Over een rode piek, een rode fez en rode haren Een avontuur in acht afleveringen, door SK
Carnavalsfeesten zijn langgerekt en aan het eind liggen de meeste deelnemers langgestrekt. De groene mannetjes verwerkten het geestrijk vocht op een bijzondere manier: ze werden door gasontwikkeling steeds boller, als een ballon die opgeblazen wordt, en lang voor middernacht werden ze al door een windvlaag uit de feestzaal geblazen.
Er moeten flitsen geweest zijn toen ze weer terug gingen naar de vaderplaneet, maar niemand heeft daar op gelet. Ukkie, Pukkie en Jochem wisten aan de aandacht van de groten te ontsnappen en proefden hier een restje bier en daar een likje likeur, en op een vroeg moment sliepen die al de slaap der verzadigden.
Maar heeft u ooit een dronken kerstboom gezien? Nee, onze heldin zag haar kans schoon en kluit-schuifelde vastberaden de voordeur van het stadhuis uit, op weg naar haar oma. Weliswaar restten na alle avonturen van een uiterst bewogen voorvasten nog slechts hier en daar stukjes scherp glas van de herders en de driekoningen, maar de kerstmatige drievuldigheid van moedermaagd, kerstkind en vader Jozef was behouden gebleven. Natuurlijk was ook de rode piek nog steeds aanwezig, zodat ze zich met recht Roodkapje mocht noemen. Al deed ze dat niet, want ze had een zwijgzame aard. Ze liet dat aan anderen over, zoals schrijver dezes.
Het heeft niet veel zin om haar moeizame avonturen op weg naar het bos waar ze opgegroeid was te beschrijven. Het behoeft geen betoog dat ze vooral in de vakantiemaanden toen het zo lang licht bleef veel moeite had om zich ongemerkt te verplaatsen. Maar aan iedere vakantie komt een eind, de grote mensen gingen weer aan het werk en de kinderen weer naar school, en eindelijk was het zo ver. "Dag oma, kijk eens hoe mooi ik geworden ben!" ruiste ze toen ze voor haar oma stond.
"Kind, wat ben je klein gebleven, ik kan je nauwelijks zien!" rommelde het van boven, want oma was zo oud dat ze wel 30 meter hoog was. "Wat voor een rode hoed heb je op? Ik dacht dat alleen de baron een hoed droeg?" voegde oma er aan toe, en gelijk had ze, want de boswachters droegen petten.
Roodkapje legde uit dat dat een ereteken was dat ze van de ouders van Jochem had gekregen voor haar bijdrage aan een feest dat ze verder niet helemaal begreep. En toen ging het regenen, en ze bereidde zich voor op een jaartje kluitkweken.
SK,E (NL) - 02/2012 Bovenstaande tekst is geplaatst met toestemming van de auteur. Wordt morgen vervolgd.
|