“Op de veertigste dag van Pasen (let op: niet de veertigste dag na Pasen) werden de leerlingen door Jezus' Hemelvaart alleen achtergelaten. Wel had hij beloofd dat hij de Geest van God, de Heilige Geest zou sturen. 'Ik zal u mijn trooster sturen' zou hij gezegd hebben. Op de vijftigste dag van Pasen, tien dagen na Hemelvaart, op Pinksteren, kwam de beloofde Heilige Geest over de discipelen.” Vandaag tweede pinksterdag. ‘k Zit sinds gisteren -zoals elk jaar- te wachten tot een nederdalend vlammetje mijn verstand zou verlichten. Weer niks.
Ze hadden het nochtans beloofd, toen ik zes of zeven was. Ze zeiden dat ik tot de jaren van verstand gekomen was, maar dat de heilige geest er ook nog iets mee te maken had. Die ging nederdalen, of uitstorten of zo. Met pinksteren. Daaruit had ik begrepen dat we elk jaar met pinksteren met zijn allen een stukje verstandiger zouden worden. Wat ik toch een vorm van troost vond, ja. Want op school moest men aandacht geven en daarbuiten was het óók opletten geblazen. Verstandiger worden was dus een oplossing, een troost. Het kwam allemaal wel goed.
Ik denk dat ik het nu opgeef. ‘k Doe zo wel verder en met het breintje dat ik heb.
m – HiH-05/2015, herzien - https://nl.wikipedia.org/wiki/Pinksteren
|