omertà, zwijgplicht als erecode
'k Denk dat het '86 was. Het schip (containership) lag in een Canadese haven en de chef steward had ons een paar uren verlof gegeven op voorwaarde dat we met hem mee gingen winkelen, hielpen dragen én deelden in de taxikosten. Dat soort chef dus. Hij had niet zozeer gezelschap nodig bij zijn uitstapje, eerder personeel. De collega en ik waren er in getuind en iemand van de matrozen ook. We waren dus met vier in totaal en na het gewinkel in dat paleis van commerce trakteerde de chef met een drankje.
Halverwege het eerste glas verdween hij naar de toiletten. "Je vais voir le pot". Toen hij terug kwam stond er een tweede rondje klaar. Hij dronk een mondje, "Je vais voir le pot". Hij verdween weer naar de toiletten. Een derde rondje … ik vroeg me af waarom mijn collega en de matroos hem bleven trakteren. Omdat achter ons in het middenplein een waterconstructie stond decoratief te wezen. Met bijbehorend geluid. En in combinatie met pils joeg het geklater van dat water onze chef naar de toiletten. Dat was hun manier om hem terug te pakken voor het pakjes dragen. "Wij zijn geen boys."
Wat er achteraf nog bij kwam -en wat waarschijnlijk de bedoeling geweest was- was dat de chef in volle avondservice geregeld de keuken moest verlaten omdat hij zogezegd naar de pipi moest, "Je vais voir le pot". Hij had in de namiddag geen ene pint laten staan en ’s avonds tijdens de service ging het al lang niet meer over 'le pot'. Het ging er over dat De Chef liever wou gaan liggen. Slapen.
In haven, en dan vooral tegen de kaai, is er ivm de lading of vanwege de terminal al eens belangrijk volk aan de kapteinstafel. Wanneer er dan speciale verzoekjes komen, -crêpe suzette, bvb- moet een chef in de keuken aanwezig zijn om onmiddellijk gevolg te kunnen geven aan dat verzoek. Maar De Chef lag dus dronken te ronken naast zijn toiletpot. Hij had zich 's namiddags laten zat voeren gelijk 't eerste 't beste koksmaatje.
Dat is niet aan de oren van hogerhand gekomen, -zwijgen² en zwijgen³ doet men vanzelf, wij sluiten de rangen- maar hij besefte wel dat zijn gezag een flinke deuk had gekregen. In de terugreis naar Europa blies hij veel minder hoog van de toren. Soms was één blik van iemand van ons al voldoende. De erecode hebben we nageleefd, maarreuh … dat was niet gratis hoor.
m – HiH-04/2015, bijgewerkt
|