We zaten een dieren-documentaire te kijken die ging over wurgslangen en gifslangen en ander gebroed dat lieve kleine muisjes en hamstertjes doodt en verzwelgt, ogenschijnlijk moeizaam en met wijd opengesperde kaken.
Ik hield haar handje in mijn hand en LM had de afstandsbediening in de aanslag. Was dit wel een documentaire voor een jong kind?
Wij waren standby om te troosten, te sussen en te zappen. Zolang ze wou kijken was het oké. Zodra de beelden te sterk werden zouden wij onmiddellijk ingrijpen. Als echte oppas-ninjas waren wij in verhoogde staat van paraatheid.
Ze zat tussen ons in en leek al die gruwel vanzelfsprekend te vinden. In kleuterscholen gaat het er dus ook niet altijd zachtzinnig aan toe?
Ze moet wel iets van onze gespannenheid gevoeld hebben, want ze wriemelde haar handje uit mijn hand en zei geruststellend : "Een slang is maar een staart met een gezicht hoor!"
Als dát geen opluchting is.
m EZW-08/2012, HiH-01/2015, bijgewerkt
|