Communicant zijn was toen ook een beetje prinsesje zijn. Andere prinsesjesdagen waren er in die jaren niet. Voor de ene was het feest dat roze jasje met de zwarte lakschoentjes, voor de andere waren witte schoentjes het toppunt van glans en glorie.
Voor het eerst zelf schoenen mogen kiezen, feestschoenen dan nog wel, witte … die schoentjes waren dagen en dagen op voorhand al de spil van het gebeuren.
Er werd in de catechese verteld over ons vroom zieltje en zo, maar witte schoenen mogen kiezen, dat kriebelde aan het hartje. En dié opwinding was duidelijk voelbaar. Kleine momentjes van voorpret. Alhoewel, pret was het eigenlijk niet. Kleine momentjes van anticipatie: nog drie keer slapen en we gaan schoentjes kopen.
Dan de aankoop zelf. De schoenwinkel leek een paleis van overvloed omdat we zélf mochten kiezen. En toen geurde een schoenwinkel nog naar leer. Een geur vol belofte. Daar mogen kiezen gelijk een grote. Passen. Andere ook passen. Op een stukje tapijt staan rond paraderen met die spiksplinternieuwe schoentjes aan de voet. Er stonden spiegels. Spiegels voor de voet en ook grote spiegels. Die schoentjes spiegelen was een belevenis op zich. Een beetje wiebelen en koket doen met het voetje, zoals we dat de moeders al hadden zien doen.
Schoentje en voetje, zeggen we nu, maar toen we zes waren gebruikten we geen verkleinwoorden wanneer het onszelf betrof.
De dag zelf : degene die ’s morgens de witte feestschoenen mag aantrekken voelt zich onmiddellijk de feesteling voor de rest van de dag. You are what you wear. En voor een keer moet ge niet zelf uw schoenen dicht doen.
En dan, na de verplichte geplogenheden, wanneer eindelijk!, eindelijk het feest begonnen is, komt op al dat wit, op al dat contentement en al die glorie – plots zwarte modder. Smeur en klodder.
Wég feestgevoel. Die zwarte smos zat niet alleen op de witte kousen en op de feestschoenen, het hartje huppelde niet meer. De voetjes dartelden niet meer.
Ook al was er in de namiddag nog taart of ijsroom te krijgen, er was iets weg uit het droomscenario.
m – HiH-04/2015, herzien
|