de kleuren en de tover van een ochtendlucht
Toen het die nacht begon te sneeuwen zag het er niet goed uit. Ik keek hoe de koude jagende regen veranderde in natte sneeuw. Het waren kleddervlokken die met harde plenzen neerkwamen. Dit wordt noodweer, dacht ik, en ik slaapwandelde terug naar bed want elke morzel slaap is belangrijker dan het weer buiten.
Tegen de ochtend aan was het geplens voorbij, de temperatuur was voldoende gezakt om échte sneeuwvlokken te laten neerkomen én de wind was gaan liggen. Alles werkte mee om dikke wollige sneeuwvlokken zachtjes en netjes te laten neerdalen zoals de Disneyscenario’s dat willen. Stil en mooi. Toen het daglicht kwam, was de lucht egaal zacht-lilagrijs. Alle tinten van het ochtendgloren werden getemperd door de trage gulle sneeuwval en door een paar wetten van de optica. ~ Het is al een tijdje gestopt met sneeuwen, een halfuur. Misschien een uur. Het doet bijna zeer aan de ziel, zo teer is het blauw van de fluwelen lucht op dit moment. Ze heeft haar eigen flou artistique. De pannendaken eronder liggen in een gemoedelijke vlakverdeling, in alle kleuren van geborgenheid. Hier en daar kringelt een geruststellend pluimpje rook. En het is stil.
10h : zelfs de ruwbouw hier achter heeft nu iets gemoedelijks. Op alle beton ligt een laag donssneeuw.
Met die dunne witte contouren aan één zijde zien de bomen er eens zo sterk uit. Laconiek verdragen ze de broderie-fantasie van de winterlucht.
Het sneeuwt nu weer. De lucht is heel licht grijs. Parelgrijs, alsof ons voor straks iets zeer chic en iets zeer bizonder beloofd wordt …
11h : de zon schijnt. Ze doet alle tover uit de lucht verdwijnen. Het kantwerk aan de bomen is verdwenen, de daken zijn hun dekentjes kwijt. Het is een gewone dag aan het worden. Het is tijd om aan de soep te beginnen. Prozaïsche preisoep.
m HiH-01/2015, herzien
|