Geraardsbergen, waar ik 30 jaar onderwijzer was, heeft een interessante blog Klik op de foto voor méér.
Hieronder volgen enkele foto's van tekeningen die ik gemaakt heb. Ze zijn uitgevoerd in wasco, potlood, houtskool, oostindische inkt of kogelpen. Vraagje: wie herkent bepaalde portretten?
Gary Brooker (Procol Harum)
Robert Vaughn (Man from U.N.C.L.E. )
zelfportret uit 1966
Richard Wright (Pink Floyd)
Walt Disney
Sammy Davis Junior
Adam Cartwright (Bonanza)
Rik Van Looy
Gerry Marsden (Gerry and the Pacemakers)
Rudi Carrell & Guy Mortier
Adam Cartwright (Bonanza)
Leonard Cohen
Marleen De Smet heeft een blog die 'fotogedichten' heet. Een aanrader! Klik gewoon op de foto om een kijkje te nemen.
Frankies (eigen)zinnige poëzie aangevuld met eigen citaten
Frankies stof tot nadenken en meevoelen Denken en emotie sluiten elkaar niet uit, maar vullen elkaar aan
07-01-2012
zand (haiku)
Zand (haiku)
Zand zeilt over 't strand wappert tegen mijn ruiten en gaat dan strijken
Wat maakt het uit of jij die avond onverzadigbaar naar je bed gestrompeld bent, net als op een te vroege ochtend toen die kater onvoorspelbaar door je eerste dag crashte, alsof de examentijd weer maar eens tot de actualiteit behoorde al ben je opa, en is oma zoals door de jaren heen opnieuw op haar beurt onvermurwbaar, alsof wensen alleen onze dagen vereeuwigen
Er branden fakkels bij de uitstalramen kaarsen op een rijtje langs de straat. Van ver weg komen blije mensen samen om te lachen, feesten tot de avond laat.
Er gloeien lichtjes in de groene bomen, zwarte schimmen in elk donker huis, er spranklen vonken die doen dromen van gestaag plezanter luider feestgedruis.
Op de schaatsbaan joelen drukke mensen heen en weer op valse ijskristallen om ons allen veel geluk en heil te wensen in de hoop dat alles mee zal vallen.
Terwijl men ijvert in cadeautjes kopen zoek ik in het centrum naar een kerk. ik duw, en ja, de deur draait langzaam open al is hier vandaag geen mens aan 't werk.
De duisternis gebroken door de flitsen buiten van het vuurwerk, startend met een knal verhult ondanks de vaal verlichte ruiten het beeld van Betlehem in de stal.
Niemand anders die hier deze beelden ziet
Dit tafereel heeft immers geen belang Hier brandt geen licht, dat hoeft er niet. Maar heb vertrouwen, 't kindje is niet bang.
Wat zouden ze zonder ons kerstfeest beginnen in deze zo gure verregende dagen ? Wat zouden ze voor hun profijt gaan verzinnen om ons de euro's uit de zakken te jagen?
Zij kunnen de glitter van Kerstmis niet missen, de druk van geschenkjes, van zand in de ogen, ze weten niet dat wij ons danig vergissen, in al die commercie zijn wij meegezogen.
Veel koopjes en extraatjes van allerlei slag , het moet ons verleiden tot een omzetrecord. Kerst is consumptie zowel 's nachts als overdag tot je er verdwaasd en ongelukkig van wordt.
Mochten ze van centen en procenten zingen tot we weer honderdduizenden sterren gaan zien dan lijk je wel gek als je midden die dingen op zoek bent naar dat klein kindje Jezus misschien.
Tegenwoordig steek ik iedre dag een kaarsje aan dat niemand ziet, want ergens diep is het verscholen, omdat ik wens dat jij nooit van me weg zal gaan want zonder jou zal ik niets anders doen dan dolen.
Ik vond kaarsen zo cliché bij het dopen van een kind op het altaar in de kerk, voor 't studeren zelfs wel twee en rode als d'advent begint, of om te puffen na het werk.
Kaarsen in de boom die schittert naast de kleine stal naast de kist met wat nog overblijft van wie ik mis in de la om altijd licht te hebben in een noodgeval maar meest toch in mijn hart waar voor jou veel liefde is
Omdat hij zo heel erg weg woonde van Hem vandaan te ver om ooit daarheen op reis te gaan wou hij schild'ren over Kerstmis, over Hem, en bracht naar Vlaanderen Zijn Betlehem.
Jozef strompelde dus over Vlaamse wegen en kwam wind, kou en sneeuwval tegen. De ezel met Maria op zijn stramme rug trok de Schelde over langs een brug.
De ster verlichtte onze velden zonder schroom voor boeren, herders, wachtend op de oude droom. Alles wat we hebben en verlangen hier op aard is naast het kerstgevoel geen cent meer waard.
Vind je ook geen warmte in de stad, in de lichtjes, de geschenkjes en de pakjes Heb je' t ook met al die schijn gehad met al dat eten en slagroomgebakjes ?
Pronkt die buurman weer met lampen en die blauwe kerstboom in zijn tuin, staan de pannen weer zwaar te dampen en loopt zatte Zjuul alweer zo schuin ?
Mis je weer de ziel in 't lied van Stille Nacht Doen de Jingle Bells je oren pijn? Alleen de ster weet dat ik wacht met haar alleen zal 't Kerstmis zijn
Poolnacht onstuitbaar aangebroken zonder vaarwel, zonder welkomsgroet, zelfs geen uitvlucht voor de last van eindeloos sluimeren en smeulen, wezenloos toegeven aan de kerstvlam, in de hoop dat die ooit nog laaien wil
Terwijl de bladeren vallen, te moe van wachten op de winter, ontdek ik twijgen om te snoeien weg van de essentie van hun zijn; de takken als uitwassen van verlangen die zonder plan wildweg lichten zoeken waar flitsen als bliksems hen misleiden tot ze onontwarbaar klaar voor besparingen op water en mineralen ten prooi vallen als gekandelaberde platanen wegbuigend voor de koppigdurende wind aan de tanden van de ketting. Als de stam dan ijdel pronkt gun ik hem zelfs zijn wortels niet: de spade doet zijn werk, geen morzel , geen draadje van de roots gaan blijven. Ik zoek mijn moeder op.
Dicht genoeg bij de wenkende kust de branding die watertandt en bezwijkt voor de gloeiende korrels van het strand de tijd die brandt in de huid van wie ze vergeten is, spring ik naar de hoop naar de droom van het paradijs de belofte van dagen zonder klokgetik weg van het vlot dat me nooit naar de haven brengt nooit naar de kade nooit terug naar wie wuifde toen ik afscheid nam
Handenvol met dingen Angst om ze op een grauwe dag ongewild onbedachtzaam te verliezen dan zoeken naar voorbije dagen dingen die doen denken dat doorgaans niets nog nablijft tenzij telkens tekenen tergend in de krochten van 't geheugen ongeplengde tranen ongeleefde zaligheden ongehoorde woorden in het hart gaan persen en de handen redden vingers machteloos grijpend klauwen maar toch het ontglippen niet beletten
De klimop verwelkt niet als de ochtendzon zich vastgrijpt aan de klamme novembernevelslierten. De wolken bieden weerwerk maar koesteren de kille winterschijf, schaduw van haar zomergloed die de rijm meer aait dan schroeit.
Ontmoedigd laag bij de daken, ontmoedigend ver en kort doorheen mijn raam en mijn herfsttafereel als een eindeloze tunnel met een doffe vermoeide zaklamp.
Ik ben Roland Bourgoignie, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Frankie ( eurocent op forum).
Ik ben een man en woon in Everbeek (Oost-Vlaanderen) (nog steeds België) en mijn beroep is toeterniemeertoe.
Ik ben geboren op 06/01/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Schrijven en alles wat ik daarbij nodig vind...
Bob Dylan als inspiratie, (niet)publiceren mijn frustratie, mijn gezin is mijn gratie, eerste dorpsdichter Galmaarden (2007) worden was een prestatie, dat u komt lezen is een sensatie!