afl. 035/121 ~ de waarheid
Hij wees naar de deur en ging weer zitten, wiste met zijn witte zakdoek de zweetdruppels van zijn voorhoofd en bleef me aanstaren met die glazige naar binnen gerichte blik. Een man in twijfel. Duidelijk bang voor zichzelf. Moeite doend om beheerst te blijven.
Ik haalde de cognac. We nipten. Nog een poos zwijgend. Er scheen plots veel meer tussen ons dan een twistgesprek van een schuinloper met een alles-begrijpende priester.
Wat wist hij van Marianne? Wat betekende véél? Was dat misschien de reden waarom hij me onder vier ogen wilde spreken en me zelfs gevraagd had de deur van mijn werkkamer op slot te doen?
Ik slokte de cognac in één brandende teug naar binnen en beet: 'Wel?'
'Nu je me eerlijk hebt opgebiecht wat die vrouw voor jou betekent -en dat blijkt heel wat- valt het nog moeilijker de waarheid te zeggen.'
'Welke waarheid?'
'Wie en wat Marianne in werkelijkheid is.'
'En dat weet jij?' hoonde ik.
'Ja.'
'Van horen zeggen, roddels en leugens vergaard door jullie kliek met Gerda als eerste viool.'
'Nee, Max. Dit alles is uitsluitend tussen ons. Toevallig weet ik veel over je zogezegde fantastische vriendin. Een biechtvader verneemt heel wat.'
'En biechtgeheimen mogen niet geschonden worden!'
'In dit geval vind ik het nodig. Ik wil je redden, Max.'
'Ach, hoepel op met je zalfbus.'
'Max, ik denk dat je niet goed luistert. Ik herhaal dat ik toevallig heel wat heb vernomen over die vrouw.'
'Die vrouw heeft een naam!'
'Juist. Marianne Dries. Woont al lang alleen met haar invalide vader, destijds bierhandelaar, uit de echt gescheiden en MS-patiënt. Klopt ja?'
Ik knikte. Nu was het mijn beurt om hem wazig aan te kijken. Mijn hand greep automatisch de fles cognac. De alcohol bleef zuinig in zijn glas geelbruinen.
'Max, jongen, nu moet je eens goed luisteren. Bij twee of drie gelegenheden viel in mijn biechtstoel de naam van Marianne Dries. Ik spreek nu niet van gisteren of eergisteren, wel van zes, zeven jaar geleden.'
'Komaan, zeg!'
'Ik begrijp dat je het zonderling vindt, dat een naam me na al die tijd zomaar weer te binnen schiet. Maar het is geen verzinsel. Ik ga je zelfs iets meer zeggen. Vroeger maakte ik, als het strikt nodig was, aantekeningen na de biecht. Geloof me, ik ben echt niet de enige priester die zoiets doet.'
Hij zweeg even. Hernam daarop bedaard:
'Herinner je je die fameuze traffic in gestolen auto-onderdelen? Kleine vier jaar geleden op de as Luik, Antwerpen en Rotterdam? De politie heeft de kopstukken gevat, omdat de biechtvader een tip gaf zonder de naam van een van de chauffeurs te noemen.'
'Met Marianne gaat het niet om gestolen onderdelen.'
'Ik had wel reden om haar naam te noteren. Zij stal op haar manier.'
'Wat?!'
'Max…' Zijn woorden kwamen nu heel behoedzaam, tergend luid en toch als omfloerste klanken, die tussen ons bleven hangen in een aureool van valse medeplichtigheid.
wordt morgen vervolgd - tekst geplaatst met toestemming van de auteur: http://blog.seniorennet.be/titipoes3/archief.php?startaantal=120
|