Een van de bekendste gedichten in onze taal is 'De tuinman en de dood' 1926 van P.N. van Eyck. Hieronder is een ander versie 1923, geschreven door de auteur/filmmaker Jean Cocteau, die zich baseerde op de versie van de bekende islamitische mysticus Rumi (Mevlana), waarin koning Salomo de hoofdpersoon is en het decor wordt gevormd door Jeruzalem.
Cocteau verplaatste de scène naar Perzië, specificeerde de plaats van toevlucht in Isfahan en veranderde de hoofdfiguur in een edelman. Het feit dat Van Eyck beide aanpassingen overnam, toont aan dat hij Cocteau kopieerde en niet het verhaal van Rumi.
Un jeune jardinier persan dit à son prince: "Jai rencontré la Mort ce matin. Elle ma fait un geste de menace. Sauve-moi! Je voudrais être par miracle, à Ispahan ce soir."
Le bon prince prête ses chevaux. Laprès-midi, ce prince rencontre la Mort.
"Pourquoi lui demande-t-il avez-vous fait ce matin, à notre jardinier, un geste de menace?" "Je nai pas fait un geste de menace," répond-elle, "mais un geste de surprise. Car je le voyais loin dIspahan ce matin et je dois le prendre à Ispahan ce soir."
Dit plagiaat werd in 1995 aangetoond door de Nederlandse schrijver Herman Franke. (in 1995 pas?) Overigens is het woord 'plagiaat' misschien wat groot, want Cocteau had het dus van Rumi, Rumi had het van een negende-eeuwse soefi, en die had het weer uit de Joodse traditie (Babylonische talmoed, Sukkah 53a)
Jona Lendering, https://mainzerbeobachter.com/2012/03/03/de-tuinman-en-het-plagiaat/
30-01-2018 om 04:25
geschreven door maart
|