De echtgenoot is op het werk en zijn vrouw neemt haar minnaar mee naar huis. De zoon van dertien komt vroeger thuis van de training, hoort iets en verbergt zich in de inloopkast van de ouderlijke slaapkamer. (foei!) Iets later rijdt de echtgenoot de oprit op -veel vroeger dan verwacht- en de vrouw jaagt haar minnaar de kast in. Daar krijgt die man bijna een hartstilstand wanneer hij een stem hoort:
- 't Is hier donker hé… - Ja, heel donker, fluistert de man met een droge keel. - Ik heb hier een baseball. - Dat is tof voor u, piept de man - Wilt ge hem kopen? - Nee, niet echt, perst hij uit zijn keel. - Mijn Pa staat buiten … - Oké. Hoeveel? zucht de man verslagen. - 50 euro . - Verkocht, zegt de man kleintjes.
Een paar weken later gebeurt het opnieuw dat de minnaar en de jongen samen in de kast staan.
- 't Is hier donker hé … - Jáá, zucht de man. - Ik heb hier een baseballhandschoen. - Hoeveel? zucht de man gelaten. - 100 euro. - Verkocht, zegt de man heel kleintjes.
Een paar dagen later zegt de Pa tegen de zoon :
- Neem uw baseballspullen, we gaan wat oefenen. - Kan niet, zegt de zoon, ik heb mijn spullen verkocht. - Voor hoeveel, vraagt de Pa fronsend. - Voor 150 euro, antwoordt zoonlief heel fier.
De Pa staat eerst verstomd, windt zich op en dan dondert hij :
- Maar dat is veel te veel! Véél te veel! Dat is niet schoon van u jongeman, geld uit de zakken van de mensen kloppen! Dat soort zaken leren wij u toch niet? Zo brengen uw Moeder en ik u niet toch groot? Weet ge wat, gij gaat nú met mij mee. Naar de kerk. Biechten. Onmiddellijk.
En de jongeman moest op staande voet mee. Naar de kerk. Biechten. Onmiddellijk. Toen hij aan de beurt was stapte hij een beetje onwennig en ook beverig de biechtstoel in:
- Da's hier donker, zei hij met een schor kuchje. - ... stilte ... - Dat het hier donker is, piepte hij. - Hou maar al op vent, zei de stem aan de andere kant van het rooster, we zitten nu in MIJN kast.
-.- EZW-2013, -07/2014 – nog altijd een goeike vind ik
|