Als kind vond ik biechten verschrikkelijk gênant. Niet omdat ik zo'n ontoelaatbare dingen uitspookte, maar omdat ik niet genóeg uitspookte, niet genoeg om op te biechten. 't Was te futiel om een pastoor mee te gaan lastig vallen in zijn kerk, laat staan god in de hemel. Dus probeerden we onze lijst met zonden wat aan te dikken. Maar dat deden veel kinderen. En pastoors wisten dat, dubbel gênant zoiets hè.
Hoe een volwassen biecht er zou moeten uitzien, daar heb ik geen flauw idee van. Ergens in '70 of in '72 werd er zo nog eens een poging ondernomen. Hoe ik daar verzeild was weet ik niet, het was onder in de Basiliek van Koekelberg te doen. Waarschijnlijk was ik gewoon benieuwd naar gewelven daar beneden. En na de bijeenkomst was er gelegenheid tot biechten, of hoe het toen genoemd werd. Dat waren privé-gesprekken aan een tafeltje. Ach ja dacht ik, waarom niet, 'k ben hier nu toch … Of ik deed het mogelijk uit beleefdheid tegenover de inrichters. Als motivatie kan zoiets tellen, 'k weet het.
'k Kwam terecht aan een tafeltje waar een zeer jonge priester zat. Hij zat daar precies wat onwennig. 'k Vertelde over twijfel en bedenkingen en over vragen en over wat er mis ging, en bleef mis gaan en wat ik niet meer zag zitten en waarom ik het niet meer zag zitten en of er nog wel heil te verwachten was in deze wereld … dié litanie, de ganse puber-cataloog.
Naarmate ik praatte ging hij onwenniger kijken, vervolgens hulpeloos en dan regelrecht droevig. Wat een melkmuil, dacht ik, straks kan ik hem nog troosten ook. Hoe het gesprek is afgelopen weet ik niet meer. Misschien heb ik het afgebroken, omdat ik het niet meer kon aanzien. Het gesprek bracht geen soelaas, eerder een helaas.
Dus hoe een volwassen biecht er moet uitzien : geen idee. Maar ik lig er niet van wakker. Er zijn zoveel godsdiensten die het doen zonder biecht. En die bestaan ook al eeuwen, zonder dat controlegepook.
Waar ik het wél moeilijk mee heb is het idee van het biechtgeheim. Wanneer er zaken gebiecht worden die vallen onder 'criminaliteit' mag de priester ontslagen worden van die verplichting en naar de politie stappen, mijn gedacht. En snel. Met een snelprocedure, zodat het bisdom het geen drie jaren laat aanslepen, want dan vallen er nóg slachtoffers. Biechtgeheim, zwijgplicht, omertà … een staatje binnen de staat, nog hetzelfde als voor de Reformatie, als 500 jaar geleden.
http://www.standaard.be/cnt/te35iktc , http://www.standaard.be/cnt/gf390212 , http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=GHV385VDP
m – EZW-07/2013, herwerkt
|