Ongeveer 1970, ik was toen 17 of 18. Aan de tramhalte stond elke morgen een jongen, ik schat hem een jaar of twaalf, die helemaal gepakt was van een meisje. Het jongetje stond haar aan te staren, te adoreren, met heel zijn hartje en heel zijn ziel.
De grote jongens, de stoerdoeners van veertien en ouder, die al testosteron in hun aderen hadden -ook in de adertjes van hun brein- waren duidelijk vergeten hoe moeilijk het soms is om twaalf jaar te zijn: "Hij staat daar gelijk ne pier die verliefd is op de maan". Om te zeggen dat het meisje te hoog gegrepen was voor de jongen in kwestie. Dat het een onmogelijke verliefdheid was. Dat zinnetje heb ik gebruikt voor
een Oud Verhaal van eigen maaksel
Er was eens een regenworm die verliefd was op de maan. Elke nacht keek hij omhoog naar haar en zuchtte. Bij afnemende maan voelde hij zich droef worden. Bij nieuwe maan voelde hij zich ellendig om zoveel duisternis. Bij wassende maan zwol zijn gemoed om zoveel schoonheid. Bij volle maan kon hij zijn geluk niet op.
Hij zou nooit bij zijn beminde raken, dat wist hij ook wel, maar dat hij haar van ver mocht bewonderen, dat vond hij in zijn pierenbestaan een voorrecht.
De Maan had hem wel gezien. Al een tijdje. Ze heeft elke nacht de tijd om alles te bekijken hé. Maar dat wist Pier niet, dat de Maan wist van zijn bestaan. Dat was niet bij hem opgekomen.
De Maan was gecharmeerd door die adoratie en ontroerd door zijn standvastigheid. Op een nacht vroeg ze zachtjes : Wat zoudt ge willen, Pier?
Pier schrok en verslikte zich en bloosde. Ja-wél! Pieren kunnen blozen. Alleen zien wij dat op onze leeftijd niet meer omdat we ’s avond in slaap vallen voor de TV.
"Een kus", fluisterde hij zo stil dat hij het zelf bijna niet hoorde. Maar de maan had hem gehoord. Ze liet een van haar vingers stralend dalen tot vlak bij Pier. Pier glom van geluk en glorie. De Maan had hem gezien en ze kwam tot bij hem. Tot bij hem. Tot bij een saaie regenworm, een banale aardworm…
Heel voorzichtig drukte Pier een kus op de manestraal. Hij zweefde bijna van gelukzaligheid en tegelijk kronkelde hij van zijn eigen vermetelheid. "Het is in orde, Pier" stelde de Maan hem gerust.
En toen gleden van de manestraal duizenden en duizenden glimwormpjes.
Sinds die nacht hebben we lampyridae op onze planeet. In liefde is zoveel meer mogelijk dan we denken.
m EZW-HiH-01/2015, foto van : http://loves-animals.com/wp-content/uploads/2013/06/Photos-fireflies-17.jpg
|