afl. 039/121 ~ Le baiser de Brancusi
Pretlichtjes verschenen in haar groene ogen. Playtime dus. Wou ze mijn vraag ontwijken? Ze ging zitten op het vloerkleed en nam de houding aan van "De Denker" van Rodin.
'Moeilijke vraag, vreselijk moeilijke vraag. Even denken! Hou ik van hem? Ik hou van zijn donkere ogen, ook van zijn neusvleugels, de drieëneenhalve rimpels op zijn voorhoofd. Ik hou beslist van zijn iets te grote oren, vooral de linker, van de twaalf haren op zijn borst, ook van het bruine wratje boven zijn navel, niet van het litteken door blindedarmoperatie en ook niet van de knobbel op zijn rechter middenteen. Maar veel, veel, verschrikkelijk veel van la baguette de Marianne. En ’t meest van al hou ik …'
Ze wipte recht, besprong me in de sofa en zoog mijn tong met alle kracht in haar mond. Beet. Slurpte. Kreunde. Ging nog heftiger en gulziger te keer. 'En na le baiser de Brancusi, la poitrine à la Marianne !' Ze bestreek haar tepels met cognac en liet mij een dronken zuigeling zijn.
Laat me liever een Goya of een Modigliani worden! Laat me de borsten van Marianne, een zeldzaam juweel, in een vloeiend lijnenspel van houtskool schetsen of die prachtig donkerroze gezwollen tepels borstelend uitdeinen in hun fragiel roze 'tempelhof'. De boezem van Marianne was een feest, dat me telkens weer overrompelde, me benevelde van bewondering. Om haar trots. Haar heerlijkste sieraad. Mijn glorieweg naar ons paradijs.
Toen ik me oprichtte, bleven haar handen door mijn haar woelen. Ik keek haar aan en zag een ander beeld. Ik, als Camille Claudel, in trance haar borsten koesterend met handen en ogen, en haar boetserend tot een vereeuwigd levend beeld. Ik murmelde:
'Camille, ja de kleine Camille.'
'Welke Kamiel?'
'Camille Claudel, schatje, het buitengewoon begaafd liefje van de grote Rodin. Had ik maar haar talent om uit één klomp smeuïge klei deze twee parels te kneden! Camille Claudel, Musée d’Orsay, Parijs, vorige zomer! Remember?'
'Tuurlijk, wij hebben daar op z’n minst twintig minuten voor dat kastje gestaan. En toen je me plots kuste, de gezichten van die dikke, Amerikaanse trutten! Jongens toch, shame and scandal! Ik denk dat Camille en wij hen op dat moment meer van Parijs hebben getoond dan alle gidsen samen.'
'Ach, Max, Parijs! La ville des amants en dat met jou! Dansen op de boule' Mich om middernacht en nadien pootje baden in de tuinfontein van het hotel. Zingen bij het graf van Gainsbourg :'Tu vas, tu vas et tu viens entre mes reins'. Onze déjeuner sur l‘herbe, Max, achter die zuilengalerij in dat prachtig parkje. Hoe zou ik dat kunnen vergeten? En in Londen bij Harrods, toen ik van jou die afzichtelijke paardenrenhoeden op mijn hoofd kreeg. De verkoopster kon er niet om lachen en ze moest zwijgen, verdorie, natuurlijk met al onze volle Harrods-zakken op haar toonbank. Elke plaats, waar jij me gekust heb, zit veilig opgeborgen achter de klepjes van mijn hart. Heb jij me al laten genieten, venteke! En bijgebracht, veel bijgebracht.'
'Dat, liefje, is hét grote voordeel een oudere man als minnaar te hebben. Die weten héél wat … maar niet alles!'
wordt morgen vervolgd - tekst geplaatst met toestemming van de auteur: http://blog.seniorennet.be/titipoes3/archief.php?startaantal=120
|