De schooldirecteurs doen in De Morgen hun beklag over het maximumbedrag dat zij zouden mogen besteden aan meerdaagse uitstappen. Zij wijzen op de pedagogische waarde van sneeuw- en bosklassen. Het kan best dat de door minister Vandenbroucke voorgestelde maximumfactuur voor de lagere scholen te laag uitvalt. Maar moeten lagere scholen noodzakelijkerwijze sneeuwklassen organiseren? Is het nodig dat kinderen vóór hun 12de of zelfs 18de leren skiën, afgezien van toekomstige skivedetten dan?
Kun je milieubewustzijn en energiezuinigheid bijbrengen en tegelijk met alle lagere scholen elk jaar naar verre skigebieden trekken? Is Vlaanderen niet groot genoeg om in de eigen natuur aan het groepsgevoel te werken?
En als bijzondere activiteiten een kans zijn om de ouders samen te krijgen waarom kunnen deze ouders dan niet naar het voorbeeld van de Steinerscholen initiatieven ontwikkelen om het schoolgebouw en de klassen te verfraaien, om het leerlingenvervoer te verzorgen wat in Nederlandse dorpen een vanzelfsprekendheid is geworden. Daar zouden hun kinderen alle dagen wat aan hebben en de band tussen ouders en school zou pas echt intens zijn. Als je spreekt over 'pedagogische waarde': leren keuzes maken en inzien dat je niet alles tegelijk kan hebben, lijkt me zeker in deze tijd een van de meest essentiële opdrachten in de opvoeding.
houden van er is geen houden aan: een lastig werkwoord, zijn wijs aanvoegend; zijn vervoeging voegt zich naar geen tijd: te vroeg voor een verleden, voor een andere toekomst al te laat - en wat is tegenwoordig
in zijn klank: goud en fout, de heldere 'én' die geen 'of' toelaat
zijn tongval valt, verrijst in 'van' en 'kan', in banvloek soms: alle tongen van de wereld wanneer het geheel vloekt met de delen
het komt op delen neer: niet op- niet overhouden wanneer de dobbelstenen hebben gesproken, soldaten grijpen naar de kleren en minstens één lichaam is gebroken
een lastig werkwoord zijn wijs aanvoegend: dat lijkt perfect soms op bevelend maar wie beveelt is niet te bevroeden
Guy Tegenbos hekelt vandaag in De Standaard het feit dat de huidige ministers van financiën en justitie niet zijn afgetreden ondanks overduidelijke fouten op hun departement.
Hij maakt de vergelijking met de ontsnapping van Dutroux toen de ministers Stefaan de Clercq (justitie) en Vandelanotte (binnenlandse zaken) prompt ontslag namen. Alsof zij persoonlijk verantwoordelijk waren voor twee ingedommelde rijkswachters.
Maar wat zagen we gebeuren: onmiddellijk keerde de Clercq terug als voorzitter van de grootste oppositiepartij en Vandelanotte als minister van begroting.
Sedert Louis Tobback aftrad vanwege de dood van Semira Adamu - zeer tegen de zin van premier Dehaene trouwens - heeft de 'keizer van Leuven' nooit meer een ministerportefeuille aanvaard en evenmin de post van partijvoorzitter. Tobback is dan ook 'van de oude stempel'.
Een 'geste' heeft pas enige morele en intellectuele inhoud als het om meer gaat dan een stukje theater. Voor ieder van ons betekent een ontslag een bewijs van onbekwaamheid: wie op het zelfde niveau blijft functioneren zegt in feite dat zijn ontslag ongegrond zoniet een farce was.
Aanvulling: eens te meer neemt De Standaard de rol van oppositiekrant op zich en schiet ze op de meest dankbare 'koppen van jut' (voor zover van die uitdrukking een meervoud bestaat) zijnde Onkelinx en Didier Reynders. De eerste afkraken is in Vlaanderen geweldig populair gezien haar stuntelige, om niet te zeggen schandalige Nederlands (en dat voor de dochter van een uitgeweken Vlaming), de andere spreekt onze taal voorbeeldig maar lijkt een symbool van het Waalse immobilisme, van de onwil om vooruit te gaan. En dit laatste zou wel eens waar kunnen zijn: Reynders lijkt inderdaad niet gemotiveerd om de fiscale fraude aan te pakken. Maar in die zin is hij eerder een donkerblauwe liberaal dan een typische Waal: het is weinig waarschijnlijk dat een Vlaamse liberaal het beter zou doen op het departement financiën, zeker Vincent Quicky of Rik Daems niet.
En wat justitie betreft: hier zijn de visies op een aantal deelproblemen zoals de bestraffing van jeugdige criminelen zo verschillend in de landsdelen en liggen die verschillen zo muurvast, dat een splitsing op zijn minst in het vervolgingsbeleid zich opdringt: als de Walen de jonge boefjes alleen maar willen heropvoeden dan kunnen ze dat, de meeste Vlamingen willen een stap verder gaan en ze ook bestraffen. Al is dit in grote mate een schijndiscussie: zoals eerder gezegd is een gevangenis waarin niet aan heropvoeding wordt gedaan een mensonwaardige gevangenis en op langere termijn een oorzaak van nog meer criminaliteit.
de veerman met zijn twee vrouwen: de frêle jonkvrouw en de donkere Annemarie, op het monument alledrie even grijs - op de achtergrond het torentje van Sint-Jozef in Tielrode
de Schelde bij Driegoten, het bord geeft aan dat de Durme alleen te bevaren is bij hoog tij: vroeger voeren de vrachtschepen tot Waasmunster, aan de kade in Hamme lagen de aken met wel vijf of zes in een rij.
Tot mijn ontgoocheling moet ik vaststellen dat De Standaard de voorbije weken meer een blad van de CD&V-oppositie lijkt dan een objectieve waarnemer. In Terzake mocht Bart Brinckman de 'woordbreuk' van Leterme 'met de mantel der liefde toedekken' maar zou deze vergevensgezindheid ook te horen zijn mocht het een minister van paars betreffen?
Typerend is de evaluatie van Laurette Onkelinx die van DS 52 % meekrijgt en van Le Soir 70 % . Misschien speelt hier het gezegde : 'het hemd is nader dan de rok' en neemt Le Soir deze Waalse politica in bescherming maar het belangrijkste argument dat Onckelinckx tot haar verdediging aanvoert: 'ik heb meer geïnvesteerd dan al mijn voorgangers' wordt door jullie commentaar bevestigd en dat de kolos van het gerechtsapparaat weinig in beweging komt, wordt door Renaat Landuyt zeer terecht toegeschreven aan de arrogante houding van eigenmachtigheid van de gerechtelijke kaste: het immobilisme is vooral daar te zoeken en door de scheiding der machten kan één minister daar niet zoveel zo snel aan veranderen.
Herman van Rompuy mag verklaren dat we terug moeten naar het beleid van Jean-Luc Dehaene - wat dus in feite betekent: terug naar zijn eigen begrotingsbeleid. Dehaene en van Rompuy waren geobsedeerd door de Maastrichtnorm en voerden een inleveringsbeleid. Deze inlevering werd betaald door de loontrekkenden en door de non-profitsector. Waarom braken er onder paars-groen protesten los in het onderwijs en in de gezondheidssector? Waarom krijgt Inge Vervotte het verwijt naar het hoofd geslingerd dat zij zal worden herinnerd als de minister van de wachtlijsten? Kan men op een beperkt aantal jaren recht trekken wat gedurende meer dan 10 jaren is scheef gegroeid, rekening houdende met het feit de problemen - met name de vergrijzing - nog zijn toegenomen?
De splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde is mislukt, net als de regeling van de geluidsnormen voor Zaventem: maar welke partij zal deze problemen wel oplossen zolang er altijd wel een tegenstander is die zich onverzoenlijk opstelt? En dit kunnen zowel de Vlamingen uit de Noordrand zijn als de francofone Brusselse parvenus.
Ik wens Leterme veel succes mocht hij de nieuwe premier worden maar ik vrees dat zijn imago van 'goed bestuur voor de mensen' en rechtlijnigheid zwaar op de proef zal gesteld worden eens hij aan de onderhandelingstafel zal moeten gaan zitten. Benieuwd of de argusogen van De Standaard dan even onverbiddelijk zullen toezien en oordelen.
Noot: het is duidelijk dat de politieke analyses in De Standaard gekleurd worden door de persoonlijke voorkeuren van de meeste journalisten van dit blad. Zij kunnen hun sympathie niet wegstoppen voor een stringent begrotingsbeleid, een strenger generatiepact etc Dat de armoede in Vlaanderen, een van de rijkste regio's ter wereld, hierdoor alleen maar zou toenemen telt blijkbaar niet. Zij verkiezen politici zoals Herman van Rompuy die een wit voetje willen halen bij het IMF, de Wereldbank en de Oeso, organisaties die in de eerste plaats denken aan de belangen van de bedrijven, de aandeelhouders en beleggers, en heel wat minder aan de meest kwetsbaren onder ons: de veel te lage pensioentjes, de wachtlijsten, de gezondheidskosten etc Hun gezegde: 'de taart moet eerst gebakken worden eer ze kan worden verdeeld' is correct; alleen hebben zij weinig aandacht voor de manier waarop de taart wordt gebakken en hoe onrechtvaardig ze wordt verdeeld.
In de literatuurbijlage van De Standaard van gisteren vrijdag stonden twee advertenties voor bekroonde poëziebundels, die van Nolens en Zwagerman: geen enkel gedicht en dit is al verscheidene weken, zelfs maanden zo.
Naar mijn mening is dit een tekort in een kwaliteitskrant.
Mijn eerste argument: de poëzie is een economisch gezien bedreigde sector. Dat wordt tegengesproken daar het relatief hoge aantal gepubliceerde bundels maar men zegt er nooit bij hoeveel exemplaren van die bundels worden verkocht en hoeveel een uitgeverij (laat staan de dichter) eraan overhoudt.
Ten tweede zou een gedicht een moment van bezinning kunnen bieden in een krant die toch dagelijks allerlei beladen feiten moet meedelen: 'een stil hoekje' kan toch geen grote moeite zijn.
Gelijkaardige mails heb ik al verstuurd naar jullie collega's van De Morgen en Canvas, zonder enig resultaat: misschien doet De Standaard er wel iets mee? De Standaard is wel geen literair tijdschrift maar moet poëzie gereserveerd worden voor de cenakels van de literatuur?
Toevoeging: dergelijke mailtjes heb ik al vaak verstuurd, nog geen enkel werd gepubliceerd blijkbaar omdat de redacties van de kranten en tijdschriften van oordeel zijn dat ik overdrijf. Wie er ook zo of integendeel anders over denkt mag het laten weten. Misschien moeten we een soort petitie lanceren om meer poëzie te krijgen in dag- en weekbladen, op radio en tv????
Het is me al vaak gevraagd: waarom ben je zo gebeten op die charmante Mia Doornaert? Ik doe mijn best en probeer haar teksten zo weinig mogelijk te lezen, maar soms kun je er niet naast kijken. Doornaert zet haar stekels uit wanneer kritiek wordt geleverd op haar beminde USA, op Israël en op het christendom. Wat het eerste betreft: in de jaren 1970 was ik actief bij Amnesty International en vond in de publicaties (de jaarboeken en het maandblad Wordt Vervolgd) informatie over Amerikaanse 'folteracademies': militaire centra waar foltertechnieken werden aangeleerd. De gediplomeerde beulen werden dan zoals missionarissen uitgestuurd naar de rechtse dictaturen van Latijns-Amerika en naar Vietnam. Ik zie geen reden om aan te nemen dat deze praktijken nu niet meer bestaan. Het argument dat het in de communistische landen nog erger was of is, overtuigt mij niet. Ik ben nooit een communist geweest en stel gewoon vast dat Westerse politici, commentatoren en burgers uitgaan van de superioriteit van onze beschaving, van de meerwaarde van onze democratieën. En tot in den treure zal ik blijven herhalen dat morele superioriteit niet met woorden wordt bewezen maar met heel concrete daden. Dat is ook de reden waarom de uitvoering van de doodstraf universeel moet verboden worden: een staat verliest zijn morele gezag wanneer hij gelijkaardige daden stelt als de criminelen. Het gaat dan om macht, niet om een ethisch overwicht. En om die reden moeten onze gevangenen ook menswaardig worden behandeld: ons fatsoen moet getuigen van een hoger niveau dan het hunne. In Israël en de Palestijnse gebieden moet men blijkbaar geweest zijn om te kunnen inschatten wat de bezetting en de kolonisatie betekenen. De voormalige Nederlandse premier, Dries van Agt, een conservatief die altijd de zaak van Israël had verdedigd, maakte een bocht van 180 graden na enkele bezoeken aan het land: hij zag met eigen ogen de dagelijkse vernederingen en getuigde achteraf dat Israël in dit conflict de grootste verantwoordelijkheid draagt. Wat het christendom betreft: ook in eigen land - en nog veel duidelijker vanuit de VS - vangen we signalen op dat de Verlichting het denken van de kerken en 'sekten' nog niet heeft bereikt - zie hun standpunten over seksualiteit in het algemeen en over homo's in het bijzonder. Ook in Europa probeert de katholieke kerk nog steeds de wetgeving te beïnvloeden of de toepassing van democratisch goedgekeurde wetten - zoals bij ons de euthanasiewet - te ondermijnen. Om met Jezus te spreken: je moet niet alleen de splinters in het oog van de tegenstander zien, maar ook die in de ogen van je medestanders of geloofsgenoten. Vorige week las ik het boek De profeet van de Amerikaanse godsdienstwetenschapster Karen Armstrong. Het bevestigde mijn wantrouwen tegenover de leer van Mohammed en zijn koran. Net zoals ik iedereen wantrouw die een boek heilig verklaart en op een dogmatische manier omgaat met een geloofsinhoud. Deze scepsis geldt net zo goed de georganiseerde vrijzinnigheid in de mate dat die zich gedraagt als een alternatieve kerk. Iedereen gelooft wat hij of zij verkiest, zolang dit geloof maar geen inspiratie oplevert om anderen te beschadigen. Wanneer het geloof daarentegen aanspoort om het goede te doen dan is het zelfs aan te bevelen - nogmaals indien de overtuiging blijkt uit het gedrag. Onze godsdienstleraar, een doctor in de exegese, zei in ons laatste jaar aan de Bisschoppelijke Normaalschool in Sint-Niklaas (in 1966-67): 'het zwaarste verwijt dat men ons kan maken is dat we er zo weinig verlost uitzien...' Hij verwachtte meer blijmoedigheid onder de gelovigen. Ik verwacht meer consequent gedrag, zowel van christenen als van moslims - lees al de oproepen tot naastenliefde in de koran - als van humanisten. Zonder heiligheid na te streven, gewoon zoals Frederik van Eeden het neerschrijft in De kleine Johannes: 'Het is een schoon ding een goed mens te zijn.' Dit associeer ik met het Griekse ideaal van de kalo'agathos: 'denken wat waar is, voelen wat schoon is, willen wat goed is.' Voor de Grieken uit de bloeitjd van de grote filosofen was het schone tegelijk goed en waar. En misschien kunnen we die woordjes in volgorde verwisselen en is het ware tegelijk goed en schoon. In elk geval moet het de morele plicht van een journalist zijn om naar het ware op zoek te gaan, zonder gebondenheid aan enige partij. Wat propaganda kan aanrichten weten we uit het verleden: een kritische houding is pas geldig als die niet alleen op de overkant is gericht, maar net zo sterk op de groep waaruit men zelf voorkomt of waarin men zelf nog leeft.
Men kan zich afvragen of de tegengestelde visies die door de redacteurs van De Standaard op een en dezelfde dag (vandaag vrijdag) worden gepubliceerd een bewijs zijn van het pluralisme van deze krant. Tom Naegels gaat tekeer tegen 'de verlichtingsradicalen' voor wie de hoofddoek sowieso een symbool van onderdrukking moet zijn en precies dit 'verlichtingsradicalisme' is te lezen in de column van Mia Doornaert. Volgens Doornaert is er nooit iets goeds te verwachten van Turkije en is de paus een model van tolerantie.
Onlangs nog stelde de bisschop van Brugge voor om ongehuwde vrouwen als 'maagden van God' te laten voorgaan bij kerkelijke diensten. Zijn deze 'maagden van God' een bewijs van emancipatie, een erkenning van de vrouwelijke seksualiteit?
Is Mia-heeft-het-licht-gezien al ooit op bezoek geweest in Turkije: in Antalya zie je inderdaad een of twee vrouwen in boerka maar tegelijk tientallen meisjes in een strak topje en dito jeans - geen toeristes maar Turkse jonge vrouwen.
De grote Turkse schrijver Orhan Pamuk probeert al jaren bruggen te bouwen tussen het Aziatische, islamitische Turkije en een op Europa gerichte traditie. In zijn boek 'Istanbul' lezen we dat deze openheid geen uitvinding van hemzelf is, maar een reeds bestaande cultuur - al is die ruimheid van geest nooit dominant geweest, en buiten de stad een zeldzaamheid.
Maar laten we eens naar ons eigen landje kijken: hoelang heeft het geduurd voor België zijn misdadig koloniaal verleden heeft erkend? Is er iemand bij het koningshuis of een koningsgezinde Belg die Leopold II al ooit een massamoordenaar heeft genoemd? Nog altijd kan het Belgische establishment niet officieel toegeven dat het betrokken was bij de moord op Lumumba, en over de jarenlange vriendschap met de parasitaire dictator Mubutu wordt meestal zedig gezwegen, zeker als het gaat over de relatie tussen kandidaat-heilige Boudewijn en de maarschalk-met-de-luipaardmuts.
Kortom, dat de Turken voorlopig weigeren de massamoord op de Armeniërs als een genocide te erkennen is geen blijk van historische correctheid, maar hun oneerlijkheid is allesbehalve uitzonderlijk. Trouwens de dogmatische teksten van Mia Doornaert zijn keer op keer demonstraties van intellectuele oneerlijkheid: de USA zijn voor haar a priori goed net als het christendom; als er foute dingen gebeuren dan betreft het toevallige ontsporingen, zwakheden van individuen die van het rechte pad zijn afgedwaald.
Als burger heeft iedereen het recht op een politieke en godsdienstige overtuiging, van een journalist(e) mogen we eisen dat die naar de feiten kijkt: onpartijdige observatie en analyse is voor journalisten een zaak van deontologie.
Wie daartoe niet in staat is, die moet solliciteren bij de propaganda-afdeling van een partij of een kerk. Dan vieren we over 50 jaar de feestdag van de heilige Mia, want een mirakel - de verschijning van Mia met hoofddoek - moet een koud kunstje zijn.