiten.
Hoe dikwijls zou de lieve man dat soort situaties al moeten oplossen hebben. We schuifelden alle vier naar de uitgang. Zij twee vanwege de gewrichten. LM & ik uit schaamte want na zoiets stapt men niet met opgeheven hoofd buiten.
Later in het naar huis rijden zei LM : - Geen wonder dat half de Bredabaan niet-vriendelijk is, ze heeft het er zelf naar gemaakt.
Ja dacht ik, en de Bredabaan is lang maar ooit heeft zij dat in een record tempo afgewerkt.
m EZW-07/2012, HiH-11/2014, herwerkt
|