afl. 016/121 ~ van vroeger tot nu
Beste lezer, ik zou u de rest van dit verhaal kunnen presenteren als een journalistiek verslag. Zakelijk-koel. Beknopt. Met een paar sensationele titels. Zoiets gaat er altijd als koekenbrood in. Of als thriller, een pakkende thriller, gekruid met onvermoede medische en juridische toestanden, bewogen verbale duels tussen ondervragers en verdachten. en mengeling van Silent Witness, een diepmenselijke Frost in het bourgondisch vel van een Witse of een vaderlijke Baantjer met de accuratesse van Poirot. Kan niet. I haven’t got the latters little grey cells, om niet te spreken van de overkill aan thrillers op de markt.
Geloof me, u zou er ten slotte veel bij verliezen. Ik wens dat u de hele zonderlinge geschiedenis kent zoals ik ze heb ondergaan. Zonder franjes, met alle onthutsende, pijnlijke en pikant-erotische details. Ik wil, beste lezer, dat u er van het begin tot het eind live bij bent. Om juist te kunnen oordelen. Of te veroordelen.
Nu ik me, als de donkerste schaduw van mezelf, voor een spiegel het vel afstroop, stel ik vast dat het allemaal een zelfgezochte hel werd en dat ik er kermend in opbranden moest, met geen enkele kans om er nog uit te raken en me een wijzer, gelouterd man te weten. Gedane zaken nemen nimmer een keer. Alleen dwazen dragen een boetekleed vóór de zonde.
Mijn enige zoon, Francis, economist en financieel expert, op het mierenneukerige af (soms tot het frauduleuze toe), heeft één devies: 'The painting is on the canvas, not behind it'. Waarmee hij bedoelt dat een kunstwerk (of het leven, dat toch het allerbeste kunstwerk aller tijden is) eigenlijk iets is om verstandelijk-emotioneel te ondergaan, niet om er heel diep over na te denken en er een soort van schaakspel van te maken.
Ik heb mijn zoon altijd bewonderd. Of was die jubelende trots, die glunderend-vaderlijke waardering, meer onderdrukte jaloersheid omdat hij het verder had geschopt dan ik?
Die jongen van mij had echt schitterende studies gedaan. De kroon op het werk: een mastership aan een Amerikaanse universiteit. Ik echter was gestopt na de eerste kandidatuur rechten, nadien slechts een jaartje journalistenschool. Francis was precies, hardnekkig, een volbloed doorzetter.
Ik niet. Ik wou meteen scoren. Poen scheppen. Zelfs door een koel berekend huwelijk? Waarom niet?
Als tiener keek ik uit naar mijn American Dream. Als zestienjarige kon ik, tot mijn grote verbazing en trots van mijn ouders, mijn avonturenverhaaltjes en speurdersstories geplaatst krijgen. Natuurlijk bracht het niet veel op, meer zakgeld eigenlijk. Verleidelijke smaakmakertjes waren het echter, die me, na mijn vervelende studies, geleidelijk aan in de richting van de journalistiek dreven.
Eerst enkele feuilletons, zoals dat toen heette (o, dankbare, kitcherige dorpsromantiek) en daarna meer de sensatietoer op, succesvol reportagewerk, onderzoeksjournalistiek toen en nu eldorado voor de populaire pers. Kortom mijn springplank naar een vaste zit op een krantenredactie.
Door Gerda te trouwen zat ik pas echt op rozen. Althans zo dacht ik, en, op de keper beschouwd, heeft die hang naar geld me inderdaad geen windeieren gelegd. Francis echter is altijd van een ander kaliber geweest, al moet ik toegeven dat hij met de jaren een financieel aardje naar zijn vaartje kreeg. Eén groot verschil: ik was door mijn job ietwat bohémien, liet graag geld rollen; hij, financieel expert, pietje-precies, harde doorduwer en zonder scrupules. If need be, schaamteloos hypocriet.
wordt morgen vervolgd - tekst geplaatst met toestemming van de auteur: http://blog.seniorennet.be/titipoes3/archief.php?startaantal=140
|